N®. 12356 Woensdag 6 Juni. A®. 1900 <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit uoinmer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, G Juni. J'a^cnaars over Leieuaars PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenJ f 1.10. Franco por post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Orootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. De reeks concerten op „Zomerzorg" is gisteravond onder gunstige omstandigheden begonnen: een fraaie avond na een warmen dag, een opnieuw met zorg van bloemen voorziene tuin en een talryk publiek. Dit laatste is voor Van Erps stafmuziekcorps niet van de minste beteekenis, want er blykt uit, dat de belangstelling, welke het don vorigen zomer genoot, is gebleven. En dat is goed ook, want met deze eerste muziekuitvoering heeft de kapel van het Vierde hot bowys geleverd, dat ze don rusttyd, welke nu achter haar ligt, niet in ruste heeft door gebracht, maar dat zo integendeel er zich op heeft toegelegd om don bezoekers harer con certen weer een en ander nieuws aan te bieden. Ondor die „eerste uitvoeringen" op „Zomer zorg" behoorden niet minder dan v(jf van do pegen nommers, en er waren ook mooie by. We herinneren slechts aan Coenen's phan- tasieón op Bizet's opera „Carmen", welke mot de mooste aandacht werd gevolgd en waarop veel applaus volgde, al had het gezucht en gefluit van enkele voorbijgaande treinen go- durende sommige fijne passages wel eenige onaangename oogenblikken veroorzaakt. Maar helaas, daar is niets aan te veranderen, wat er ook over worde gezegd en geschreven. Is het er evenwel rustig, dan zorgt de heer Van Erp er voor, dat er voldoende kan worden genoten. 1 Met genoegen hoorden we tevens door diens harmonie-orkest uitvoeren zijn „Maskerade- marsch 1900", opgedragen aan het collegium van hot Leidsch Studentencorps. Dit is een opgewekte, aangenaam klinkende marsch, met oon pakkend trio, terwijl herinneringen aan het „lo vivat" natuurlijk niet ontbreken. By de firma Kooyker alhier was er reeds een uitgave voor piano van verschenen, welke zokor veel aftrek zal vinden, want ze is niet te moeilijk, zoodat ze in veler bereik valt, en de druk is duidelijk, met een maskerade omslag in kleurendruk. In „Zomerzorg", alhier, is de zevende algemeene vergadering gehouden van do Diocesaan-vereeniging van R.-K. Bijzondere Onderwijzers in het bisdom Haarlem. Alle afdeelingen (behalve Gouda) waren (tezamen) door 45 afgevaardigden vertegenwoordigd, terwijl bovendien zeer veel onderwijzers aan wezig waren. Ook werd de vergadering bijge woond door de eerw. heeren mgr. H. L. Öpoorman, bisschoppelijk adviseur der Vereeni- ging, H. Pichofc, N. J. Smeulders, A. IJzermans, bissch. adviseurs der afdeelingen Leiden, Leidens Omstreken en Rotterdam, benevens den eerw. heer A. F. Diepen, rector der Bossche kweekschool voor R.-K. onderwijzers, die in een der pauzen opwekte tot deelneming aan do nieuw opgerichte Onderlinge Levens verzekering voor R.