BurgerltfËe Stand.
Feuilleton.
MOOIE VROUWEN.
tij
ï)e oorlog tusschonEngolanil on Trims vaal,
Er schijnt nog goon sprako to zyn van hot
-peorleggon van do wapenen door do Booren.
;Ook dr. Leyds, die weor eon interview had
'"met iemand van da „Etoile Beige", meende,
'Sat hiervan geen sprake was. De gezant ge
doofde óók niet aan de vlucht van Kruger,
(maar aan de voortzetting van den oorlog,
'ook al werd in het eind Pretoria bezet. Vol
gens de „Etoile Beige" hoopt dr. Leyds nog
•altijd op interventie van de Vereenigde Staten
(en wellicht ook van Europeesche Mogendhoden.
Eet „Vad." kan die hoop niet doelen en ziet
in oen eventueels kleine zwenking van Hao.
Kinley niets anders dan een verkiezings-
1 manoeuvre in eigen belang. Vroeger was er
'misschien wat aan te doen geweest door een
f'gemeonschappelijken stap van al de Mogend
heden, nu is het daarvoor zeker te laat en—
'om allen praatjes voorgood den weg af te
(snijden heeft Engeland den Vrijstaat laten
(annexeeren, terwijl het land nog niet eens fei
telijk geheel in zijn bezit is en de President
(met den zetel der Regeering en een behoor
lijke gewapende macht op de komst der En-
-jgelschen wacht.
Over de motieven, die da houding der
'Hoeren in de laatste weken hebben beheerscht,
(past op dit oogenblik niet een oordeel. De
(geschiedenis van dat laatste stadium van den
joorlog kan eeret geschreven worden, wanneer
Ipver de daartoe geschikte bronnen kan worden
beschikt.
W(j hebben nu al sinds de ontruiming van
Kroonstad telkens gehoord, dat de Boeren
Idan hier, dan daar stand zouden houden en
niets van dat alles is uitgekomen. Alleen bjj
'Johannesburg is nu de laatste dagen nog
.ernstig gevochten, maar hoe groot het aantal
ils dergenen, die den strijd daar volhielden,
is nog onbekend. En het klinkt zoo raadsel-
achtig, dat Pretoria ontruimd ia Pretoria
(met al zijn forten, die zoo prachtig waren
aangelegd en de hoofdstad drie jaren zouden
'Verdedigen dat wy het opgeven naar de
fyedenen te gissen. Misschien zullen wy dlo
later vernemen, als over een week of vjjf een
-'jnail uit Pretoria aankomt; doch zelfs dat is
niet zeker.
Of kunnen misschien de in Amerika ver
toevende gezanten het raadsel oplossen? Zy
beproeven het althans. De heer Wessels zou
/volgens een bericht aan de „Petit Temps"
■verklaard hebben, dat het niet-verdedigen van
'Pretoria sedert gerulmen tyd een uitgemaakte
(zaak was. „Ons plan iszeide hy om de
Hritten in het hart van Transvaal te lokken.
W(] hebben een operatie-terrein gekozen, niet
(ver van Pretoria."
ti Afgozien van dp vraag of de Britten zich
(pullen laten lokken, ryst deze andere, waar
(bet terrein ligt, dat Wessels bedoelt. Is het
gt Lydenburgsche, of wel de Magalies Bergen,
pp 45 KM. ten westen van Pretoria?
Hot eerste HJkt het meest waarschyniyke.
Indien er gewicht is te hechten aan de
lericbten omtrent het aftrekken der bezetting
van de forten van Pretoria in do richting van
Middelburg, dan mag men tevens aannemen,
'.dat ook de kanonnen en de krijgsvoorraad
ïiJn weggevoerd.
t De bezetting van Komatipoort op de
Portugeesche grens, wilst or mede on. dat
een concentratie in het Lydenburg-district in
het voornemen der Boeren ligt, waar thans
''roods enorme voorraden aan levensmiddelen en
oorlogsbehoeften opgestapeld zouden wezen.
De reden waarom Lydenburg, de stad van
ihet ïyden en de ellende, tot de laatste stryd-
plaats zou worden gemaakt, is duidelyk. De
stad ligt te midden van een groot randgobergte,
dat het Oost-Afrikaansche hoogland naar do
•kust heen doet afhellom Juist by Lydenburg
gaat deze bergketen over in een groot6che,
4rapsgewyze, naar het Oosten afdalende berg
wereld van waarlyk AJpynsche wildheid.
