II*.12328
Ac. 1900
Qeze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad
PERSOVERZICHT.
Wbenedag 3"M!ei.
LEIDSCH
DA&BLAB.
PBXJ8 DEZZB OOUBAUTt
Voor Lelden pér S maanden» i i i i._.ê i 4 i it
'Franco per poet
Afzonderlflko Nommer»
t
4
J* J 4 1.4k
0.06a.
PRIJS DEE ADVEETENnÊHt
Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor het tacaaseeren bulten de stad
wordt f 0.05 bereken!
De Nederlander bespreekt eon. k lac-fat^
/.angeheven door den heer Yan Kol in dé
Indische Gids.
In 1871 werd een wetsontwerp ingediend
voor den aanleg van Staatsepooi-wegen op
Java, dat 73 millioen zou kosten, en waarvoor
30 nnilioon uit de Indische kas aanwezig
vraren. Slechts 2 millioen kon jaarlijks ver-
1 werkt wordendaarom werd het onnoodige
bedrag voorloopig bestemd tot amortisatie
van Nederlandsche staatsschuld. Niettemin is
in '83 een leening voor Indiö aangegaan,
zonder daarvan de 80 millioen af te trekken,
welke vroeger door de Nederlandsche Regee-
^ïng „in bewaring" was genomen.
l)e Nederlander noemt de klacht, die de
.heer Van Kol daarover aanheft, niet nnge-
(gron d.
Maar de schrikbarende wijze, waarop de
^.heer Yan Kol dit deed, de Regeering uit
makende voor al wat leelijk is en gewagend
^yan „dezen brutalen millioenenroof", noemt
'<be Nederlander „een gebrul", waarvoor te
^inindor aanleiding was, nu vaststaat, dat
•reeds lang te voren, naar het blad meent in
•1892, het Handelsblad op deze zaak heeft
gewezen.
Het lijdt bij ons geen twijfel, zegt De
jNederlander dat, zoodra de Kamer, lieffct
p wat bezadigder wijze dan de heer Van
Kol doet, op dozen toestand is aandachtig
gemaakt, de zaak weer in orde zal worden
gebracht; althans indien de voorstelling er
van juist is. Onze nationale schuld, tijdelijk
«Verminderd met gemeld bedrag, zal wederom
jdaarmee moeten worden verhoogd, en de
sente van die verhooging zal door Nederland
Jnoeton worden opgebracht.
Restitutie aan Indiö van millioenen, die
'\vQ, zonder iemands tegenspraak, als ons too-
kamende hebben gebruikt, zou niet z\jn herstel
un onrecht, maar het doen ontstaan van
nieuw onrecht. ZQ zou zeer ten bate komen
van hen, die veel financiöele belangen in
Indiö hebben en gaarne daar een hoop
millioenen zouden gebezigd zien, die hun
ondernemingen ontzaglijk in waarde zouden
doen rijzenmaar zQ zou niet ten bate komen
van hot voorbijgegane geslacht van Javanen,
dat misschien moer dan noodig en billijk was
voor Nederland heeft moeten arbeiden.
Datgene echter, wat wij zelf erkend hobben
als toe te behooren aan en bestemd voor
Indiö, kunnen wij niet terughouden zonder
ons aan onrecht schuldig te maken. Hetgeen
Engeland thans misdoet tegen een klein land
als Transvaal moet ons meer dan ooit dringen,
onzerzijds gerechtigheid in acht te nemen
'^tegenover een zwakker dan wy, ten minste
>als onze verontwaardiging over het door
^Chamberlain c. s. gepleegde onrecht ietB anders
lis dan huichclarQ of zelfbedrog.
Hot anti-rovolutionaire orgaan De Hollan
der maakt de volg'uide kantteokening op
de bekendo „D a n k o t u i g i n g" van dr.
'Schaepniiin:
„We kunneii moeilijk gelooven, aat deze
proclamatie, of hoe m»n deze „dankbetuiging"
noemen wil, een gunstigen indruk zal maken
op do ovorgroote meerderheid dor R.-K. party.
