1|. I SI Sr, KAMERS. In de Koffiehal BRUNO's TOILETZEEP Denkt aan i Reisbelasting. GetoilË lotliwomi ZONDAGSRUST. BEUZE1AKER Co., HERDER- WAARSCHUWING gp' TAH ViV* BIOHARD ABR HEBBER, Staalwarenfabriek, - OOXjIl^OrESTVJ. Het geachte publiek wordt bfl het doen zflner inkoopen van MESSEN SCHAREN, VORKEN, etc. beleefd verzocht er op te willen letten, dat een der twee bovenstaande fabrieksmerken daarop voorkomen. Voor elk stuk, van een a rich.abb.. zien' wonH gegarandeerd zonder dezer berde fabrieksmerken voor- HERDER eenig voorbeboud. RICHARD ABK. HERD ER, 6351 66 cenlgste ataalwarenfabrikant met familienaam Herder, te predikantsplaatsen, een ambtgenoot af te wijzen, die de Kerk jarenlang trouw hoeft gediend en, inziend, dat hy haar te kwader ure verliet, niets liever verlangt dan in haar midden en in haar belang weer werkzaam te zijn? Stond ds. G. achter by ds. Vethake, en misschien nog anderen die weer aan- en opgenomen zijn? Zoo neen, waarom hem dan geweigerd, wat hun was vergund? Zoo ja, waarom dan niet opgegeven en duidoiyk gezegd, waarin hfl achter stond, terwijl de vorm, waarmee nu de weigering van het verzoek geschiedde, grievend op zichzelf, boven dien by het algemeen een indruk kan geven, alsof men op hem eenige bijzondere aanmer king had van nu of vroeger, waardoor hy onwaardig geacht werd weer dienst te doen in onze Kerk. Maakt zy hierdoor niet een Br. verdacht en zelvo een droevig ffguur? Kan zy dit verantwoorden en zoo neon, ontoert zi) dan zichzelve hierdoor niet? MENGELWERK. ELLY. noen J. 1L P. Aarzelend trad Etienne de eerste-klasse- waohtkamor binnen. Het waa er doodstil. Alleen zy, die hy wist hier te zullen vinden, was er; en op het hooren binnentreden van iemand zag ze even op van haar boek, even slechts, toen zo bemerkte, dat Etienne de binnentredende persoon was. En hy, die zich zoo vast voorgenomen had kalm te blpven, gevoelde/onder den invlood, dien die korte blik op hem uitoefende en die doordrong tot diep in z'n ziel, dat z'n bedaard heid hem begaf en dat een waas hem het gezicht benevelde. Langzaam naderde hg haar. „Elly," begon hy, met iets beverigs in z'n Btem, terwyi hy plaats nam op den tegenover haar staanden stool. Zy zag hem even aan en een Jicht wolkje van ongeduld trok over 'haar gelaat. „Elly," herhaalde hy, en stotterend: „Mag. ikEen spottende trek kwam om haar mondje, omdat ze wel vermoedde hoe moeilyk het voor hem was het gesprek te boginnen; en toch was ze wreed genoeg om niets terug te zeggen en alleen in afwachtende houding te biyven zitten, zich afvragende, wat by haar zou hebben te zeggen. Etienne was zich in zooverre meestor geworden, dat hy, indachtig de zich opgelegde taak, die hy nu ook wilde voleinden, tot haar vervolgde, doch nu met meer vastheid in z'n stem: „Wil je me toe staan, dat ik nog eens tot je spreek?" En toen ze toestemmend knikte met haar blonde hoofdje, goud-glinsterend in een birmendrin- gonóen middag-zonnestraal, ging hy voort: „Er is zeer veel onaangenaams tussehen ons voorgevallen, Elly, en ik geloof ook vrol, dat ik je verdriet gedaan heb; maar dot wssniet zoo mjjn bedoeling. Ik heb je willen terug houden van je voornemen, omdat ik meende, dat het "beter voor je was, als je anders handelde, omdat ik in Karei niet den persoon zag, die jo gelukkig kan maken, omdat maar laat ons daarover niet verder spreken." Een oogenblik zweeg hy, peinzend voor zich uit kykend, en toen, eensklaps opstaande, als gehoor gevende aan een plotsolingen