II*.12328 Ac. 1900 Qeze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad PERSOVERZICHT. Wbenedag 3"M!ei. LEIDSCH DA&BLAB. PBXJ8 DEZZB OOUBAUTt Voor Lelden pér S maanden» i i i i._.ê i 4 i it 'Franco per poet Afzonderlflko Nommer» t 4 J* J 4 1.4k 0.06a. PRIJS DEE ADVEETENnÊHt Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het tacaaseeren bulten de stad wordt f 0.05 bereken! De Nederlander bespreekt eon. k lac-fat^ /.angeheven door den heer Yan Kol in dé Indische Gids. In 1871 werd een wetsontwerp ingediend voor den aanleg van Staatsepooi-wegen op Java, dat 73 millioen zou kosten, en waarvoor 30 nnilioon uit de Indische kas aanwezig vraren. Slechts 2 millioen kon jaarlijks ver- 1 werkt wordendaarom werd het onnoodige bedrag voorloopig bestemd tot amortisatie van Nederlandsche staatsschuld. Niettemin is in '83 een leening voor Indiö aangegaan, zonder daarvan de 80 millioen af te trekken, welke vroeger door de Nederlandsche Regee- ^ïng „in bewaring" was genomen. l)e Nederlander noemt de klacht, die de .heer Van Kol daarover aanheft, niet nnge- (gron d. Maar de schrikbarende wijze, waarop de ^.heer Yan Kol dit deed, de Regeering uit makende voor al wat leelijk is en gewagend ^yan „dezen brutalen millioenenroof", noemt '<be Nederlander „een gebrul", waarvoor te ^inindor aanleiding was, nu vaststaat, dat •reeds lang te voren, naar het blad meent in •1892, het Handelsblad op deze zaak heeft gewezen. Het lijdt bij ons geen twijfel, zegt De jNederlander dat, zoodra de Kamer, lieffct p wat bezadigder wijze dan de heer Van Kol doet, op dozen toestand is aandachtig gemaakt, de zaak weer in orde zal worden gebracht; althans indien de voorstelling er van juist is. Onze nationale schuld, tijdelijk «Verminderd met gemeld bedrag, zal wederom jdaarmee moeten worden verhoogd, en de sente van die verhooging zal door Nederland Jnoeton worden opgebracht. Restitutie aan Indiö van millioenen, die '\vQ, zonder iemands tegenspraak, als ons too- kamende hebben gebruikt, zou niet z\jn herstel un onrecht, maar het doen ontstaan van nieuw onrecht. ZQ zou zeer ten bate komen van hen, die veel financiöele belangen in Indiö hebben en gaarne daar een hoop millioenen zouden gebezigd zien, die hun ondernemingen ontzaglijk in waarde zouden doen rijzenmaar zQ zou niet ten bate komen van hot voorbijgegane geslacht van Javanen, dat misschien moer dan noodig en billijk was voor Nederland heeft moeten arbeiden. Datgene echter, wat wij zelf erkend hobben als toe te behooren aan en bestemd voor Indiö, kunnen wij niet terughouden zonder ons aan onrecht schuldig te maken. Hetgeen Engeland thans misdoet tegen een klein land als Transvaal moet ons meer dan ooit dringen, onzerzijds gerechtigheid in acht te nemen '^tegenover een zwakker dan wy, ten minste >als onze verontwaardiging over het door ^Chamberlain c. s. gepleegde onrecht ietB anders lis dan huichclarQ of zelfbedrog. Hot anti-rovolutionaire orgaan De Hollan der maakt de volg'uide kantteokening op de bekendo „D a n k o t u i g i n g" van dr. 'Schaepniiin: „We kunneii moeilijk gelooven, aat deze proclamatie, of hoe m»n deze „dankbetuiging" noemen wil, een gunstigen indruk zal maken op do ovorgroote meerderheid dor R.