BurgerltfËe Stand. Feuilleton. MOOIE VROUWEN. tij ï)e oorlog tusschonEngolanil on Trims vaal, Er schijnt nog goon sprako to zyn van hot -peorleggon van do wapenen door do Booren. ;Ook dr. Leyds, die weor eon interview had '"met iemand van da „Etoile Beige", meende, 'Sat hiervan geen sprake was. De gezant ge doofde óók niet aan de vlucht van Kruger, (maar aan de voortzetting van den oorlog, 'ook al werd in het eind Pretoria bezet. Vol gens de „Etoile Beige" hoopt dr. Leyds nog •altijd op interventie van de Vereenigde Staten (en wellicht ook van Europeesche Mogendhoden. Eet „Vad." kan die hoop niet doelen en ziet in oen eventueels kleine zwenking van Hao. Kinley niets anders dan een verkiezings- 1 manoeuvre in eigen belang. Vroeger was er 'misschien wat aan te doen geweest door een f'gemeonschappelijken stap van al de Mogend heden, nu is het daarvoor zeker te laat en— 'om allen praatjes voorgood den weg af te (snijden heeft Engeland den Vrijstaat laten (annexeeren, terwijl het land nog niet eens fei telijk geheel in zijn bezit is en de President (met den zetel der Regeering en een behoor lijke gewapende macht op de komst der En- -jgelschen wacht. Over de motieven, die da houding der 'Hoeren in de laatste weken hebben beheerscht, (past op dit oogenblik niet een oordeel. De (geschiedenis van dat laatste stadium van den joorlog kan eeret geschreven worden, wanneer Ipver de daartoe geschikte bronnen kan worden beschikt. W(j hebben nu al sinds de ontruiming van Kroonstad telkens gehoord, dat de Boeren Idan hier, dan daar stand zouden houden en niets van dat alles is uitgekomen. Alleen bjj 'Johannesburg is nu de laatste dagen nog .ernstig gevochten, maar hoe groot het aantal ils dergenen, die den strijd daar volhielden, is nog onbekend. En het klinkt zoo raadsel- achtig, dat Pretoria ontruimd ia Pretoria (met al zijn forten, die zoo prachtig waren aangelegd en de hoofdstad drie jaren zouden 'Verdedigen dat wy het opgeven naar de fyedenen te gissen. Misschien zullen wy dlo later vernemen, als over een week of vjjf een -'jnail uit Pretoria aankomt; doch zelfs dat is niet zeker. Of kunnen misschien de in Amerika ver toevende gezanten het raadsel oplossen? Zy beproeven het althans. De heer Wessels zou /volgens een bericht aan de „Petit Temps" ■verklaard hebben, dat het niet-verdedigen van 'Pretoria sedert gerulmen tyd een uitgemaakte (zaak was. „Ons plan iszeide hy om de Hritten in het hart van Transvaal te lokken. W(] hebben een operatie-terrein gekozen, niet (ver van Pretoria." ti Afgozien van dp vraag of de Britten zich (pullen laten lokken, ryst deze andere, waar (bet terrein ligt, dat Wessels bedoelt. Is het gt Lydenburgsche, of wel de Magalies Bergen, pp 45 KM. ten westen van Pretoria? Hot eerste HJkt het meest waarschyniyke. Indien er gewicht is te hechten aan de lericbten omtrent het aftrekken der bezetting van de forten van Pretoria in do richting van Middelburg, dan mag men tevens aannemen, '.dat ook de kanonnen en de krijgsvoorraad ïiJn weggevoerd. t De bezetting van Komatipoort op de Portugeesche grens, wilst or mede on. dat een concentratie in het Lydenburg-district in het voornemen der Boeren ligt, waar thans ''roods enorme voorraden aan levensmiddelen en oorlogsbehoeften opgestapeld zouden wezen. De reden waarom Lydenburg, de stad van ihet ïyden en de ellende, tot de laatste stryd- plaats zou worden gemaakt, is duidelyk. De stad ligt te midden van een groot