aandrang in hem: „Elly, wil je me nu alles vergeven?" En daarop haar zachte, hooge stommetje: „Welzeker, Etienne, gaarne." Had ze hem wel iets te vergeven? Waren zyn handelingen eigenlyk wel ongemotiveerd gewoest, of zoodanig, dat zy ze hem moest vergeven? Etienne dacht hierover ook eerst later, voel later, na, doch nu vond hy, dat hy haar vergeving moest vragen: ze had hem immers z'n gedrag tegenover haar kwaiyk genomen! Hy vatte haar hand, zacht, emotievol door de gedachte aan vroegere, gelukkiger oogen- blikken. En met z'n andere hand haar fijne vingertjes streelend, sprak hy met een stem, waarin geheel z'n ziel zich uitte: „Elly, lieveling, ik dank je; ik dank je, dat je zoo goed voor my bon; o, ja verwyt zou me altyd gewoest zyn als een vloek, die op mg rustte." Ze stond op en wendde het gelaat af om geen biyk te geven van de ontroering, die z'n woorden op haar gemaakt hadden. „En nu, Elly, mag ik nu afscheid van je nemen?" Hy zag haar smeekend aan. Ze begreep hem; ze weifelde nog, doch neen hy had immers reeds zooveel smart geleden, ze wist het; waarom zou zy hem nog meer verdriet aandoen door te weigeren het laatste, wat hy van haar vroeg? En ze boog haar hoofdje naar hem voorover en ze voelde z'n lippen, tot een kus zich drukkend, op haar gloeiend voorhoofd. In dit korte oogenblik van z'n teedore omhelzing, waarin nog eens heel z'n groots liefde voor haar zich open baarde, toen trilden haar fijne zielesnaren zacht en droeve door den weemoed van het afscheid. „Adieu, Elly, m'n lieve, lieve engel, wees gelukkig." „Adieu, Etienne," murmelde ze. Nog even drukte hy haar handje; toen liet hy het los, streek met de hand over het voorhoofd als om z'n sombere gedachten te verdryven, en ging heen, het perron af en de straat in. Zy, geheel nog onder den indruk, bleef een oogenblik in gedachten staan, nam toen haar boek op en wandelde het perron op, waar ze wachtte op den trein. Adieu, EUy, adieu, myn heerlgke illusie, mijn schoon droombeeld En toen Etienne later, ver weg, eenzaam zat en mymerde, hot oog gericht op een schoone apotheose van wolken aan een tropischen hemel, rose en blauw en goud door de speling der zonnestralen; toen hy zag hoe die wolken, eerst langzaam, toen plotseling schenen uiteen te vallen en wegdreven naar den horizon, toen dacht hy aan z'n vervlogen illusie, aan z'n geluk, dat was verbroken' geworden als door een wreede, schennendr hand. En hg was alleen met z'n groote droef heid. Yoor hem klopte geen warm hart om hem te troosten, wanneer hy zoo geheel beheerscht werd door dien grooten weemoed, door die smart, die hem verteerdo; goou vriendelyko stom, die hem z'n kalmte deed herwinnen, wanneer hy, later, van die vlagen kreeg van woede, van onbedwingbaren haat, wraak, tegen dien ander, dien ze beminde misschien Maanden zyn sedert verloopen, veel maan- den, gedurende welke z'n arm hart geleden heeft ondraaglijke pgnen, waarin het gefolterd werd door liefde nu eens, doch dan weer. door een hernieuwde plotsolinge opbruisin van z'n haat tegen dien ander, meer bevoor recht dan hg, en dien hij zou willen vernie tigen, omdat hg gelukkig wasmet haar, Maar In oen elegant gemeubelde kamer, in somber halfduister nu gehuld door de ten deele dicht geschoven gordijnen, zit een jonge man, z'n elleboog steunend op z'n knie, de kin rustend in z'n hand, en aan de diepe rimpels op z'n voorhoofd, de ernstige uitdrukking om z'n mond is hot duideiyk te zien, dat zwaarmoe dige gedachten z'n brein