-K. party. Dr. Scbaepman heoft aan „zjjn bescheiden meening" een vorm gegeven, die niot onwaar- achQnlQk aan velon, bekend met zjjn aandeel ln de werkzaamheden der Tweede Kamer, niet zeer bescheiden zal voorkomen. Het ls alsof hier een veldheer tot zQn troepen spreekt. En het Is bekend genoeg i s dr. Schaep- man oen veldheer, d&n is by dat zonder leger. In dit opzicht goiykt hy op Groen van Prln- sterer. Of de vergeiyking ook verder opgaat, zullen we nu maar niet uitpluizen. Dit is intusschen zeker, dat De Residentiebode andere denkt over de stem, door de heeren Schaepman en Kolkman uitgobracht Dat blad toch schreef, n& de beslissing der Tweede Kamer, dat het voor den heer Kolkman een pyniyke en hoogst moeilyko zaak zal zijn geweest om tegen het gevoelen in van zyn geloofsgenooten in de Kamer voor te stemmen. Dr. Schaepman denkt daar anders, denkt daar heel luchtig over. In do derde plaats klinkt dat „moeten, opgelegd door overtuiging, eer en geweten" wel heel mooi, maar toch ietwat zonderling, als men de eerste rede, door dr. Schaepman uitgesproken over de Leerplichtwet, in verband brengt met het intrekken van zjjn motie. We hebben over dat intrekken herhaaldeiyk ons gevoelen gezegd. Ook De Standaard heeft het inoonsequente van dr. Schaepman's houding aangetoond. Het schynt ons inderdaad, zelfs voor eon dichter als de heer Schaepman, wel wat al te kras zóó de fontasle als in zyn „dank betuiging" te laten werken." Tn een artikel van het ütrechlsch Dagblad werd betoogd, dat Nederland wèl zou doen met zich aan een der g r o o t e mogendheden nauwer te verbinden, om zich voor de gevaren te behoeden, die uit zijn internationale positie als een kloiae Staat met groote en begeeriyke koloniën in de tegenwoordige omstandigheden voortvloeien. Wie liet daarmede ook eens moge zyn, zeker niet de oud-nimister Seyffardt. In een inleidend woord, door hem voor een vlugschrift van den heer 0. M, J. Muller Massis „Een Weer baar Volk" geplaatst, schryft by o. a. „Wy Nederlanders zQn geen weerbaar volk, maar kunnen wy het nog niet worden? Moest op die vraag „neen" worden geantwoord, dan zouden zy geiyk hebben, die een meer of minder nauwe aansluiting aan een machtige, naburige mogendheid bepleiten en daarby al zeer weinig denken aan de zoo groote vryheid van handelen en denken, die in ons lieve Vaderland door ryk en aim wordt genoten; een vryheid, die dan zeker zoude wordon ingekort, zelfs al behielden wy meer of minder don schijn van een onafhankelijk voortbestaan. Doch er kan, er moet „ja" worden geant woord op bovenstaande vraag. Zeker, wy kunnen oen weerbaar volk worden, mit-s de wil er toe is en die wil in de eerste plaats worde opgewekt by de jeugd, by de jongeling schap, Neerlanda hoop en tookomst, die geen Jan Salies, doch Jan Kordaats moeten werden. Dat is de oenige voorwaarde, waarop wy kans hebben een vry volk te blyven. Noodig is dus: wilskracht om tyd, moeite en geld op te offeren om zich en anderen weerbaar te te maken; noodig is niet minder: workelyk warme liefde voor onze vryheid, voor ons vadorland, voor onze Koningin". In het vlugschrift, dat door den heer Seyffardt wordt ingeleid, wordt de vraag beantwoord, hoe wy een weerbaar volk kunnen worden. Na in de eerste twee hoofd stukken algemeene beschouwingen te hebben gegeven over de noodzakeiykheid voor elk volk en dus ook voor het onze om weerbaar te zyn of te worden, als voorwaarde om in de ry der natiön een zelfstandige plaats te blyven innemen, en na in het derde hoofd stuk hot doel van de jonge