Geen spoorlyn, ja nauweiyks een enkele
fgndweg voert van het Zuiden uit In doze
Wildernis, die algemeen als de schrik van
Zuid-Afrika beschouwd wordt. Want vreesê-
(lyker dan het wegenlooze berglabyrinth en
jvjeeselyker dan de wilde dieren, die zich hier
.jij nog ongestoorde vryheld verheugen, is de
'jmtzettende koorts, die in het geheola land
'heerscht en tot dusverre alle beschavings
pogingen deed mislukken.
Zou het dan hier komen tot een laatsten
vemietigingsstryd, die in zyn grootheid en
...tragisch geweld den ondergang van do Oost-
(Bothen by den Vesuvius in de schaduw zou
•tellen
Misschien zullen wy van daar nog wonderen
van heldenmoed vernemenKruger heeft, toen
de oorlog begon, voorspeld, dat de wereld
verbaasd zou staan over de w(Jzes waarop
de Booren tot het laatste toe hun onafhan-
keiykheld zouden verdedigen.
Maar laat pns niet vergeten, dat met het
prpsgeven van Johannesburg en Pretoria de
zenuw van den oorlog ie doorgesneden. Zullen
in de dagen van tegenspoed allen hetyaandef
trouw blyven? Zal niet het meer en meer
doordringende besef van hot hopetöoze der
zaak, waarvoor zy ten stryde zyn gegaan, by
steeds meerderen de geneigdheid dóen toe
nemen om de handen ln den sohootte leggen
en te berusten ln wat niet te koeten Is? Ook
dat Is een mogelykheid, en wannéér men
daarover den staf mocht willen breken, dan
bedenke men wel, dat het overal In de wereld
by platonische betuigingen van sympathie ge
bleven is. Men heeft de Boeren alleen laten
staan ln hun stryd tegen een geweldige over
macht. Wanneer zy, na die overmacht zoo
lang mot bewonderenswaardige kloekheid te
hobbon weerstaan, ten slotte den stryd moeten
opgeven, dan steekt daarin voor hen geen
schande of oneer.
Toch kan men reeds nu eenigszins nagaan
waarom een verdediging van Pretoria wellicht
is achterwege gebleven. De berichten, dat de
duizenden Kaffers bezig waren aan de ver
dedigingswerken, tooneii aan, dat die werken
niet geheel gereed waren. Bovendien, nu de
spoorweg van Natal naar Pretoria ln handen
van French is, kunnen de groote kanonnen,
die de Boeren by Laingsnek hebben, niet
naar Pretoria worden gebracht, en het is zeer
de vraag of de stad zich krachtig zou kunnen
verdedigen. Een en ander, de onmogelykheld
vooral van een concentratie by en in de
hoofdstad, verklaart, dat de stad niet zal worden
verdedigd.
De berichten der correspondenten van de
Engelsche bladen liepen zeer uiteen. Die van
de „Standard" seinde, dat het veld mylen ver
in brand stond en dat zes Britsche colonnes
in verschillende richtingen op Pretoria aan
rukten. En de man van de „Daily Mail"
noemde den tocht naar Pretoria een „militaire
picnic" I
Een enkel woord nog over den tegenwoor-
digen toestand, naar het oordeel van den
militairen medewerker der „Westm. Gaz."
Hy merkt op', dat de snelle opmarsch van
Roberts naar Pretoria voordeelen heeft, die
echter voor een groot deel in de waagschaal
worden gesteld door do vyandige troepen op
zyn flanken en in zyn rug, waarmede Roberts
geen rekening hield. Die snelle opmarsch
kan do plannen der Boeren in de war sturen,
maar Roberts is er nog niet in geslaagd een
deel van de Boeren buiten gevecht te stellen.
Zy trekken terug, maar nemen alle geschut
en krygsvoorraad mede.
Wy zullen zegt deze deskundige
Pretoria en do forten nemen, maar nöch de
levende strijdkrachten nöch de kanonnen
vermeesteren. Te Pretoria gekomen zullen
wy niet met dezelfde snelheid kunnen verder
gaan. Men zal er een week of veertien dagen
mooten halt houden en daar de communicatie-
lyn dan weer langer is geworden, zal de
krygsmacht voor verdere veldoperatios weder
belangrijk zyn verminderd. Betere resultaten
ZOUdnn vwtrogon a(|n mot oen poging om
de vlucht der Boerenlegers te beletten en
hen te verplichten do wapens neder te leggen.
