Beurs vau Ams'er& De oorzaak ie vermoedelijk het spelen met lucifers door kinderen. De gisteren vermelde Inbeslag neming van aan het Haagsche Schouw ont vreemde ganzen is geschied op ambtsaan wijzing en mededeeling van den brigadier v. K. der rijkspolitie. De politie alhier heeft nu in verband met dezen diefstal aangehouden de ook in den omtrek van Leiden niet onbekende visschers S. S. en A. Le M., tegen wie proces-verbaal wordt opgemaakt. Beide personen verkeerden in half be schonken toestand, toen de politie hen in hun woningen aantrof, en de laatste is %veggeloopen, zoodat diens aanhouding eerst later plaats vond. Nadat de heer Mul ié ons gisteren tegen den avond uit Hoek-van-Holland seinde, dat hij heden om negen uren te Schevoningen dacht te arriveereD, seinde hij ons van middag »jit dezelfde plaats, dat hij door averij met $jn reddingsvaartuig te Schavendijke is binnen- geloopon. Er zijn biljetten aangeplakt, waarin vermeld wordt, dat 60 belooning wordt uitgekeerd aan den vinder van een te Amsterdam verloren hondje. De aldaar wonende oigenaars, een ouder paar, doen een dringend beroep op den eerlijken vinder en op het publiek in het algemeen, omdat het diertje het leven kan redden van een kind, dat ziek is geworden na het verlies van het hondje en kwijnend blijft ten gevolge van het tot dusver niet terugvinden van zijn speelkameraadje. Het „Algemeen Politieblad** bevat tie volgende mededeeling: Op 9 Augustus 11. is Johanna Mechelina tVeber, geboren te Kralingen den 16den ï)ecembor 1872, vertrokken van Den Haag met haar dochtertje Johanna, geboren to's-Gra- venhage den 23sten Frebruari 1900, van uit het logement van Butgrink aan het Zieke, vergezeld van een man met een lammen arm, liedjeszanger van beroep, des middags te 12 uren naar Delft. Ter hoogte van de Hoornbrug aan den Delftschen weg is zij gezien zonder dochtertje. Te Delft werd zij op dien zelfden dag des namiddags to 3 uren gezien in het logomont „De "Witte Leeuw", weer zonder dochtertje. Een logeergast van Butgrink, die wist, dat zy 's middags met haai- dochtertje van Den Haag was vertrokken, vroeg haar naar haar dochtertje. Haar antwoord was: „dat raakt je niet". Zij was slecht voor haar dochtertje en verlangde sterk naar den dood daarvan. Van Delft vertrok zy dien zelfden dag per boot naar Botterdam, waar zij in den laacht van 10/11 dezer logeerde met den basculenscherper Antonius Van den Hout, £ich noemende Van der Xloy. Sedert is niets meer van haar vernomen. Te Botterdam is eij niet verder gevonden. Er wordt vermoed, dat zij haar dochtertje van het leven heeft beroofd. Zij is niet groot en gezet, heeft zwart haar met krulletjes op het voorhoofd, bruine cogen, kleinen neus on grooten mond. Zy is gekleed met zwarten rok, zwart tricot lijf füet tressen. Is blootshoofds. Zy vertelt, dat baar dochtertje is by haar vader. Dit is feiet waar. De commissaris van politie der 2de afdeeling te 's-Gravenhage, verzoekt beleefd haar te doen opsporen en, zoo zü niet kan bewijzen waar haar dochtertje is, haar met den man, èie zich by haar bevindt, voor hem te brengen. Twee jongens zoek. - De Haag- fche bladon melden het volgende: Toen Maandagmiddag het uur van vertrek voor de scholieren uit Haarlem van het •trand te Scheveningen was aangebroken, ontbraken tot ontsteltenis van de onderwyzers twee 13- a 14-jarige knapen op het appèl. £fa vergeofscli zoeken werd de politie in kennis gesteld met de zaak en vertrokken de andere kinderen, torwyl