FOSCO.
Wegens het vergevorderde Seizoen
Zomer-Artlbelen
e. CiUDKM.
[fEVENSPILLEN,
Zeeuwsch Zilveren
Wurtembergsche Metaalwarenfabrie k
BKXELE Go.,
Specialiteit in duurzaam, op hard wit metaal,
verzilverde Artikelen.
Donkersteeg 11. Donkersteeg 11.
f VLOEIBAAR KOOLZUUR.
Souchon a f 1.30 per K.G.
WIERDA's Boek-, Knust- en Mazickbandel
Steeds voorhanden: een ruime sorteering in Dames- en
Kinder-Ondergoed, Luiermand-Artikelen, Glacé- en Militaire
Handschoenen.
3
3
AMSTERDAM.
"Verkrijgbaar in alle buurten
der stad.
In liet bijzonder wordt de aandacht gevestigd op 3183 40
RESULTAAT VAN RET ONDERZOEK.
GEBRUIKSAANWIJZING. g
Fabrikanten F. KORFF Co.,
Nederl. Eaenoliet- en Soolznnr-Iaalscliagpij,
Vulling van Cylinders tegen lagen prijs.
Levenspillen
Eevenspillen
Levenspillen raait
International
STAMPSHOP Co. Ltd.,
WIERDA's Boekhandel,
LOTEN!!
WIERDA's Lotendebiet,
deen Khenmatick racer!
RHEUMATIEK.
OPROEPING.
CORNs. VAN DER VEN,
Breestraat 5S, LEIDEIV.
Specialiteit in Pcsipreaien.
Levering van Studieboeken, etc.,
voor alle Inrichtingen van Onderwijs.
W. v. FIOSSUM DU CHA.TTEL, 6281 45
Haarlemmerstraat 114. Telephoonn. 92.
Den Haag. Veenestraat 50.
2
ta
t-i
CU
WORDEN ALLE VOORHANDEN
voor fabrieksprijzen verkocht.
Agentuur van de Chemische
Wasscherij van den Heer
EWALD LAAG, te Haarlem.
-t
CD
S3
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
m Geen gezonder, aangenamer en ver.
gg friss elieruler drank denkbaar. Het attest
van den "Weled. Gestr. Heer VAN LEDDEN HÜLSEBOSCH
PjS luidt als volgt:
Ïq? Amsterdam10 Juni 1900.
Uit het my opgedragen onderzoek van „FOSCO" is my
gebleken, dat deze geheel alcoholvrye siroop samengesteld is uit
smakelijke, aromatische, tevens voedzame bestanddeel en, waarvan
«SL de groote waarde sinds lang door do hygiënisten is erkend.
Met koolzuurhoudend water of met koude melk vermengd,
vormt „Fosco" voor kinderen een aangenamen, verfrisschenden
drank by uitnemendheid, die ook door dames en door zieken
gaarne zal genomen worden. gg
Was geteekend, Q
v. LEDDEN HÜLSEBOSCH. gg
Doe een weinig Fosco in een glas, by v. twee a drie eetlepels, gfe
SJ vul het by met echt Victoriawatcr, Spuitwater of Melk, roer 8!
'Ê3 een weinig en de verfrisschende Cacaodrank is gereed. &2i
S Verkrijgbaar by alle solide Winkeliers, Hotels en Cafffs.
Hgg 5637 74 AMSTERDAM. S
ROTTERDAM. 2710 18
door Dr. HUENTA ver
vaardigd Daar het recept
van Abt AMBROSIUS
DE LA YALLA, te
Cartagena,
geven gezondheid, levonskracht,
geestkracht, sterke zenuwen,
vasten slaap en gezonde kleur.
zenuwpyn, vrouweiyke
en ongeregeldheid,
ziekten van maag, lever, nieren en ingewanden, algemeene ver
zwakking en houden de tering tegen.
H ^313 H bloedbederf, hetzy door
gewoonten voortgesproten,
gonezend en herstellend voor
immer krachtdadig.
H .o'vroB'B isattt».~b U iob-i zyn een bloedversterkend middel,
Qp 0ugel00llyk9 W^Z0 don
mensch zeer spoedig versterken. De wonderdadige geneeskracht der
erfelijkheid ontstaan of uit slechte
mannen en vrouwen, en werken
nooit.
6395 62
Prys per doos f 1.50, per 6 doozen f 7*.£>0.
Centraal~J>cpot 1L. J. AKKER, t© Rotterdam.
Yerkrygbaar by: J. H. DIJKHUIS, Leiden, „De Oude Post". Goud- I
schesingel 81, Rotterdam, F. HAPPEL, Den Haag, en C. YAN DER
MEER Nz., Roelofarendsveon, franco toezending tegen postwissel.