-K. onderwijzers in Nederland. Uit do vele behandelde punten stippen we aan de rekening, enz. van den penningmeester over 1899 sloot met oen batig saldo van ruim 273, terwijl die over 1900 door do afdoeling Alkmaar zal worden nagezien. Als plaats voor do volgende algemeene vergadering werd Alkmaar aangewezen en in de plaats van den heer J. A. Mesker (niet herkiesbaar) als lid van het hoofdbestuur gekozen de hoer F. I. Bestors, beiden te Rotterdam. Punten van bospreking met leerzame debatten waren „Schoolvergaderingen", ingeleid door den heer H. Mustert, van Rotterdam, en „Welke mid delen kunnen aangewend worden om den verderfel(jken invloed te neutraliseeren, waar aan Kath. onderwijzers zich blootstellen bij het bezoeken van sommige openbare opleidings klassen?" namens do afdeeling Haarlem inge leid door don heer J. A. De Lobel. Do uitslag van do in het gebouw der Kweekschool voor Zeevaart alhier gehouden openbare aanbesteding voor de levering van aardappelen, ten behoeve van hot personeel dor marine te Lolden, gedurende het tijdvak van 1 Juli tot en met 31 December 1900, is, dat voor die levering word ingeschreven door de hoeren J. Nieuwenhuizen voor f 3.40 en T. J. B. Haan voor f 4.46 de 100 kilogram, boiden wonende te Leiden. Door do „Vereeniging van Leeraren" te Amsterdam is het diploma voor boekhouden, handelsrekenen en handelsrecht toegekend aan mejuffrouw A. Kruyt, leerlinge van mej. O. Parmentier, alhier. Door den heer G. A. J. Van de Sande, officier van gezondheid 1st© klasse aan boord van het flottieljevaartuig „Sumbawa", is aan het Museum van Natuurlijke Historie, alhier, ten geschenko aangeboden een verzameling naturaliön, bestaande uit: een varanuseneen ascalobotes, te Soerabaia gevangen; een slang uit de voorhaven van Tandjong Priok; een slang van do reedo van Choribon; een zee- krabje en een insectenlarve van Ambon, on twee 6phero8crlptus-exemplaren, eveneens van Ambon. Den sohonker is daarvoor de dank dor Rogoeiing betuigd. De 2do luit.-kwartiermeoster G. F. Sloot, van hot 4de reg. inf., is overgeplaatst by het 2de reg. veld-art. to Leiden. De bronzen medaille voor twaalf jaren eerlijkon en trouwen dienst, met brevet en lint, is toegekend en hedenmorgen uitgereikt aan den kwartiermeester H. Bedorf, gedeta cheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier. Naar wij vernomen, heeft het H. M. do Koningin behaagd op to treden als begunstig ster der International Maatschappij voor Ethnographie to Leidon. NR. C.) Wij vernemen, dat het Bestuur der Vereeniging van Nederlandsche werkgevers na do verwerping der Ongevallenwet heoft besloten aan haar leden voor to stellen het organiseeren eener gezamenlijke en eenvor mige verzekering voor de by de leden werk zame 60,000 arbeiders tegen geldelijke gevolgen van ongevallen, wat de uitkeeringen betreft op den voet van hot verworpen wetsontwerp. Uit het verslag, door den hoogleeraar- directeur der Indische Instelling te Dolft uitgebracht aan den gemeenteraad, blykt, dat zich voor den cursus 1899—1900 slechts 44 personen hobben aangemeld, om tot hot volgen van allo of enkele lessen te worden toegelaten. Yan deze 44 zjjn op grond van art. 10 van hot róglement voor do Instelling 12 studenten ingeschreven tegen een storting van f 100, en verder nog 2 voor het volgen van het onderwijs in één inlandsche taal tegen betaling van f 40. Vergeleken met het vorig jaar is dus hot aantal studenten met ongeveer 40 pCt. gedaald. Dit betreurenswaardig feit vindt z(jn verklaring in do onzekerheid, die bestaat, met opzicht tot een nieuwe regeling der benoembaarheid tot ambtenaar van den administratieven dienst in Nederlandsch-Indiö, die wel sedert goruimen tijd is voorbereid en in uitzicht gesteld door de Ryks-Regeering, maar waarvan do vast stelling zich nog laat wachten. Het onderwas voor het eerste studiejaar wordt gevolgd door 8 en voor hot tweede