doorkruisen. Langzaam richt hy zich op van z'n stoel en zacht, onhoorbaar zacht, schuift hg opzy' het gordyn van het ledikant naast hem; en zie, als een engel -vol'reinheid en onschuld ligt ze daar, hot mooie blonde kopje rustend1 op de kussens; het blanke handje, in witheid wedyverende met de lakens, rust op den rar 1 van het ledikant. Eenige zjjige haarlokken liggen op haar voorhoofd en langs de blauwgeaderde slapen. Als een engol, als oen hemetsch wezen ligt ze daar, sluimerend, voor een oogenblik bevrgd uit haar lyden, kalm en rustig, terwyi haar frêle, teere lichaampje nu en dan zachtkens schokt en haar handje zich een enkale maal even beweegt. Voorzichtig buigt hg zich voorover, en even, heel even, raakt hg met z'n lippen haar licnt bedauwde voorhoofd aan in teeder-bezorgde liefkoozing. Dan ziet hg haar lang en innig aan, met vochten blik. Gerui8chloos laat hy het gordyn dichtvallen en herneemt z'n plaats op den stoel by het ledikant. Droevig staarde hy weer voor zich uit; beelden uit vroeger dagen, lieflijk en smartetyk, vertoonden zich voor z'n geest, in grilligo mengeling eerst; doch ze namen vaster vorm aan, ze rangschikten zich en daar zwjhy alles weer zoo duidoiyk voor zich. Hy doorleafde weer dien tyd, die dagen van geluk mot haai-, hy herinnerde zich hoe ze later sukkelend was geworden, hoe ze dan, moe zittend aan legênheden door maatschappyon, zoodat het recht tot drankverkoop wordt een concessie, waarvoor cyns aan den Staat wordt betaald. Rationeeler zou zy het dan iD elk geval vinden, ,dat de Staat zichzelf met dat winstgevend bedrgf belastte. Maar, zegt zy, by de drank bestrijding gaat het om een hooger beginsel dan om vermeerdering van de Staatsinkomsten. Ret doel is: voortgezette vermindering der gelegenhoden tot drankverkoop, verscherping van de bepalingen der wet en het stellen van 'Waarborgen voor betore naleving harer be malingen. En dat doel acht zy beter te bereiken door een goed ineengezotto wet, die de ten onzent bestaande drankwet verbetert, dan door een regeling van het gebruik der geldon, die als 'winst voor den Staat uit dit kwaad voort spruiten zouden. Verder staat do Asser Cf. voornameiyk stil by hetgeen in het VoorL Verslag voorkomt omtrent het groote bezwaar, dat ook buiten do Kamer togen het Regeeringsontwerp zich heeft doen hooren, en de regeling betreft van Jiet vergunningsrecht in 1901, welke daarin Voorgesteld wordt. Met de daartegen ook in Vet VoorL Verslag aangevoerde bezwaren is le Asser Cf. het eens. En zg doet uitkomen, Jat het door haar reeds terstond na de ver- )chyning van het ontwerp aangegeven denk- rjeld van een betere regeling ook in heb oorL Verslag wordt aanbevolen. Het bestaat Vierin, dat men in 1901 do loopende vergun ningen eenvoudig laat doorloopen, totdat zy floor den dood der houders of door een der bg de wet genoemde oorzaken komen te ver vallen. Derhalve hot stelsel van het doen uit sterven der vergunningen, voor hetwelk, golyk onze lezers kunnen weten, trouwens door onderscheidene andere bladen is gepleit. Hoe van een verlenging van termyn nog grootere moeiiykhoden, dan welke de dadeiyke vollodige uitvoering der drankwet zal opleveren, ver wacht worden, gelyk van andore zgde beweerd .Wordt, is haar een raadsel. Is dan, vraagt zy, 'het ontnemen van oen kostwinning zoo licht te tollen? Een transitoir recht, dat oonvoudig een zekere categorie van neringdoenden op ruimt, zonder zich verder om hun lot of bo- staan te bekommeren, is