Kortom, het is nu nog te vroeg om te
eggen, dat ons bezettefl van de hoofdstad
den oorlog noodwendig ten einde brengt, daar
wy aan een snelle bawegiDg naar de hoofd
stad de voorkeur hobben gegeven boven een
poging om een net daaromheen te trekken en
om de zich daar bevindende krygsmacht."
Voor de troepen in den Yrystaat ls elke
vereenlging met de Transvalere nu afgesloten.
Voor hen ls geen uitweg meer, en de ver
strooiing of vernietiging van deze commando's,
en daarmede de gehoole onderwerping van
den Oranje-Vrystaat, is dus slechts oen quaestie
van tyd.
Wat er met de Britsche gevangenen te
Waterval ls geschied, weet men nog niet.
Volgens een telegram uit Lorenqo-Marquez
zouden zy naar het noordoosten van Transvaal
worden overgebracht.
Tegenover den tegenwoordigen loop der
zaken op hot hoofdtooneel van de
worsteling, ie het thans tameiyk onverschillig
of de Boeren tegen generaal Rundie (ln deü
Vrystaat) of tegen generaal Bulier (in Natal) al
of niet eenig voordeel hebben behaald.Niettemin
wyzen die berichten op een weder-opvlammen
van den moed en de geestkracht der Boeren.
Doch dit kan alleen den oorlog verlengen, op
-rrc.1 „'.ij.
den duur baten zal het htm niet. Zy znllen
het tóch niet uit kunnen houden tegen de
overmacht van het Engolaohe leger.
In den Senaat der Vereenigde Staten heeft
het Ijd Wellington, republikein, gezegd, dat
het Amerikaansohe Volk geheel op de hand
der Boeren was, maar de Regeering slaafs was
gezwicht voor Engeland. Engeland durft de
Vereenigde Staten niet gewapenderhand aan,
maar brengt diplomatieke nederlagen toe- De
oorlog met Spanje was het eerste bedryfvan
een ln duisternis gesmeed, thans ln ongerech
tigheid bestendigd bondgenootschap. Er was
een heimeiyke verstandhouding met Groot-
Britannia, aan welke Amorlka's belangen
waren prysgegeven. Wellington gispte Enge-
lands beleid ten aanzien van de Boeren en
zelde o. a., dat Engeland nooit oen bolofte ge
houden had, wanneer zyn belang medebracht,
die te schenden.
Allemaal oud nieuws.1 Dat ls al honderd
maal en duizendmaal gezegd door zeer be
voegde mannen, maar het blyft altyd zoo,
omdat praatjes geen gaatjes vullen, ep{ er
niemand is, die John Buil eens flink op de
toonen trapt, wat reeds lang had moeten ge
schieden en waarvoor de tyd wellicht nu
dichter by is dan men meent.
De groote pers laat de Boeren gaandeweg
ln den steek. De „Voss. Zeitg." betreurt het,
dat de oorlog, die zoo schitterend door hen
werd aangevangen, zoo weinig roemvol eindigt,
en vreest, dat de Boeren daardoor een groot
deel van de achting zullen verliezen, die zy
tot dusver genoten. De Nleuw-Yorksché pers
is van oordeel, dat den Boeren thans niets
anders overblyft dan zich onvoorwaardeiyk over
te geven, nu zy de eene stelling na de andere
ontruimen zonder te vechten. Onze sympathie
voor de Boeren kan zich in het vervolg slechts
uiten in rouwbeklag, zegt de „New-York
Times."
BUITENLAND.
1'rnuki-yll,
By de behandeling in den Senaat van het
wetsontwerp botreffendo de amnestie ver
klaarde gisteren de heer Olamageran namens
de minderheid der oommissie van rapporteurs,
dat zy niet tot aanneming kunnen adviseeren
van doze wet, die de meest te eerbiedigen
rechten schendt, voomameiyk wat betreft
Picquart.
De heer Maxim Lecomte verzocht de amnestie
ook uit te strekken tot Dreyfns.
De heer Delpech zeldeMen kan geen am
nestie verleenen voor ambtsmisdrijven, die
te Rennes gebleken zyn,
Deze toespeling op generaal Mercier had
een tumult ten gevolge. Ondanks de uit-
noodiging van den heer Destieux Junca, be
waarde generaal Moreler het stilzwygen.