randgobergte, dat het Oost-Afrikaansche hoogland naar do •kust heen doet afhellom Juist by Lydenburg gaat deze bergketen over in een groot6che, 4rapsgewyze, naar het Oosten afdalende berg wereld van waarlyk AJpynsche wildheid. Geen spoorlyn, ja nauweiyks een enkele fgndweg voert van het Zuiden uit In doze Wildernis, die algemeen als de schrik van Zuid-Afrika beschouwd wordt. Want vreesê- (lyker dan het wegenlooze berglabyrinth en jvjeeselyker dan de wilde dieren, die zich hier .jij nog ongestoorde vryheld verheugen, is de 'jmtzettende koorts, die in het geheola land 'heerscht en tot dusverre alle beschavings pogingen deed mislukken. Zou het dan hier komen tot een laatsten vemietigingsstryd, die in zyn grootheid en ...tragisch geweld den ondergang van do Oost- (Bothen by den Vesuvius in de schaduw zou •tellen Misschien zullen wy van daar nog wonderen van heldenmoed vernemenKruger heeft, toen de oorlog begon, voorspeld, dat de wereld verbaasd zou staan over de w(Jzes waarop de Booren tot het laatste toe hun onafhan- keiykheld zouden verdedigen. Maar laat pns niet vergeten, dat met het prpsgeven van Johannesburg en Pretoria de zenuw van den oorlog ie doorgesneden. Zullen in de dagen van tegenspoed allen hetyaandef trouw blyven? Zal niet het meer en meer doordringende besef van hot hopetöoze der zaak, waarvoor zy ten stryde zyn gegaan, by steeds meerderen de geneigdheid dóen toe nemen om de handen ln den sohootte leggen en te berusten ln wat niet te koeten Is? Ook dat Is een mogelykheid, en wannéér men daarover den staf mocht willen breken, dan bedenke men wel, dat het overal In de wereld by platonische betuigingen van sympathie ge bleven is. Men heeft de Boeren alleen laten staan ln hun stryd tegen een geweldige over macht. Wanneer zy, na die overmacht zoo lang mot bewonderenswaardige kloekheid te hobbon weerstaan, ten slotte den stryd moeten opgeven, dan steekt daarin voor hen geen schande of oneer. Toch kan men reeds nu eenigszins nagaan waarom een verdediging van Pretoria wellicht is achterwege gebleven. De berichten, dat de duizenden Kaffers bezig waren aan de ver dedigingswerken, tooneii aan, dat die werken niet geheel gereed waren. Bovendien, nu de spoorweg van Natal naar Pretoria ln handen van French is, kunnen de groote kanonnen, die de Boeren by Laingsnek hebben, niet naar Pretoria worden gebracht, en het is zeer de vraag of de stad zich krachtig zou kunnen verdedigen. Een en ander, de onmogelykheld vooral van een concentratie by en in de hoofdstad, verklaart, dat de stad niet zal worden verdedigd. De berichten der correspondenten van de Engelsche bladen liepen zeer uiteen. Die van de „Standard" seinde, dat het veld mylen ver in brand stond en dat zes Britsche colonnes in verschillende richtingen op Pretoria aan rukten. En de man van de „Daily Mail" noemde den tocht naar Pretoria een „militaire picnic" I Een enkel woord nog over den tegenwoor- digen toestand, naar het oordeel van den militairen medewerker der „Westm. Gaz." Hy merkt op', dat de snelle opmarsch van Roberts naar Pretoria voordeelen heeft, die echter voor een groot deel in de waagschaal worden gesteld door do vyandige troepen op zyn flanken en in zyn rug, waarmede Roberts geen rekening hield. Die snelle opmarsch kan do plannen der Boeren in de war sturen, maar Roberts is er nog niet in geslaagd een deel van de Boeren buiten gevecht te stellen. Zy trekken terug, maar nemen alle geschut en krygsvoorraad