AD PUIKE KOFFIE, De Stad Maastricht, II. CALLEAiBERG, Donkerstecg 11. C. HÊYNIS Jul, Doezastraat Haarlemmerstraat 130, J. VAN OER STOK. Hear dan 500 stuks lil) LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 9 MËI. - TWEEDE BLAD. PERSOVERZICHT. ROLLANBET Co., 12- Els" van/750 voor ƒ5.75. IKOHSdULTE, Dames-Blouse-Hemden, Glacé Handschoenen, Corsetten, Nachthemden en Pantalons. NIEUW en HEERLIJK. ol Cent do 5 Ons, 898124 IJST HET MAGAZIJN yo i?Wf. Inno 1900. Do Ministor van Oorlog heeft afwijzend beschikt op een verzoek der moeder van <jen dienstweigerenden milicien Do Bruin, om dezen, na hét ondergaan van do straf, waartoe hy werd veroordeeld, ont slag uit den dienst te verleenon. Dozo be schikking is aldus gemotiveerd De Minister, overwegende, dat de bepalingen van do Militie wet niet toelaten, aan genoem den milicien ontslag uit den dienst of vrijstel ling van den dienst der militie te verleenen, en dat de omstandigheden, waarin deze ver keert, niet behooren tot de bijzondere gevallen, waarvoor ingevolge het bepaalde by artikel 127 van genoemde wet ontheffing van wer- kelyken dienst wordt verleend, heeft adres- sante te kennen gegeven, dat haar verzoek niet In gunstige overwoging kan worden genomen. Een andere beschikking op een dergelijk verzoek was niet te verwachten, zegt de Kampt)' Courant. Toegeven zou geweest zyn: dienstweigering aauwakkoron. Voor de bezwaren tegen don dienstplicht, 'onverschillig waaruit zy voortspruiten en onverschillig of zj) echt of voorgewend zijn, hebben wij niet het geringste respect. De wetton des lands moeten geëerbiedigd wor den: dit is oen plicht, dien elke staatsburger zich behoort voor oogen te stellen en waar voor alle bijzondere gevoelens moeten wijken. Zonder dat is do maatschappelijke orde onbe staanbaar. En daarom, al zou dan De Bruin heel zijn diensttijd achter de grendels moeten door brengen, de Minister mag hem niet ontslaan. Niet het gezag moet voor De Bruin wijken, maar deze moet zich onderwerpen aan de wet. Het verzoek der moeder is nu afgewezen, maar er komen van andere kanten adressen in gelijken geest opzetten. De sociaal-demo craten, tot wier geestverwanten De Bruin behoort, zijn weder ijverig aan den gang om ook van dezo zaak een agitatie-midd9l te maken. Zy stellen De Bruin voor als oen beklagenswaardig slachtoffer van willekeur cn onrecht. Maar dat is kwade trouw. Het moet voor ieder, die maar een oogen- blik nadenkt, duidelijk zijn, dat, wanneer aan Do Bruin kwijtschelding van verderen dienst werd verleend, het aantal dienstweigeraars by de militie zou toenemenmaar ook, dat luen zich aan andere plichten, door de wet opgelegd, zou trachten te onttrekken. Want waarom zou men zich den éénen plicht mooten laten welgevallen en den anderen niet? Belastingplichten bijvoorbeeld drukken velen voel zwaarder dan de militieplicht drukt en er zou ook wel tegen belastingen een gemoeds bezwaar zijn uit te denken. De Nieuwe Arnhemsche Co trant schrijft o. a. over Volksweerbaarheid: Er is een beweging ontstaan om leden te werven voor de veveeniging „Volksweerbaar heid", welke ongetwijfeld een hoogst nuttige en grooto zaak dient. Brochures, circulaires, couranten artikelen, lezingen en vergadoringon, alios wisselt elkan der dagelijks af. Zoo was het ook in 1866, by het toon droigendo oorlogsgevaar, evenals nu by den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Maar, als de roede van het lijf is, worden de slagen vergeten, en als het gevaar voorbjj is, daalt de belangstelling in de wapenoefe ningen. Dit is de les der geschiedenis, even oud Als het Ilollandsche volk, getuige de uit- cpraak van een der gebroeders De Wit. Als men nu de menschen sproekt, die op dit gebied ervaring hebben opgedaan, dan komt men niet gemakkelijk or toe, zich in te spannen voor de groote zaak, want de lamp, die aanvankelijk als -een electrisch licht schittert, verzwakt