Dat geen krasser maatregelen door commis sarissen genomen waren, vond z(jn oorzaak hierin, dat op den voorgrond stond, te zorgen, dat de geldon terecht kwamen, wat wel zou gelukken. De heer Appunn, dio deze vergadoring leidde, had zich met nog een medelid Maan dag begeven naar de bestuursvergadering der .Volharding". By de bespreking van de zaak word hun daar geantwoord, dat de penning meester geen diefstal gepleegd, maar het geld in eigen zaken gebruikt had. Daar de vergadering echter niet bevrodigd was met het vooruitzicht, dat het geld wellicht zal terecht komen, en zy zich 'herinnerde, dat kleine fouten, door het per- isoneel begaan, dikwerf met broodeloosheid werden gestraft, besloot het 30-tal, zich te vormen tot een veroeniging, om voortdurend 'toezicht te houden op het bestuur, on voorts 'aan het bestuur te verzoeken, op de agenda voor de algemeene vergadering het volgende voorstel te plaatsen: „Het geheele bestuur treedt af," om daarna tot een nieuwe be stuursverkiezing over te gaan, met betere controle-maatregelen. Voorts werd besloten, aan commissarissen een schrijven te zenden, dringend verzoe kende, het geheele bestuur onmiddellijk te schorsen en de boekon en bescheiden der vereeniging in beslag te nemen, opdat een grondig rechtskundig onderzoek kunne wor den ingesteld. By oen rywielhandeliar in de Alkemadestraat te Rotterdam is gistermorgen in boslag genomen een Wint worth-ry wiel van den heer J. W. Cl., bondsconsul teAlfena/d. Rijn, in don nacht van 18/19 dezer gestolen. Daags na den diofsta. is het ry wiel te Rotter dam voor 25 verkocht. Ook is by een uit drager in do BrvaöJestraat een ander rywiel in beslag genomen-, mede to Alfen a/d. Ryn gestolen. To Baarn is Maandag uit de Eem epgoviseht het ïyk v*\n een do vorige week eervol ontslagen luitenant der infanterie uit Amersfoort, die een week geleden zyn pen sion te Baarn had verlaten. Vrydag werd zyn rijwiel aan de Eem govonden, en dit gaf aan leiding, dat men ging dreggen. Dit had even wel geen gewenscht gevolg: slechts door een toeval werd het Ïyk door een schipper gevon den. De ongelukkige leed aan zwaarmoedigheid. Te Maassluis is by den huis- pchilder Van D. brand ontstaan door het over- kokon van een pot met was en terpentyn. De brand zelf werd spoedig gebluscht, maar een tweejarig meisje heeft zulke ernstige brand wonden gekregen, dat het aan de gevolgen is bezweken. Te Tegelon heeft een ernstige ^Ichtparty plaats gehad, waarby zekere B. (lenige gevaariyke messteken kreeg. Do dader, «en Duitscher, en woonachtig te Venloo, is aldaar in zyn woning gearresteerd en naar de strafgevangenis overgebracht. De mishandelde verkeert in levensgevaar; hy is gehuwd en vader van een talryk gezin. De postbode M. uit Afferden (L.) Is naar gemeld wordt door de mare chaussees naar de strafgevangenis te 's-Her- togenbosch overgebracht, verdacht van ver duistering van geiden, aan de postadministratie toebehoorende. Men schryft aan het „H b L" uit Friesland In vroogere jaren trokken om dezen tyd van het jaar, waarin de voorjaarsmarkten werden gehouden, troepen van 6 a 8 Duitsche muzikanten van dorp tot dorp en gaven dikwerf een goede ensemble-muziek. Nu ziet men die corpsen byna niet meer, maar wel nog een spoortje daarvan in den vorm van éón fluitist, pistonist of trombonist, die alleen zyn tonen laat hooren en welke muziek hoe uniek ook toch niet pakt, omdat zy zoo enkel is. Van waar dio ontbinding der muzioktroepen "Wij vroegen een der enkele virtuozen, die öan zyn fluit het „Scheiden thut weh" ont- tekto, on zyn antwoord was: „Die Fanfare- brpsen, Herr!" Dezo corpsen, die in Friesland reeds zeer talryk zyn, zorgen voor muziek op de hard draveryen en andere