N°. 12318 "Vrijdag 20 April. A*. 1900 Leiden, 20 April. feuilleton. DE STIEFMOEDER. IDSCH DA&BLAD. PBJJS DEZEB QOTJBAZlTi Voor Leidca per maanden 9 HO. Franco por post o -» L.40- Afeon.det.iyk0 Nomioer? 0,05> geze jouraat wordt dagelijks, met 0itzondering zan (Zon- eu feestdagen, uitgegeven* FfiUS DEE AEVEETEHTIKH» Vsb 1^# regels t 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. örootera tellers naar plaatsruimt* Voor bet (acasseerea twJtOD ia stad wordt f 0.06 berekenfl» Offieicolo Kenuisgeviug. De Burgemeester der gemeente Leiden; Gelot op art. 81 der Kieswet Brengt ter algomeona kennis, dat de vo zoeken om verbetering vau de kiezerslijst voor don dionst 1000/1901 met de bewgeatakken op de Secretarie dezer gemeente ter inzage z(jn nedergologd en in afdcbrifc, tegoc betaling der koate», verkrijgbaar gesteld. Leidon, De Burgemeester voornoemd, 19 April 1900. F. WA8. DRANKWET. Burgemeester oa WetVoudero van Leiden breDgen tor algemeeue kccnia, dat door HENDBIK BBEIJER alhier irooaaobtig, een verzoekschrift is ingediend om vergunning voor des kleinhandel iu eterken drank in het perceel Mindenm&korsateeg No. 10. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 19 April 1900. VAN HEY8T, BocreUrla. Na tot stand gekomen wederztfdsche overeenstemming zullen, al is „Zomerzorg" sedert verleden jaar in andere handen overge gaan, de concerten aldaar der stafmuziek van het 4de reg. infanterie, by voldoende inteekening, dezen zomer weder doorgaan. Aan die voldoende inteekening zal zeker ook tlians niet getwijfeld behoeven te worden. Immers, hot genot, dat deze concerten vorige seizoenen aanboden, en de inderdaad geringe prijs, waarvoor de inteekening wordt openge steld, zyn er genoegzame waarborgen voor, dat de Leidenaars zullen toonen, dat zy iets goeds weten op prijs te stellen. 's Rijks Ethnographisch Museum, alhier, heeft ten geschenke ontvangen van den heer J. Mulder, te Amsterdam, geïnventariseerd als serie 1204: drie beschreven en vijf onbeschreven lontar- bladeren, afkomstig van Java. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. In de maanden Mei en Augustus a. s. •>j1 eiken Zaterdag van 12 7 uren 's namid dags en gedurende de maanden Juni en Juli a. s. eiken Zaterdag van 12 8 uren's namid dags gelegenheid voor het onderricht in het schijfschieten worden gegeven. Die gelegenheid voor Leiden en omliggende gemeenten is op de rijksschietbanen te Kat wijk- aan-Zee. Aan dit onderricht kan zooals reeds be kend is worden deelgenomen door: kader- reservisten en miliciens met groot verlof, manlijke ingezetenen van 16 24 jaar, die in het leger gediend hebben, en manlijke inge zetenen van den leeftijd als voren, die niet in het leger hebben gediend, doch met gun- stigen uitslag hebben deelgenomen aan het locaal militair onderricht. Met de leiding van bedoelde oefeningen wordt belast de kapitein OBreen van het 4de regiment infanterie. Door den minister van oorlog i6 bepaald, dat de schietoefeningen met de geweren, by de corpsen van het leger in gebruik, voortaan steeds zullen plaats hebben zonder bajonet op het wapen. Hiorvan is echter uitgezonderd het snelvuur, dat met de bajonet op het go- weer zal moeten worden verricht. Naar het „Hbld." verneemt, hoeft de directeur-generaal der posterijen en telegraph ie besloten, met ingang van 1 Januari a. s. het postvervoer tussc.hen Amsterdam en Leiden, hetwelk nu met paard en rytuig geschiedt, per automobiel te doen uitvoeren. H. M. de Koningin heeft den heer Myatovitsch by zyn aftroden als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister voor Servië, aan ons Hof, benoemd tot ridder-grootkruis der orde van Oranje-Nassau. In den gemeenteraad van 's-Gravenhage werd gisteren aangenomen een voorstel om voortaan van ieder schoolgaand kind een schoolgeld te heffen, ter tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwys, die voor rekening der gemeente blyven. Dat schoolgeld bedraagt op de scholen 2de klasse 10 centen per week, op die der 1ste kl. 20 centen per week. Wie deze bedragen niet kunnen betalen, worden slechts voor een gedeelte aan de heffing