Chicago Hl. U. S. A.
Sole Agent for Leiden: 6240 16
CORNs. VAN DER VEN,
Breestraat 5 2,
Geheel nieuwe collectie ontvangen.
Zeer fraaie exemplaren. Billyke
pry zen. Op-zicht-zending aan ver-
trouwde personen op aanvraag.
Combinatie Staatsloterij.
Plelzierreis Loterij.
Goudscl&e Landbouw.
Woerdensclie Landbouw.
Purmercnder Paardenloterij.
Voorhanden in: 6239 12
Breestraat 52, Leiden.
Koning der Balsems,
recept van de Zeereerw. Heeren
Kloosterlingen van het klooster
Santa Paulo te Cartagena, is het
eenig genezend middel tegen
Het is ook heilzaam tegen
Brand-, Snijwondcn, Ver
stuikingen, Kneuzingen,
Stramheid in de ledematen,
Ijendepijn, Spierverrek-
kingen, enz., enz. Tallooze
voorbeelden van hen, die geheel
hulpeloos waren, zelfs zoodanig
dat zy niet in of uit het bed
konden komen, lieden, die krom
en gebogen waren, zoodat zy
zich niet konden verroeren, zyn
door het gebruik van enkele
potten Kloosterbalsem totaal
genezen. 5620 74
Duizenden attesten van vol
komen genezingen zyn voor ieder
ter inzage.
Prys per pot 35 Cts^ 75 Cis.,
ƒ1.30, ƒ3.50.
L. I. AKKER,
Alkemadestraat 11, Rotterdam.
Yerkrygbaar te Leiden by de
Heeren REIJST en KRAK, J. H.
DIJKHUIS, J. J. WAGTEN-
DONK en E. H. C.T. DE RUITER,
Hoogewoerd 88.
Hazerswoude: A. DEKKER;
Nieuwkoop: A. BOTS; "Warmond:
G. W. KOPPERS; Hillegom: C.
BROEKES; Noord wyk: F. HENS-
BERGEN; Rijnsburg: A. DE
MONIJE; LeidschendamS. J.
YAN RIELKat wy k-Binnen
J. YAN AS; Zevenhoven JAC.
SMIT; Oudshoorn: D. G. YAN
HOORN; Woerden: H. J. YAN
EE; A. L. ROOYAKKERS,Wasse
naar; N. FRANCKEN, Kouder-
kerk; L. YAROSSIEAU Zn.,
Alfen a/d. Ryn; P. GROEN IN
'T WOUD, AarlanderveenJ.
VAN VLIET, Bodegraven; C.
v. d. KLUGT, Lisse; JAN DE
GRAAF, Bleiswyk; J. YAN
BEVEREN, Noordwyk-aan-Zee;
D. A. LUSSCHEN, Noordwyk;
B. BRINKERS, Zegwaard; J.
MEURS, Valkenburg; G. YAN
BEIJEREN, Oude-Wetering; J.
WEISZ, Oude-Wetering; J. v. d.
HOORN, Roelofarendsveon
JACOB v. d.MEER,Roelofarends-
veen; J. ERKELENS, Ter Aar;
C. OUWEHAND, Katwyk a/Zee;
Mej. BAKKER, Rynsburg; PIET
YAN DER PUTTEN, Ruighoek;
G. P. ROOS, Zegwaard; A.
MUGGE, Leiderdorp; J. F.
BLEYS, Veur.
Een ieder, die iets te vorderen
heeft van, verschuldigd is aan of be
scheiden onder zyn berusting heeft,
behoorende tot de nalatenschap van
den Weledelen Heere ABRAHAM
VLRBRUGGE,laatst gewoond heb
bende te Leiden aan den Apothekers-
dyk No. 6 en aldaar overleden 16 Juli
1900, wordt verzocht daarvan opgave,
betaling of afgifte te doen uiter-
Ujk op 6 Augustus a. s. ten kantore
van den Notaris J. J. TER LAAG Cz.,
Steenschuur 11, te Leiden. 6161 15
Telephoonnummer 401. 6285 30
B£HEEL VERNIEUWD EN INGERICHT VOLGENS DE EISCHEN DES TIJOS.
Probeert het!
Brochesvan af f 0.75.
Knopjes„0.35.
Dasspelden„0.25.
Rokspelden„0.85.
Bride-speldjes m/ketting 0.70.
Horlogekoordjes„0.40.
Manchetknoopenvan af f 1.25.
Overhemdknoopjes„0.50.
Blouse-Knoopjes„0.35.
Hoedenspelden0.30.
Ceintuurgespen„3.50.
Horlogekettingen3.75.
