N°. 12350
Dinsdag 3£> Mei.
A*. 1900
(§eze (iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post„1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het ineasseeren buiten de stad
Dr. D. DE LOOS.
Geboren te Rotterdam den 22aten Juni 1831.
Maandagavond namen de leeraren en de
leerlingen der Hoogere Burgerschool voor
jongens officieel afscheid van hun directeur,
dr. De Loos, wien door den gemeenteraad
van Leiden op zijn verzoek tegen 1 April
1.1. op de meest eervolle wijze ontslag werd
verleend.
Gaarne hadden èn de leeraren èn de leer
lingen den heer De Loos bij zijn aftreden
gezamenlijk en in het openbaar hulde gebracht;
overeenkomstig zijn verlangen, geschiedde dit
evenwel nu in meer beperkten kring ten
zijnen huize.
Al spoedig nadat dr. De Loos het besluit
genomen had ontslag te vragen, besloten de
leerlingen der H. B. S. hem een stoffelijk bewijs
van hun hoogachting en dankbaarheid aan te
bieden. Van elke afdeel in g werden twee leer
lingen tot leden van een commissie van
voorbereiding en uitvoering gekozen.
"We gelooven, dat de keuze van het geschenk
der leerlingen een zeer gelukkige is geweest.
De commissie besloot namelijk, den gevierden
kunstschilder Jan Toorop, oud-leerling der
Leidsche Hoogere Burgerschool, te verzoeken
een portret naar het leven te teekenen van
den heer De Loos en- daarbij te voegen een
artistiek album, door den heer Loebèr bewerkt.
Het album bevat de handteekeningen der
leerlingen en een 20-tal photo's, door den heer
Jonker genomen, van de tien afdeelingen der
school in hun leerzalen, alsmede van vér-
schillende kjjkjes in en buiten het gebouw
op de Pieterskerkgracht. Op den smaakvol
versierden oker-perkamenten band zijn o. a. de
twee volgende citaten gebatikt:
„De goden loonen u al 't goet aen (ons) bewezen 1"
uit Vondels Leeuwendalers, alsmede de vol
gende regel uit een vers van Bogaers:
„Al leeft uw naam, ook onze dank moet leven."
De leeraren besloten hun vertrekkenden
directeur als herinnering eén eikenhouten
armstoel aan te bieden.
Dat de heer De Loos, om gezondheidsredenen,
thans een deel van zijn werk aan anderen
moet overdragen, valt hem zeker hard. Zoo
iemand echter, dan mag hij met voldoening
op z\jn vroeger leven terugzien. Met de krach
ten en talenten hem geschonken heeft hy
gewoekerd.
Omtrent de aanbieding van het geschenk zie
men hieronder.
Van af de opening der Hoogere Burger
school te Leiden was Dr. De Loos haar
directeur. Bjj den bouw en de inrichting^der
school was hij de raadsman van het Gemeente
bestuur. En dat zijn adviezen ook toen'ten
zeerste gewaardeerd werden, hebben wy nog
onlangs in dit blad van officiëele zyde ver
nomen.
Onder het directeurschap van den heer De
Loos kwam de school tot grooten bloei. Op
dit oogenblik telt ze nagenoeg 200 leerlingen,
zoodat elk der vyf klassen in twee afdeelingen
moest worden gesplitst. En dat niet alleen
ouders en leerlingen en Schooltoezicht, maar
ook het Gemeentebestuur zyn werk op hoogen
prijs stelde, bleek o. a. toen hem in 1886 een
persoonlijke toelage boven zijn vaste jaarwedde
verleend werd, ten einde hem als directeur
van de Leidsche Hoogere Burgerschool te
behouden.