twee onderwyzers te Scheveningon achterbleven, om met behulp <3an de politie de jongens op te sporen. Den freheelen nacht werd tevergeefs gezocht en pisternamiddag te twee uren waren zy nog öiet terecht. Ook Den Haag kry gt zijn „Witte Huls'', een gebouw van 18 M. hoogte, dat geheel ingericht zal worden voor kantoren. Het groote huis in het Noordeinde tegenover de Koningspoort is daarvoor bestemd. De politie in Den Haag heeft gistermiddag in het Haagsche Bosch aan gehouden een zekeren Van B., die gesignaleerd was wegens het heimelyk wegvoeren van een minderjarig meisje, en sedert geruimen tyd Toortvluchtig. v. a verzette zich hevig by *yn arrestatie. Eenige toegesnelde politie-agenten brachten hem naar het commissariaat over. De equipage van de Schevening- sche bomschuit „Nooit Volmaakt" is Maandag avond van Eócamp te Scheveningen terug gekeerd. Volgens verklaring van den schipper Albert Verhey ligt de schuld van het gisteren vermelde ongeval geheel en al by den gezag, voerder van het visschersschip „St.-Joan". De aanvaring had plaats Zaterdag 4 Aug., des voormiddags te tien uren op 68 gr. 20 min- N.-B. Het was goed weer, de zee was kalm. De bemanning van de bomschuit was op het oogenblik der aanvaring aan het kaken; op de „St.-Jean" was al het volk bonsden, met uitzondering van een dertienjarigen jongen, die het schip moest besturen. Onver antwoordelijk was het zeker, aan dien knaap zulk een taak op te dragon. Er kwam nog by, dat de jongen, toen hy zag, dat er ge vaar dreigde, door zenuwachtigheid het rad in verkeerde richting draaide. Gelukkig, dat de zee een spoedig afhalen van den schipper en de negen matrozen toeliet; dit geschiedde met een kleine boot. De zeelieden hebben geen tyd gehad, om iets te redden; ook hun eigen bagage ging verloren. Door de consuls te Havre en te Rysel en den burgemeester van Bozendaal zy*n de visschers in staat gesteld Scheveningen per spoor te bereiken. De bomschuit had tachtig kantjes haring aan boord. Vad Als verdacht van den diefstal van 150 door middel van braak by den vrachtryder J. C. Van Houten aan de Spaarn- wouderstraat te Haarlem is volgens de „H. C." aangehouden "Willem Van Kessel, los werkman, die vroeger in dienst was by Van Houten. "Dit don spaarpot van juffrouw F. K. aan de Dubbele Buurt is niet 850 ontvreemd, maar f 8.50. Naar hot „Hbl." verneemt, bestaat het voornomen een rechtstreeksche tolophoon- ïyn AmsterdamPary's aan te loggen. Aan een derpolltiebureelon te Amsterdam werd voor eenige dagen ontdekt, dat het lekte en nog wel vry erg. Toen een onderzoek werd ingesteld, bleek, dat al het daklood was weggesneden, ook het lood in hot gebouw, tot zelfs de lucht buizen van de arrestantenlokalen. Do schuldige bleek te zyn de in het bureel wonende concierge De R., die ook bleek zich schuldig to hebben gemaakt aan verschillende kleine diefstallen. Do zaak is in onderzook. Gisteravond om 6 uren by aan komst van den trein uit Gouda is aan het station Maas to Botterdam, op aanwyzing van een handelsbediende uit de Mauritsstraat, gearresteerd zekere K., een bekende kwartjes vinder. H\j is naar het politiebureau in de Lange Torenstraat gebracht, doch daar na verhoor weder vry gelateD. Op de reis van Gouda naar hier had K., die in gezelschap van twee andere kwartjesvinders was, bedoelden handelsreiziger tot kaartspel uitgenoodigd, hetgeen aangenomen werd en waarby de handelsreiziger een muntje van f 10 verloor. Dit muntbiljet was by K.'s arrestatie