Yereeniglng „Volksweerbaarheid" duideiyk uiteengezet en een warm woord gesproken te hebben, om op te wekken tot het maken van volks weerbaarheid tot een volkszaak, wyst hy in de volgende vyf hoofdstukken aan, hoe wy een weerbaar volk kunnen worden. Hy acht daartoe noodig: lo. hot bevorderen van lichaamsoefeningen om het volk physiek sterk te maken; 2o. het deelnemen aan het voorbereidend militair onderricht; 3o. het deelnemen aan of het oprichten van schlet- vereenigingen en weerbaarheidsvereenigingen 4o. het diens tuomen by het reserve-kader. De Amsterdammer toonde ernstige onte vredenheid over de benoeming van m r. A. A. P 1 e r i n, officier van justitie te Almeloo, tot officier te Haarlem. Deze benoeming, een niet geringe pro motie voor den benoemde, zal te Almeloo en daarbuiten in hoogo mate de aandacht hebben getrokken, zegt het blad. Zooals bekend Ie, i3 deze ambtenaar be trokken in de strafzaak tegen don heer N. F. Snel, die wegens beleediging van den officier van justitie in het door hem geredi geerde Twenfsche Zondagsblad veroordeeld is tot een boete van f 300, yan welk vonnis de veroordeelde in hooger beroep is gegaan. De bijzonderheden, ter terechtzitting mede gedeeld, in herinnering brengende, zei De Amsterdammer „Nu staan we voor het geval, dat het Hof het door de rechtbank van Almeloo gevelde vonnis beeft te toetsen; m. a. w. heeft uit te maken, of mr. Pélerin als officier van justitie zyn plicht heeft vervuld en zich niet op zoo onbehooriyke wijs heoft uitgelaten tegen Bos; en later ook tegen den getuige Hoyer over den heer Snel, als uit het verhoor scbynt te biyken; maar, als sprak mr. Pólerin's onschuld vanzelf reeds, geeft de Minister niet in woorden, maar sterker dan in woorden, d. i. door de daad dezer promotie, te kennen: Bljjf me van mr. Pélorin afl HQ is niot alleen onberispelijk, maar verdient een belooning, een pluimpje, dat ik hem bij voor baat al gaf. Plomper, grover kan er op een rechtbank of op een Hof al niet geïnfluen ceerd dan eooals de minister Yan justitie zich thans dit, laat ons aannemen in onnadenkend heid, veroorlooft". Naar aanleiding van deze benoeming zegt het blad verder, dat het beleid van minister Gort van dor Linden niet geschikt is om den oer bied on het ontzag voor ons recht en onze rechtspraak te verhoogen. De critiek op het beleid van den Minister is dan ook lang niet malsch. „Ofschoon hy zelf verklaren moest", zoo lezen wy „dat aanvulling der bepalingen op revisie van strafvonnissen noodig wasen minstens half Nederland er aan twyfelde of drie personen, die gevangenisstraf ondergingen, niet onschuldig veroordeeld waren, achtte hy het toch overbodig, tot zulk een wijziging der wet het initiatief te nemen. Als minister had hij de zaak-Hogerhuizen onderzocht, dat wil zeggen by Rechtbank en Hof geïnformeerd, en een minister is natuuriyk zoo'n gonJe, dat by de duisterste zaak op die manier voor zichzelf wel tot klaarheid kan brengen. Had ooit een minister van justitie een meer doorslaand bewys kunnen geven van de... gemakkelijkheid, waarmee hy het dubieuze in de rechtspraak durfde laten voortbestaan 1 Een ander feit, in betrekking tot deze zelfde zaak, is de weigering aan den vader van den heer Troelstra om den zoon gratie te verleenen. Ieder gevoelt, dat het onrecht ls, den heer Troeletra een maand gevangenisstraf te doen ondergaan, omdat hy, door een