Van zyn groote liefde voor het Middelbaar
Onderwijs getuigen een aanzienlijk getal ge
schriften, die hem ook buiten ons vaderland
als een van onze. eerste onderwijsmannen be
kend maakten. Tot driemaal toe werden zyn
verdiensten door buitenlandsche regeeringen
erkend, terwijl in 1894 de Koningin-Regentes
zulks deed, door hem te benoemen tot Ridder
in de orde van Oranje-Nassau. Ook viel hem
meer dan eenmaal de hooge onderscheiding
ten deel het voorzitterschap der afdeeling
Wis- en Natuurkunde te bekleeden by de
akte-examens Middelbaar Onderwijs, alsook by
de examens voor apotheker. In 1886 benoemde
de Vereeniging van leeraren bjj het M. O.,
en den 23sten April 1900 de Vereeniging van
Directeuren van Hoogere Burgerscholen hem
tot eerelid.
De Nederlandsche regeering droeg den heer
De Loos meermalen de behartiging onzer be
langen op buitenlandsche tentoonstellingen op
Het laatst viel hem deze eer te beurt in
1897, toen hy benoemd werd tot lid der Cen
trale Commissie van Nederland voor de Wereld
tentoonstelling te Parjjs en tot Voorzitter van
Groep I (Opvoeding en Onderwjjs).
Als man van wetenschap heeft de naam
van Dr. De Loos een goeden klank, zoowel
op het gebied der scheikunde als op dat van
de pharmacie. In het eerste vak promoveerde
hy in 1858, in het tweede in 1868. Tal van
geschriften en artikelen in periodieke werken
getuigen van zyn grondige kennis en weten-
schappeljjken zin. Geen wonder dan ook, dat
hem het lidmaatschap van verschillende ge
leerde genootschappen werd aangeboden en
dat zelfs meer dan eens ernstig sprake is
van zyn benoeming tot hoogleeraar
aan een van onze universiteiten.
Wat de heer De Loos, behalve als directeur
der H. B. S., voor Leiden is geweest en nog
is, behoeft hior zsker niet te worden herinnerd.
In de besturen van allerlei instellingen van
onderwjjs, nijverheid, kunst en liefdadigheid
had of heeft hy nog zitting. Wy' vermelden
hier slechts zyn voorzitterschap of lidmaat
schap van het bestuur der Plaatselyke School
commissie, van Mathesis, het Nut, de Maat
schappy van Toonkunst, de Gemeente-Apotheek
de afdeeling Leiden van de Maatschappy van
Nyverheid (die hem in 1877 tot een harer
directeuren benoemde), de Werkinrichting, de
Fabrieksschool, de Kraamvrouwen-Vereeni-
ging, enz.
Hadden wy niet het recht hier boven te
zeggen, dat de heer De Loos op een welbe
steed leven mag terugzien?
Het verheugt zeker allen, die den man
kennen, wiens beeltenis de uitgever van het
Leidsch Dagblad het zich een voorrecht achtte
onder ieders oogen te kunnen brengen, dat
hij voortdurend in krachten toeneemt. Wy
mogen derhalve de billijke hoop koesteren,
dat hy de levensjaren, die hem nog geschonken
worden, niet in gedwongen rust behoeft door
te brengen.
Nog lang blyve hy voor zyn gezin en voor
de maatschappy gespaard! D.
Leiden, 29 Mei.
Gisteravond was de vriendelyke woning van
Dr. D. De Loos getuige van eene treffende
plechtigheid.
De leeraren en de leerlingen der Hoogere
Burgerschool kwamen afscheid nemen van hun
Directeur. Behalve de huisgenooten van don
heer De Loos waren aanwezig dr. J. Carapert,
inspecteur van het Middelbaar Onderwys, de
waarnemende Voorzitter en de Secretaris van
de Vergadering van leeraren de heeren
Werkman en Draayer en van de leerlingen
de geheele commissie voor het Huldeblyk:
De Stoppelaar, M. Vree de J Van der Hoeven,
Bosman, Godin, Martin, Boyerinck, Eigeman,
Reyst, Van der Valk Bouinan, Van Engelenburg,
Egter van Wissekerke, Vuyck, Brussée,
Mast hof, K. Biegman, Kers tens, Abr. Parmen-
tier, Zand voort en Tetterode (uit elke afdeeling
twee.)