alweder in andere handen overgegaan. (V. H. C.) Na voel vruchteloos daartoe aangewende pogingen is het aan den heer H. Engelsman, gezagvoerder van het 'stoom schip „Generaal Pel", der Kon. Paketvaart- maatschappy, met veel moeite gelukt, een paradysvogel lovend naar Batavia over te brengen. Aldaar aan de zorgen van den heer C. A. Bakker, gezagvoerder van het stoom schip „Koning Willem II" der Stoomvaart- maatschappy „Nederland", toevertrouwd, kwam „Artis" te Amsterdam in het bezit van genoemden vogel, die zich in uitmuntenden staat bevindt. Het is de gewone paradysvogel van Nieuw- Guinea, Paradlsea papuara Bechst, een voor het genootschap zeer welkome aanwinst; het is toch reeds een groot aantal jaren geleden, dat een exemplaar dezer soort daar werd aan getroffen. Ofschoon jaarlyks duizendtallen huiden dezer fraaie vogels ter wille van hun prachtige oranje-gele vederbossen naai-Europa worden gezonden, behoort het overbrengen van oen levend exemplaar nog al tyd tot de groote zeldzaamheden. De welwillende be moeiingen van de directies der beide genoemde maatschappyen getuigen wel van haar groote belangstelling in het genootschap. De zaak Hogerhuis. „Becht door Zeo" deelt mede, dat namens het Landelyk Hogerhuis-comité een commissie op 30 Augustus, als het wordt toegestaan, op audiëntie zal gaan by de Koningin, om gratie te vragen voor do Hogerhuizen. Blykens een by de directie der Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg- Maatschappy ingekomen telegram van den consul-genoraal der Nederlanden te Kaapstad, is op 5 Augustus jl. het vyfde stoomschip, do „Manhattan", van Simonsstad naar Ylis- singen vertrokken met ODgeveer 100 geöm- ploïeorden der Maatschappy aan boord. Ook nu weder zyn de namen der terugkeerenden niet by de directie bekend. De ambtenaren van de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-MaatsChappy, die ten gevolge van den uitzettingsmaatregel van lord Roberts in hun vaderland moesten terugkeeren, krijgen van de ondernoming voorloopig wachtgeld, ongeveer 1/l bedragende van hun wedde, voor de getrouwde ambtenaren mot gezin met een zekeren by slag verhoogd. Omtrent do aanleiding tot de staking, die thans Terneuzen in beroeriDg brengt, deelt de „T. C." het volgende mede: Sedert de invoering dor looniyst van de „Vereonigde Bootwerkers" zyn telkenmale rnoeiiykhoden gerezen voor het verwerken van te Terneuzen door de firma Gebr. Everaert, te Leuven, geïmporteerde boomen ten dienste van klompenmakers. Onlangs was een boot met hoornen gelost tegen het vastgestelde tarief, doch door de grootte der boomen (welke per stuk berokend worden) konden de werklieden slechts ƒ2.48 por dag verdienen, terwyi do looniyst op een basis van 3 per dag berekend is. Toen lator een boot met meerendeels kleinere boomen arrivoerde, was do firma ongeneigd om hetzelfde loon per stuk uit te betalen, maar stolde voor, dat bedrag te betalen per 7 M. lengte. De werklieden waren daartoe niet te vinden, waarop men het ten slotte eens werd het stukgeld te berekenen per 5 M. Nadat die boot gelost was, bleken de werk lieden te hebben verdiend 3.97 per dag. Do vorige week kwam wederom een boot met boomen. De vertegenwoordiger der firma gaf thans te kennen, dat hy de boot niet door Terneuzensche werkliodon zou laten lossen, wanneer men goen genoegen nam met het aanbod dor firma, om de boomen te lossen berekend op 7 M. per stuk. De bootwerkers wilden daarin niet treden, doch deden een tusschenvoorstel om 6 