h. i. geen recht. Art, 26ö gaat, h. L, euvel aan een groote fout, deze nl., dat in 1881 verzuimd is te voorzien in den toestand, die door de plotse linge intrekking van duizenden vergunningen zou geboren worden. Waren toen de maat regelen, om de gevolgen van de uitstooting uit het bedrgf te verzachten, in de overgangs bepalingen opgenomen of voorgeschreven, om zoo noodig by algemoenen maatregel van bestuur te worden vastgesteld, dan eerst zou met eenigen meerderen grond dan thans be weerd kunnen worden, dat do belanghebbenden wisten wat hun te wachten stond. Nu men voor de moeilykheid staat, gaat het h. L niet Ban don knoop door te hakkon en de men- echen uit hun bedryf te jagen met als wacht geld: een jaronlangen wachttyd op een zeer twyfelachtige kans tot het verkrggen eenor vergunning tegen grof geld of een schadeloos stelling, die op verre na niet vergoedt de schade, die door de sluiting van het bedrgf wordt toegebracht. Terecht is h. L in de af- deelingen over het algemeen de regeling van dit belaDgrgk punt in het ontwerp afgekeurd. Op nog óón punt wordt door de Asser CL de aandacht gevestigd, hetwelk, hoewol h. 1. niet krachtig genoeg, ook in het VoorL Ver slag ter spraak Is gebracht. Het betreft de vraag, of nu alle vergunningen, boven het maximum verleend, zullen biyvon voortbestaan, zonder dat de houders aan het opbieden voor openvallende vergunningen behoeven mede te doen. Gevolg hiervan zon zyn, dat de houder eener vergunning boven het maximum zyn vergunning zonder eenige opoffering zynerzyds zou behouden, terwyl de houder oener gewone vergunning, die reeds in 1881 bestond, kans kan loepen haar te verliezen, en zoo hy haar behoudt, zich een wellicht groote financieele opoffering zal moeten getroosten. Het zou h. i. overweging verdienen eerst te beginnen met de opruiming van deze soort van ver gunningen, die van alle het meest buiten gewoon karakter dragen en tevens zulke licentiên, die do goede bedoelingen van menig Gemeentebestuur ten opzichte van het drank misbruik vergdelon, voorgoed nit do wet te verbannen. Zg is het eens met die leden, die van oordeel waren, dat met het stelsel van het verieenen van vergunningen boven het vastgestelde maximum moet worden gebroken, omdat het door do praktyk is veroordeeld. En ook met de vele leden, die van oordeel waren, dat in elk geval de wet zelve moet aangeven, welke de byzondere omstandigheden zyn, waarin vergunningen boven het maxi mum kunnen worden verleend, althans daar voor regelen moet stellen. Maar liever zou de Asser Ct. die buiten gewone vergunningen geheel afgeschaft zien. Als dit geschiedde en als dan de na 1881 verleende vergunningen gedurende het leven van den bezitter zonder recht van overdracht op erfgenamen of nabestaanden bleven bestaan, zou, met de verscherping der andere wets bepalingen, h. L een drankwot worden ver kregen, die niets te kort zou doen aan den strgd, dien de heer Borgesius zoolang met zooveel warmte en oprechtheid heeft gevoerd. In De Nederlander is opgenomen een inge zonden stuk van „een lidmaat derNed.Herv. Kerk", dat aldus luidt: Zei iemand dezer dagen: „De Synode is om, maar toch doet zg nog dom", ik wil die woorden hier niet overnemen, maar zag wel met diepe droefheid het besluit der Synode in zake het verzoek van ds. Gang el tot wederopname, en ik vraagIs dat Christelijk, oen broeder af te wyzon, die, als zoovelen indertyd, op zeker punt gebiologeerd. i3 en thans ontnuchterd, zyn dwaling, in dezen, betreurt on belydt? Is dat in het belang onzer Ned.