Het eerst nam de heer Werkman het woord,
die, meae namens zyn collega's, het volgende
'sprak
Mynheer De Loos,
Veroorloof my, als vertegenwoordiger van
de Leeraren aan Uwe school, de gevoelens van
achting en genegenheid uit te drukken, die
wy voor U gehad hebben en steeds zullen
blijven houden.
Wat Gij als Directeur voor de Hoogere
Burgerschool te Leiden geweest zyt, wyst de
geschiedenis van deze school van zelve aan.
By de opening stondt Gy aan het hoofd, onder
Uw bestuur werd zy gedurende 35 jaren steeds
met eere genoemd naast andere goede scholen.
Al die jaren zyn tal van leerlingen heenge
gaan, die veel aan U te danken haddon en
vooral door Uwe leiding degeiyk voorbereid
waren voor den arbeid, die hen in de Maat
schappy wachtte. Ook na hun vertrek van
de school waart Gy steeds bereid hen met
raad, zoo noodig met daad, te leiden en te
steunen.
Doch Uw invloed by het Middelbaar Onder
wys reikte ver buiten de wanden van het
Gebouw op de Pieterskerkgracht. Zoodra eenig
belangryk punt betreffende dit onderwys, dat
nog in wording was, aan de orde kwam, waart
Gy de man tot wien velen zich richtten, om
dat zy, en terecht, vertrouwen stelden in Uw
oordeel en zeker waren, dat Uwe adviezen
met degelyke kennis van zaken werden uit
gebracht. Groot is dan ook uw aandeel aan
den belangryken invloed, dien het M. O. in
ons land heeft uitgeoefend.
By dat alles waart Gy voor ons steeds een
voorbeeld van stipte plichtsbetrachting als
leoraar, een tróuw raadsman als directeur.
Wij gevoelen allen, hoeveel wy aan U ver
schuldigd zyn, daar Gy onze taak, zooveel
zulks in Uw vermogen was, gemakkelyk en
aangenaam hebt willen maken.
Vergun my, als een klein bewys van onzen
dank, U dit eenvoudig geschenk aan te bieden.
Wy meenden, dat het U aangenaam zou zyn.
Ik wil ey den wensch by voegen, dat U nog
vele jaren gegeven mogen worden om in Uw
gelukkig gezin de welverdiende rust van een
met eere volbrachte taak te genieten.
Vervolgens sprak de leerling der vyfde
klasse C. Van der Hoeven de volgende woor
den tot den heer De Loos:
Hooggeachte Heer,
Vergun ook my, na hetgeen de heer Werkman
zooeven heeft gesproken, het woord tot u te
voeren uit naam uwer leerlingen, naar aan
leiding van het neerleggen uwer betrekking
als Directeur der Leidsche Hoogere Burger
school.
In de eerste plaats moet ik de tolk zyn
van hun groote erkentelykheid voor 't vele
goede en nuttige, dat zy door u en van u
hebben genoten.
Vooral wy ouderen, die onder uw leiding
zyn opgegroeid, die ons als kind onder uw
toezicht stelden, wy, die nu een leeftyd heb
ben bereikt, waarop wy met meer ernst de
toekomst inzien en het verledene herdenken,
wy vooral beseffen, wat gy voor ons zyt
geweest.
Waren het niet uw vaderlyke zorgen, uw
wyze raadgevingen, uw vermaningen, ja dik-
wyis helaas uw berispingen, die ons onder
het oog brachten, dat wy te weinig perk
hadden gesteld aan onze kinderlyke uitingen?
Hadden wy het niet aan u te danken, dat
wy ons dan weer leerden beheerschen?
G y bracht ons onze plichten onder 't oog,
wanneer wy die door speelschheid of andere
oorzaken hadden verzuimd.