Dr. Scbaepman heoft aan „zjjn bescheiden
meening" een vorm gegeven, die niot onwaar-
achQnlQk aan velon, bekend met zjjn aandeel
ln de werkzaamheden der Tweede Kamer,
niet zeer bescheiden zal voorkomen. Het ls
alsof hier een veldheer tot zQn troepen spreekt.
En het Is bekend genoeg i s dr. Schaep-
man oen veldheer, d&n is by dat zonder leger.
In dit opzicht goiykt hy op Groen van Prln-
sterer. Of de vergeiyking ook verder opgaat,
zullen we nu maar niet uitpluizen.
Dit is intusschen zeker, dat De Residentiebode
andere denkt over de stem, door de heeren
Schaepman en Kolkman uitgobracht Dat blad
toch schreef, n& de beslissing der Tweede
Kamer, dat het voor den heer Kolkman een
pyniyke en hoogst moeilyko zaak zal zijn
geweest om tegen het gevoelen in van zyn
geloofsgenooten in de Kamer voor te stemmen.
Dr. Schaepman denkt daar anders, denkt
daar heel luchtig over.
In do derde plaats klinkt dat „moeten,
opgelegd door overtuiging, eer en geweten"
wel heel mooi, maar toch ietwat zonderling,
als men de eerste rede, door dr. Schaepman
uitgesproken over de Leerplichtwet, in verband
brengt met het intrekken van zjjn motie.
We hebben over dat intrekken herhaaldeiyk
ons gevoelen gezegd. Ook De Standaard heeft
het inoonsequente van dr. Schaepman's houding
aangetoond.
Het schynt ons inderdaad, zelfs voor eon
dichter als de heer Schaepman, wel wat al
te kras zóó de fontasle als in zyn „dank
betuiging" te laten werken."
Tn een artikel van het ütrechlsch Dagblad
werd betoogd, dat Nederland wèl zou
doen met zich aan een der g r o o t e
mogendheden nauwer te verbinden,
om zich voor de gevaren te behoeden, die
uit zijn internationale positie als een kloiae
Staat met groote en begeeriyke koloniën in
de tegenwoordige omstandigheden voortvloeien.
Wie liet daarmede ook eens moge zyn, zeker
niet de oud-nimister Seyffardt. In een inleidend
woord, door hem voor een vlugschrift van
den heer 0. M, J. Muller Massis „Een Weer
baar Volk" geplaatst, schryft by o. a.
„Wy Nederlanders zQn geen weerbaar volk,
maar kunnen wy het nog niet worden?
Moest op die vraag „neen" worden geantwoord,
dan zouden zy geiyk hebben, die een meer
of minder nauwe aansluiting aan een machtige,
naburige mogendheid bepleiten en daarby al
zeer weinig denken aan de zoo groote vryheid
van handelen en denken, die in ons lieve
Vaderland door ryk en aim wordt genoten;
een vryheid, die dan zeker zoude wordon
ingekort, zelfs al behielden wy meer of minder
don schijn van een onafhankelijk voortbestaan.
Doch er kan, er moet „ja" worden geant
woord op bovenstaande vraag. Zeker, wy
kunnen oen weerbaar volk worden, mit-s de
wil er toe is en die wil in de eerste plaats
worde opgewekt by de jeugd, by de jongeling
schap, Neerlanda hoop en tookomst, die geen
Jan Salies, doch Jan Kordaats moeten werden.
Dat is de oenige voorwaarde, waarop wy kans
hebben een vry volk te blyven. Noodig is
dus: wilskracht om tyd, moeite en geld op
te offeren om zich en anderen weerbaar te
te maken; noodig is niet minder: workelyk
warme liefde voor onze vryheid, voor ons
vadorland, voor onze Koningin".