mede. Wy zullen zegt deze deskundige Pretoria en do forten nemen, maar nöch de levende strijdkrachten nöch de kanonnen vermeesteren. Te Pretoria gekomen zullen wy niet met dezelfde snelheid kunnen verder gaan. Men zal er een week of veertien dagen mooten halt houden en daar de communicatie- lyn dan weer langer is geworden, zal de krygsmacht voor verdere veldoperatios weder belangrijk zyn verminderd. Betere resultaten ZOUdnn vwtrogon a(|n mot oen poging om de vlucht der Boerenlegers te beletten en hen te verplichten do wapens neder te leggen. Kortom, het is nu nog te vroeg om te eggen, dat ons bezettefl van de hoofdstad den oorlog noodwendig ten einde brengt, daar wy aan een snelle bawegiDg naar de hoofd stad de voorkeur hobben gegeven boven een poging om een net daaromheen te trekken en om de zich daar bevindende krygsmacht." Voor de troepen in den Yrystaat ls elke vereenlging met de Transvalere nu afgesloten. Voor hen ls geen uitweg meer, en de ver strooiing of vernietiging van deze commando's, en daarmede de gehoole onderwerping van den Oranje-Vrystaat, is dus slechts oen quaestie van tyd. Wat er met de Britsche gevangenen te Waterval ls geschied, weet men nog niet. Volgens een telegram uit Lorenqo-Marquez zouden zy naar het noordoosten van Transvaal worden overgebracht. Tegenover den tegenwoordigen loop der zaken op hot hoofdtooneel van de worsteling, ie het thans tameiyk onverschillig of de Boeren tegen generaal Rundie (ln deü Vrystaat) of tegen generaal Bulier (in Natal) al of niet eenig voordeel hebben behaald.Niettemin wyzen die berichten op een weder-opvlammen van den moed en de geestkracht der Boeren. Doch dit kan alleen den oorlog verlengen, op -rrc.1 „'.ij. den duur baten zal het htm niet. Zy znllen het tóch niet uit kunnen houden tegen de overmacht van het Engolaohe leger. In den Senaat der Vereenigde Staten heeft het Ijd Wellington, republikein, gezegd, dat het Amerikaansohe Volk geheel op de hand der Boeren was, maar de Regeering slaafs was gezwicht voor Engeland. Engeland durft de Vereenigde Staten niet gewapenderhand aan, maar brengt diplomatieke nederlagen toe- De oorlog met Spanje was het eerste bedryfvan een ln duisternis gesmeed, thans ln ongerech tigheid bestendigd bondgenootschap. Er was een heimeiyke verstandhouding met Groot- Britannia, aan welke Amorlka's belangen waren prysgegeven. Wellington gispte Enge- lands beleid ten aanzien van de Boeren en zelde o. a., dat Engeland nooit oen bolofte ge houden had, wanneer zyn belang medebracht, die te schenden. Allemaal oud nieuws.1 Dat ls al honderd maal en duizendmaal gezegd door zeer be voegde mannen, maar het blyft altyd zoo, omdat praatjes geen gaatjes vullen, ep{ er niemand is, die John Buil eens flink op de toonen trapt, wat reeds lang had moeten ge schieden en waarvoor de tyd wellicht nu dichter by is dan men meent. De groote pers laat de Boeren gaandeweg ln den steek. De „Voss. Zeitg." betreurt het, dat de oorlog, die zoo schitterend door hen werd aangevangen, zoo weinig roemvol eindigt, en vreest, dat de Boeren daardoor een groot deel van de achting zullen verliezen, die zy tot dusver genoten. De Nleuw-Yorksché pers is van oordeel, dat den Boeren thans niets anders overblyft dan zich onvoorwaardeiyk over te geven, nu zy de eene stelling na de andere ontruimen zonder te vechten. Onze sympathie voor de Boeren kan zich in het vervolg slechts uiten in rouwbeklag, zegt de „New-York Times." BUITENLAND. 