6757 00
CD
O
CS
tod
a
<u
to»
tn
cn
ra
e -
o
6247 99
Aanbevelend,
CD
ES
2)
„En uw lieveling!" voegde Albrocht or
op bitteren toon by
„Ik heb het dikwijls genoeg moeten
ondervinden en hooren, dat ik geen enkelen
trek van uw karakter bezit. Slechts Louise
had uw bloed geërfd, de schoone, geestige,
krachtige Louise; die was hot kind van uw
hart, uw trots en uw geluk. Nu, wy hebben
'gezien, waar haar geestkracht haar heen-
ge voord heeft; wy vernamen, hoe zy aan de
;zyde van dien man van trap tot trap zonk
en eindelijk
„Uw zuster is dood," viel hem de graaf
,op snydonden toon in de rede. „Laat de
Wooden mot rust!"
Albrecht zweeg, maar de bitterheid week
niet nit zjjn trekken, hy kon het blykbaar
zyn zuster in het graf nog niet vergeven,
wat zy der familie aangedaan had. Tot een
verdere openbaring kwam het niet; want
juist verscheen een dienaar, die sprak:
„Uw Hoogheid, de pastoor van St.-Michaél."
De aangediende scheen verwacht te worden,
want de dienaar opende de deur zonder
antwoord af te wachten en do pastoor trad
binnen.
Hy was een man van ongeveer vyftig
jaar. Zyn haar was reeds geheel grys. Over
zyn gelaat lag een stille trek vol ernst. Die
sprak ook uit do blauwe oogen, uit zyn
houding en taal. Het scheen, dat ernst en
kalmte van deze persoon lykheid onafschoidoiyk
warefe
Graaf Steinrück ging hem eenige schreden
te gemoet en begroette hem hoffelyk, maar
als een vreemde.
„Ik moet u in de eerste plaats myn
dank betuigen, eerwaarde," begon hy, terwyi
hy den pastoor een wenk gaf om plaats te
nemen. „Het was de uitdrukkelijke wensch
der gravin, dat gy de begrafenisplechtig
heden leiden zoudt, en gy hebt haar op
dezen moeilyken dag zoo onbaatzuchtig ter
zyde gestaan, dat wy allen daarvoor dank
baar zyn."
„Ik deed slechts myn plicht als ziel
verzorger," antwoordde de geestelyke kalm.
„Daarvoor behoeft gy my niet te danken. Ik
kom echter tot u, heer graaf, in een geheel
andere aangelegenheid, zonder dat ik er toe
geroepen werd, en daarom in uw oogen
misscliion wel zonder recht. Toch moet ik de
zaak ter sprake brengen, daar deze begrafenis
u zoo onverwacht in onze bergen voert. Ik
verzocht u daarom om dit onderhoud."
„En ik herhaal u, dat ik u te woord zal
staan, mynheer pastoor Yalentyn. Als het
gesprek een geheim is, dan kan myn zoon
ons wel
„Ik verzoek u, om den graaf te laten biy-
ven," viel de pastoor hem in do rede. „Hy
weet ook, waarom ik hier kom; het betreft
den pleegzoon van don houtvester Wolfram."
Hy zweeg, alsof hy op antwoord wachtte,
doch dit kwam niet; de graaf bleef met
onbeweegiyk gelaat zitten, terwijl Albrecht
plotseling opmerkzaam scheen te worden,
maar ook hy zeide niets en zoo was de
pastoor wel verplicht verder te gaan.
„Gy zult u nog wel herinneren, mynheer
de graaf, dat ik het was, die n bericht zond
over het verbiyf van den knaap, met het
vAczoek, u z^nar to ontfermen"
„Een verzoek, dat ik toen ingewilligd heb.
Wolfram nam op myn bevel het kind aan; ik
liet u dit reeds weten."
„Zeer zeker; ik had het echter liever in
andere handen gezien, maar de beslissing
hing van u af. Nu is de knaap evenwel
opgegroeid en kan onmogeiyk langer in
een dergelyko omgeving blyven. Ik houd er
my ook van overtuigd, dat dit volstrekt uw
wil niet is."
„Waarom niet?" vroeg Steinrück op kouden
toon. „Ik ken Wolfram als iemand, op wion
men vertrouwen kan, en had mynbyzondere
reden er voor juist hem te kiezen, of weet
gy iets ten zynen nadeele aan te voeren?"
„Neen, de man is braaf op zftn wyze,
maar ruw en half verwilderd in de eenzaam
heid. Sedert den dood zyner vrouw komt
hy nauwelyks nog met menschan in aan
raking en zyn lovenswyze verschilt niets
van die van den eersten den besten boer.