wodstryden tot zelfs op de kleinsto dorpen; uit den aard der zaak is hun muziek niet duur, omdat zy het als amateurs ook als uitstapjes beschouwen. Do Duitsche muzikant is in Friesland niet meer noodig en spoedig zullen de Duitsche kapellon met hun platte petten tot het vor- ledene behooren, omdat de concurrentie te zwaar werd. Dertien jachten hebben zich aangemeld, om deel te nemen aan den wed- stryd die 16 Juni van Dover naar Helgoland zal plaats vinden om den beker van den Duilschen Keizer. Het aantal deelnemers ware grooter geweest, wanneer niet verscheidene jachtbezitters aan den oorlog in Zuid-Afrika deelnamen. Tusschen Spilaberto en Yignola vloog Zaterdag een kruitfabriek in de lucht; drie personen werdon gedood, 2 zwaar gekwetst. De vissc hersboot „Dien avec nous", thuisbohoorende te Brost, is Vrydag in open zee met haar uit tien koppen bestaande bemanning vergaan. In de dokken van Southampton stortte eergisteren oen in aanbouw zynd koelhuis in; 50 arbeiders worden onder de puinhoopen begraven; verscheidene weiden als ïyk te voorschy'n gehaaid, velen worden vermist. In een restaurant naby het ter- rein der wereldtentoonstelling to Parys leest men op eon plakkaat: „Hier spreekt men alle talen." „Gy hebt zeker een aaa&U tusschenporsonen in uw dienst?" vraagt een bezoeker aan den gerant. „Geen enkele." „Zool Wie spreekt dan alle talen?" „De bozoekers, mynheerI" (Figaro.) Een Parysch kantonrechter heeft de vraag te beslissen gehad, wie der ouders, na echtscheiding, te zeggen hoeft over de be grafenis van eon kind. Het kind was aan de moeder toevertrouwd en deze weigerde te vol doen aan hot verlangen dos vaders, dat het overleden kind in diens familiegraf zou worden bygozet. De rechter heeft den vader in het gelyk gesteld en o. a. overwogen, dat de over gang van do ouderlyke macht op do moeder •ea uitzondering is, die vervalt» zooüra liet kind is overleden, zoodat dan do vador wede» in zyn rochten treedt. De macht is aan den vader ontnomen enkel in het belang van het kind, waarvan by de begrafenis geen sprake meer kan zyn, terwyl liet voor de hand ligt, dat het begraven wordt by de familie, welker naam het draagt. Programma ?an Muziekuitvoeringen. MUSIS SACRUM. Dondordag 31 Moi, to halfacht, door het Stafmuziekcorps van het 4 de Reg. Inf., Directeur: de heer \V. Van Erp. Eerste afdeoling: No. 1. Marche et Cortege de l'Opëra ,La Reine de Saba", Gounod; 2. Ouverture „Die Felsenmüble", Reissiger; 8. La Liénédiction des Foignards, Scène dramatiquo de l'Opóra „Les Huguenots", Meyerbeer; 4. „Sylvia", Ballet suite d'orchestre, Delibes. Tweede afdeeliug: No. 5. Ouverture „Mnritana", Wnllace; 6. „Hourida", Valse, Oillet; 7. Stóphauie-Gavotto, Czibulka; 8. Grande Eantaisie sur „Faust", Opéra do Gounod, Coenen. 363ste STAATSLOTERIJ. Trekking van Dinsdag 29 Hiel. Vyfde Klasse. Tiende L\jst. NIETEN. 28 2319 5027 7218 9765 11992 14230 16413 18800 54 43 79 38 95 12045 32 38 9 66 69 5111 75 9824 81 60 47 24 118 76 5208 7311 70 12113 65 74 61 23 2471 11 48 9971 42 73 77 18932 50 92 14 55 10046 60 14308 16507 19000 65 2654 24 70 50 83 18 20 3 67 86 53 75 68 98 40 22 22 74 2610 67 83 83 12206 68 69 27 82 61 6315 7433 10114 12306 67 78 29 94 91 23 77 41 19 93 99 66 203 2732 24 7656 63 12408 14449 16606 69 18 2860 31 67 95 37 90 Cl 19100 33 79 61 74 10240 41 14509 66 11 65 2927 76 7600 59 bl 52 72 32 325 44 85 1 60 69 14650 16717 54 53 61 6442 89 41 69 81 14715 45 19243 68 63 56 10351 92 26 16806 61 410 79 6593 89 10417 12534 14826 40 54 31 3102 5638 92 36 12632 29 16909 79 599 28 36 83 7717 78 97 47 48 82 636 5712 87 91 12714 91 67 83 49 47 19 7903 92 54 14904 73 92 82 66 6817 42 10547 65 7 17066 93 94 3201 37 76 69 M 15 82 1933-1 712 