1'rnuki-yll, By de behandeling in den Senaat van het wetsontwerp botreffendo de amnestie ver klaarde gisteren de heer Olamageran namens de minderheid der oommissie van rapporteurs, dat zy niet tot aanneming kunnen adviseeren van doze wet, die de meest te eerbiedigen rechten schendt, voomameiyk wat betreft Picquart. De heer Maxim Lecomte verzocht de amnestie ook uit te strekken tot Dreyfns. De heer Delpech zeldeMen kan geen am nestie verleenen voor ambtsmisdrijven, die te Rennes gebleken zyn, Deze toespeling op generaal Mercier had een tumult ten gevolge. Ondanks de uit- noodiging van den heer Destieux Junca, be waarde generaal Moreler het stilzwygen. Toen Mercier elndeiyk het woord genomen had en herinnerde aan het triomffeest dor Republiek, lokte hy hevige protesten uit van de linkerzyde. Do heer Destieux Junca kwam ln het „hémicyclo" en werd tweemalen tot de orde geroepen. Mercier, voortgaande te midden van het IawaaJ, zette uiteen, dat toen hy te Rennes het verhaal deed van wat hy in 1894 gedaan heeft, hy dit deed in de ernstige en volko men overtuiging een dienst bewezen te heb ben aan het land, De heer Destieux Junca riep: Dat was een ambtsmisdryf, een misdaad i De president riep hem tot de orde, met vermelding in het proces-verbaal. Mercier dankte den president voor zyn tu8schenkomst en eindigde met de verklaring, dat hy niet zou aarzelen thans nogmaals te doen, wat hy In 1894 deed. Onder een ontzettend tumult werd de ver gadering tot heden geschorst. Dultschland, Een juiste mededeellng over den toestand van koning Otto van Beieren is onmogeiyk, wfll by zich met alle geweld tegeü een lichamolyk onderzoek verzet. Hy kan niet loopen en als hy zit niet zonder hulp opstaan. Zyn eetlust en spysverterlng zyn, evenals de slaap, voldoende. Te BerlUn heeft zich, op Initiatief van den heer M. Alex Wolff, een commissie go- vormd tot het Inaamelen van geld voor de werklooze diamantbewerkers te Amsterdam. De commissie bestaat geheel uit daar ter plaatse gevestigde Nederlanders. Do rykspoststoomboot van de lyn op Oost-Azió, die den 18den Juni van Bremor» haven vertrekt, zal voor de eerate maal be halve Antwerpen ook Rotterdam aandoen. I!elKHL Het ls 8 Juni, dat te Parya de ontmoeting zal plaats hebben tusschen koning Leopold en prinses Stefanie (gravin Lonyay). De. „Moniteyk" kóndlgt de verloving aan van prins Albert van Belgiö met prinses Elisabeth, dochter van hertog Karl Theodoor van Beleren. Spanje. De ministerraad besloot, er op te staan, dat de Koningin-Regentes de deputatie van de kooplieden en indiistrieolen van Madrid, die aan de Regentes klachten over de regeering wil brengen, de verzoohte audiëntie zal wei geren, en daaraan de portefeutlle-quaestie te verbinden. Noorwegen. Uit het protocol over de staatsraadzltting, waarin de kroonprins weigerde de wet betref fende de tonnen-belasting tot dekking van de kosten van het consulaatswezen te sanctio- neeren, blykt, dat de kroonprins betoogde, dat de byna eehstemmige uitlatingen van de scheep8reeders tegen de wet, als voor de scheepvaart nadeellg, van de grootste en meest beslissende beteekenls waren. Verder zou de wet belangrijke veranderingen brengen ln de bepalingen over hetgemeenschappelyke consulaatswozen, waarover men voor de over legging van de wet ter sanctioneering eon overeenkomst met de reeders had moeten treffen. China. Londensche bladen publiceeren een tele gram uit Shanghai, dat de regeering een edict hoeft uitgevaardigd, waarby de bond der „Boxers" by doodstraf wordt verboden. Over den toestand van do Belgische en Fransche leden van het bestuur der lyn PekingHankau, die door de „Boxers" erg in het nauw waren gebracht, deelt de in Brussel wonende directeur van deze spoorwegmaat- schappy, de heer Foquet, het volgende mede: Volgens twee telegrammen, die ik ontvangen heb, zyn onze menschen in veiligheid. 