eveneons door 3 studenten. Het aantal van hen, die college volgen in do niet-verplichto inlandscho talen, bepaalt zich tot 3, waarvan 2 onderwijs ontvangen in de Boondanoescho en 1 in de Bataksche taal. In de gisteren te Oldenzaal gehouden zomervergadering der „Vereeniging voor Over- ijselsch Recht en Geschiedenis" zijn als nieuwe loden aangenomen de heeren A. H. baron Sloot van Marxveld te Vollenhove, mr. dr. M. G. Ton Cato te Hengoloo, A. C. G. Tor Kulle te Enschede, mr. S. Van Deldon to Deventer, mr. L. H. M. Van Kruyno te Goor, G. J. Th(jort en G. J. Mol te Oldenzaal, W. Draayer te LoidenJ. D. Rutgers van der Loeff te Leiden en P. baron Van Boecop te Amersfoort. In de gisteren- gehouden zitting van don Hoogon Raad, Kamer voor Strafzaken, wijdde de vice-president, mr. Van Meerbeke, eenige woorden van hulde aan de nagedachtenis van den in den nacht van Zaterdag op Zondag jl. plotseling overleden griffier van het colloge, mr. C. J. J. Wyckerheld Bisdom. Spreker schetste den nu ontslapene al3 een kundig en schrander griffier, oen man van orde, oio de eischen van nauwkeurigheid zelf betrachtte zooals hy ze van zyn onder geschikten verlangde; voorta als een aan genaam mensch in den omgang, wiens over- ïyden een groot vorlies is voor den Hoogon Raad, en die de hem toegedragen hoogachting on vriendschap ten volle waardig was. Door den minister van marine is bepaald, dat het verkoopen van sterken drank verboden is aan iederen onderofficier of minderen schepeling, behoorende tot Harer Majesteits zeemacht, en ook niet zal mogen geschieden door hun huisvrouwen of door eenig tusschen- persoon ten behoove van henzelven of van hun huisvrouwen. Tot het uitoefenen van eenige andere nering door bovengenoemde personen moet vooraf do vergunning worden gevraagd van den vlootvoogd. By besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zyn benoemd tot hoofdcommies de commiezen, chefs van afdeelingenL. C. G. Verhulst, J. L. G. Le Rütte, mr. A. Van Gyn, mr. H. W. Van Sandick en F. L. Tet- hof; en tot commies, waarnemend chef eener afdoeling, de adjunct-commiezen 1ste klasse: J. J. Brinckman, L. J. Brands, J. A. Roynders en mr. C. L. Modderman. Do majoor P. C. Colthoff, van het 8ste rog. inf. te Arnhem, is nader aangewezen tot voorzitter der commissie, belast met het afnemon van het toelatingsexamen tot den hoofdcursus. Do lste luit. C. P. Koene, van het reg. grenadiers en jagers, thans met verlof to Paramaribo, is mot 1 Juli op non-activiteit gestold. Do gepensionneordo inspecteur-generaal van het loodswezen, de 6chout-by-nacht J. Spanjaard, is te 's-Gravenhage overleden. Hy stond by de marino aangeschreven als een kundig, humaan en rechtschapen chef. Als 13-jarig jongeling reeds melddo hy zich aan voor den marinedienst, waaraan hy zich sedert onafgebroken, tot weinig maanden voor zyn overlyden, wydde. By zyn pensionneering in het begin van dit jaar kon hy dan ook terugzien op een eervolle loopbaan van een halve eeuw. Do thans ontslapen zeeofficier diendo op onderscheidon bodems, en o a. was hy com mandant van '70 tot '73 van hot stoomschip „Maas en Waal". Na het overdragen van het bevel over fiion bodem uit Indiö in Nederland teruggekeerd, werd hy in 1874 benoemd tot inspecteur van het loodswezen, enz. in het 3de district te Willemsoord. Deze betrekking vervuldo hy tot 1880, toen hy in dezelfde functie werd benoemd in het Gdo district te Vlissingen. Tovens werd