Toen Mercier elndeiyk het woord genomen
had en herinnerde aan het triomffeest dor
Republiek, lokte hy hevige protesten uit van
de linkerzyde. Do heer Destieux Junca kwam
ln het „hémicyclo" en werd tweemalen tot
de orde geroepen.
Mercier, voortgaande te midden van het
IawaaJ, zette uiteen, dat toen hy te Rennes
het verhaal deed van wat hy in 1894 gedaan
heeft, hy dit deed in de ernstige en volko
men overtuiging een dienst bewezen te heb
ben aan het land,
De heer Destieux Junca riep: Dat was een
ambtsmisdryf, een misdaad i
De president riep hem tot de orde, met
vermelding in het proces-verbaal.
Mercier dankte den president voor zyn
tu8schenkomst en eindigde met de verklaring,
dat hy niet zou aarzelen thans nogmaals te
doen, wat hy In 1894 deed.
Onder een ontzettend tumult werd de ver
gadering tot heden geschorst.
Dultschland,
Een juiste mededeellng over den toestand
van koning Otto van Beieren is onmogeiyk,
wfll by zich met alle geweld tegeü een
lichamolyk onderzoek verzet. Hy kan niet
loopen en als hy zit niet zonder hulp opstaan.
Zyn eetlust en spysverterlng zyn, evenals de
slaap, voldoende.
Te BerlUn heeft zich, op Initiatief van
den heer M. Alex Wolff, een commissie go-
vormd tot het Inaamelen van geld voor de
werklooze diamantbewerkers te Amsterdam.
De commissie bestaat geheel uit daar ter
plaatse gevestigde Nederlanders.
Do rykspoststoomboot van de lyn op
Oost-Azió, die den 18den Juni van Bremor»
haven vertrekt, zal voor de eerate maal be
halve Antwerpen ook Rotterdam aandoen.
I!elKHL
Het ls 8 Juni, dat te Parya de ontmoeting
zal plaats hebben tusschen koning Leopold
en prinses Stefanie (gravin Lonyay).
De. „Moniteyk" kóndlgt de verloving aan
van prins Albert van Belgiö met prinses
Elisabeth, dochter van hertog Karl Theodoor
van Beleren.
Spanje.
De ministerraad besloot, er op te staan,
dat de Koningin-Regentes de deputatie van de
kooplieden en indiistrieolen van Madrid, die
aan de Regentes klachten over de regeering
wil brengen, de verzoohte audiëntie zal wei
geren, en daaraan de portefeutlle-quaestie te
verbinden.
Noorwegen.
Uit het protocol over de staatsraadzltting,
waarin de kroonprins weigerde de wet betref
fende de tonnen-belasting tot dekking van de
kosten van het consulaatswezen te sanctio-
neeren, blykt, dat de kroonprins betoogde,
dat de byna eehstemmige uitlatingen van de
scheep8reeders tegen de wet, als voor de
scheepvaart nadeellg, van de grootste en
meest beslissende beteekenls waren. Verder
zou de wet belangrijke veranderingen brengen
ln de bepalingen over hetgemeenschappelyke
consulaatswozen, waarover men voor de over
legging van de wet ter sanctioneering eon
overeenkomst met de reeders had moeten
treffen.
China.
Londensche bladen publiceeren een tele
gram uit Shanghai, dat de regeering een edict
hoeft uitgevaardigd, waarby de bond der
„Boxers" by doodstraf wordt verboden.
Over den toestand van do Belgische en
Fransche leden van het bestuur der lyn
PekingHankau, die door de „Boxers" erg in
het nauw waren gebracht, deelt de in Brussel
wonende directeur van deze spoorwegmaat-
schappy, de heer Foquet, het volgende mede:
Volgens twee telegrammen, die ik ontvangen
heb, zyn onze menschen in veiligheid. 25 Bel
gische en Fransche ambtenaren waren werke
lijk sterk in het nauw gebracht. De eenen zyn
in Peking, de anderen in Tientsin aangekomen.
Verscheidene gebouwen werden in brand ge
stoken, de lyn werd op verscheidene plaatsen
verwoest. De dienst moet eenigen tyd worden
gestaakt.