25 Bel gische en Fransche ambtenaren waren werke lijk sterk in het nauw gebracht. De eenen zyn in Peking, de anderen in Tientsin aangekomen. Verscheidene gebouwen werden in brand ge stoken, de lyn werd op verscheidene plaatsen verwoest. De dienst moet eenigen tyd worden gestaakt. ALKEMADE. Geboren: Johannes, Z. van G. C. Van Dam en J. O. Jörg. Everardus Petrus, Z. van E. J. Rodowqk on A. M. C. Heems kerk. Christianus Cornells, Z. van T. Zwetsloot en J. We3selman. Overleden: M. Van Rjjn, echtg. van J. Zwaan 70 j. Ondertrouwd: T. Van den Boom, jm. 25j. van Woubrugge, en M. C. De Rijk, jd, 31 j. Gehuwd: O. Oudshoorn jra. 26 j. en 0. G. Heemskerk jd. 24 j. G. Huigsloot, jm. 25 j. en M. C. Marinkelle jd 23 i. J. Verhaar jra. 27 j. en A. Witteman jd. 26 j. (van Woubrngge). KATWIJK. Geboren: Re(jn, Z. van J. Souva- r(jn en N. v. Duyvenbode. Adrianus Pietor, Z. van F. Wassenaar en S. Zandbergen. Jacob, Z. van A. Zuiderduyn en M, De Vreugd. Aria, Z. van H. Van Duyn en P. Van der Plas. Getrouwd: J. A. Goddijn im. en A. A. Van Sohie, jd. A. v. d. Egkel jm. en F. Van Rossum. LEIDERDORP. Bevallen: O. Zandbergen geb. Weners. D. L. J. Rasser geb. De Lange Z. Overleden: J. Baars 6 mnd. LISSE. Ondertrouwd: J. Goedemansjm.en I. Hoogervorst jd. Geboren: Jacobus en Wilhelmus, Zs. van G. Duineveld en M. Brouwer. Cornelia en Maria, Ds. van W. Duineveld en O. v. d. Vlugt. Catharina, D. van C. Van Egmona en P. v. a. Kwaak. Overleden: O. H. Ru3oman, echtg. Yan J. AaDgeenbrug 66 j. NOORD WIJKERHOUT. Geboren: Anna Maria, D. van N. Mooijman en H. C. Blok. Cornelia Petronella, D. van J. Romyn en Th. M. Van Schooten, Petronella Geertruida Josina, D, van P. J. Warmerdam en Q. Pennings. RIJNSBURG. Geboren: Willem, Z. van N. Driebergen en A. Ravensbergèn. Henrietta Geertriuda Wilhelmina, D. van K. y. Klaverep en A. v. d. Vijver. Alida Wilhelmina, D. van J. Willms en P. Lammens. Overleden: H. Öloemondaal 78 j., wedr. van N. Roodhuyzen. Pieter 8 j., Z, van P, v. Vliet én W. v. d. Bosch. J. Oudwater 62 j., echtg. van A. v. d. Vijver. Gehuld: W. v. d. Does jm. 23 j., te Katwijk, en A. Blankert jd. 21 j., te Rijnsbmg. A. in 't Veld jm. 22 j. en A. v. d. Kwaak jd. 22 j. STOMPWUK. Ondertrouwd: W. De Jong jm. 37 j. en J. Van Leeuwen 81 j. Be valient J, Heemskerk geb» De GrnnU Z, E. M. v. Ryawylc geb. Van Knyk Z. - 7 M. Hooka geb. Bizot t,. Overleden: Th. Nieuwveen Z. 8 mnd. Th. Van der Meer jm. 21 j. WOÜBRUGGE. Overleden: M. Overvlied echtg. van A. Langhout 53 j. - ZOETERWOUDE. Geboren: Maria Jacoba D. van P. Reeuwyk en P. C. v. d. Burg. Jehannri Cornelia, Z. van A. v. Leeuwen en Ph. v. Stceq' Gehuwd: O. C. Sohuur 26 j. en O. v. Leeuwéj 21 j. C. Molenkamp 25 j. wonende te Rijnsburi en E. Vlasveld 25 i. Ondertrouwd: Q. Ruig»k wedr. v,. Bregt, 47 j. wonende te Zegwlfcrd en A. Skina«! land 42 j. Tor-Aar. De Tuindersbond heeft gisterej een ledenvergadering gehouden. De waanjj Voorzitter opendo de vergadering onder med^ deeling, dat de voorzitter wegens familiei omstandigheden verhinderd was de