20 62 80 81 12W$ 46 17141 93 81 808 44 69 8096 10633 61 52 19418 61 81 8203 66 88 65 79 21 24 73 89 36 10704 12904 78 17307 27 28 79 6917 45 10 91 87 13 39 30 83 20 77 13 13016 15009 18 41 46 3321 42 80 84 68 31 22 19618 64 32 46 81 10803 77 33 62 19 922 3401 76 86 64 92 44 17419 29 78 3 85 6308 10938 13110 48 65 48 1002 38 88 36 48 21 15136 17509 19642 69 65 6097 65 79 76 15204 21 66 75 67 6112 8414 83 92 16 42 76 1116 67 17 25 11000 93 40 63 81 27 29 W 87 32 3 13223 68 17647 19920 3662 98 47 7 80 83 81 41 62 64 6205 48 39 89 91 90 74 73 3614 34 60 11110 13347 15315 17716 20044 79 3747 63 64 13 69 77 20 84 80 1283 68 86 69 45 23 17864 97 1352 3910 6309 70 67 13427 67 17902 20101 66 1409 20 34 8619 67 30 68 4 11 27 45 80 72 44 64 29 67 17 4011 79 8710 83 60 15473 65 20204 62 27 80 13 93 13529 16517 18027 18 1617 4107 6417 37 11228 47 44 71 32 30 48 25 79 46 66 71 78 68 37 63 37 8817 68 93 92 18116 71 62 83 6502 28 11311 13615 15605 22 20360 80 86 28 92 22 22 13 42 71 1635 87 99 9018 63 88 15 61 73 44 4224 6618 61 80 13712 29 80 85 49 70 87 77 11434 35 38 96 20415 61 92 6731 79 11516 64 44 18256 24 1708 4382 41 84 76 13817 98 18313 91 62 4411 82 9148 90 22 15739 60 95 53 12 94 69 11802 63 49 18422 99 1813 4542 6620 9236 6 67 15916 36 20533 19 4635 29 45 8 73 78 40 35 87 58 36 49 43 13985 96 18506 65 1901 78 43 9431 58 14006 16038 29 77 12 94 49 63 11719 7 16129 41 92 81 4701 52 86 31 11 32 47 20617 2021 8 96 91 11808 32 16234 18616 46 62 91 6982 9563 67 44 36 29 49 64 4831 91 69 71 64 43 33 55 2129 41 7041 77 11903 62 83 34 20700 39 70 85 9610 23 68 90 42 14 2262 4900 99 19 34 14105 16303 54 22 68 7 7114 77 38 15 34 63 40 73 13 16 96 65 44 45 83 20313 78 78 52 9731 64 63 66 97 60 2305 6014 7217 48 88 66 67 18755 20987 8 KOLONIËN. BATAVIA, 27 April tot 1 Mei. Van marinezyde schryft men ons, dat aan den adjudant van den commandant der zee macht, den luitenant ter zee lsto klasse De Koning, een adjunct is toegevoegd, om hem behulpzaam te zyn by het vele werk, dat onder den tegenwoordigen gouverneur-gone- raal aan de orde wordt gesteld. De bedoeling zal tevens wel zyn om dien adjunct voor de betrekking van adjudant op te leiden; immers, het is bekend, dat als de tegenwoordige admiraal repatrieert, de luite nant De Koning gaat varen. (Bai. Ml.) De controleur, toegevoegd aan den wd. hoofdinspecteur der cultures, P. D. Mens Fiers Smeding, hoeft het verzoek gedaan om oen jaar verlof naar Europa, wogens lang- durigen dienst Door den Gouverneur-Generaal vau Ned.-Jndiö ziju de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Bij het Binnenlandsch Bestuur op de bezittingen buiten Java en Aladoera. Benoemd: Tot ooutioleur, de adspirant-con- troleur E. Perelaor en F. H. NV. J. li. Logeman; tot adspirant-controleur J. J. Eraser en II. Van Eek, beiden thans ter beschikking van den direc teur van Binnenlandsch Bestaur. Bij het Op. Lager Onderwfjs voor Europeanen. G eplaatst: Aan de 2de sohool te ProboÜDggo, de tijdelijke hulponderwijzeres mej. P. S. NV. Slors. B(j den post- en telegraafdienst Mot ingang van 8 Mei 1900. Tyd el ijk belast: Met do waarneming der betrekking van adjunct-inspecteur do ambtenaar op non activiteit NV. H. Bogaardt, laatst inspecteur der 2de klasse bij dien dienst, en hem in verband hiermede tydeljjk belast met bet beheer der 7de post- en telegraaf-afdeeliug (standplaats Batavia). Benoemd: Tot chef der 2de post- en telegraaf- afdeeling (standplaats Semarang), de adjunct inspecteur V. E. Biettorman, thans chef der 7de afdeeling. Benoemd: Tot voorz. van den Landraad te Djember (Besoeki), de voorz. van den Landraad to Djombang (Soerabaia), mr. W. G. Dol Baere; tot voorzitter van den Landraad te Djombang Soerabaia), de griffier van den Landraad te Toe- oegagoeng (Kediri). jhr. mr. Th. C. Gevers; tot gril fier van den Landraad te Toeloegagoeng (Kediri), de griffier van den Landraad te Trenggalek (Kediri), W. F. Pfaff; Trenggalek (Kediri), de gewezen lste klerk ter griffie van den Raad van Justitie te Soerabaia, A. Joseph. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overs», laatst: By de goovernements-marine. Van et stoomschip „Arond" op de „Glatik", de 2de stuurman J. J. Van Doesburg; van het stoomschip „Glatik" op de „Arend", de 2de stuurman J. C. Kruyt. DEPARTEMENT VAN UORLOG.Bevorderd: By het wapen der inf. tot kapt, de lste luits. D. H. W. O* Mecke (met verlof in Nederland), B. Bangert en C. Nolteuius van Elsbroek: tot lsten luit., de 2de luits. G. Ström, J. B. H. Frackers en Th. A. M. Willemse, met bepaling, dat de kapt B. Bangert ook in zijn nieuwen rang in de betrekking van plaatselijk adjudant te Padang gehandhaafd en h la suite van zyn wapen gevoerd zal blijven; by het wapen der inf. tot kapt., de lste luits. P. A1 Peereboom ea C. Vea^Aiifingj tot laten luit, de 2de laits. D. Buy zo en L. W. Goslings; met bepaling, dat de kapt. C. Von Eelking ook in zijn nieuwen rang in de betrekking van adjudant bij het plaatselijk commandomeut te Batavia ge handhaafd en a la suite van zyn wapen gevoerd zal blrjven; tot off. van gez. lste kl. bij den militairen ge neeskundigen dienst, de off. van gez. 2de klasse dr. A. De Jong en P. C. Costerman BoodL Benoemd: Tot instractour der barisans op Madoera to Bangkalan en gevoerd van memorie bij het leger, de kapt. bij het 2de hat. J. C. L. Anten. Overgeplaatst: Bjj het 15do bat. en terug gevoerd voor memorie by het leger, de kapiteiu- instructour der barisans op Madoera te Bangkalan E. C. Van Swieten; van Semarang naar Salatiga als kwartiermeester van het garnizoen, de lste luit.-kwarliermeesler U. Von Mauntz. Hersteld: Bij het wapen der inf. boven de formatie in aotiviteit, de luit.-kolonol op non activiteit H. A. L. NN ichors. Ontslagen:* Op verzoek eervol nit 's lands dienst, de burgerlijke schryver 4de klasso bij do militaiie administratie E. C. Strengnaerts, met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zyn ingegaan in de maand April 19C0. De oorlog tusschen Engeland en Transvaal. Naar uit Londen geseind wordt, hooft de Engelsche opporbovelhebber lord Roberts don Oranjo-Viystaat alvast by hot Britscho ryk ingelyfd, onder den naam van Orange River State, Oranjerivier-Staat. Den 3don Februari 1848 proclameerde Sir Harry Smith, toenmaals gouverneur der Kaapkolonie, het gebied tusschen do Oranje- en Vaalrivier tot Engelsch gebied onder den naam Oranjerivier- Souveroiniteit. Voor het zoo ver kwam trachtten do Boeren hem er van af te houden, zeggende, dat zy nu twaalf jaren onafhankelijk in het land hadden gewoond en het blyven wilden. Andrios Prctorius was hun woordvoerder. Sir Harry zeide, dat de meerderheid der Boeren voor do inlijving was. Pretorius zeide van neen. Men kwam overeen, dat Pretorius hot land zou doorgaan om do stemming dor Booron op te nemon. Sir Harry zou daarop wachten. Pretorius trok rond en bevond, dat de meerderheid er tegen was, maar voor hy met dio boodschap by den gouverneur terug was, had deze do proclamatie al uitgevaardigd. Toen Engeland het echter te benauwd kreeg met de Basuto's, besloot het zich uit de Orahjorivier-Souvereiniteit terug te trekken, de Boeren aan de genade van do door Enge- lands toedoen machtig en overmoedig geworden Basuto's overlatende. Do Boeren protesteerden nu en verlangden bescherming van Engeland, maar sir Georgo Clerk, do Engelsche bijzondere commissaris, beriep zich nu op do Boeren, die voor onafhankelijkheid