ALKEMADE. Geboren: Johannes, Z. van
G. C. Van Dam en J. O. Jörg. Everardus
Petrus, Z. van E. J. Rodowqk on A. M. C. Heems
kerk. Christianus Cornells, Z. van T. Zwetsloot
en J. We3selman.
Overleden: M. Van Rjjn, echtg. van J.
Zwaan 70 j.
Ondertrouwd: T. Van den Boom, jm. 25j.
van Woubrugge, en M. C. De Rijk, jd, 31 j.
Gehuwd: O. Oudshoorn jra. 26 j. en 0. G.
Heemskerk jd. 24 j. G. Huigsloot, jm. 25 j. en
M. C. Marinkelle jd 23 i. J. Verhaar jra. 27 j.
en A. Witteman jd. 26 j. (van Woubrngge).
KATWIJK. Geboren: Re(jn, Z. van J. Souva-
r(jn en N. v. Duyvenbode. Adrianus Pietor, Z.
van F. Wassenaar en S. Zandbergen. Jacob,
Z. van A. Zuiderduyn en M, De Vreugd. Aria,
Z. van H. Van Duyn en P. Van der Plas.
Getrouwd: J. A. Goddijn im. en A. A. Van
Sohie, jd. A. v. d. Egkel jm. en F. Van
Rossum.
LEIDERDORP. Bevallen: O. Zandbergen
geb. Weners. D. L. J. Rasser geb. De Lange Z.
Overleden: J. Baars 6 mnd.
LISSE. Ondertrouwd: J. Goedemansjm.en
I. Hoogervorst jd.
Geboren: Jacobus en Wilhelmus, Zs. van G.
Duineveld en M. Brouwer. Cornelia en Maria, Ds.
van W. Duineveld en O. v. d. Vlugt. Catharina,
D. van C. Van Egmona en P. v. a. Kwaak.
Overleden: O. H. Ru3oman, echtg. Yan J.
AaDgeenbrug 66 j.
NOORD WIJKERHOUT. Geboren: Anna
Maria, D. van N. Mooijman en H. C. Blok.
Cornelia Petronella, D. van J. Romyn en Th. M.
Van Schooten, Petronella Geertruida Josina,
D, van P. J. Warmerdam en Q. Pennings.
RIJNSBURG. Geboren: Willem, Z. van N.
Driebergen en A. Ravensbergèn. Henrietta
Geertriuda Wilhelmina, D. van K. y. Klaverep en
A. v. d. Vijver. Alida Wilhelmina, D. van J.
Willms en P. Lammens.
Overleden: H. Öloemondaal 78 j., wedr. van
N. Roodhuyzen. Pieter 8 j., Z, van P, v. Vliet
én W. v. d. Bosch. J. Oudwater 62 j., echtg.
van A. v. d. Vijver.
Gehuld: W. v. d. Does jm. 23 j., te Katwijk,
en A. Blankert jd. 21 j., te Rijnsbmg. A. in 't
Veld jm. 22 j. en A. v. d. Kwaak jd. 22 j.
STOMPWUK. Ondertrouwd: W. De Jong
jm. 37 j. en J. Van Leeuwen 81 j.
Be valient J, Heemskerk geb» De GrnnU
Z, E. M. v. Ryawylc geb. Van Knyk Z. - 7
M. Hooka geb. Bizot t,.
Overleden: Th. Nieuwveen Z. 8 mnd.
Th. Van der Meer jm. 21 j.
WOÜBRUGGE. Overleden: M. Overvlied
echtg. van A. Langhout 53 j. -
ZOETERWOUDE. Geboren: Maria Jacoba
D. van P. Reeuwyk en P. C. v. d. Burg. Jehannri
Cornelia, Z. van A. v. Leeuwen en Ph. v. Stceq'
Gehuwd: O. C. Sohuur 26 j. en O. v. Leeuwéj
21 j. C. Molenkamp 25 j. wonende te Rijnsburi
en E. Vlasveld 25 i.
Ondertrouwd: Q. Ruig»k wedr. v,.
Bregt, 47 j. wonende te Zegwlfcrd en A. Skina«!
land 42 j.
Tor-Aar. De Tuindersbond heeft gisterej
een ledenvergadering gehouden. De waanjj
Voorzitter opendo de vergadering onder med^
deeling, dat de voorzitter wegens familiei
omstandigheden verhinderd was de vergadering
te presideeren. Besloten werd de familie eej
brief van rouwbeklag te zenden.