vergadering te presideeren. Besloten werd de familie eej brief van rouwbeklag te zenden. Naar aanleiding van de voorgelezen goe& gekeurde notulen werd in het midden,gebracht dat door het bestuur pogingen zijn in ho? werk gesteld de geschrapte leden te winnenj doch tevergeefs. Aan de orde is gesteld de levering van da boonen op wicht, Indertijd door eenderledeij voorgesteld en verder toegelicht door den heer J. A. Van Tol. Dit voorstel vond ingang en tegenstand, doch op advies van den heel Van Briel Sasse werd nader in verband met de mededeeling van binnenmarkter, om te confereoren met da| afnemers en later daarover rapport uit brengon. Vervolgens de behandeling van de instructie^ lo. Eersten binnenmarkter werd goed gekeurd. 2o. Tweeden binnenmarkter werd besloten hierin op te nemen, dat ook deze de riste# op zich neemt, die aan den eersten binnen-' markter is opgelegd. 3o. Instructie keurmeester, wlen het recht is gegeven het opzicht b(J lading en lossing der vruchten, terwijl in de instructie van derf; schipper geen bijzondere aanvullingen plaatf hadden. Vervolgens werd gelezen een brief van dei Voorzitter om de leden op te wekken, oi eventueele ontdekte nalatigheden van d( beambten hem mede te deelen. Betreffende de inmaak van de boonen zaj nader worden verzocht om daarnaar een inschr$ ving te doen. Tot de commissie van onderzoek tooJ décharge van den penningmeester zijn benoem^ de heeren I. Hogenboom, gemeente-secretaris: W. Uy ttewaal en H. Van EiJk, die de benoeming zich hebben laten welgevallen. j Aangaande de marktstelling, waarover doof een der leden werd gesproken, is besloten dij aan het bestuur over te laten. Ten slotte is goedgevonden vaste plaatsen aan te wtfzen voor den aanleg van den moto! en aldaar borden te doen plaatsen. Niemand het woord meer verlangendo, werd de vergadering door den fungeerenden Voor zitter gesloten. By de alhier gehouden aanbesteding voof( den bouw van een woning en school voor Christelijk nationaal onderwys, is ingeschreven door C. Van der Tang, timmerman in dezè gemeente, voor f 5800 en door J. Schraverus,1 timmerman te Nieuwveen, voor f 5548. Hot werk is gegund aan den laagsten inschryver.J Gedurende de maand Mei zyn er aarf het rykstelephoonkantoor in deze gemeente behandeld 107 telegrammen, nameiyk ontvan? gen 74 en verzonden 83. In de maand Mei van het vorig jaar waren er behandeld 76. Zegwaard. Het kohier der personeele b<^ lasting No. 2 over 1900 is door den directeuf der directe belastingen te Rotterdam invort derbaar verklaard tot een bedrag van 14.64» en aan den ontvanger ter Invordering uitj gereikt. Kerkelijke Berichten. Hazerswoyde. Ned.-Herv. Gem. 1 sterf Pinksterdag, voormiddag te halftien, ds. "WV' Klercq, van Koudekerk. Doopsbediening. i 2den Pinksterdag, voormiddag te halftieflj ds. 0. Hartwigsen, van Leiden. Geret Gem. lsten Pinkstordag, voormiddag, te halftien, *s avonds te halfzeven en 2den Pinksterdag 's morgens te halftien, ds. j, L? Schouten. Noordwykerhout, Maandag, 2den Pinksterdag, Voorm. te tien uren, ds. D. J; Van Aalst Jr. Hy staarde voor zich neer. i Ja zekert Bekend was hem dit alles van Aot eerste oogenblik af, dat hy het huis van (oen schoolmeester haa betreden en getuige was geweest van de smart over den afge storvene. En toch, nu. hy onverwacht den samenhang tusschen al deze feiten vond, kwam tem alios even vreemd voor, als hot hem ■pyniyk aandeod. „Hebt gy je nlot ontzien don markies deze