waren gebleven de „vriendschappelijk gozindon" heetten dezen nu en sloot mot heil don 23sten Fob. 1854 de conventie van Bloemfontein, waarbij aan den in Oranjo-Vrystaat herdoopten staat onaf hankelijkheid word gowaarborgd. En nu is don 28sten Mei 1900 de Oranjo- Vijjstaat weer verklaard tot een Engelsch wingewest onder den naam van Oranje rivier- Staat tot hoelang? vraagt de „N. R. Cc." Omtrent de bezetting van Senekal door goneraal Rundie doelen de Engelsche bladen de volgende bijzonderheden mede: Generaal Rundlo rukto Donderdag mot de 17do brigade onder generaal Campbell uit Trommel op. Genei aai Boyes mot de 16de brigado rukte van Bestcrs Flat op den lin kervleugel voorwaarts en generaal Brabants koloniale divisio op den rechtervleugel van Clocolan. De drie coTonnos vertrekken vroeg in den morgen. Zaterdagmorgen vroeg kwam generaal Rundie op zes mylen van Clocolan aan. Een afdeoling Imperial Yoomanry van 40 man werd vooruitgozondon om de stad to verken nen. Tegen den middag was do Britscho bevelhebber tot drie mijlen van do stad go- nadord. Uit de buitenwijken worden salvo's gevuurd, waarop generaal Rundie zijn macht in verspreide orde Jiet overgaan, de bereden infanterie op zyn flanken posteerde en onder bedekking van het geschut voorwaarts rukto. Een paar granaten waren voldoende om don vyand van de heuvelruggen op onze marsch- linie te verdrijven en toen do infanterie naderde, werden nog slechts enkele schoten uit de eerste huizon gevuurd. Een paar intimideoronde schoten tot antwoord doden de Boeren op de vlucht slaan. De Yeomanry verydelde alle pogingen van de Boeren om de stad weer in bezit to nemen totdat de hoofdcolonne aankwam. Voor dezo colonne trok de vyand snel terug. Generaal Rundie vostigde zyn hoofdkwar tier op een heuvel bulten do stad en liet de grenadiers als bezetting achter. De vijand, naar schatting 3000 man sterk mot vyf kanonnen, vluchtte in noordoosteiyke richting. Generaal De Wet voerde het bevel. Hoewel de stad mot weinig tegenstand werd bezet, worden van de Britsche troepen drie man gedood en vier gewond. Nadat generaal Rundie het plaatsje had bezet, kwam bericht in, dat een kleine afdeeling Boeren nog stand hield op een heuvel achter Senekal. Een detachement van de Middlesox Yeo manry werd afgezonden om dezen te ver- dryven. Zy vondon voertig Boeren goed verschanst en hoewei zy slechts 12 man by zich hadden, vielen zy aan, waarop de Boeren na een flink gevecht werden verdreven. Aan Engelsche zyde sneuvelden een officier en een soldaat, vyf man werden gewond, waarvan een kort daarop stierf. Van de Boeren sneu velden drie man. Te Clocolan is tot den kogel veroordeeld een Boer, die een soldaat van de Kaapsche jagers eerst door den rug had geschoten en daarna had geslagen. De „Times"-correspon<&nt seint uit New castle, dat de Boeren een groote stelling van geduchte sterkte hebben versohanst by Langsnek. Hun linkervleugel is aangeleund aan Pongwanaberg, de rechtervleugel aan de Buffalo-rivier. De stelling is met Langsnok verbonden door een onafgebroken ry van lage kopjes, die met schansen zyn bedekt. Deze loopen door tot halverwege op den Majuba. De geheele positie is ruw halve-cirkelvormig en hoeft zeven emplacementen voor kanonnen. Het is echter niet te zeggen of het geschut daar ook is opgesteld. Uit Newcastle wordt tevens gemeld, dat de Boeren eenlgo kanonschoten qp de Engelsche troepen te Ikwelo hebben gelest, uit een sterk verschanste stelling. De granaten deden gëon schade. Den 28sten is te Newcastle weer een trein aangekomen. Volgons een bericht uit Kroonstad, heeft generaal Botha grof geschut laten opstellen by een drift door de KliprivieF. Uit lord Roberts' telegram van de Klip- rivier