In het vlugschrift, dat door den heer
Seyffardt wordt ingeleid, wordt de vraag
beantwoord, hoe wy een weerbaar volk
kunnen worden. Na in de eerste twee hoofd
stukken algemeene beschouwingen te hebben
gegeven over de noodzakeiykheid voor elk
volk en dus ook voor het onze om weerbaar
te zyn of te worden, als voorwaarde om in
de ry der natiön een zelfstandige plaats te
blyven innemen, en na in het derde hoofd
stuk hot doel van de jonge Yereeniglng
„Volksweerbaarheid" duideiyk uiteengezet en
een warm woord gesproken te hebben, om
op te wekken tot het maken van volks
weerbaarheid tot een volkszaak, wyst hy in
de volgende vyf hoofdstukken aan, hoe wy
een weerbaar volk kunnen worden. Hy acht
daartoe noodig: lo. hot bevorderen van
lichaamsoefeningen om het volk physiek
sterk te maken; 2o. het deelnemen aan het
voorbereidend militair onderricht; 3o. het
deelnemen aan of het oprichten van schlet-
vereenigingen en weerbaarheidsvereenigingen
4o. het diens tuomen by het reserve-kader.
De Amsterdammer toonde ernstige onte
vredenheid over de benoeming van
m r. A. A. P 1 e r i n, officier van justitie te
Almeloo, tot officier te Haarlem.
Deze benoeming, een niet geringe pro
motie voor den benoemde, zal te Almeloo
en daarbuiten in hoogo mate de aandacht
hebben getrokken, zegt het blad.
Zooals bekend Ie, i3 deze ambtenaar be
trokken in de strafzaak tegen don heer N.
F. Snel, die wegens beleediging van den
officier van justitie in het door hem geredi
geerde Twenfsche Zondagsblad veroordeeld is
tot een boete van f 300, yan welk vonnis
de veroordeelde in hooger beroep is gegaan.
De bijzonderheden, ter terechtzitting mede
gedeeld, in herinnering brengende, zei De
Amsterdammer
„Nu staan we voor het geval, dat het Hof
het door de rechtbank van Almeloo gevelde
vonnis beeft te toetsen; m. a. w. heeft uit
te maken, of mr. Pélerin als officier van
justitie zyn plicht heeft vervuld en zich niet
op zoo onbehooriyke wijs heoft uitgelaten
tegen Bos; en later ook tegen den getuige
Hoyer over den heer Snel, als uit het verhoor
scbynt te biyken; maar, als sprak mr.
Pólerin's onschuld vanzelf reeds, geeft de
Minister niet in woorden, maar sterker dan
in woorden, d. i. door de daad dezer promotie,
te kennen: Bljjf me van mr. Pélorin afl HQ
is niot alleen onberispelijk, maar verdient een
belooning, een pluimpje, dat ik hem bij voor
baat al gaf. Plomper, grover kan er op een
rechtbank of op een Hof al niet geïnfluen
ceerd dan eooals de minister Yan justitie zich
thans dit, laat ons aannemen in onnadenkend
heid, veroorlooft".
Naar aanleiding van deze benoeming zegt
het blad verder, dat het beleid van minister
Gort van dor Linden niet geschikt is om den
oer bied on het ontzag voor ons recht en onze
rechtspraak te verhoogen.
De critiek op het beleid van den Minister
is dan ook lang niet malsch.
„Ofschoon hy zelf verklaren moest", zoo
lezen wy „dat aanvulling der bepalingen
op revisie van strafvonnissen noodig wasen
minstens half Nederland er aan twyfelde of
drie personen, die gevangenisstraf ondergingen,
niet onschuldig veroordeeld waren, achtte hy
het toch overbodig, tot zulk een wijziging
der wet het initiatief te nemen. Als minister
had hij de zaak-Hogerhuizen onderzocht, dat
wil zeggen by Rechtbank en Hof geïnformeerd,
en een minister is natuuriyk zoo'n gonJe,
dat by de duisterste zaak op die manier voor
zichzelf wel tot klaarheid kan brengen.
Had ooit een minister van justitie een meer
doorslaand bewys kunnen geven van de...
gemakkelijkheid, waarmee hy het dubieuze
in de rechtspraak durfde laten voortbestaan 1
Een ander feit, in betrekking tot deze
zelfde zaak, is de weigering aan den vader
van den heer Troelstra om den zoon gratie
te verleenen.