al spoedig in licht sterkte en laat niet veel meer over dan een schamel vlammotje, dat men zelf moet onder houden door aanhoudend er bij te waken en brandstof aan te vullen. Dit is óók een les der geschiedenis, die zich trouw herhaalt bjj alle vrijwillige vor- oenigingen. Zonder dwang geen vereeniging, en van dwang moet het Hollandsche volk niets Lebben. Er is maar éón middel, om hot doel, het nuttige, groote doel, te bereiken, en dat is: tnsschenkomst der Regeering en dor wet gevende macht. Wil men dit niet, laat dan de zaak varen, wacht maar af. Wijs niet op Duitschland, Zwitserland, Engeland, want d&t zijn geheel andere volken; er is geen overeenkomst, dus geen vergelijking. Toen de conscriptie zou komen, dacht men, dat deze in ons land nooit zou opgaan en toch ging het goed. Zoo was het ook met de militiowet van 1861. En toen de persoonlijke dienstplicht zou komen, werd er door een voornaam volks vertegenwoordiger beweerd, dat wjjlen keizer Wilhelm I gezegd had, niet te begrijpen hoe het mogelijk zou zijn zonder een grooten oorlog of zonder revolutie dat diep ingrijpende beginsel in een land in te voeren. En het is toch doodbedaard ingevoerd I Zoo ook leerplicht, belastingplicht en wat nog volgen zal. Een volk moet eens aanzijn plichten herinnerd worden, anders vervalt hot in bederf. Na zyn denkbeelden te hebben ontwikkeld op welke wijze de militaire oefeningen voor het volk zouden kunnen worden geregeld (in elke plaats, waar een garnizoen is, een militaire instructeur en onder toezicht van provinciale inspecteurs en vrije keuze wat betreft de oefeningsuren) meent het blad, dat op die wijze de bedoeling van „Volksweer baarheid" tot een goedo uitkomst kan wor den gebracht, zonder veel kosten, zonder be- stuursgeharrewar, zonder veel soesa en leidende toteen gemakkoiyken overgang in algeme^nen weerplicht naast algemeenen leerplicht. Doch de beweging moet van officieele zyde worden geregeld. Zoekt men langs geheel particulieren weg zijn doel te bereiken, dan voorspelt het blad een vroegen dood aan de Vereeniging, met haar 6choon, nuttig en groot doel. De heer W. C. Schönstedt, luit.-adjudant der grenadiers te 's-Gravenhago, heeft in een artikel in De Kampioen een beroep gedaan op alle wielerclubs in den lande, om de ver eeniging „Volksweerbaarheid" krachtdadig te steunen. Schr. noemt vierderlei verrichtingen, die in oorlogstijd aan wielrijders kunnen worden opgedragen. Deze z\jn: lo. het verkennen van vijandelijke opstellin gen of troepen, wegen, plaatsen, rivieren, enz. 2o. het overbrengen van berichten; 3o. het tijdig en tijdelijk bezetten en vast houden van voorwaarts gelegen punten, als bruggen, stations, wegenknoopen, onz. 4o. het vernielen van voorwaarts golegen overgangen, bruggen, rail-verbindingen, enz. Ofschoon bij deze verrichtingen praktijk de hoofdzaak is, zullen ze toch niet met vrucht plaats hebben, indien er geon theoretische leiding aan is voorafgegaan. Tot die theoreti sche leiding behoort byv. de kennis van ver schillende militaire uitdrukkingen, de organi satie en sterkte van de verschillende wapen- soorten en strydeenheden, hot schatten van troepensterkten en afstanden, het kunnen lezen van militaire kaarten, het opstellen van een militair bericht, de kennis van de vernielingswyze van overgangen, rail-verbin dingen, enz., het maken van hindernissen, het maken van een terreinschots. By het verkennen is het wenschelyk, dat twee vereenigingen stel byv. Leiden en Delft tegen elkaar optreden. Do Vereeniging uit Leiden rjjdt langs een willekeurigen weg naar Delft; de Vereeniging uit Delft tracht, door zich in allerlei onder dooien te splitsen, de sterkte van de club uit Leiden te verkennen, de bijzonderheden waar te nemen en brengt daarvan een goed ge schreven rapport uit aan haar commandant, die dit weer ter hand kan stellen aan den officier, die zich met het theoretisch