behoort nog het volgonde vermeld te worden. Nadat do opperbevelhebber heeft medegedeeld, dat de Boeren uit verschillende stellingon voor hem waren teruggetrokken, vervolgde hy: „Wy zaton ze zoo dicht op d9 hielen, dat ze nog maar juist tyd hadden om hun vyf kanonnen in den trein te brengen en het station Kliprivier te verlaten, toen eenige manschap pen van de West-Australische bereden infanterie binnenreden. „De Boeren langs onze marschlinie gaven zich met paarden en wapens over." „Laffan's" correspondent seinde den 25sten uit Pretoria: Rondom de hoofdstad worden met grooten spoed verdedigingswerken aangelegd. Men zegt, dat er verbazingwekkende dingen zullen ge beuren als het terrein van den stryd by den Rand komt. Algemeen is .men overtuigd, dat tot eon vreeseiyko vernieling besloten is. Honderdon krijgsgevangenen zyn te Pretoria in den nacht, volgende op het gevecht van Dinsdag by Lindley, aangekomen. Whigham, de correspondent van de „Daily Mail" te Lorenco-Marquez, beweert in ver momming eon bezoek aan Pretoria te hebben gebracht. Hy zegt, dat er in Transvaal een toestand van demoralisatie is. Paniek en ver warring allerwegen. Iedereen is den oorlog moe en vol vroes voor do Engelschon. President Kruger zou alle maatregelen genomen hebben voor een overhaaste vlucht, vermoedelyk naar Nederland. Eon bijzondere trein, die van pro viand is voorzien, staat, met stoom op, op eenigon afstand van Pretoria te wachten. Ver leden Zondag heeft de Regeering zes en dertig kisten met ongemunt goud naar Nederland geconsigneerd, die elk voor 6500 pd. st. waren verzekerd. Men zal waarschyniyk niet veel gou.1 in do schatkist vinden. Do zetol van de Regcoiing zal naar Waterval-Boven worden overgebracht en daarna, zoo noodig, naar Lydenburg. Goneraal Schalk Burger sprak de Vrystaters by. Heilbron toe en zeide hun, dat allen, die dit wenschten, zich aan de Engelschen konden overgeven. Van do 6000 man traden slechts twaalf uit de gelederen, die de wapens wilden ncdorleggen. Er zal van nu aan een guerilla op groote schaal worden gevoerd. De Portugcesche douane-autoriteiten laten de voor Transvaal bestemde goederen, die zy eerst hadden aangehouden, thans doorgaan. Tot bescherming van de kunstwerken in den spoorweg by de Komati-poort hebben de Boeren een commando van 500 man daar heen gezonden. Allo personen, dio onder de verdenking do ontploJfing in do geschutgieterij van Begbio veroorzaakt te hebben, in Johannesburg heb ben terechtgestaan, zyn vrygelaten. Een voor- stol, om ze nogmaals te arrosteeren en over do grenzen to zetten, werd verworpen. Een medowerkor van de „Chronicle" be- schryft Kent Cottage, op het eiland St.-Helena, waar Cronjé, z(jn vrouw en drie leden van zyn staf zyn ondergebracht. Naar Kent Cot tage komt men op twee wegen. Do kortste is de Jacobsladder, eon in steilo rotsen uitge houwen trap van 700 treden. Op de hoogte van de rots aangekomen, leidt het pad naar eon dal, aan het einde waarvan de woning van Cronjé staat. Het huis ziet er uit als vele in Engelsche dorpen, oen eenvoudig woonhuis van twee verdiepingen, met leien dak, geel beschilderde muren, die helder tegen den groenen achtergrond afsteken. Langs den voorkant van het huis loopt een veranda. Ook is een bloementuin daar, doch hy is schandelijk verwaarloosd. Door een zwarte, houten schutting is hy omgeven, en op eenigen afstand naar voren is bebouwd land, waarop boomen staan. Alles is zoo landeiyk eenvoudig, met uitzondering van de tent in den rechter hoek van den tuin, waar de schildwachten zyn ondergebracht. Op de veranda zit overdag generaal Cronjé en rookt. Hij kan Engelsch spreken, maar het is nutteloos in dezo taal vragen tot hom te richtenhy