Ieder gevoelt, dat het onrecht ls, den heer
Troeletra een maand gevangenisstraf te doen
ondergaan, omdat hy, door een officier van
justitio te beleedigen getracht heeft een her
ziening van het vonnis, over de Hogerhutzen
uitgesproken, mogoiyk te maken, en het eenige
middel, om dat onrecht te keeren, het middel,
dat hy in den naam der Koningin heeft toe
ta passen, laat Z.Exc. ongebruikt.
En nu komt do zaak Snel; nogmaals oen
beleediging van een ambtenaar van het openb.
ministerie, maar ditmaal oen ambtenaar, over
wiens daden en over de geloofwaardigheid
van wiens woorden het Hof nog teoordeelen
heeft; en Z.Exc. zendt hem in glorie naar
Haarlem, als wist hy nu reeds, dat zyn
ambtenaar niets ten la3te kon wordon gelegd.
Wy zyn hier te lande zeer gehoorzaam;
we trokken ons niet spoedig lots aan on
verzotten ons gewoonlijk niet, als we ten
minste zelf geen nadeel ondervinden van wat
de Regeering doet en durft.
Maar zal nu deze benoeming van den heer
Pélerin tot officier van justitie to Haarlem,
m. a. w. dit loffeiyk getuigschrift, door den
minister aan zyn ambtenaar uitgereikt, vóór
het Hof tusschen hom en den hoor Snel uit
spraak heeft gedaan, ook doorgaan zonder
protest van hen, die nog hechten aan recht?"
G Hl 5 IX tg (I NlüU VV8.
Te Rotterdam bracht de politie
in het Ziekenhuis het 17-jarige meisje A. W.
Op het Gedempte Fransebewater aldaar was
zQ met een mes in het onderiyi gestoken.
De dader, de 16-jarige F, G., is nog niet
gepakt. Do toestand van het gewonde meisje
is niet direct levensgevaarlyk.
Er hoeft oen kolossale bosch-
on heidebrand gewoed onder do gemeente
Loon-op-Zand op do goederen, toebohoorende
aan verschillende eigenaars. Men vermoedt,
dat het onheil is to wyten, zoo niet. aan
kwaadwilligheid, dan aan onvoorzichtigheid
van personen, die des Zondags ln de vroegte
de bosschen afloopen om vogeïeioron te zoeken.
De schade is aanrienlyk. De politie doet
onderzoek.
Te Bussum heeft een 3-jarig
kind van eon muizonvergift gesnoopt. Het is
nog donzelfdon avond aan dc gevolgen overleden.
Omtront hot instorten der brug
aan het terrein der wereldtentoonstelling
wordt nader gemeldTe twee uren 's morgens
had men de zokerheid, dat onder de puin-
hoopen goen slachtoffers meer bedolven lagen.
De „Matin" eisclit een strenge inspectie der
gebouwen, die in den laatsten tyd zoo snel
opgetrokken zyn. Natuuriyk benuttigen de
vQanden der regeering deze gelegenheid, om
de schuld daarvan op de regeering te worpen.
In het by zonder wordt daarover Millerand
aangevallen.
In het dorp Szolyda (district
Boreod, Hongarije) kwamen by eon hevigen
brand acht porsonen om het loven.
Een hevige cycloon heeft in de
Spaansche provincie d'Huelva groote schade
aangericht. Een twaalftal huizen zijn vernield
een zestal sterk beschadigd. De rivier bevat
een massa doode dieren on overblyfselen van
meubelen. De spoorwegdam is weggespoeld.
In Diedenboven (Elzas-Lotharingen)
stak In een stryd tusschen Italiaansche en
inlandsche arbeiders oen der Italianen, Tina-
zelli, een arbeider uit Redingen met een mes
in het lijf; de Italiaan vluchtte hierop naar
de Duitsch-Fran8che grens en verborg zich in
een daar gelegen herberg. Drie arbeiders
vervolgden hem. Daar zy hem In het huls
niet vonden, 6taken zy het in brand. Hot
gebouw brandde tot den grond toe af.
In het bosch by Busenthal
(Moezeistreek) werd Zaterdag een zwaarge-
wondo vrouw gevonden. Hoewel haar de keel
was doorgesneden, leefde zy nog en kon
vertellen, dat haar eigen vader, do kuiper
Borscb, de misdaad had gepleegd. Er bestaat
geen hoop op het behoud van haar leven.