de heer Spanjaard toen beJast met de betrekking van Nodorlandsch permanent commissaris voor hetgemeenschap- peiyk toezicht voor de botonning, bebakeniug, enz. op de Schelde. Als zoodanig bleef hy ook werkzaam, toon hy in 1889 Vlissingen verliet en als inspecteur-generaal aan het hoofd van de afdeeling loodswezen, enz. by het depar tement yan marine optrad. Gedurende zfin diensttyd als zeeofficier in 1878, toon hem bepaaldelijk do betrokking van inspecteur by hot loodswezen was opge dragen, werd hy op zyn verzoek eervol afge voerd uit het corps zeeofficieren was de heer Spanjaard een paar malen geplaatst op het wachtschip te Willemsoord, waar hy o. a. in 1801 belast werd met de politie der adel borsten te Willemsoord. Ook was hy op de werf aldaar gedurondo eenigen tyd belast met de artillerie-werkzaamheden. Indertyd maakte de heer Spanjaard deel uit van de commissie van onderzoek tot wfiziging van de bepalingen tot voorkoming van aan varingen op rivieren, stroomen, enz. Do ontslapen zeeofficier was onder meer ridder in do orde van den Nederlandschen Leeuw, en in 1898, by gelegenheid van de inhuldiging van H. M. de Koningin, werd hem het commandeurskruis van de Orde van OraDje- Nassau verleend. Do teraardebestelling is bopaald op Donder dag a. 8. op oud-Eik-en-Duinen, te twaalf uren uit het sterfhuis. De commissie van rapporteurs der EersU Kamer over het Leerplicht-ontwerp vergaderde gisteren. De brieven, die geregeld door tusschen- komst van het lioofdcomitó van het Ned. Roodo Kruis aan de leden dor ambulances worden gezonden, zyn thans door vooinoomd comité ter verdere doorzending geadresseerd aan den consul der Nederlanden te Loren$o- Marquez, den hoer Pott. Naar het „Hbl." verneemt, is te Amsterdam bericht ontvangen, dat dr. Van Leersum, leider der Hollandsch-Russische ambulance, de torug- reis naar Nederland heeft aanvaard. De ceremoniemeester maakt, by afwezig heid van den opper-ceremoniemeester, bekend, dat het Hof, ingevolge do bevelen van Haro Majesteit de Koningin, den lichten rouw zal aannemen voor den tyd van drie dagon, ingaando op den 6den Juni 1900, wegens het overlyden van Zyne Groot-Hertogeiyké Hoogheid Prins Wilhelm van Hessen en van den Ryn. Sts.-Ct De heer C. A. Zelvelder heeft oon werkje samengesteld, dat onder den titel: „De Leer plichtwet, bevatteiyk uiteengezet en toegelicht' voor ouders, onderwfizors enz." het licht hoeft gezien. In zyn inleiding zegt de schryver: „Het in hot licht geven van dit werkje vindt zyn oorzaak in de byna dageiyksche aanraking van velen met de bepalingon der Leerplichtwet. Voorop sta, dat, wil men noch met de wet, noch met deze „bevattelyko uit eenzetting" iets hebben uit te staan, hiertoe het eenvoudige middel is: „Zend uwe kmde- ren van G12 of van 713 jaar geregeld naar school." Do gewoonte echter van duizenden om voor allerlei kleinigheden de kinderen thuis te hou den, en het niet te weerspreken feit, dat er in Nederland ook nog duizenden kinderen zyn, die in het geheel geen onderwys ontvan gen, zullen in den eersten tyd nogal eens ouders, voogden en verzorgers met de wet in conflict brengen. Deze zullen in het boekje van den heer Zelvelder, (die uitgaat van de onderstolling, dat de wot zeker door do Eerste Kamer zal worden aangenomen), nuttige aauwyzriigon vinden. Als tot de invoering der wet zal zyn be sloten, zal nog oen tweede gedeelte van het werkje verschynen, dat dan een volledige opgaaf