onder richt belastto. Het overbrengen van berichten is natuur lijk veel eenvoudiger. Men kan eon bericht ineens overbrengen of zulks doen mot behulp van relaisposten. Indien alle wielrijders ver eenigingen in ons land gonegen waren in de richting van „Volksweerbaarheid" mede te werken, zou het geheele land overdekt kun nen worden met oen stelsel van relais-poston. Hiertoe zoude vereischt worden, dat de namen der clubs bekend waren, die genegen zijn by oorlog voor de doorzending van berichten to zorgen. Een practische oofening voor het overbren gen van berichten zou byv. zyn om met be hulp van verschillende clubs een bericht van Groningen of Maastricht naar 's-Gravenhage te brengen. Wat het t(jdelyk bezetten van voorwaarts gelegen punten betreft, deze oefeningen win nen zeer in aantrekkelijkheid, wanneer eenige clubs hiertoe samenwerken, waarbij een ge deelte tracht te bezetten en een ander gedeelte dit tracht te verhinderen, waarby het begin sel, dat zwakkere afdeelingen steeds 5 K.M. teruggaan voor sterkere, moet gevolgd wor den. By het eventueel vernielen van een overgang kan men aannemen, dat zoo iets lukt, wanneer de afdeeling een half uur of oen uur ter plaatse heeft kunnen verblijven, zonder verjaagd te zijn. Verder komt het my zeer geweDscht voor, dat de clubs zich oefenen in hot schieten. Hiertoe is noodig, dat zich in iedere club vormt een 6chietvereeniging, die aan het ministerie van oorlog aanvraagt geweren M Vit* In groote lynen zouden de oefeningen hierop neerkomen, dat ieder clublid met het geweer aan den riem over den schouder (en den grondel in zyn zak; Wapenwet) afreed en deelnam aan een schietoefening, die in een nabygelegen plaats (20 30 KM. hoogstens) gehouden werd. Zullen de wielrydersvereenigingen in de door my bedoelde richting werkzaam willen zyn? Ik hoop het van harte. Laat men toch begrijpen, dat om mede te werken tot Volks weerbaarheid" het niet voldoende is om zyn kwartje of meer te offeren, maar dat men zich zelf moet geven. Eerst dan kan „Volksweerbaarheid" worden een feit in plaats van oen ydelen klank. In oen artikel met het opschrift „Een bedenkelyke samenkoppeling" komt De Ttjd op togen do door het Handelsblad geuite meening als zou de vervroeging der meerderjarigheid, die de minister van justitie voorstelt, ook vervroeging van den leeftyd, waarop men het kiesrecht krygt, ten gevolge moeten hebben. „Of de wet het begin der meerderjarigheid al van drie en twintig op een en twintig jaar brengt, daardoor wordt, schryffczy, do geschikt heid om kiezer te zyn in geen enkel opzicht vorhoogd. De jongo man van een en twintig jaar blyft wie hy is en geheel zóó hy is, de wetgever moge hem meerderjarig heeten of niet. Daarby komt, dat de vervroeging van het tydperk der meerderjarigheid slechts voor zeer gering percentage der manlyke bevolking beteekonis zal hebben. Bepaaldelijk in die kringen, waaruit reeds tegenwoordig het grootste gedeelte van het kiezerspersoneel bestaat, zal men van de voorgestelde wets- wyziging, als deze eenmaal is aangenomen, slechts by uitzondering eenig gevolg onder vinden. Reeds nu gevoelt de jeugdige arbeider zich op een-en-twintigjarigen leeftyd in den regel volkomen zelfstandig; zyn vervroegde meerderjarigheid zal daartoe niets bijbrengen." Bedenkelijk en roekeloos schynt aan Dc Tijd in het algemeen het streven, om langs allerlei zijpaden, zonder met juistheid te weten of althans te zeggen waarhoen en hoever men gaan wil, te streven naar nieuwe hervorming en nieuwe uitbreiding van ons kiesrecht, hetwelk nog geen vier jaar geleden op zóó groote schaal hervormd en uitgebreid werd. Dat sedert op eenigerlei wyzo de wensche- lykheid van een nieuwe uitbreiding gebleken is, wordt door De Tijl ton sterksto ontkend. Doch in elk geval, wanneor men, om wolko reden ook, uitbreiding van kiesrecht bogoort, dient dit vraagstuk zelf, in zyn geheel, met