officier van justitio te beleedigen getracht heeft een her ziening van het vonnis, over de Hogerhutzen uitgesproken, mogoiyk te maken, en het eenige middel, om dat onrecht te keeren, het middel, dat hy in den naam der Koningin heeft toe ta passen, laat Z.Exc. ongebruikt. En nu komt do zaak Snel; nogmaals oen beleediging van een ambtenaar van het openb. ministerie, maar ditmaal oen ambtenaar, over wiens daden en over de geloofwaardigheid van wiens woorden het Hof nog teoordeelen heeft; en Z.Exc. zendt hem in glorie naar Haarlem, als wist hy nu reeds, dat zyn ambtenaar niets ten la3te kon wordon gelegd. Wy zyn hier te lande zeer gehoorzaam; we trokken ons niet spoedig lots aan on verzotten ons gewoonlijk niet, als we ten minste zelf geen nadeel ondervinden van wat de Regeering doet en durft. Maar zal nu deze benoeming van den heer Pélerin tot officier van justitie to Haarlem, m. a. w. dit loffeiyk getuigschrift, door den minister aan zyn ambtenaar uitgereikt, vóór het Hof tusschen hom en den hoor Snel uit spraak heeft gedaan, ook doorgaan zonder protest van hen, die nog hechten aan recht?" G Hl 5 IX tg (I NlüU VV8. Te Rotterdam bracht de politie in het Ziekenhuis het 17-jarige meisje A. W. Op het Gedempte Fransebewater aldaar was zQ met een mes in het onderiyi gestoken. De dader, de 16-jarige F, G., is nog niet gepakt. Do toestand van het gewonde meisje is niet direct levensgevaarlyk. Er hoeft oen kolossale bosch- on heidebrand gewoed onder do gemeente Loon-op-Zand op do goederen, toebohoorende aan verschillende eigenaars. Men vermoedt, dat het onheil is to wyten, zoo niet. aan kwaadwilligheid, dan aan onvoorzichtigheid van personen, die des Zondags ln de vroegte de bosschen afloopen om vogeïeioron te zoeken. De schade is aanrienlyk. De politie doet onderzoek. Te Bussum heeft een 3-jarig kind van eon muizonvergift gesnoopt. Het is nog donzelfdon avond aan dc gevolgen overleden. Omtront hot instorten der brug aan het terrein der wereldtentoonstelling wordt nader gemeldTe twee uren 's morgens had men de zokerheid, dat onder de puin- hoopen goen slachtoffers meer bedolven lagen. De „Matin" eisclit een strenge inspectie der gebouwen, die in den laatsten tyd zoo snel opgetrokken zyn. Natuuriyk benuttigen de vQanden der regeering deze gelegenheid, om de schuld daarvan op de regeering te worpen. In het by zonder wordt daarover Millerand aangevallen. In het dorp Szolyda (district Boreod, Hongarije) kwamen by eon hevigen brand acht porsonen om het loven. Een hevige cycloon heeft in de Spaansche provincie d'Huelva groote schade aangericht. Een twaalftal huizen zijn vernield een zestal sterk beschadigd. De rivier bevat een massa doode dieren on overblyfselen van meubelen. De spoorwegdam is weggespoeld. In Diedenboven (Elzas-Lotharingen) stak In een stryd tusschen Italiaansche en inlandsche arbeiders oen der Italianen, Tina- zelli, een arbeider uit Redingen met een mes in het lijf; de Italiaan vluchtte hierop naar de Duitsch-Fran8che grens en verborg zich in een daar gelegen herberg. Drie arbeiders vervolgden hem. Daar zy hem In het huls niet vonden, 6taken zy het in brand. Hot gebouw brandde tot den grond toe af. In het bosch by Busenthal (Moezeistreek) werd Zaterdag een zwaarge- wondo vrouw gevonden. Hoewel haar de keel was doorgesneden, leefde zy nog en kon vertellen, dat haar eigen vader, do kuiper Borscb, de