Naar aanleiding van de voorgelezen goe&
gekeurde notulen werd in het midden,gebracht
dat door het bestuur pogingen zijn in ho?
werk gesteld de geschrapte leden te winnenj
doch tevergeefs.
Aan de orde is gesteld de levering van da
boonen op wicht, Indertijd door eenderledeij
voorgesteld en verder toegelicht door den
heer J. A. Van Tol. Dit voorstel vond ingang
en tegenstand, doch op advies van den heel
Van Briel Sasse werd nader
in verband met de mededeeling van
binnenmarkter, om te confereoren met da|
afnemers en later daarover rapport uit
brengon.
Vervolgens de behandeling van de instructie^
lo. Eersten binnenmarkter werd goed
gekeurd.
2o. Tweeden binnenmarkter werd besloten
hierin op te nemen, dat ook deze de riste#
op zich neemt, die aan den eersten binnen-'
markter is opgelegd.
3o. Instructie keurmeester, wlen het recht
is gegeven het opzicht b(J lading en lossing
der vruchten, terwijl in de instructie van derf;
schipper geen bijzondere aanvullingen plaatf
hadden.
Vervolgens werd gelezen een brief van dei
Voorzitter om de leden op te wekken, oi
eventueele ontdekte nalatigheden van d(
beambten hem mede te deelen.
Betreffende de inmaak van de boonen zaj
nader worden verzocht om daarnaar een inschr$
ving te doen.
Tot de commissie van onderzoek tooJ
décharge van den penningmeester zijn benoem^
de heeren I. Hogenboom, gemeente-secretaris:
W. Uy ttewaal en H. Van EiJk, die de benoeming
zich hebben laten welgevallen. j
Aangaande de marktstelling, waarover doof
een der leden werd gesproken, is besloten dij
aan het bestuur over te laten.
Ten slotte is goedgevonden vaste plaatsen
aan te wtfzen voor den aanleg van den moto!
en aldaar borden te doen plaatsen.
Niemand het woord meer verlangendo, werd
de vergadering door den fungeerenden Voor
zitter gesloten.
By de alhier gehouden aanbesteding voof(
den bouw van een woning en school voor
Christelijk nationaal onderwys, is ingeschreven
door C. Van der Tang, timmerman in dezè
gemeente, voor f 5800 en door J. Schraverus,1
timmerman te Nieuwveen, voor f 5548. Hot
werk is gegund aan den laagsten inschryver.J
Gedurende de maand Mei zyn er aarf
het rykstelephoonkantoor in deze gemeente
behandeld 107 telegrammen, nameiyk ontvan?
gen 74 en verzonden 83. In de maand Mei
van het vorig jaar waren er behandeld 76.
Zegwaard. Het kohier der personeele b<^
lasting No. 2 over 1900 is door den directeuf
der directe belastingen te Rotterdam invort
derbaar verklaard tot een bedrag van 14.64»
en aan den ontvanger ter Invordering uitj
gereikt.
Kerkelijke Berichten.
Hazerswoyde. Ned.-Herv. Gem. 1 sterf
Pinksterdag, voormiddag te halftien, ds. "WV'
Klercq, van Koudekerk. Doopsbediening. i
2den Pinksterdag, voormiddag te halftieflj
ds. 0. Hartwigsen, van Leiden.
Geret Gem. lsten Pinkstordag, voormiddag,
te halftien, *s avonds te halfzeven en 2den
Pinksterdag 's morgens te halftien, ds. j, L?
Schouten.
Noordwykerhout, Maandag, 2den
Pinksterdag, Voorm. te tien uren, ds. D. J;
Van Aalst Jr.
Hy staarde voor zich neer.
i Ja zekert Bekend was hem dit alles van
Aot eerste oogenblik af, dat hy het huis van
(oen schoolmeester haa betreden en getuige
was geweest van de smart over den afge
storvene. En toch, nu. hy onverwacht den
samenhang tusschen al deze feiten vond, kwam
tem alios even vreemd voor, als hot hem
■pyniyk aandeod.
„Hebt gy je nlot ontzien don markies deze
helacheiyke beschuldiging na te zeggen", zeldö
lines toornig, „terwyi een blinde de drijfveer
.toch in de oogen moet springen? Zyt gy
(inlet, zooals ik, vorachteiyk daarover heen
geloopen 1"
I Hy trad als bedwelmd op haar toei „Wist
ky, vóór gy de myne werdt, vóór ik den
Jaataten stap tegen Greta doo-L dat Frits
(Ehlers haar broeder was? Wees barmhartig,
Jnes; zeg, dat gy hot niot geweten hebt.