Van den dag af dat wy 't gebouw op de
Pieterskerkgracht binnentraden om onze eerste
proeven af te leggen van de kennis die wy
op de lagere school hadden opgedaan, zagen
wy u in de vervulling van uw ambt. Wy
zagen tot u op, tot „de Directeur" als
tot iets verhevens, iets machtigs.
Gy waart het, die op dien dag het eerst
onze namen opriept, ons de lokalen aanweest
waar wy plaats moesten nemen en die ons
daarna het eerst gelukwenschtet met den
goeden uitslag van het door ons afgelegde
examen.
In die .dagen werd telken jare de band
gelegd tusschen u en uwe nieuwe leerlingen,
om in den loop van den cursus steeds hechter
te worden bevestigd. Door u werden wy aan
het einde van elk jaar tot hoogere klassen
toegelaten, -v
Ook gy waart het, die hen aanspoorde tot
meer yver en oplettendheid, wier getuigschrif
ten aantoonden, dat hunne vorderingen niet
waren zooals zy behoorden te zyn; doch ook
gy waart het, die h e n moed en volharding
inspraakt, die getoond hadden naar hun beste
kunnen te hebben gebruik gemaakt van het
onderwys.
Ik ben overtuigd, dat ik in den geest van
al de leerlingen der Hoogere Burgerschool
spreek, wanneer ik zeg, dat zy u, voor al het
jde dat gy voor hen deedt, oprecht dank
baar zyn en steeds dankbaar zullen blyven.
Uit hunnen naam zeg ik den dichter na:
„Al leeft uw naam, ook onze dank moet leven."
En hy zal leven 1
Doch beter nog dan de jongeren onder ons,
hebben wy u leeren kennen en uw streven
leeren waardeeren, die het voorrecht genoten
van u persoonlyk onderwys te mogen ont
vangen.
Geloof my, dat het ons niet licht zal vallen
ons in 't denkbeeld te verplaatsen, dat wy
nooit meer door u zullen worden ingewyd
in de geheimen van een leervak, dat wel een
van de schoonste en meest interessante der
Natuurwetenschappen mag genoemd worden.
De duideiyke wyze van doceeren en het
voortdurende geduld, waarmede gji steeds be
reid waart ons ophelderingen te geven in
moeilykheden, die door ons niet terstond be
grepen of opgelost konden werden, hebben
wy steeds op hoogen prys gesteld.
Al uw leerlingen en oud-leerlingen zullen
zich den tyd blyven herinneren, waarin zy
van u onderwys ontvingen, en die herinne
ring zal een aangename, een dierbare zyn.
By den aanvang van den nieuwen cursus
zal uw opvolger de plaats innemen, die gy
tot nu toe vervuldet. Doch wanneer wy, leer
lingen der hoogste klassen, ons die lessen
weder voor den geest zullen roepen, wanneer
wy spreken zullen van de inrichting waar
wjj 't eerste middelbaar onderwys ontvingen,
dan zullen wy u als Directeur blyven noemen.
Zoolang wy de Leidsche Hoogere Burgerschool
bezochten, waart gij onze Directeurvoor ons
zyt gy 't nog, voor ons zult gy 't blyven
Ook uit naam van den concierge en van
den amanuensis moet ik u hun harteiyken
dank overbrengen voor hetgeen door u is
gedaan ter bewaring van de aangename ver
houding die steeds tusschen u en hen al die
jaren heeft mogen bestaan.
Zjj hopen dat zy hun betrekking voort
durend naar uw wensch hebben -vervuld en
danken u nogmaals voor alles wat zy van u
hebben geleerd en ondervonden.
Wy allen begrypen, dat het u leed deed te
moeten scheiden van -datgene, wat gy liefhadt,
waaraan gy gehecht waart; wy begrypen,
dat het u moeite kostte tot bet besluit te
komen een betrekking neer te leggen, die gy
meer dan 35 jaar hebt mogen vervullengy
achttet het noodzakelyk dien stap te doen en
wy moesten er ons by neerleggendoch
geloof niet, dat het leed slechts aan uwe
zyde is.