helacheiyke beschuldiging na te zeggen", zeldö lines toornig, „terwyi een blinde de drijfveer .toch in de oogen moet springen? Zyt gy (inlet, zooals ik, vorachteiyk daarover heen geloopen 1" I Hy trad als bedwelmd op haar toei „Wist ky, vóór gy de myne werdt, vóór ik den Jaataten stap tegen Greta doo-L dat Frits (Ehlers haar broeder was? Wees barmhartig, Jnes; zeg, dat gy hot niot geweten hebt. VVoel wat er in myn gemoed omgaat, wanneer 'ik aan myn liefde voor jou eu aan Greta's jot denk I" „Zyt gy een man?" vroeg zy, oen vluchtige rilling overwinnend. „En werpt geluk en mngeluk, kunnen en nlet-kunnen als een bont Jnengolmoes dooreen? Deze Ehlers is dood, 'Pat weton wy. Al het andere zyn sleohts tvermoodons. Geloof wat Ik geloof: het verdriet over don dood van z(jn weldoener heeft hem tob wanhoop gebraoht. Hans, geliefde, wat vraagt het levon, dat zooveel verzwelgt, aaar dit oona onhoduldond bestaan 1 Of hot vernietigd is of niet, heeft deze vraag je tot dusver hoofdbreken gokost? Was zy je niet totaal onverschillig?" „O, Ines, Inosl" mompelde Klaussen, zich afgemat aan do toovermacht van deze vrouw onderwerpend. „Wanneer ik je niet onvoor- waardeiyk meer vertrouwen konl Wanneer, o, vergeef myi" zeide hy, Ines' hand tegen zyn brandend voorhoofd drukkend. „Vergeef my de kwelling, die ik ons belden heb bereid Vergeef my myn dwaling om naar deze stad veilangen to koesteren. Geef myn hari rust. Ik wil gelooven, wal gU gelooft. Óp zich zelf is er niets onbehoorlijks gebeurd. Slechts de omstandigheden zyn betreurens waard. Maar wy Eyn geen meestér van de omstandigheden." Zy vlydo haar hoofd met een bemlnlyk lachje tegen zUn schouder'. „Wees gy maar meester over je zeiven, liefste." „Dat ben ikl En opdat ik het biyf, moeten wy weor van hier! Morgen, overmorgen, wanneer gy wilt, ofschoon ik my ellendig gevoel, lusteloos ên vermoeid. Verzih het oen of ander, er zyn uitvluchten g'ehoeg. Er zal wel Iemand te vindeiï zyn, dié als' spreek trompet voor het algeméén dienst wil doen." „Jullotte Von Tronksteln kan die spreek trompet zyn," fluisterde Ines, zich tégen hem aanviyend en hem kussend. „Ik vind het een gelukkige omstandigheid, dat wy morgen haar gasten zullen zyn, Wy gaan, heet het. voor kortoh tijd op reis. Gy kunt eeri' aanstelling gekregen hobben of zoo iets van dien aard. Wy willen terug komen, zegt men, en denkt er niet verder over na. De wereld ls zoo gemakkelyk te misleiden en wil zoo gaarne bedrogen worden." .Gy hebt golyk, Ines. Wy latec ons bedriegen ea bedrioaon onazolven." Hy raapte Greta's brief, die gevallen was, van den grond op en scheurde hem in stukkon. m Een heldere zonnostraal viol op den top van den cipres, welke zich op Hansje's grafheuvel verhlei De Jonge vrouw op het bankje aan het hoofdeinde zag met gevouwen handen het frissche groen zich in dit licht wiegelen. Zy haij de buitenwereld vergeten en zoo hoorde zy ook niet het geluid der voetstappen, die haastig nader kwamen. „Is het mogelyk," zelde een diepe, wel luidende stem gedempt achter haar rug. Greta, gy hier?" Greta keerde zich verrast om. Olaf Hannson stond voor haar. Het jeugdig-frissche, bekoor- lyk-innemende van haar vereohynlng, zooals hy dat zelden ln zulk een mate by een vrouw gezien had, bracht hem ln verlegenheiy. „Ik wilde slechts eens kyken," ging hy zonderling verlegen voort, terwjjl hy zyn hoed afnam, „of de doodgraver zyn" plicht deed, en vind u hier." Greta was Opgestaan en stak