VVoel wat er in myn gemoed omgaat, wanneer
'ik aan myn liefde voor jou eu aan Greta's
jot denk I"
„Zyt gy een man?" vroeg zy, oen vluchtige
rilling overwinnend. „En werpt geluk en
mngeluk, kunnen en nlet-kunnen als een bont
Jnengolmoes dooreen? Deze Ehlers is dood,
'Pat weton wy. Al het andere zyn sleohts
tvermoodons. Geloof wat Ik geloof: het verdriet
over don dood van z(jn weldoener heeft
hem tob wanhoop gebraoht. Hans, geliefde,
wat vraagt het levon, dat zooveel verzwelgt,
aaar dit oona onhoduldond bestaan 1 Of hot
vernietigd is of niet, heeft deze vraag je tot
dusver hoofdbreken gokost? Was zy je niet
totaal onverschillig?"
„O, Ines, Inosl" mompelde Klaussen, zich
afgemat aan do toovermacht van deze vrouw
onderwerpend. „Wanneer ik je niet onvoor-
waardeiyk meer vertrouwen konl Wanneer,
o, vergeef myi" zeide hy, Ines' hand tegen
zyn brandend voorhoofd drukkend. „Vergeef
my de kwelling, die ik ons belden heb bereid
Vergeef my myn dwaling om naar deze stad
veilangen to koesteren. Geef myn hari rust.
Ik wil gelooven, wal gU gelooft. Óp zich
zelf is er niets onbehoorlijks gebeurd.
Slechts de omstandigheden zyn betreurens
waard. Maar wy Eyn geen meestér van de
omstandigheden."
Zy vlydo haar hoofd met een bemlnlyk
lachje tegen zUn schouder'. „Wees gy maar
meester over je zeiven, liefste."
„Dat ben ikl En opdat ik het biyf, moeten
wy weor van hier! Morgen, overmorgen,
wanneer gy wilt, ofschoon ik my ellendig
gevoel, lusteloos ên vermoeid. Verzih het oen
of ander, er zyn uitvluchten g'ehoeg. Er zal
wel Iemand te vindeiï zyn, dié als' spreek
trompet voor het algeméén dienst wil doen."
„Jullotte Von Tronksteln kan die spreek
trompet zyn," fluisterde Ines, zich tégen hem
aanviyend en hem kussend. „Ik vind het een
gelukkige omstandigheid, dat wy morgen haar
gasten zullen zyn, Wy gaan, heet het. voor
kortoh tijd op reis. Gy kunt eeri' aanstelling
gekregen hobben of zoo iets van dien aard.
Wy willen terug komen, zegt men, en denkt
er niet verder over na. De wereld ls zoo
gemakkelyk te misleiden en wil zoo gaarne
bedrogen worden."
.Gy hebt golyk, Ines. Wy latec ons
bedriegen ea bedrioaon onazolven."
Hy raapte Greta's brief, die gevallen
was, van den grond op en scheurde hem
in stukkon.
m
Een heldere zonnostraal viol op den top
van den cipres, welke zich op Hansje's
grafheuvel verhlei De Jonge vrouw op het
bankje aan het hoofdeinde zag met gevouwen
handen het frissche groen zich in dit licht
wiegelen.
Zy haij de buitenwereld vergeten en zoo
hoorde zy ook niet het geluid der voetstappen,
die haastig nader kwamen.
„Is het mogelyk," zelde een diepe, wel
luidende stem gedempt achter haar rug.
Greta, gy hier?"
Greta keerde zich verrast om. Olaf Hannson
stond voor haar. Het jeugdig-frissche, bekoor-
lyk-innemende van haar vereohynlng, zooals
hy dat zelden ln zulk een mate by een vrouw
gezien had, bracht hem ln verlegenheiy.
„Ik wilde slechts eens kyken," ging hy
zonderling verlegen voort, terwjjl hy zyn hoed
afnam, „of de doodgraver zyn" plicht deed,
en vind u hier."
Greta was Opgestaan en stak hom met
vochtige oogen belde handen toe. „Dank,
harteiyk dankl"
„Nu, dat was toch natuurlyk, mevrouw
KlausseD," zelde Olaf Harmsen, haar vingers
stevig drukkend.