spreökt slechts Afrikaansch, en dit slechts met eenletter grepige woorden. Hij heeft uiterst weinig te zeggen en voelt zijn toestand zwaar; dat staat in groote trekken op zyn gelaat ge schreven. Hy is dankbaar voor betoonde goed heid, maar anders is hy als een Sphinx. Den geheelen dag is mevr. Cronjé in haar ge sloten zwarte japon en haar zwart Boeren- „kappie" de onscheidbare gezellin van den generaal. Cronjé en zyn vrouw hebben de kunst geleerd rustig te zitten. Ziehier een paar beweringen van den heer Monypenny, den befaamden „Timos"-corres- pondent te Lorenco-Marquez: Commandant-generaal Botha heoft met de Transvaalsche regeoring geconfereerd en deze ten sterkste aangeraden zich over te geven, daar do stryd toch hopeloos was. Noch over reding noch de zweep kan do Boeren bewogen stand te houden en in de jongste gevechten werden zy door de Engelschen als een troep ganzen voor zich uitgedreven. Ook president Steyn is ton sterkste voor den vrede, maar president Kruger wil er niets van weten. Niettemin is men te Pretoria sterk van meening, dat de vredesparty elk oogenblik de overhand kan krijgen. President Kruger verlangt in het byzonder de toezegging, dat de rebellen in de Kolome niet gestraft zullen worden, en zou op deze voorwaarde zich ook niet langer tegen de overgaaf ver zetten. Maandag openden de Boeren van Pogwana met een 6-inch-kanon het vuur op het Britsche kamp. Zy schoten zes granaten, doch ontvin gen geen antwoord. Er werd niemand gewond. Sedert het begin van hot beleg van MafJ king verloor het Britsche garnizoen in hej gehoel 924 man. Van do blanken we^ien 2% officieren gedood, gewond of gevangengenomen en 190 man. Do stad komt de gevolgen van het beleg al vry aardig te boven, doch de gebouwen liggen voor het meerendeel in puin. De vliegende colonne, die Vryburg (Bechua- naland) heeft bezet, heeft oen aantal aan- zieniyko robellen gevangengenomen, die op het punt stonden naar de Zuid-Afrikaansche Republiek te vluchten. De spoorweg is hersteld tot 40 mylen ten Noorden van de stad. Uit dc Zuid-Afrikaansche Mail. Aan een ons welwillend afgestanen brief (gedateerd Br andfort 6 April) van een vry- williger by de Boeren is het volgende ont leend: Na Cronjé's overgave by Modderrivier hebben wy geretireerd tot op hier, tweemaal stand gehouden by Modderrivierpoort en Abraham- Kraal en daarna terug op Bloemfontein, dat om verschillende redenen is prysgegoven aan de Engelschen om zoo te zeggen zonder slag of stoot. By Colcsberg was ik twee dagen en zag daar Coieskop, waar do Engelschen hun kanon hebben afgegooid, toon ze het daar te .benauwd kregen. Van daar trok ik met Bethlehem-menschen naar Rensburg-siding en Rietfontein en toen er kans was om met een wagen voor myn bagage weder terug te gaan naar Norvalspont (Grootrivier), heb ik die gelegenheid aangegrepen. Van Colesborg naar Norvalspont was de spoor met bruggen opge broken, dus moest ik wel met een ossen wagen myn goed wegzenden. Voor alle veilig heid en om myn paard rust to geven, ben ik er zelf ook maar opgeklommen en heb er geen berouw van gehad, want de oude Boer Jan Naudé „geselste banje" gezellig op zyn manier en er was overvloed van tyd om te slapen, wat ik ondanks de verschrikkeiyke schokken duchtig gedaan heb. Toen per trein naar Bloemfontein en van daar in m'n eentje naar Modderrivierpoort, ook Poplar Grove gekeeten naar een plaats van dien naam. Daar by het lager vond ik de Heidelbergera en Steuerwald weder terug, die by Koedoes- rand tevergeefs getracht hadden Oronjó vry' te maken en door den vyand waren terug geslagen. Hy was daar met eon Fransch reserve-officier, met wien wy 2 dagon later ons aansloten by generaal Philip Botha, een broeder van