van allo by do uitvoering der wet be- noodigdo lyston, formulieren, mededeelingea enz. zal bevatten. Een groot nationaal Zangersfeest zal van- wego den Bond van Chr. Zangvoreenigingen in Nederland op 27 Juni a. s. gehouden worden op het landgoed „Woestduin" by Vogelenzang, welk schilderachtig terrein daar toe welwillend door de familie Boroel word afgestaan. Do nummers van het programma zullen, mot begeleiding van orkest, worden uitge voerd loor twee koren, elk van nagenoeg 1000 zange.j en zangeressen, waarvan het eene des morgens, het andere dos middags zal optreden. De leiding van beide koren is opgedragen aan den heer J. Godefroy, van Steenwyk. In de DOOR OOM TOBLE. XI. Een uitstapje naar Leiden. Op denzelfden Dinsdag van f i v e-o-c lock t e a by mevrouw Heshusius van den Abeele, van het diner in Royal der beide Leidsche studenten met den heer Hope, ging mevrouw Hope met haar dochter Mathilde en Annie Olmberg even na één uur des middags met den trein naar Leiden. Het heorlyko voorjaars weer had de dames uitgelokt do wandeling heel van het Bezuidenhout af te ondernemen. Mathilda sprak opgewekt in het volle bewust- zyn van gezondheid en levonslust. Annie Olm- berg bloosde eveneens van nieuwen levens moed en heeriyke hoop. Beiden wisten, dat mevrouw Hope met een gewichtige boodschap naar Leiden trok. Belden hoopten op een gunstigen uitslag. Er was thuis afgesproken, dat Mathilde en Annie by een Leidschen professor zouden dineeren een zeer goed vriend van de Hope's. Maar mama zou alleen een bezoek brengen aan mevrouw Olmberg en misschien daar blyven dien middag. Do dames moesten nog een poos wachten aan liet station. Mathilde bleef dapper en opgewekt doorspreken, om haar moeder, die in ernstige gedachten zwoeg, afleiding te geven. Ook in den trein zweeg mevrouw Hope. Maar toch, er sprak rustige moed uit itfat vriondelyk gelaat, omhuifd door het mooie zilverwitte haar, geestig uitkomend ondor den hoed van donkerviolet fluweel. Mevrouw Hope wilde oen goed werk doen, en met .kalme vastberadenheid zou zy haar taak vol brengen. Toen zy te Leiden aankwamen, werden se onmiddeliyk verwelkomd door den booglooraar, by wiens dames de beide meisjes zouden dineeren. Deze kende de familie Hope ,en do familie Olmberg en was geheel op de hoogte. „Wat 'n mooien lentedag heoft u geko zen, mevrouw Hope l" zei do professor. 't ls lente, lenle „Het feestgeschal van lente, lente, klinkt overal 1" riep Mathilde glimlachend. „fcoot begin-je al weer, Mathilde l" ant woordde de professor. „Ik dacht, dat jelui in Den Haag niet veel om Hollandsche verzen gafl" „Voorjaars komen do eibers weder l" ging het jonge meisje voort „en u weet, professorl dat we in Den Haag een ooievaar in het wapen voeren I" „En wy hebben twee sleutels „Dat kan niet beter, dan kunnen de sluizen van de welsprekendheid bytyds ge sloten worden l" De hoogleeraar lachte en schudde het hoofd. „Als je zoo voortgaat, Mathilde I dan zou ik voorstellen de sluiswachters maar voor goed naar huis te sturen l" Mathilde knikte vrooiyk, en ging met Annie een eindje vooruit onder de groene kastanje- boomen van den Stationsweg, die witte en zachtroode bloesems vertoonden. Mevrouw Hope volgde met den professor. „Het zal by u aan den Bezuidenhout nu wel prachtig zyn met al het jonge groen I" zei deze laatste. „O ja, professorl Maar ik ben toch altyd biy, als ik weer eens te Leiden kop* Wat is deze weg nu verbeterd by