„Niet pmer mevrouw Klaussen," bracht
zy haastig ln het midden, „ik bon weer
Greta Ehlers, zooals vroeger."
„Dat dpet my genoegen I" riep hy. Doch
toen hy haar zag verbleeken, voegde hy er
nog sneller byi „Voor o en uw rust aoet
het my genoegen, dat aan dit treurig hoofd-
stuk van uw leven een einde is gekomen.
Anders z'oudt gy immers ook niet hier zyn."
„Ik stel uw zorgeil, myn vriend, voor
Hansje's graf hoog op prijs," fluisterde Greta,
terwjjl zij hem met een dankbaren blik
aanzag. „O, wanneer gy eens wist
„Mag Ik naast u plaats nemen?" viel Olaf
haar ln de rede. „Dat wil zoggen, wanneer
lk niet stoor of lastig ben,"
„Lastig? Gy? Wiö in de geheels wereld
zou my welkomer kunnen zyn dan gy IZoo
dikwyis ik u aanzie, ls het my, alsof lk
Hansje op uw echoot zie spelen. En dan
maakt zich naast het leed zulk een Innige,
dankbare blydschap van my meester
Olaf voelde zich meer verlegen dan verheugd
onder deze herhaalde betuigingen van dank
baarheid. Hy haastte zich de zitplaats naast
Greta in te nemen.
„Dus, wanueer gy het toestaat Straks
begeleid lk u. Sinds wanneer zyt gy hier?"
„Sinds twee dagen. Ik woon ln het pension
Lenzmann.
„Zoo, zool "Wapnoer lk u hior niet getroffen
had, zoudt gy eerstdaags een brief van my
gekrogeü hebben.''
„Van u?" vroeg de jonge vrouw verbaasd.
„Maar wist gy dan waar ik was?"
„Zeker," zeide hy glimlachend, terwyi hy
over zyn baard streek. „Voor zoo vlndingTyk
zult gy my, hoop ik, toch wel aangezien
hebben. En voor zoo nauwgezet van gefveten
ook, dat ik een jonge, onervaren vrouw niet
kalm zou laten Oerdwynen. Ik heb my eohtor
niet aan n willen opdringen, daar Ik dacht
„Wat daoht gy?" vroeg zy levendig. „Wat
dacht gy, beate vriend, dlo niet ophield over
my te waken?"
„Ik dacht, dat mon wonden moest laten
Jitfeteoden. epdat zy genesea konden. Het
komt my voor, dat myn veronderstelling Juist
was."
„Dat is zy," fluisterde Greta. „En weet g(Jj
waarvan lk de laatste genezing verwacht?
Van bezigheid, van verantwoordeiyke bezigheid}
Ik wil zelfverdiend brood eten. Dat besluit
staat onherroepeiyk by my vast. Het ge;j
schonkene heeft my geen kracht gogevonj
myn veerkracht ie daardoor slechts mlndej
geworden."
„Zoo, zool" Olaf schoof zyn vilten hoed
verder op het hoofd, om het bekoorlyke gelaat
Van de spreekster met een oritisohen blik te
beschouwen. „Maar dat ls toch een zaak;oji
welke wyze dan?"
„Men heeft my twee betrekkingen als bonn{
aan de hand gedaan. Ik houd harteiyk veof
van kinderen. Het sol my geen overwinning
kosten. En dan, wanneer ik eens ter neefe
gedrukt ben, zal een gang naar dit graf m®
troost, hoop, belooning geven. Gy ziet duég
dat ik het wel met zulk een huig kan wagen."-
Hy had tyd noodig, om den onaangename!
Indruk te overwinnen, welken dit vooraemel;
op hem maakte en waaraan naar zyn meonin»
yeol bezwaren verbonden waren, Yooala hij,
de wereld kende, borg z(j voor deze bekoof'j
lyko vrouw ontelbare gevaren ln haar schoof^
„Mag ik den naam van de familie wetend}'
vroeg hl) aarzelond.
„In de eerste plaats baron Von Tronksteln)
van het Oostenrykscbe gezantschap. Ik beif
reeds entboden om daar te verschynan."
„Hebt gij geen middelen, om zoolang téj
waohten, totdat lk Informatica heb Jngf?
wonnon
ve&5
(ITen# «tvfoütt