misdaad had gepleegd. Er bestaat geen hoop op het behoud van haar leven. Over den brand In Ottawa be richten Engelscho bladen nog de volgende by- zondeiboden: De moeniBg, dat de brand door fanatieke Boerenvrienden zou zyn gesticht, wordt woerlogd door het feit, dat de bevolking voor het grootste deel uit Franschen en Ieren bestaat. Bovendien is voorts nog het feit, dat de brand des morgens en niet, wat by een brandstichting zeer zeker het geval zou zyn, dos nachts uitbarstte, genoegzaam een bewys, dat slechts door een toeval de verschrikkeiyko catastrophe in het leven is geroepen. Een vierde deel der stad Ottawa ligt, aldus be richt do correspondent van de „Daily Tele- grap" te Nieuw-York, mot Inbegrip der be roemde molens, waarby meer dan 5000 man werkzaam waren, in asch. Een noordenwind, die met een snelheid van 66 K.M. tn het uur voortwooi, verbreidde het vuur in een half uur tyds over zoo'n uitgestrekt gebied. Van het eigenlQke molen-district van Chaudièro dreef de wind de vlammen zuideiyk naar het station van den Canadian-Paclflc-spoorweg, dat in korten tyd met alle bagage en vracht- ladingen, die in de magazynen lagen opge stapeld, vernietigd werd. De soldaten werdea opgecommandeerd. Een hulp brigade werd ln een oogonbiik geformeerd, maar het eenige, wat zy kon doen, was de vrouwen on kinderen naar een veiliger oord heen te brengen. De zaken staan allo stil. Ook hot straatverkeer m Ottawa hoeft door de vernietiging door den brand van het centrale gebouw der electrici- teits-maatscüappy sterk geledon. In den nacht zou de stad geheel ln duister zyn gehuld ge weest, indien niet het rosachtig geflikker dor ten hemel lekkende vlammentongon haar had verlicht. Zonderling gedroegen alch In Hull eon aantal Fransche Canadeezen, die by het uitbieken van don brand, in plaats van hun eigendom te redden, heiligenbeelden voor de huisdeuren hingen en het naderen dor vlammen met gelatenheid afwachtten. Een half dozQn kerken en scholen is voorts vernield.' In Engeland wordt een collecte gehouden' ten voordeele der by den brand getroffen per sonen. Do op de molens werkzame arbeiders waren ln de meeste gevallen bezitters der kleine, uit hout gebouwde huisjes, die afge brand zyn; doze huisjes waren niet verzekerd. De gemeenschap tusschen Ottawa en Huil wordt door veorbootjes onderhouden, maar er wordt hard gewerkt aan een noodbrug over de rivier, en men hoopt, dat dezo Woensdag gereed zal zQu. Ook de telegraaf- en telophoon- lynen worden snel hersteld, zoodat de storing in het verkeer weldra opgeheven zal z\jn; in tusschen komt de liefdadigheid de nood- ïydendon op ruime schaal te hulp. Texas is door zware orkanen geteisterd, waardoor o. a. hot spoorwegverkeer ontredderd word. Een twaalftal menschen hebben het leven verloren. Ter prefectuur van politie te Parys zyn achtereenvolgens in tien dagen tyds 8000 politio-agenten in het gebruik van de telephoon geoefend. F'euilleton. liHOOSE VROUWEN. 