Over den brand In Ottawa be
richten Engelscho bladen nog de volgende by-
zondeiboden: De moeniBg, dat de brand door
fanatieke Boerenvrienden zou zyn gesticht,
wordt woerlogd door het feit, dat de bevolking
voor het grootste deel uit Franschen en Ieren
bestaat. Bovendien is voorts nog het feit, dat
de brand des morgens en niet, wat by een
brandstichting zeer zeker het geval zou zyn,
dos nachts uitbarstte, genoegzaam een bewys,
dat slechts door een toeval de verschrikkeiyko
catastrophe in het leven is geroepen. Een
vierde deel der stad Ottawa ligt, aldus be
richt do correspondent van de „Daily Tele-
grap" te Nieuw-York, mot Inbegrip der be
roemde molens, waarby meer dan 5000 man
werkzaam waren, in asch. Een noordenwind,
die met een snelheid van 66 K.M. tn het uur
voortwooi, verbreidde het vuur in een half
uur tyds over zoo'n uitgestrekt gebied. Van
het eigenlQke molen-district van Chaudièro
dreef de wind de vlammen zuideiyk naar het
station van den Canadian-Paclflc-spoorweg,
dat in korten tyd met alle bagage en vracht-
ladingen, die in de magazynen lagen opge
stapeld, vernietigd werd. De soldaten werdea
opgecommandeerd. Een hulp brigade werd ln
een oogonbiik geformeerd, maar het eenige,
wat zy kon doen, was de vrouwen on kinderen
naar een veiliger oord heen te brengen. De
zaken staan allo stil. Ook hot straatverkeer
m Ottawa hoeft door de vernietiging door den
brand van het centrale gebouw der electrici-
teits-maatscüappy sterk geledon. In den nacht
zou de stad geheel ln duister zyn gehuld ge
weest, indien niet het rosachtig geflikker dor
ten hemel lekkende vlammentongon haar
had verlicht. Zonderling gedroegen alch In
Hull eon aantal Fransche Canadeezen, die by
het uitbieken van don brand, in plaats van
hun eigendom te redden, heiligenbeelden voor
de huisdeuren hingen en het naderen dor
vlammen met gelatenheid afwachtten. Een
half dozQn kerken en scholen is voorts vernield.'
In Engeland wordt een collecte gehouden'
ten voordeele der by den brand getroffen per
sonen. Do op de molens werkzame arbeiders
waren ln de meeste gevallen bezitters der
kleine, uit hout gebouwde huisjes, die afge
brand zyn; doze huisjes waren niet verzekerd.
De gemeenschap tusschen Ottawa en Huil
wordt door veorbootjes onderhouden, maar er
wordt hard gewerkt aan een noodbrug over
de rivier, en men hoopt, dat dezo Woensdag
gereed zal zQu. Ook de telegraaf- en telophoon-
lynen worden snel hersteld, zoodat de storing
in het verkeer weldra opgeheven zal z\jn; in
tusschen komt de liefdadigheid de nood-
ïydendon op ruime schaal te hulp.
Texas is door zware orkanen
geteisterd, waardoor o. a. hot spoorwegverkeer
ontredderd word. Een twaalftal menschen
hebben het leven verloren.
Ter prefectuur van politie te
Parys zyn achtereenvolgens in tien dagen
tyds 8000 politio-agenten in het gebruik van
de telephoon geoefend.
F'euilleton.
liHOOSE VROUWEN.
14)
H(J lachte schamper. „Hebt gy dat ook
.gedacht? Ik had je een geschenk willen
''geven, maar je liefste zou zeker een present
van don kreupelen stumper niet gaarne ln
z(jn huis gezien hebben. Ktjk, daar staat het 1
';Eet is een spiegelkast Het glas ontbreekt
nog. Weet ge," viel hy zichzelf met treurigon
•trots in de rede, „wat dat ding daar waard
is Vierhonderd mark zyn er mi] voor geboden.
En weet ge, wat ik met het ding doen zal,
cwanneer gy het dorp verlaten hebt? Ik sla
let in stukken."