M. als het gemiddelde aan te nemen, als wanneer de verdiensten op circa 3.16 por dag zouden komen. De firma gaf echter niet too, ook niet toen de voorzitter van den bond naar Louvon ge reisd was, om met do hoofden der firma per- sooniyk te onderhandelen. Daar de firma had te kennen gegeven, dat zy, by weigering om voor dan door haar ge boden prys te lossen, dit werk zou laten ver richten door mannen uit haar houtzagery to Leuven, werd beproefd dezen to bewolken om te weigeren naar Terneuzen te komen. Deze poging had geen resultaat, daar die mannon het verliezen van hun werkkring te Leuven er niet op wilden wagen. Ook door do Nederlandsche politie is thans in de hotels het signalement verspreid van den vormoedeiyken medeplichtige van Bresci, den moordenaar van den koning van Italië. Het luidt als volgt: Naam Luigi Grimotti, oud 24 jaar, beroep wever, lengte meer dan middelmatig, haar kastanjebruin, wenkbrauwen icL, oogen idem, neus gewoon, mond gewoon, knevel bruin, aangericht mager, breed en knokkig, kleur bleek. Kleeding: donkorgrys kostuum, lichtzijden das met blauwe strepen, slappe hoed en donkere schoenen. Wanneer een persoon, overeenkomende met dit signalement, zich aanmeldt of gezien wordt, zal de politie, aan welk bureel dan ook, gaarne daarvan spoedig bericht hebbend Zondagmorgen deden 3 paren jongelui van Groningen een plelziarritjo naar Assen. Op de terugreis, plm. 11 uron, sloegen de paarden, ter hoogte van Tries, op hol. De koetsier Hes se viel van den bok en brak daarby een zyner beenen. Hy bleef kermende van de pyn op den weg liggen. De passagiers sprongen uit den wagen. Daarby bezeerde een der meisjes, de 19-jarige Anna S., uit de Groote Leliestraat, zich aan den rechterarm. De koetsier werd later door een zyner col lega's opgenomen in een broack, waarmede hy naar Groningen vervoerd werd. Dr. Hubenet te Haren verleende aan Anna S. de eerste hulp. Hesse ward in het ziekenhuis opgenomen en wordt aldaar verpleegd. De paarden zyn op eenigen afstand van de plaats van het ongeluk opgevangen. Het vergaan van de „Framée".— Men seint uit Toulon, dd. 14 Aug.: De officieren van het pantserschip „Brennus", die hier zyn aangekomen, varhalen het volgende van de aanvaring met den torpedojager „Framée". Admiraal Fournier wilde een order geven aan de „Framée" en liet haar nader komen by de „Brennus". Kapitein De Mauduit, ziende, dat de torpedojager te dicht by het schip was, commandeerde 20 strepen links. De roerganger vatte hot bevel verkeerd op en wierp het roer om naar rechts. De Framée" liep toen op den voorsteven van het pantser schip en sloeg om; de slapende bemanning was als opgesloten en verdronk. Commandant De Mauduit bleef staan en weigerde beslist hulp van de „Brennus"; hy werd met de „Framée" verzwolgen binnen den tyd van drie minuten. Van een reiziger, dio In een door loopenden trein van Beriyn naar Keulen reisde, werd uit do coupé 2000 mark gestolen. Hitte in Amerika. De laatste heete luchtstroomon, waarvan de laatste gisteren in eon hovïgen storm verliep, was oorzaak, dat men zich in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika een byzondere vryheid in kleeding veroorloofde. In Chicago en in andere westelyke steden verechenen de hoeren uit de eerste standen aan tafel in pantalon en gekleurd overhemd evenwel zonder jas of vest. Te Narragansett gingen jonge dames in badkostuum uit wandelen en gingen zy zelfs in die kleeding naar het postkantoor. Aan boord van het van