14) H(J lachte schamper. „Hebt gy dat ook .gedacht? Ik had je een geschenk willen ''geven, maar je liefste zou zeker een present van don kreupelen stumper niet gaarne ln z(jn huis gezien hebben. Ktjk, daar staat het 1 ';Eet is een spiegelkast Het glas ontbreekt nog. Weet ge," viel hy zichzelf met treurigon •trots in de rede, „wat dat ding daar waard is Vierhonderd mark zyn er mi] voor geboden. En weet ge, wat ik met het ding doen zal, cwanneer gy het dorp verlaten hebt? Ik sla let in stukken." „Och, loop, dat zou jammer zyn. Geef het mijl" verzooht Greta onbevangen. „Noenl" aeide h(j barsch. „Het bUjft hLnr. Xn Ik kom niet op de bruiloft." - Zy wilde opstaan, doch nn koerde hy zich lom en trok. meer dan hy ze greep, haar banden in de zyne. .Wanneer gi) daar ginds maar gelukkig WordtI Je broeder Frits heeft myn halve hart meegenomen en is verdwenen; de andere 'helft neemt gy mee. Wanneer het mocht zyn," (by klemde haar vingers zoo vast, dat het haar ipyn deed, „dat gy met de ellende kennis •braakte, als dat mocht gebeuren, wat ik «iet wil .Och, Nicolaas, denk toch zoo Iets nletl" „Weet ge, wat ik dan deed?" fluisterde hy iet gesmoorde stem. ,Ik zou hem verworgen. 1 zyn myn voeten ook lam en verdraaid, 'de vingers zyn het niet." Hij viel zwaar ademhalend tegen de tafel en sloot do oogen. Zy stond op. Dat hy onder het afscheid van haar leed, vond zy natuuriyk, maar zy ha-l zich het uiten van zyn droefheid toch andere voorgesteld. „Vaarwel, lieve, goede Nicolaas!" Zy kuste hom. „En dank voor alles, alles 1 Anders zou ik nu niet zoo gelukkig kunnen zyn." Hy was onder de zachte aanraking van haar lippen ineengedoken, alsof een heet yzer hem had aangeraakt, „Goed, goed," mompelde hy afwerend. „Dat het je goed moge gaan!" Toen ay de deur uit was, wierp hy zich voorover, met het hoofd tegen de vensterbank, en snikte alsof hom het hart zou breken. De postiljon schetterde een vrooiyk lied van den hoogen bok. De heldere herfstlucht nam het op en droeg het geluid over de kale velden, waartusschen het rytuig voortrolde, naar den zoom van het bosch, waar tusschen roodbruine bremstruiken Greta haar bruidegom opwachtte. Toen Klaussen haar zag, Bprong hy haastig uit het rytuig en snelde haar op het voetpad te gemoet. Haar verlegen blozen in het oogenblik van het weerzien kwam hem oneindig aantrekkelyker voor dan de luid ruchtigste vreugde. Id de residontie onder zyn kunstbroeders en ook ln andere kringen had de romantische verloving van den Jongen kunstenaar veel opzien gebaard. Men was zeer verlangend Hans Klaussen in de rol van den liefhebbenden, soliden echtgenoot te leeren kennen. Men dreef er den spot eenigszins moe, dat hy zoo dol verliefd op zyn madonna-model, een een voudig dorpskind, was geworden. Terwyi hy Greta, met den arm om haar heeu geslagen, au dieper het bosch invoerde, vloeide zyn hart over van geluk en dank baarheid. En daar tusschen kuste hy baar, die als een kind naar zyn woorden luisterde. „Morgen 1" riep hy plotseling en zag haar vol liefde in het gelaat. „Ja," fluisterde zy. „Morgen I" En zy kuste zyn hand. In hot witte bruidsgewaad, de bloeiende mirtenkrans in hot haar, geleek Greta moer op een ldealo gestalte dan op oen bruid, die zich van haar aardsch geluk bewust is. „Eindelykt" fluisterde Klaussen, torwyi hy haar hand uit de zyne liet glUden en haar in de armon van haar weenende moeder voerde. Vroeg in den middag hield het rytuig voor het huis van den meester stil, tot verbazing van de dorpsjeugd, die zioh in dichte scharen daarom heen begon te verzamelen. De Jonge vrouw stond reisvaardig. Klaus sen had den ronden veerenhoed nlt de resi dentie meegebracht, welke haar mooi kopje nu bevallig tooide. Na een harteiyk afscheid van haar groot vader en den ouden Meissner, die nog eens was gekomen om