al hetgeen daaraan verbonden is, aan do orde te komen en van alle zyden bezien te worden. Wat men nu van zekere zyden schynt te beoogen is, meent De Ttjddoor partieele uitbreidingen (by een herziening van, naar het heet, bloot technische bepalingen dor Kieswet, thans ook ten gevolge van den meerderjarigheidsleeftyd) de socialistische en radicale voorstanders van algemeen stemrecht en de mannen der „Liberale Unie" tevreden te stollen; een streven, hetwelk h. 1. uit zyn aard vruchteloos zal blijven, doch waar- tegon zy ten ernstigste wil geprotosteerd hebben door allon, die met haar van meening zyn, dat na de regeling van het kiesrecht, nauwoiyks drie jaar geledon, van verdere uitbreiding vooreerst geen sprake behoort te wezen, on dat, moet ooit verdere uitbreiding komen, die allerminst langs slinkschen weg behoort te geschieden. Is nu waarlyk elk middel goed genoegom de Ongevallenwet te bestoken en zoo mogeiyk haar val te bewerken? Dozo vraag kwam by ons op, zegt de Arnhemsche Courant toon wy de sociëteitspraatjes" lazen, welke door een correspondent uit Den Haag aan De Tijl werden overgebriefd en die dit conservatief-katholieke blad het afdrukken waard achtte zelfs in den tyd, toen de werk staking in de typographische vakken te Amsterdam de redactie noodzaakte zuinig op haar ruimte te zynt Die Haagsche briefschryver dan is zóó goed ingelicht, dat hy weet te vertellen wat or in de vergaderingen van den Ministerraad omgaat. Enkele maanden geleden heeft de Minister Lely er de demping {sic f) van de Zuiderzee in ter sprake gebracht, maar zonder succes; zyn ambtgenooten vonden het denkbeeld wel heel fraai en grootsch, maar te duur; alleen de heeren Goeman Borgesius en Eland waren hem by gevallen, en toen hy later „handig" gebruik maakte van een lapsus linguae van den hoer Pierson, om nog eens de zaak te berde to brengen, moet laatstgenoemde „zich hierover erg boos gemaakt hebben en de heer Lely ook van zyn kant vuur hebben gevat, zoodat er een vry hevige gedachtenwisseling heeft plaats gehad, die haast tot een gedeoltoiyke ministeriëele crisis heeft geleid. Dat gevaar is zoo ai niet bezworen, dan toch uitge steld" en dan volgt de perfide insinuatie, dat sommigen leden van het Kabinet de verwerping der Ongevallenwet door de Eerste Kamer niet onaangenaam zou zyn, omdat dit een goede gelegenheid zou wezen om den heer Lely te loozenl „Dat alles zyn echter, ik herhaal het," zoo voegt deze brave anonymus er by „sociëteitspraatjes, die, ook al komen zy uit kringen, welke gelegen heid hebben om veel te hooren, toch maar betrekkelyke waarde hebben." Niettemin brieft hy ze over en laat De Tijd ze drukken l Wie weet, als er by gevoegd wordt, ook al zuigt men ze uit z'yn duim, dat zy afkomstig zyn „uit kringen, welke gelegen heid hebben om veel to hooren", of zo niet nog pakken, 'tIs Basile waardigCalomniez toujours, il en restera quelque chose. Het is echter al te grof en nauwo iyks te gelooven, dat er iemand dupe van zou kunnen zyn. Immers, do Ongevallenwet draagt de onderteekening niet van den minister Lely alleen, maar ook die der ministers Pierson on Cort van der Linden en door de verwerping van zulk een principieelo wet, waarvan het geheele Kabinet de politieke verantwoordeiyk- heid draagt, zou alleen de minister van water staat, enz. getroffen worden l Waarlyk, De Tijd kon haar beperkte ruimte beter gebruiken dan voor zulke bakerpraatjes. In het Haagsche Dagblad zet de heer Van Outshoorn veel bezwaren tegen de Onge vallenwet uiteen. De workman komt er door in slechteren toestand. Het klinkt heel mooi, dat de werkgever do promie niet mag aftrekken van het loon, anders gezegd: dat de loonen niet mogen gekort worden om de vermeerdering der bedrijfskosten to dekken. Maar niet voorkomen kan worden, dat de loonstandaard in het algemeen na de invoering der wet lager wordt, en dus de zelfstandig heid en do