„Och, loop, dat zou jammer zyn. Geef het
mijl" verzooht Greta onbevangen.
„Noenl" aeide h(j barsch. „Het bUjft hLnr.
Xn Ik kom niet op de bruiloft."
- Zy wilde opstaan, doch nn koerde hy zich
lom en trok. meer dan hy ze greep, haar
banden in de zyne.
.Wanneer gi) daar ginds maar gelukkig
WordtI Je broeder Frits heeft myn halve hart
meegenomen en is verdwenen; de andere
'helft neemt gy mee. Wanneer het mocht zyn,"
(by klemde haar vingers zoo vast, dat het haar
ipyn deed, „dat gy met de ellende kennis
•braakte, als dat mocht gebeuren, wat ik
«iet wil
.Och, Nicolaas, denk toch zoo Iets nletl"
„Weet ge, wat ik dan deed?" fluisterde hy
iet gesmoorde stem. ,Ik zou hem verworgen.
1 zyn myn voeten ook lam en verdraaid,
'de vingers zyn het niet."
Hij viel zwaar ademhalend tegen de tafel
en sloot do oogen.
Zy stond op. Dat hy onder het afscheid
van haar leed, vond zy natuuriyk, maar zy
ha-l zich het uiten van zyn droefheid toch
andere voorgesteld.
„Vaarwel, lieve, goede Nicolaas!" Zy kuste
hom. „En dank voor alles, alles 1 Anders zou
ik nu niet zoo gelukkig kunnen zyn."
Hy was onder de zachte aanraking van
haar lippen ineengedoken, alsof een heet yzer
hem had aangeraakt,
„Goed, goed," mompelde hy afwerend. „Dat
het je goed moge gaan!"
Toen ay de deur uit was, wierp hy zich
voorover, met het hoofd tegen de vensterbank,
en snikte alsof hom het hart zou breken.
De postiljon schetterde een vrooiyk lied
van den hoogen bok. De heldere herfstlucht
nam het op en droeg het geluid over de kale
velden, waartusschen het rytuig voortrolde,
naar den zoom van het bosch, waar tusschen
roodbruine bremstruiken Greta haar bruidegom
opwachtte.
Toen Klaussen haar zag, Bprong hy haastig
uit het rytuig en snelde haar op het voetpad
te gemoet. Haar verlegen blozen in het
oogenblik van het weerzien kwam hem
oneindig aantrekkelyker voor dan de luid
ruchtigste vreugde.
Id de residontie onder zyn kunstbroeders
en ook ln andere kringen had de romantische
verloving van den Jongen kunstenaar veel
opzien gebaard. Men was zeer verlangend
Hans Klaussen in de rol van den liefhebbenden,
soliden echtgenoot te leeren kennen. Men
dreef er den spot eenigszins moe, dat hy zoo
dol verliefd op zyn madonna-model, een een
voudig dorpskind, was geworden.
Terwyi hy Greta, met den arm om haar
heeu geslagen, au dieper het bosch invoerde,
vloeide zyn hart over van geluk en dank
baarheid. En daar tusschen kuste hy baar, die
als een kind naar zyn woorden luisterde.
„Morgen 1" riep hy plotseling en zag haar
vol liefde in het gelaat.
„Ja," fluisterde zy. „Morgen I" En zy kuste
zyn hand.
In hot witte bruidsgewaad, de bloeiende
mirtenkrans in hot haar, geleek Greta moer
op een ldealo gestalte dan op oen bruid, die
zich van haar aardsch geluk bewust is.
„Eindelykt" fluisterde Klaussen, torwyi hy
haar hand uit de zyne liet glUden en haar in
de armon van haar weenende moeder voerde.
Vroeg in den middag hield het rytuig voor
het huis van den meester stil, tot verbazing
van de dorpsjeugd, die zioh in dichte scharen
daarom heen begon te verzamelen.
De Jonge vrouw stond reisvaardig. Klaus
sen had den ronden veerenhoed nlt de resi
dentie meegebracht, welke haar mooi kopje
nu bevallig tooide.
Na een harteiyk afscheid van haar groot
vader en den ouden Meissner, die nog eens
was gekomen om haar voor het laatst de
hand te drukken, geleidde de moeder haar
dochter tot aan het rytuig, terwyl de
anderen by de voordeur bleven staan en haar
nakeken.