Dat is geen passonde omgeving voor een
aankomenden knaap, en in het geheel niet voor
den kleinzoon van den graaf van Steinrück."
Albrecht, die achter den stoel zyns vaders
stond, maakte een beweging; de oude graaf
trok somber do wenkbrauwen saam en hy
antwoordde op scherpen toon:
„Ik bezit slechts één kleinzoon, het kind
van myn zoon, en verzoek u wel, dat niet
uit het oog te verliezen, eerwaarde, wanneer
daarvan sprake is."
De zachte oogen van den priester richtten
zich vol ernst en verwyt op den sprekende.
„Yerschooning, mynheer de graaf, maar
de wettige zoon van mevrouw uw dochter
heeft toch ook wel aanspraak op dezen titel 1"
„Om het even, hy bestaat als zoodanig
voor my niet, zoo min als dat huweiyk ooit
voor my en de myn en bestaan heeft."
„En toch hebt gy myn verzoek toegestaan,
toen Michaül
De graaf viel hem in do rede. „Michaël?"
herhaalde hy langzaam.
„Dat is de naam van den jongeling. Kendot
gy hem niet?"
„Neen, ik heb hot kind ook nooit gezien,
zelfs niet, toen het aan Wolfram ter opvoeding
gegeven werd."
„Yan opvoeding kan hy een man van
Wolframs vorming wel geon sprake zyn, en
daarom is er juist in dit opzicht voel goed
te maken. Michaöl was reeds als kind ver
waarloosd, verwilderd en schuw geworden,
door het zwervende leven, dat hy zoo lang
met zyn ouders geleid heeft. Ik heb my zyner
aangetrokken en hem onderwezen, zooveel dat,
den grooton afstand der houtvesterswoning
in aanmerking genomen, mogeiyk was."
„Hebt gy dat werkelyk gedaan?"
Er lag een duideiyk hoorbare onaangename
verrassing in deze vraag.
„Zeker, ander onderricht kon hem niet
verstrekt worden, en ik mocht toch niet aan
nemen, dat de knaap geestelyk omkomen
moest in zyn boersche omgeving. Deze straf
voor het onrecht zyner ouders ware toch al
te zwaar geweest."
Er lag een zwaar verwyt in deze eenvou
dige woorden, en het moest wel troffen, want
er kwam een toornige gloed op Steinrücks
gelaat.
„Eerwaarde, welken blik gy ook in onze
familieaangelegenheden gekregen moogt heb
ben, gy oordeelt als een vreemdeling, en
daarom moet ik u wel hard en onbegrypelyk
schynen. Ik heb als hoofd van het huis de
eer van onzen naam hoog te houden, en wie
deze eer aantast en bezoedelt, wordt uit myn
huis verstooten en zyn herinnering uit myn
hart gebannen, al is hy ook myn eigon kind I
Ik doed, wat ik doen moest, en wannoor de
vreesolyke noodzakeiykheid zich nog eonmaal
voordeed, ik zou evoneens handelen."
Er lag een yzeren vastberadenheid in deze
woorden.
Pastoor Valentyn zweeg; hy gevoelde mis-
schion, dat deze natuur zich niet boog voor
het woord van een priester.
„Gravin Louise rust in het graf," zeide
hy eindelyk, en zyn stem beefdo oen weinig,
toen hij den naam uitsprak, „en mot haar de
man, wiens echtgenoot zy was". Haar zoon
staat alleen en zonder beschermer in de
wereld; ik ben gekomen, om voor don jonge-.,
ling te vragen, wat gy geen vreomden wees
zoudt weigeren, dien gy onder uw hoede ge
nomen hebt, nl. een opvoeding, die hem in
staat stolt coniuaal hot loven in te treden.1
Blyft by in Wolframs handen, dan is dat
uitgesloten. Hy deugt dan nog slechts als'
houtvester op do eon of andero afgelegen'
bergvesting. Als gy, mynheer do graaf, de
verantwoording daarvoor op u wilt on kunt
nemen.
„Genoeg!" viel hem Steinrück heftig in»
de redo, terwyi by opstond. „Ik zal do zaak1;
in overweging nemen en dan vorder zien,
wat er voor uw beschermeling to doen is;
verlaat u op my, eerwaarde."
De pastoor stond eveneons ophy zag, dat
hot onderhoud nfgeloopen was en verlangd^
zokor ook niet, het nog te vcriongon.
„Mijn beschermeling?" herhaalde hy. „Moge
hy ook do uwe worden, mynheer do graaf;'
ik geloof, dat Lij er rocht op heeft."
En mot eon korte, ernstige buiging van'
beide heeren afscheid nemend, verliet by het,
vertrek.
Wordt vervolgd)