vrye ontwikkeling voor den arbeider bezwaarlijker worden. „Hij was op weg zelfstandiger, in ethischen en economisclien zin, te worden. Door samen werking met lot- en standgenooton kan hij hopen zich een betere toekomst to verzekeren. Dat alles zal hem in het vervolg ontgaan. In zyn initiatief gekortwiekt, begunstigd op het papier en niettemin verongelykt, zal hy de hulp ieeren mispryzen, die hem, in weerwil van het Burg. Wetb., tot een eouwigon min- deijaiige stempelt." De heer Van O. zegt geheel in te stemmen o. a. met wat onlangs door den heer 's Jacob, burgemeester van Rotterdam, in do Eerste Kamer over Staatsbemoeiing is gezegd; dat de machtige Staat de arbeiders wil terug dringen tot de vroegere zorgeloosheid, door hen op te dringen zich de economisch zwakken te noemen. „Do radicale wyze, waarop dit Min. meent to moeten ingrypen, vornietigt al dit work, al het goede, dat is tot stand ge komen met bedoeling om den werkman op te hellen, te ontwikkelen en hom krachtig te doen zyn in den stryd om het bestaan." De heer Van O. voorziet voorts de volgende gevaren lo. De werkgever, die een vaste som betaalt aan hot ondersteuningsfonds, wordt zorge- loozer. Men raadplege, zegt hy, do Duitsche ongevallen-statistiek; 2o. de voorgewende ongeschiktheid zal menigvuldiger worden, wat een zedolyk nadeel is; het medisch toezicht zal scherper moeten worden; 3o. hot feit, dat het weduwpensioen ophoudt by hertrouwen, zal leiden tot gevolgen, door mr. Lobman in de Tweede Kamer mot weemoedige vèr-ziend- hoid aangewezen. De heer Van O. meent, dat zy, die hy noemt do neo-liberalen, hoe langer lioo verder afwyken van het hoofdbeginsel der echt liberale leer: vrije samenwerking, de eenig gezonde ^orm van sociaal-wederopbouwende actie. „Een afkeur..- slag als naar aan leiding van de Ongev,.llenwet door d® Eerste Kamer is uitgebracht, zal wol tot do groote zeldzaamheden behooren", zegt Do Nederlanderdie echter „volstrekt niet zeker is, dat het ontwerp zal worden verworpen," want De Nederlander mag het „tot zyn eer" zeggen de Minister heeft een groote over redingskracht. Hy weet wat hy wil, en dringt zyn meening, aan welker onfeilbaarheid hy wel oens schynt te gelooven, aan anderen op. Hy werkt soms op het gemoed, en ook weet hy van de zwakke zyde dor redeneering zyner tegenstanders handig gebruik te maken. Toch gelooft De Nederlander niet, dat door den man, die wel een goed ingenieur, maar geen industrieel is, de Eerste Kamer zich in dezen zal laten leiden. Alleen als alleeischen der practyk worden voorbygezion, is de aan neming dezer wet mogelyk. Anders niet. Het wordt ons kwalyk genomon - zogt De Nederlander, met toespeling op uitlatingen van de Arnhemsche Courant als wij be weren, dat zy, die op aanneming der wet om politieke redenen aandringen, moer het oog hebben op de kiezers van 1901 dan op do arbeiders. Maar vraagt het blad hebben wy niet het recht zóó te spreken, wanneer telkens en telkens weer de aandacht gevestigd wordt op de politieke gevolgen, die een verwerping zou kunnen hebben: Op hot aftreden van min. Lely; van meerdere minis ters; van het geheele Kabinet; op het gevaar bedwingt uw lach l voor het bestaan der Eerste Kamer l Wat heeft dit alles to maken met de quaestie of de lasten door do industrie kunnen gedragen worden? De Nederlander blyft het Deensclie stelsol aanbevelen en hoopt nog steeds, dat de Eerste Kamer ons behoeden zal voor een stelsel, dat in allerlei opzichten onbruikbaar zal zyn. Geheel anders Dc Haasbode, die spot met „eenige" leden, die blykens het Voorloopig Verslag oordeelden, dat alles wel biyven kon, zooals het is; maar dit groepje aanhangers van het oude laissez passer, zegt De Maasbode, is blykbaar gering in aantal. Dat dan ook de Eerste Kamer blykt in beginsel niet tegen een Ongevallenwet op te zion, strekt haar, volgens het Katholieke Rotter- damscho orgaan, tot eere. Het