„God zy met Je, kind, en schenke Je ge
lukkige uren in het hnwelyk, zoodat gy steeds
met vreugde aan dezen dag kunt terug-
denkenl Wees gelukkiger dan ik!"
Klaussen, wiens geduld by dit droefgeestig
afscheid uitgeput raakte, tilde zyn jonge vrouw
nu haastig en met krachtigen arm ln de kns-
sens. Nog eens wuifde Greta van haar zit
plaats de nchterblyvenden toe. Zy vond geen
woorden, slechts tranen.
Een knal met de zweep en de paarden trok
ken aan. Met klapperenden hoefslag ging het
de dorpsstraat af, door de weilanden on eindo-
lyk het bosch in met zyn prachtige horfst-
tinten.
Achter hen verdween het dorp. De toe
komst lag vóór hen,
IV.
„Beveelt mevrouw, dat Ik nu de lectuur
breng?"
„Neen 1"
„Zal ik Azor halen om u gozelechap te
houden, mevrouw?"
„Neenl Plaag my niet, Florence 1 Gy ziet,
dat het eerste deel van dezen dwazen roman
my geheel uit het humeur heeft gebracht.
Wat zou ik met het tweede anders moeten
doen, dan het m een hoek werpen? Azorl
Denkt ge, dat een hond my amuseeren kan
na zulk een doodeiyke verveling?"
„Maar het duurt nog twee uur vóór het
rytuig voorkomt, mevrouw," bracht Florence
ln het midden, terwjjl zy het zilveren thee
servies van de tafel wegruimde. „Do tyd ver-
strykt zeer langzaam te Beriyn. Mevrouw had
den winter te Parys moeten doorbrengen."
„Zoo, vindt go dat!" riep de markiezin
De Beauremont, terwyl zy verdrietig haar
lioofd ophief. „Enfin I Ik bon nu hier."
Zy zag er magnifiek uit, zooals zy daar
zat op den perzikkleurigen zyden divan, met
het trotsche proflei en do lenige gestalte. Zy
draafde een weinig het hoofd om en keek door
de geopende deur In ©en reoks weelderig
ingerlohte vertrekken, welko zy voor da om-
lysting van haar persoon had noodig geoor
deeld.
Wat bekommerde het haar, welke sommen
deze inrichting verslonden bad! Wanneer het
haar niet meer beviel tusschen al de schatten
van marmor, hout en metaal, dan brak zy da
tent af en trok verder, zuidwaarts, noor!
waarts, ddarheen, waar de magneetnaald van
haar leven, van liet genot, heenwoes.
Leven beteekende afwisseling, gonot, heei^
schen, oon dagoiyksch bad der wedergeboort»
in do zoo dor aanbidding, waarover een
kolossaal vermogen een verblindenden glani;
verspreiddeloven beteekende
„Mevrouw, vorgeef my
Inos Do Beauremont schrikte uit baar
mymoringen op.
„Er is een kaartje voor mevrouw afgegeven."
De kamenier hield de markiezin een ver
guld blaadje toe, doch deze maakte niet de
minste aanstalten, om het daarop liggend
kaartje in oogenschouw te nomen.
„Houdt gy dit voor een tyd om bezoeken
te maken of te ontvangen?" vroeg zy scherp.
„Ik geloof byna, dat do Berlynsche lucht je
hoofd in de war brengt."
„Louis zeido, mevrouw, dat de heer hot
rytuig had laten stilhouden en du in de
vestibule wacht. De markies wilde zich niet
laten afwyzen. Wil u nu zoo good zfjo,
mevrouw, te beslissen
De Jonge vrouw stond met een liohten blos
van verrassing van de sofa op.
„De markies? A, werkelykl" Haar lippen
trilden spotaohtig. „En wilde die zich niet
laten afwijzen? Florence, ln deze kamer 1 Rol
dien guerldon op zyde. En waar ia Azor dan
Azor moet intusschen zyn biscuit hebben.
A, dus toch, do markies 1"
iWorcti vervolgd.)