hom met vochtige oogen belde handen toe. „Dank, harteiyk dankl" „Nu, dat was toch natuurlyk, mevrouw KlausseD," zelde Olaf Harmsen, haar vingers stevig drukkend. „Niet pmer mevrouw Klaussen," bracht zy haastig ln het midden, „ik bon weer Greta Ehlers, zooals vroeger." „Dat dpet my genoegen I" riep hy. Doch toen hy haar zag verbleeken, voegde hy er nog sneller byi „Voor o en uw rust aoet het my genoegen, dat aan dit treurig hoofd- stuk van uw leven een einde is gekomen. Anders z'oudt gy immers ook niet hier zyn." „Ik stel uw zorgeil, myn vriend, voor Hansje's graf hoog op prijs," fluisterde Greta, terwjjl zij hem met een dankbaren blik aanzag. „O, wanneer gy eens wist „Mag Ik naast u plaats nemen?" viel Olaf haar ln de rede. „Dat wil zoggen, wanneer lk niet stoor of lastig ben," „Lastig? Gy? Wiö in de geheels wereld zou my welkomer kunnen zyn dan gy IZoo dikwyis ik u aanzie, ls het my, alsof lk Hansje op uw echoot zie spelen. En dan maakt zich naast het leed zulk een Innige, dankbare blydschap van my meester Olaf voelde zich meer verlegen dan verheugd onder deze herhaalde betuigingen van dank baarheid. Hy haastte zich de zitplaats naast Greta in te nemen. „Dus, wanueer gy het toestaat Straks begeleid lk u. Sinds wanneer zyt gy hier?" „Sinds twee dagen. Ik woon ln het pension Lenzmann. „Zoo, zool "Wapnoer lk u hior niet getroffen had, zoudt gy eerstdaags een brief van my gekrogeü hebben.'' „Van u?" vroeg de jonge vrouw verbaasd. „Maar wist gy dan waar ik was?" „Zeker," zeide hy glimlachend, terwyi hy over zyn baard streek. „Voor zoo vlndingTyk zult gy my, hoop ik, toch wel aangezien hebben. En voor zoo nauwgezet van gefveten ook, dat ik een jonge, onervaren vrouw niet kalm zou laten Oerdwynen. Ik heb my eohtor niet aan n willen opdringen, daar Ik dacht „Wat daoht gy?" vroeg zy levendig. „Wat dacht gy, beate vriend, dlo niet ophield over my te waken?" „Ik dacht, dat mon wonden moest laten Jitfeteoden. epdat zy genesea konden. Het komt my voor, dat myn veronderstelling Juist was." „Dat is zy," fluisterde Greta. „En weet g(Jj waarvan lk de laatste genezing verwacht? Van bezigheid, van verantwoordeiyke bezigheid} Ik wil zelfverdiend brood eten. Dat besluit staat onherroepeiyk by my vast. Het ge;j schonkene heeft my geen kracht gogevonj myn veerkracht ie daardoor slechts mlndej geworden." „Zoo, zool" Olaf schoof zyn vilten hoed verder op het hoofd, om het bekoorlyke gelaat Van de spreekster met een oritisohen blik te beschouwen. „Maar dat ls toch een zaak;oji welke wyze dan?" „Men heeft my twee betrekkingen als bonn{ aan de hand gedaan. Ik houd harteiyk veof van kinderen. Het sol my geen overwinning kosten. En dan, wanneer ik eens ter neefe gedrukt ben, zal een gang naar dit graf m® troost, hoop, belooning geven. Gy ziet duég dat ik het wel met zulk een huig kan wagen."- Hy had tyd noodig, om den onaangename! Indruk te overwinnen, welken dit vooraemel; op hem maakte en waaraan naar zyn meonin» yeol bezwaren verbonden waren, Yooala hij, de wereld kende, borg z(j voor deze bekoof'j lyko vrouw ontelbare gevaren ln haar schoof^ „Mag ik den naam van de familie wetend}' vroeg hl) aarzelond. „In de eerste plaats baron Von Tronksteln) van het Oostenrykscbe gezantschap. Ik beif reeds entboden om daar te verschynan." „Hebt gij geen middelen, om zoolang téj waohten, totdat lk Informatica heb Jngf? wonnon ve&5 (ITen# «tvfoütt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 14