verslag ver meldt uitdrukkelyk, hoe „do meeste leden erkenden, dat de verplichting om don werkman by een ongeval In z\jn bedryf scha deloos te stellen, by de wet behoorde erkend te worden en wettelyke regeling behoefde." De Maasbode blyft betreuren de onhandig heid van min. Lely, om hot groote amendo- ment-Kuypor togen te werken. De wet, naar Oostenryksch model bewerkt, is omslachtig en. dwingend. Maar zou om die reden verwer ping gerechtvaardigd zyn? In geonon deelo, antwoordt De Maasbode. De waarschyniykheid van een beter ontwerp binnen korton tyd is gering. Daarom eerst voor de zwakken en onterfden gezorgd, on vervolgens alles in hot werk gesteld om het nadeel, aldus aan de zyde der patroons toegebracht, te vergoeden. En die vergoeding ligt in: de aanneming, en zoo mogelyk uitbreiding, van het door deze Reg. ontworpen tarief van invoer rechten. Wat onze nyverhoid dan oonerzyds leed, kan haar anderzyds dubbel vergood worden. De Werkmansbode zegt: Komt het tot verwerping, dan zou dat te eerder te betreuren zyn, omdat van dit ont werp, wordt het wet, by uitzondering gezegd kan worden, dat het in veel opzichten gunstig is, en het eonigen voorsprong heeft op onge veer geiyke buitenlandsche wetten. Weldra zal het 3'/i jaar geleden zyn, dat het eerste ontwerp de Tweede Kamer bereikte. Gesteld, dat de Eerste Kamer hot ontwerp aanneemt, dan zal er nog heel wat kunst- en vliegwerk dienen te worden aangewend, opdat de wet 1 Januari 1901 in werking kan treden. En verwerpt de Eerste Kamer hot wetsont werp, dan is het einde nog niet te voorzien. En intusschen volgen de ongovallen elkander, niet dag aan dag, maar uur aan uur op on hebben we de wetenschap, dat de getroffene of hun weduwen en kinderen zoo nietgehóól onverzorgd dan toch zóór onvoldoende ver zorgd zyn. Dat ook leden der Eerste Kamer dit inzien en zy uit dien hoofde de belangen van maar weinig groote werkgevers onder geschikt zullen achten aan die van do werk lieden in het algemeen, mag worden aange- nomon. Te hopen is maar, dat zulks het go- val zal zyn met haar meerderheid. NIEUWE RIJN 3, Agonton der Stoomvaartmaatschappy „Nederland." Zoowel voor passage-bespreking als verzending van goederen. Zee-Assurantiën. 1490 9 3FJ:ri:oa.Êï, verschillende dessins, ongeregelde prjjs In geregelde soorten steeds voorradig alle maten 12-els vanaf 4. 60, enz. bijpassende Bedkleedjes 39 Cts' MEN VRAGE ZICHTZENDING, 4167 30 Aanbevelend, Haarlemmerstraat 72, o. Viouucntceg, ZWARTE en GEKLEURDE KOUSEN, a in rnimc keuze voorhanden. 4037 24 Koningin-Regentestaart, Kroortaart, Enveloppentaart, Waaiertaart. Deze Taarten munten uit door lmn eigenaardige vorm, zijn een sieraad op tafel en bijzonder geschikt voor alle Feestgelegenheden. Aanbevelend, M. JT. BERN SEN, 3674 18 Conflseur, Cuisinier, Breestraat 15 7. wordt van nf heden het volgende voor de daarby laag genoteerde pry's verkocht, slechts voor zoolang de voorraad strekt: Kooktoestel met vier pitten met grooten Ketel en Pan en Lekbladf 7.— Kooktoestel met drie pitten met grooten Ketel en Pan en Lekblad4. Kooktoestel met twee pitten met grooten Ketel en Pan en Lekblad3.50 Kooktoestel met één pit met grooten Ketel en Pan en Lekblad3.— Petroleum-Snelkoker met Ketel en Lekblad1.25 Compleet wit Granieten Tafelservies 67 stuks20.— Compleet gekleurd Tafelservies 67 stuks17.— Compleet gekleurde Waschstellen, nieuwe modellen2.75 Compleet porseleinen gekleurd Tafelservies 67 stuks25.— 2 Fyn gedecoreerde Bloempotten op Tafeltjes te zamen3.— Blauw Zwiebel-porseleinen Theeservies met 12 Koppen en Onyx-Blad met ooren, alles te zamen 4.— Compleet Zwiebel-porseleinen Ontbijtservies7.— lste Qualiteit Fransch porseleinen Koppen en Schotels per dozijn1. lste Qualiteit nikkelen Theepot met Stoofje, te zamen4.— Best loopende nikkelen Wekkers1.2o 3773 in Beleefd aanbevelend,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 5