Liverpool te Nieuw-York aangekomen stoomschip „Cym ric" werd twee dagen na het vertrek brand ontdekt in de lading van het voomrim. Eerst na 80 uren slaagde men er in het vuur moester te worden. Men onderstelt, dat de lading zwaar beschadigd is. Het schip bekwam slechts geringe schade. Naar uit Simla aan de „Daily Mail" gemeld wordt, richt de cholera vreese- lyke verwoestingen aan. In Panjab alleen zyn in Juni zes duizend menschen er aan bezweken. De cholera heeft het korps Sikhs aangetast en twee duizend koelies, die bestemd waren voor China, zoodat ze niet weg kunnen. Ook do Engelsche troepen, die voor China bestemd waren, zyn er door aangetast; te Poona zyn er twee officieren aan gestorven. 15 Augustus 1900. pCt H«d. Cert. Hat SeTiuld24 Obligation8 Hougarij-, Loeu. in Zilra 1889 *4 Oostoni. Rente i l'aj). M Jan.'Juli J Poi-t., O. B. 1S&S.-Ö-1 mol U'iekot 3 dito dito lÖKJtoï)44 4 4 4 4 dito dato 1SM. dito dito T&bak&loojiiiig. Rusland Bifui.nl. 18U4 1SSJ Kb. 525 1SG7/G9 £100. 1889 Rk 625,2do aorio Qansl. 4 G- kintaue im Kfa. <U6 i Spanjo, Obl. Jt'-rp. Soliuld 4 Xnrkjjo Obl. Geprivil 4 goconyerteordo aorio D. O. Moxico, Bïnn. Afloabaio 2o aar. 6 Brazilië, 1831) 4 landing Looning 1308 6 Columbia 100-500 14 Yoneznola., Obl. 1881 100 4 SOO 4 Poruy, Corp. OblG Cort. v.prof. A and. Italië, Obl. Zuid-IUL Spoor 3 Spw.loon. 1887/89 act A-K 3 Portugal, Beiia Baixa 8 Kualand, Obl. Wladik. 1806/98 4 RJa«au-Ur.R.6ï5 4 .18»8 4 A and. H. Afr. Hands/Lsyoreonig. Cult. ALp. Voratanland. Kon. Petroleombronnon Dordtacho Petroleum Gcwohü Aand. Schibajeff Aand. Sumatra P&lembang. Moeara Enim Led. Handtd-My. Beacontre H. W. lc. Pao. Hyp.-B. Scboldbr. Inoomobonda Maxwell Aand. lloll. IJzeren Spoorweg Mij. tot JElxpLy. Staat;pw. ObL Hei Contr. SP. /loOU J Aand. N. Zuid-Air. Spoor O ObL 1899 4 ObL Boxtel-Wezel 1357,80 gosL A ami Amerikaanadu Vaart Itottord. Lloyd Amerika, Aand. A^ekuon Tc pek» - J**'- AJj-U r 9 Aand. ïJouy. Iüo Grande t Plor. Otr.& l'^nnifl St. Li/uis 6t Sunl-'r.gow.A. .^pr.A. Aand. Mis3.EansaaToi.ia r OüL lebyp. - .20 4 lint) Spoor Aand. 2o prei. A. Ontario Western Aand. p k oxl. W cat. C. y. Aand. SouBv.Pao. C. Gow. Aand. w 4 pCt. Goudl. L'nion Pao. Cert. y. Aand. n s prof. Aand. W. N.-T. kP.ofg.C.y. A. .gen. morltf.b. koora. 77% 905; 82 H bon 80,'i 22% 33 274 93 H 61% 94.4 93% 944 964 674 894 224 254 334 834 864 13% 274 264 654 104 664 63% 614 944 934 96 964' 102 63 2314 118 1544 604 155 148 914 96'% 110 118 85 1754 894 884 102 1224 27% 704 98 12 10% 344 104 904 664 114 174 21% 34% 334 78 594 754 154 914 31 184 164 154 334 70.4 116% 26 35 334 72 620 3524 Koar« boden* 78%' 904, 834 804' 80 224 324.' 93% 614 934 1 94% 38% -V 864 274 654 62 - i nH, W&baah Sp. C. y. prcL A. Kansas City Sub. Bolt Car N. M. Pittab. Gulf Sbaroe. Pittab. Gulf pret. A. 9 9 9 9 lO-H.0. Hongarije, Thoiss-Loten. 4 Turkije, Spoorw.-Lot«u8 Spanjo, Aiadrid-Lotan. 8 Pr. Dolt Tabak Mij. Aand, 'IVli-finltiiiir.lU'flgtflfltiappij Curt v. Aand. Arondaburg. Aandeden Senembah Aandeden Rotterdam- Deli Ned.