haar voor het laatst de hand te drukken, geleidde de moeder haar dochter tot aan het rytuig, terwyl de anderen by de voordeur bleven staan en haar nakeken. „God zy met Je, kind, en schenke Je ge lukkige uren in het hnwelyk, zoodat gy steeds met vreugde aan dezen dag kunt terug- denkenl Wees gelukkiger dan ik!" Klaussen, wiens geduld by dit droefgeestig afscheid uitgeput raakte, tilde zyn jonge vrouw nu haastig en met krachtigen arm ln de kns- sens. Nog eens wuifde Greta van haar zit plaats de nchterblyvenden toe. Zy vond geen woorden, slechts tranen. Een knal met de zweep en de paarden trok ken aan. Met klapperenden hoefslag ging het de dorpsstraat af, door de weilanden on eindo- lyk het bosch in met zyn prachtige horfst- tinten. Achter hen verdween het dorp. De toe komst lag vóór hen, IV. „Beveelt mevrouw, dat Ik nu de lectuur breng?" „Neen 1" „Zal ik Azor halen om u gozelechap te houden, mevrouw?" „Neenl Plaag my niet, Florence 1 Gy ziet, dat het eerste deel van dezen dwazen roman my geheel uit het humeur heeft gebracht. Wat zou ik met het tweede anders moeten doen, dan het m een hoek werpen? Azorl Denkt ge, dat een hond my amuseeren kan na zulk een doodeiyke verveling?" „Maar het duurt nog twee uur vóór het rytuig voorkomt, mevrouw," bracht Florence ln het midden, terwjjl zy het zilveren thee servies van de tafel wegruimde. „Do tyd ver- strykt zeer langzaam te Beriyn. Mevrouw had den winter te Parys moeten doorbrengen." „Zoo, vindt go dat!" riep de markiezin De Beauremont, terwyl zy verdrietig haar lioofd ophief. „Enfin I Ik bon nu hier." Zy zag er magnifiek uit, zooals zy daar zat op den perzikkleurigen zyden divan, met het trotsche proflei en do lenige gestalte. Zy draafde een weinig het hoofd om en keek door de geopende deur In ©en reoks weelderig ingerlohte vertrekken, welko zy voor da om- lysting van haar persoon had noodig geoor deeld. Wat bekommerde het haar, welke sommen deze inrichting verslonden bad! Wanneer het haar niet meer beviel tusschen al de schatten van marmor, hout en metaal, dan brak zy da tent af en trok verder, zuidwaarts, noor! waarts, ddarheen, waar de magneetnaald van haar leven, van liet genot, heenwoes. Leven beteekende afwisseling, gonot, heei^ schen, oon dagoiyksch bad der wedergeboort» in do zoo dor aanbidding, waarover een kolossaal vermogen een verblindenden glani; verspreiddeloven beteekende „Mevrouw, vorgeef my Inos Do Beauremont schrikte uit baar mymoringen op. „Er is een kaartje voor mevrouw afgegeven." De kamenier hield de markiezin een ver guld blaadje toe, doch deze maakte niet de minste aanstalten, om het daarop liggend kaartje in oogenschouw te nomen. „Houdt gy dit voor een tyd om bezoeken te maken of te ontvangen?" vroeg zy scherp. „Ik geloof byna, dat do Berlynsche lucht je hoofd in de war brengt." „Louis zeido, mevrouw, dat de heer hot rytuig had laten stilhouden en du in de vestibule wacht. De markies wilde zich niet laten afwyzen. Wil u nu zoo good zfjo, mevrouw, te beslissen De Jonge vrouw stond met een liohten blos van verrassing van de sofa op. „De markies? A, werkelykl" Haar lippen trilden spotaohtig. „En wilde die zich niet laten afwijzen? Florence, ln deze kamer 1 Rol dien guerldon op zyde. En waar ia Azor dan Azor moet intusschen zyn biscuit hebben. A, dus toch, do markies 1" iWorcti vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 5