een twintig jaar geleden. Overal nette huizen, hier en daar zelfs paleizen en hooge chalets. Ik vind Leiden eene heele vriendeiyke stad, misschien, omdat ik er zoo lang en zoo gelukkig geleefd hebl" Zeker l Leiden heeft veel goeds l De trams bellen niet zoo onophoudelyk, als in Den Haag. En dos zomers maken de grachten het leven niet onmogelyk, wat ze in Den Haag niet zoggen kunnen l" Mathilde en Annie stapten snel voort, zoo dat ze by den Morschsingel even stil stonden, om Mama en haar geleider op te wachten. Terwyl het viertal daar uitweek voor een leege tram, riep Mathilde: „Professor l Vindt u het goed, dat we oen klein omwegje makon, voordat we mama naar het Rapenburg brengen? Ik vind Leiden zoo mooi met al het pas ontloken groen. Zie die rustige Morsch-singellaan, geheel in diepo groene schaduwen mot zonnegloed door- fonkeldl Hoe rustig, „hoe genoeglyk rolt het leven" onder deze krachtige boomen voort 1" „Mathilde l Ik heb zooveel verzen niet in myn hoofd, maar ik zou met een geestig man in proza willen zoggen: „Zoo is ze nu altyd l" Mathilde maakte een kleine spottende buiging, en stapte met Annio weer vooruit. Mevrouw Hope zweeg, maar do professor, die er heel weinig representatief uitzag, zei op zachten toon: „'n Heel geluk, als men geestige kinderen hoeft l" „O, ik ben er zoo dankbaar voorl" fluisterde mevrouw Hopo. „Er is maar één gevaar by ze kunnen te geestig worden. Tilly is soms geweldig ondeugend de Haag- sche heeren ïyken wel bang voor haar te zyn l" „Dat begryp ik heel goedl Maar dat is een best teeken I Mathilde zal niet ondeugend zyn, als oen degeiyk en beschaafd jongmensch met haar spreekt. Ze is heel en al waar en nobel, en verzet zich alleen tegen gemaakte geestdrift en modegezwets l" „U heeft haar als klein meisje al gekend en daarom maakt u my dubbel gelukkig door zoo te spreken i" Mathilde en Annie hadden druk babbelend langs de Beestenmarkt, over de draaibrug by het Galgewater en door de Paardensteeg ge wandeld, en wachtten even, omdat ze hun tocht langs den Apothekersdyk wilden voortzetten. Toen mama en de hoogleeraar haar bereikton, strekte Mathilde de hand uit naar het Galge water on riep ze dezen laatsten toe: „Nu heb ik toch iets, dat ik akelig vind in Leiden l Waarom noemen ze die breede rivier het Galgewater? „O, 'kacht de stad der hupscho Leidenaren zooals zy door haar Singels ligt omvat schoon 'k zeggen moet, dat 'k dédr steeds tegen had dat zy den Ryn in 't statig zeewaarts streven den schurkennaam van Galgewater geven I" En vrooiyk Annie Olmberg meetroonend vloog ze haastig langs den Apothekersdyk, zonder op haar mama of haar gastheer te wachten. „Tilly is vandaag bfizonder druk, profes sor l Neem het haar niet kwaiyk. Ze verheugt zich op wat er komen kan van mfin bezoek by Mevrouw Olmberg l Ze heoft Annio gister avond op de plechtigste manier voorspeld, dat nu alles naar wensch zal afloopenl Ik zal myn best doen, maar ik denk niet, dat het zoo ge- makkeiyk zal gaanl" Do professor ingewfid in de geheimon dor familiön, sprak mevrouw Hope met overtui ging moed in, maar zweeg plotseling, toen hy zag, dat Mathilde en Annie voor het pas vol tooide Volkshuis stil stonden. „'n Magnifiek gebouwl" riep Mathilde hom toe. „Ik had het nog niet gezien. Iets dergelyks is er in Den Haag nog nietl En Annie zegt, dat dit alles door het edelmoedig initiatief van enkele menschenvrienden is tot 6tand gekomen l" Het viertal stond