-Ind. Mynbouw 80. J Oostcnruk, Pnplor f 2&S14 dito Zilyor 20.82W Frauscbe Diverse Itykamark Russftf Zilvoron Hoobcla/'lBö dito in Gouden Roebels f\£0 y Prolongatie 84 pCt. Noordwyk-aan-Zee. Gisteravond werd ia; het badhotel „Konynenburg" door de „Beierschd"'. Kapel", directeur Herr H. Ulrich, een muziek-1 uitvoering gegeven, die door een vry" talrylp publiek, meerendeels badgasten, werd byge* woond. Hftgenfiars over Leienaars DOOB OOM TOKIÜ XV L Wal een oud-soldaat moet ondervinden. De titulaire majoor Pilat van Bulderen bleef Dinsdag 19 Juni 1900, den dag, toen Albrecht van Beieren zyn intocht deed in de stad van Douza en Scaliger, zeer verwonderd 'in 't rond kyken, nadat de Haagsche mevrouw ihem een oogenblik bezocht had en een heel 'elegant kaartje had achtergelaten. Hy hield dat kaartje nog in zyn vingeren, toen hy zich weer liot neerzinken in zyn ouden leunstoel. Het kaartje was geparfumeerd net als die heole mooie dame in 't rood. Er bleef een wolk van geuren hangen in do weinig geurige achterkamer, waar de majoor zyn goodkoope tabak rookte, hy kon niet anders, gepension- neerd kapitein tor zake van lichaamsgebre ken.... Vloekte de majoor Misschien 'maar het gebrom klonk niet duidelykgenoeg. Met een driftige beweging wierp hy het 'kaartje op de stoffige tafel. Wat ging hem dit alles aan? Die dame was in relatie met :Apollonia en stuurde haar gedrukte circu laire, die Apollonia in Leiden moest verspreiden. ;En dan moest zyne wichtige wederhelft soms naar Den Haag, wat heel jammer was voor het reisgeld, want hy kon niets missen. !Weer dof gebrom, waarby een R ratolde. De majoor Pilat van Bulderen was gewoon 'met diepe minachting op zyn levensloop neer Ite zien. Het was jammer voor hem, dat hy jvolstrekt geen bewustzyn had van zyne eigen 'tekortkomingen en fouten, dat hy alles aan 'een nydig fatum toeschreef. Hom liep alles tegen. Nog nooit was hem eenig fortuintje te beurt gevallen. En wat deod de Regeoring? Hy had zyn vaderland drie en twintig jaren trouw gediend! Was het zyn schuld, dat ongeneesiyk rheumatische pyn zyn rechter been had verlamd? Dat hy moeiiyk met een kruk moest loopen? Het gobrom werd nu eenigszins verstaanbaarder en scheen uit eene variëteit van doffe O's te bestaan. De majoor keek op. Er klonk een stap in de gang, do voordeur van het huis werd toe geslagen. De deur werd geopend. Een dienst meid van middelbare jaren met een rood glimmend brutaal gezicht trad binnen. „Waar is mevrouw?" Deroodglimmendezei in behoorlijk „Laidsch", dat mevrouw en dio lieve juffrouw verderop waren gegaan, ze dacht wel naar do Steen- schuur. De majoor bleef brommen. Eindelyk zei hy „Al lang tyd voor myn borrel. Zet myn fleschje en m(jn glas klaar, Miel" Mie bonkte uit de kamer, maar kwam heel gauw weerom. „Mevrouw heit den sleutel van 't kassie meegenomen, meheirl" Do majoor sprong in z(jn stoel op en sloeg met de vuist op de tafel. Plotseling bedacht hy zich, bracht uit zyn vestzak wat kleingeld to voorschyn, en zei: „Neem een flesch mee en haal wat snaps voor een oud manl" Mie keek heel vinnig, terwyl ze het geld in haar zak stak, en besloot, stille vorwon- schingen fluisterend, om den ouden brombeer zyn zin te geven. Korten tyd daarna zat de grysaard mot zyn borrel voor zich nog steeds in dezelfde dompige achterkamer, terwyl hy een soort van kort bruin houten pypje opstak. Hy had niets te doen, er was geen krant dien dag, en dus begon hy te mijmeren. Die mijmering ging met horten on s too ton, on zeer gevaariyke salto's. „Maskerade.... jawel..,, goed voor adel- lyke hanzen en groote heeren.... nooit wat groots geweest.... Candidaat-notaris met een huis vol kinderen wat kon myn vader doen«.. do jongens naar zee, de meisjes in conditie, jawel, fatsoenlyke werkmeiden.... (uitroeping met doffe O's)de jongste zoon naar Kampen, wat zou ik andors doen.... vader dood, do boel verkocht, met moeder alleen. Moeder, 0, ik vergeet je nooit, jy alleen had een hart I..