generaal Louis Botha van Colenso en Tugela. Nu ruim een maand geleden vormde Theron, een procureur van Krugersdorp, met generaal Botha een plan tot oprichting van een ver kennerscorps, waarby Steuerwald, een andere Hollander, Rutgers, en ik ons dadeiyk hebben aangesloten. Het corps heeft omtront 150 leden en het werk bestaat in „scouting the enemy". De Boeren noemen ons „spioenen", maar dat zyn wy natuuriyk niet. De dienst is zwaar, elk onzer heeft twee paarden, waar van dag en nacht dienst vereischt wordt, maar ik voor my doe dit werk liever dan by een lager te z^n, omdat hot veel interessanter ia en meer emoties oplevert. Van onzen kant wordt zoo min mogeiyk geschoten; alleen wanneer zelfverdediging dit voroischt. Ik meen het was 21 Maart, dat wy met ons vieren op die manier slaags raakten met vyf Engelschen naby hun kamp by Modderrivierbrug, 'n twee uur te paard van hier. Het gevecht duurde misschien vyf minu ten, met het gevolg dat een hunner dood en de vier anderen gewond waren. Ik heb daar „hands op" geschreeuwd, zoo hard als ik kon, en toen verscheen de witte vlag in den vorm van een zakdoek. De doode was een luitenant Lygon, de gewonden de luitenant-kolonels Crabbe en Codrington, de kapitein Trotter en trooper Turner. We hebben de gewonden naar eon boerenwoning (gelukkig naby) gedragen, hen gefouilleerd en toen een kaffer te paard met eon witte vlag gezonden naar hun eigen ambulance te Glen-Siding. De buit, d. w. z. 4 paarden (één was zwaar gewond en is daarom doodgeschoten) en 6 zadels, 4 geweren, een veldkyker en revolver is daarna in alleryl met ons huis toe gegaan. Do kolonels Crabbe en Codrington waren oudere heeren en ik had medelyden met hen. Allen waren tevreden over de behandelingen toen ik by den eerste kwam om hem te helpen en hem zeide, dat „it was a horrible thing to try and destroy each other whon meeting on the road" antwoordde hy „well young man, we played the game and I must' say you played it fairly". Geloof my, ik zal dat kleino govechtjo niet licht vergeten. De arme jonge luitenant Lygon kreeg den kogel boven in de borst en onder naby de, ruggegraat uit. Zoo tastbaar was het contrast tusschen de gemoedsstemming tydons het ge vecht on die onmiddeliyk daarna, dat ik my zelf niet kon begrypen. Uit Pretoria, 21 April. Na lezing van myn laatste schryven vau uit Brandfort zult ge u wel eenigszins ovei myn tegenwoordigheid hier verwonderen. Hi ben hier echter noodig voor m'n zaken; vry*, willig zou ik zoo zeker niet kapitein Therori vorlaton hebben. Tydens myn zyn in den Vrystaat onder zyn commando (Theron's vorkenningscorps) en om dion tyd ook ondq* generaal Philip Botha is het oorlog vooreU my zoo best bevallen, dab ik my steeds voor gesteld heb dezen stryd tot het einde toe mede te maken. Toen een telegram uit Pretoria my opeischte, stond Theron my dadeiyk een verlof van zes dagen toe. Den llden van deze maand, zooals u gezien zult hebben, is te Bloemfontein overleden aan een bekomen wond de Bollandsche attaché luit. Nix (Nöd.-Indiö), een sterfgeval, dat my zeer getroffen heeft. Afgezien van zyn aan gename hoedanigheden als monsch, gelooi ik, dat het leger in dezen jongen man een flink en knap officier verliest. Met hun drieën (luitenants Thompson, Asselberga en Nix) hebben ze verschillende van onze tochten met Theron medegemaakt en daardoor hebben Steuerwald en ik de gelegenheid gehad hen goed te leeren kennen en waardeeren. DS dag voor den slag van Sannah's Post op den verjaardag van een der attachés hadden wy een gezelligen maaltyd in een van de hotel* van Brandfort. Dien zelfden avond tegen zon< jmder gingen *|J_weg_ea werd Jk erg gej

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 2