-Herv. Kerk, met haar takgke ledige STet gemeubileerde Kamers van verschillenden prya met degeljjk Pension terstond beschikbaar. JKEÉJb - PopenatoM* 4» HederlaDdsche School voor De termyn van aangifte voor de Toelatinga-Examens tot ééne der Voor de Afd. A (Hoogere Burgerschool), B(Handels-afdeeling), C (Ny verheids-afdeeling) dezer School is opengesteld tot en met Zaterdag 25 Augustus e. k. Gaarne verstrekt Ondergeteekende inlichtingen. Do Directeur, 6680 16 Dr. A. BOEGSIAN. öeplaatet een 1st© Klas Toulet-Biljart, Amaterdamsch Koffiehuis, Heeronsteeg 4, Beiden. 6621 8 Beleefd aanbevelend, TAN PER WIEL. Inkoop vao Goud, Zfiver, enz tegen de Hoogste Waarde WESSEL riem orsi.ro.:.!.. o:.' reclit brandt men dagelijks op Duitsche wijze 389 131 zuivere Preanger-Koffie; nilmuntende door gsur tn smaak. Prijs per 5 ons 57Cent. VERKOU W&STOKHUYZEN, MmCffE BIJJt 4.7. VAN 6650 19 VOORHEEN SEBEs. SNEL, cur! adres: VOarmoesstraat 31, AMSTERDAM. Cards, Me en Zuivere Stearine-Kaarsen van de Stearine-Kaarsenfabriek APOLLO", te SCHIEDAM. Bkkboond: te Ween en in 1878 met de Ver diensl-Medaille. te Parijs in 1878 met de Gouden Medaille. te Asneterdam in 1883 met de Gouden Medaille. te Antwerpen ln 1885 met hot Eer e-Diploma. (Hoogste onderscheiding). I>eze knarsen vonken niet na en geven zeer weinig rook bij het alt blazen. 7883 13 Zgn verkrygbaar by alle voorname "Wlnb AÜAra. I STÜI¥EKSZEEP EN SULMEZEEPf I aan schilfers I dit met warm water in een I I overdekten pot tot een pap j I opgelost, is niet alleen beter, doch ook veel goedkooper I dan elke andere zachte Zeep. j Zachte Seep, zoo gemaakt, I kost dodUs 4 a 5 Cents f per pond. De uitslag der 6do Premie- j verdeeling is verschenen en I wordt aan Op franco aanvraag aan de g I fabriek zyn de uitslag boekjes E gratis te bekomen. De promiên zullen den win- 1 worden toege- is door bnar duurzaamheid in het gebruik „DE GOEDKOOPSTE". 15 Cents per sink. 66S3 Ook te verkrijgen bg al onze Depothouders. Bit UNING -A MCHRM Amsterdam. CO van nette Burgerlieden, die een vrije Kamer en een net en degeiyk Kosthuis verlangen. 6173 5 Adres: Papenstraat 4. AI wat men koopt op Zon dag, terwijl het even goed een dag vroeger of later gekocht kon worden, koopt men veel te duurl Het wordt namelijk.gekocht ten koste van de Zondags rust der winkeliers en hun bedienden.. - Op de grens van Duitschland en Frankrijk gelegen, heeft het college een internationaal karakter en ver- eenigt de Jongelingen van Holland, Duitschland, Frankrgk, België en Engeland; aldus wordt aan de leer lingen de gelegenheid aangeb od«n gomakkoiyk en op weinig tyd de vreemde talen te kennen, bijzonder de Fransche taal, die hier de voer en de spreektaal is. Den Hoilandschen studenten wordt ten strengste geboden overal met hunne Fransche leermakkers om te gaan, en de ondervinding bewyst dat zy zeer snel de Fransche taal machtig zyn. Particuliere klassen in de Neder- landsche taal worden hun meermaals per week door eenen Nederlandschen Priester gegeven. Dit college, bestuurd door 20 Priesters Belgische en Duitsche, bevat de Latynsche klassen, eene Beroeps8chool en eene Landbouwschool onder toezicht van den staat. Pensionprijs 225 Gulden. Prospectus op aanvraag. De Directeur, 6517 82 L'ABBÉ CROUSSE. Natuurwollen Ondergoederen. JASSES T1LASÜS, Friezeaieen. Sodeponeerd Fabriekmerk Verkrijgbaar bf): 2085 13. VISCHMARKT 13.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 6