stil, on bleef een oogen- blik naar het massief gebouw in hoogrooden baksteen staren. „In allo waardigheid en kalmte, zonder eenigen ophef is dit groote en nuttige gebouw hier uit den grond gerezen l" zei de professor. „Wy allen zyn er trotsch op, en huldigen den grootmoedigen stichter, die eenvoudig en oprecht alleen in het belang van het volk handelde, die zelfs ongaarne zou zien, dat men zyn naam met luide loftuitingen noemde l" Voort wan delende naar de Breestraat ver telde Annie alles, wat ze van hot Volkshuis wist, aan Mathilde. Zonder verder oponthoud schreed men verder door tot de Steenschuur, waar de drie dames het welig groen van het Van-der-Werff-park bewonderden. „De groote en kleine gebouwen voor onze Lustrumfeesten zyn al klaar l" riep Annie. „O, Mathilde! je komt toch by ons logeerenl Het zal van dit jaar heel interessant zfin l De studenten hebben iets heel aardigs bedacht l Die gewone maskeraden hebben we al meer malen gezien, maar nu zal er iets extraas bykomen. De hoofdpersonen Hertog Albrocht, Willem van Oostervant, Jan van Arkel, zullen de geheele week in hun rol blyven en daar voor zullen een aantal van onze Leidsche jonge dames meedoen om de hofhouding van den Hertog luister by te zetten. Ieder krfigt een historische rol, en kleedt zich in het historisch kostuum van het laatst der veer tiende eeuw!" „Ja, dat wil ik gaarne zien!'' ant woordde Mathilde. „Lfio koslumeu zyn zeer elegant, maar lastig om te dragen, heele hooge kapsels, en lange sleepen l Wacht eens, laat ik het eens aan onzen professor vragen l" Zo stonden even stil, en toen zei Mathilde: „Wat zegt u van dat idee, professor l om gekostumeerde jonge dames by de Lustrum feesten te doen optreden?" Do woinig represeütatievo hoogleeraar ant woordde „In de eerste plaats, dat ik het char mant vind van de jonge dames, dat zy de oontonige maskerade-plechtigheid door hare medewerking meer natuur en waarheid zullen schenken l" „En wat zegt u van de dameskostumen uit dien tyd? 't Was zoowat in de periode, toen Jacoba van Beieren een heel jong meisje was, misschien wat vroeger l" „Ik zeg er van, dat ik liet jammer vind, dat Mathilde Hope niet meedoet l De dames kostumen zullen uitstekend passen by jonge en frissche gezichten. Zeer interessant zyn de c o i f f o 8 van de edelvrouwen. Het haar wordt glad, of gevlochten over wangon en ooren gelegd, net als nu sommige moderne Parflsche dames doen. Op het hoofd een breede fluweelen purperen kap, die hoog opstygt als een dun suikerbrood, en aan den top een witten sluier laat afdalen, die heel do gestalte der edel- vrouw in doorschynende wolken hult. En dan nauw sluitende lyfjes van geel satyn of brokaat,- lange adeliyke sleepen, en schoenen, hoog op krullend als Hollandsche schaatsen l" „Me dunkt dat dit heel aardig staan zal, professor l Had de minister papa niet in Den Haag geplaatst ik zou gaarne hebben meegedaan 1" Mevrouw Hope luisterde niet meer naar wat er gezegd werd, sedert ze het Rapenburg afliopen. Ze dacht om haar boodschap, en wat de moeder van Annio zou zeggen. Annie zelve werd het vreemd te moede zy zou het oudor- lyk huis voorbfigaan, alsof zo den moed miste binnen te treden. Toen men by de stoep van mevrouw Olmberg was gekomen, zwegen alle vier. Het afscheid van mevrouw Hope word fluisterend genomen als alles goed afliep, zouden do meisjes nog tijdig bericht krijgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1