Ook wy gevoelen wat het is, te moeten
scheiden van iemand, dien wy hebben leeren
eeren en hoogachten, van iemand dien wjj
met recht de trots van onze instelling mochten
noemen.
Eerigen tyd geleden vroegt gy in uw
schryven, waarin gy ons voor 't laatst vóór
het neerleggen uwer betrekking zoo hartelyk
hebt toegesproken, bij ons allen in goede
herinnering te mogen blyven.
Was die vraag niet overbodig? Zouden wy
u kunnen vergeten, aan wien wy zóóveel te
danken hebben, u die zóóveel hebt bygedragen
tot onze opvoeding en vorming? Zouden wy
onze herinneringen kunnen losmaken van
iemand, wiens werk steeds in ons belang,
steeds voor ons welzyn was?
Wees daarvan verzekerd, dat dit nooit het
geval zal zyn. Doch ook van onzen kant
hopen wy, dat de herinnering aan den tyd^
dien gy by ons hebt doorgebracht, ook voor
u een aangename, een gelukkige moge zyn.
Het was ons een behoefte u een klein bewys
aan te bieden van onze hoogachting, onze
groote genegenheid en innige dankbaarheid,
die wy u allen steeds zullen blyven toedragen
Zooals u reeds bekend is, hebben wy daartoe
uw portret door den heer Toorop laten ver
vaardigen, onder wiens leiding het ook van
een lyst is voorzien; wy hopen van harte
dat de uitvoering uw goedkeuring moge
wegdragen.
Tevens willen jvy u hierby iets over
reiken, dat een blyvend souvenir zal zyn
aan den tyd, dien gy in ons midden hebt
doorgebracht-.
Wanneer straks uw gedachten naar vroegere
dagen zullen terugkeeren en gy laat dan den
inhoud van dit album nog eens aan u voorby
gaan, moge dan de herinnering aan het
verledene en aan de omgeving, waarin gy
het grootste gedeelte van uw maatsehappelyk
leven hebt doorgebracht, voor u er eenigszins
door verlevendigd worden.
Uit naam van al uw leerlingen, van den
concierge en van den amanuensis der Leidsche
Hoogere Burgerschool bied ik u beide ge
schenken aan. Mogen zy nog menigmaal en
menig jaar lang door u worden aanschouwd
moge gy ons allen dan nog eens een
enkele maal herdenken. Wanneer gy dil doet
wees dan overtuigd, dat wy u met diep leed
wezen hebben zien gaan en dat wy steeds
van u zullen blyven spreken als van iemand
die ons lief was.
Ik wil eindigen met het woord van den
grooten Vondel: De goden mugen u al 't
goede loonen, dat gy aan ons hebt bewezen
Dat is ons aller wensch 1
Ten slotte richtte dr. J. Campert eenige
hartelyke woorden tot den heer De Loos.
Spreker herinnerde er aan, dat hy als leera&r
by het middelbaar onderwys was begonnen
aan de Leidsche Hoogere Burgerschool en
van den heer De Leos, als directeur, steeds
bewjjzen van welwillendheid had ondervonden.
Hy wees de leerlingen op hun afgetreden
directeur als een voorbeeld voor hen allen
van nauwgezette plichtsbetrachting.
Daarna bracht dr. Campert den hoer De
Loos den dank over van de Vereeniging van
Directeuren der H. B.-S. met vyfjarigen cursus,
voor alles wat hy voor die Vereeniging was
geweest, om eindelyk als inspecteur van het
Middelbaar Onderwys den afgetreden directeur
te danken voor alles wat hy ten bate van
dat onderwys had tot stand gebracht of
helpen tot stand brengen.
De heer De Loos was door al deze biyken
van belangstelling diep getroffen en betuigde
zyn dank aan allen.
Hiermede was deze eenvoudige plechtigheid
ékfgeloopen.
Het waren treffende oogenblikken, die ge
wis een diepen indruk hebben gemaakt op
allen, die tegenwoordig waren.