- Maar ik mocht niet naar de Oost, want dan bleef je alleen,,., neen, dat kon niet.... neen, ik moest myn kleine traktement met Je deelen.... het was armoede lederen dag..„ en ze stopten me nota bene in kleine garnizoenssteden.... in Ovorysel of Noord- Brabant.... lang gewacht, voor ik kaptein werd.... en naar zoo'n nest in Brabant ge zonden!.... Moeder dood.... heel alleen.... nu begint myn ellende.... „De Gulden Arend," jawel, eenig fatsoenlijk koffiehuis.... 's avonds wat plakken, een groot glas bier voor een dubbelfje, dat was vol te houden.... Apollonia in het buffet.... Apollonia dik en vet, met macht van kleine, rossige krulletjes, enaltyd lachen.... het eenig fatsoenlyke meisje in dat gat (luide uitroeping met doffe O's). De „ter zake van lichaamsgebreken" ge- pensionneerde kapitein Pilat Van Bulderen zette een zeer pyniyk gezicht. Hy dacht heel zyn leven weer overdie „Gulden Arend", in dat kleine stedeke van Brabant, afschuwelijk. Hy was pas kaptein, heel alleen en dronk 's avonds bier in „De Gulden Arend." Dan zat Apollonia achter het helder gepoetst buffet te lachen en hy sprak met haar uit vor- veling on armoede. Als al het publiek was heengegaan tegen elf uren, sloot de mooder van Apollonia het koffiehuis, en dan werd het een beleefde visite van kaptein Pilat van Bulderen en de gast werd getrakteerd op alles wat de dames keurigs in huis hadden, en dan hiold de moeder van Apollonia zich soms bezig in de keukon om een extra-heerlyke omelet te bakken, en dan zat Apollonia heel dicht naast hem op de kofflehulssofa, en dan 0, dwaasheid, kuste hy Apollonia. By het volgen van dien gedachtenloop klonk in de kamer soms een onheilspellend geratel van scherpe R's en een gedreun van doffe O's, maar de toestand bleef er geheel dezelfde door. Na zyn huweiyk werd hy naar Leiden overgeplaatst, en begon hy langzaam eene verlammende pyn In zyn rechterbeen te gevoelen tot het been styfen stram werd hy dacht daarby aan de vochtigheid en ellende in de kampen dos zomers totdat hy zyn pensioen kreeg „tor zake van lichaamsgebre ken". Apollonia begon te Leiden met de oogen te sukkelen, zoodat men haar een groenen bril deed dragen en verder was alles ge weest: Ooh, Bedrogl leef-je nog? Ja,. Ver driet! zooals je ziet! De moeder van Apollonia was uit den Gulden Arend gezet voor schulden en zoo voort, en zoo voort. Mie, do keukenmeid, stoof binnen, en zei, dat al het eten verbrandde en dat het al over zessen was, maar de majoor mocht niet beginnen, had mevrouw gezegd, voordat juf frouw Olmberg thuis kwam. Majoor Pilat van Bulderen snauwde wat tegen de meid en troostto zloh met een extra-borrel. Er begon evenwel een geweldig oproer in zyn borst te woelen. Sedert die juffrouw Olmberg by hem in huis was komen wonen, had hy niets dan dubbel en dwars ellende gohad. Apollonia rekende hem voor, dat zy een zeer goed kostgeld betaalde vyf en twintig gulden in de week. Daar was majoor Pilat van Bulderen in het geheel niet ongevoelig voor, maar zyn oud militair hart was toch te fier om al de nukken en de koren te verdragen van zulk oen pretentieus schepsel. Hy was na zyn huweiyk met Apollonia Platvoet van der Loo zyne vrouw schreef altyd: geboren P. van dor Loo nauweiyks een korten tyd, en, altyd betrekkeiyk, ge lukkig geweest, toen hy zyn pensioen moest nemen en in Leiden bleef wonen, omdat hy tegen de onkosten van het verhuizen opzag. Dit was geweest in 1883 en nu vegeteerde hy al zeventien jaren als gepensionneerd kapitein met den titel van majoor en herin nerde hy zich geen enkelen vrooiyken dag in al die jaren. Toen de oude mevrouw Platvoet van dor Loo overleed, nu tien jaren geledon, had zyne vrouw by de boedelscheiding nog een batig saldo van f 86.70 geërfd, dat ge bruikt was, om eenige der meest dringende huisschulden af te doen. Zyne Apollonia was hem in dat tyd vak al meer en meer een kruis geworden. Mooi was ze eigenlijk nooit geweest, en dit zon by don ouden militair waarlyk nimmer een ernstige grief kunnen geworden zyn, maar onbegrype- ïyk slordig en morsig was ze van de alpha tot de omega, wat hare persoon en hare kleeding betrofi Had de majoor Pilat van Bulderen er toe kunnen overgaan de Mémoi res van zyn intiem huiseiyk leven te schry- ven maar er was geen grys haar op zyn hoofd, dat er aan dacht dan zeker zou hy by zyn lezeressen een gevoel van welgemeend mededoogen hebben opgewekt. En hu had de vormelooze Apollonia zich plotseling in de bres gesteld voor het Femi nisme in Nederland, vooral na de leziDg van een roman Ida van Bandensteen, ge schreven door die mooie Haagsche mevrouw, die eenige uren geleden zyn muffe achter kamer zoo krachtig had geparfumeerd. En nu was ze met die juffrouw Olmberg komen aanzetten, om zyn beetje rust en vrede voor vyf en twintig gulden in de week te ver- koopen. Op zyn oud getrouw zilveren uurwerk was het nu over zevenen, en het begon voor hem toch wel wat laat te worden. Met hulp1 van zyne kruk strompelde hy naar de deug en riep luid om Mie. Maar Mie stond vier' huizen verder met de juffrouw van den be- hanger te spreken, omdat met de feesten alle menschen op straat verschenen, en de schamel| maaltyd van de familie Pilat van Bulderenj naderde al langzamerhand tot den staat vanj algeheele verbranding. De majoor deed voordeur open, verscheen op zyn stoep, keek' scherp rond, en wenkte Mie. Op zeer onzachten toon verklaarde hy, dat hy eten wilde, maar1; Mie hield zich aan het consigne juffrouwj Olmberg moest eerst thuis zyn. De oud$- officier kwam langzamerhand tot een hoogté van ergernis, die hem deed sidderen van' woede. Hy nam tot vertroosting nog een' laatsten borrel en bleef razen en blazen. Maar het hielp weinig. Het werd acht urenT; het werd halfnegen, de duisternis viel. Mié(' stak de petroleumbanglamp in de voorkamefi op, Mie had de tafel gedekt, het gebroken' vaasje van don grond weggenomen, en de! stoelen in orde geschikt. De majoor zette zictf vast aan tafel mot saamgeknepen lippen. Plotseling vloog de deur open. Johanna' Olmberg trad met een uitdagenden blik binnen.* Apollonia verscheen zonder groenen bril en'; met een ouden verschoten stroohoed. De majoof j keek beiden met fonkelende oogen, aan ea' vroeg „Waarom kom je zoo laat?" Apollonia antwoordde zoer zenuwachtig „Och, Armandl wees niet boos. Ze bobben ona opgehouden ln het bureau van politie!" j Scherpe R's en doffe O's ratelen door de kamer. „Johanna heeft met haar parasol eed student een oog aan bloeden geslagen De majoor vliegt nu op, met z\jn kruk op dea grond stampend. Hy richt den arm omhoog naar Jo: i „Uit myn huis, ellendige feeks l Er uit^ ongeluk 1 Oogenblikkelyk, of ik trap je dé straat opl" De vormlooze Apollonia viel voor haar man op de knieën: „Och, Armand? Je breekt myn hart| Hoor toch Armand! Hoor! Johanna is ow schuldig. Ze deed het om my te verdedigen/ my, je eigen aangebeden Apollonia!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 2