onderworpen, terwyl van onvermogenden geen schoolgeld wordt geheven. De beoordeeling of en welk school geld betaald moet worden en de controle op de schoolgeldlysten, zal worden opgedragen aan een ter secretarie te vestigen bureau. De gemeenteraad heeft tevens besloten onder bepaalde voorwaarden ook toehoorders tot het gymnasium toe te laten. By de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wyziging van grens tusschen de gemeenten 's-Gravenhage en Ryswyk. De strekking daarvan is, dat van Ryswyk naar 's-Gravenhage zal overgaan het gebied, dat begrensd wordt door de Korte Laak, de Laak of Molenvliet, den Trekvliet, het toevoer- water van het stoomgemaal van den Noord polder, de Broeksloot en de Stryp. Dat gebied heeft een oppervlakte van 2.490.173 hectaren en telt 23 ingezetenen, waaronder 1 kiezer. In de memorie van toelichting wordt ge wezen op den aanleg, vanwege's-Qravenhage, der Laakhaven, welke het ontstaan van een handelsbeweging ten gevolge zal hebben, waardoor het te verwachten is, dat steeds meerderen, die daarbij een bestaan hopeD te vinden, zich op het aangrenzend terrein, d. i. op Ryswyksch gebied, zullen vestigen. Die gewettigde verwachting wordt gestaafd door feiten, o. a. is zelfs een plan tot het bouwen van een stadswyk aldaar van 800 huizen ontworpen. De bewoners van het aangeduide gebied zullen in 's-Gravenhage hun middel van bestaan vinden, zoodat het biliyk schynt deze bevolking een deel dier gemeente te doen uitmaken. Betoogd wordt vo >rts door de Regeering, dat bestendiging van den tegenwoordigeri toestand Ryswyk's financiën sterk zoude doen achteruitgaan en dat ondanks offers van Ryswyk veel zou worden verzuimd, dat gedaan had moeten worden. De Regeering merkt op, dat men van de zyde van 's-Gravenhage tegen het aanvankelyk beperkte plan van Gedeputeerde Staten het financiëele argument krachtig heeft doen hooren, of en hoeveel de lasten de lusten zullen overtreffen is thans evenwel niet met zekerheid uit te maken, maar de Regeering acht het biliyk, dat 's-Gravenhage zelf alle kosten van haar groei drage. Op de vraag, die de Regeering zich gesteld heeft, of het wellicht wenschelyk ware met deze grenswyziging te wachten tot een be sluit zou kunnen worden genomen aangaande het eigen plan van 's-Gravenhage, is het antwoord, in overeenstemming met het advies van Ged. Staten, ontkennend. Het voorgedragen ontwerp vindt in Ryswyk onverdeelde instemming. De overgang van grondgebied wordt voor gesteld met 1 Januari 1901. De audiëntie van den minister van marine werd heden o. a. bygewoond door den schout-by-nacht P. Zegers Yeockens, benoemd directeur en commandant der marine te Amsterdam, en den tot schout-by-nacht bevor derden kapt. ter zee W. J. P. Waning, benoemd directeur en commandant der marine te Hellevoetsluis. Hedenmiddag kwamen in de residentie aan de vorst en de vorstin van Bentheim. Zy zullen tot morgen aldaar verblyven als gasten van de Koninginnen en logeeren ten paleize. t Te 11 u. 10 min. per Holl. Spoor ver trekken de Koninginnen Dinsdag a. s. met gevolg naar Amsterdam en komen aldaar aan te 12 u. 18 m. —Dezer dagen overleed te Terborg de schout- by-nacht W. B. F. Escher, laatsteiyk directeur en commandant der marine te Amsterdam, in welke betrekking hy den lsten Mei 1883 werd gepensionneerd. De overledene was, evenals zyn klasgenoot Yandevelde die drie dagen vóór hem stierf in 1836 en 1840 resp. adelborst te Medemblik en adelborst lste kl. geworden, en gedurende zestig jaren hebben hun namen, onmiddeliyk op elkander volgende, in het promotieboekje geprfikt. Beiden deden ook met hetzelfde schip hun eerste zeereis aan boord van Zr. Ms. brik .Zwaluw", by het eskader van den schout-by- nacht-titulair P. Arriëns. De Japan8che keizeriyke prins Kan-in, die Zaterdag in Den Haag wordt verwacht, zal vergezeld zyn van een vorsteiyken ver want. Zy zullen met gevolg in den laten namiddag aankomen en hun intrek nemen in het hotel „Den Ouden Doelen", waar ver schillende vertrekken voor hen worden inge richt. Door de commissie van bystand over het beheer der gasfabriek te Deventer is aan den Raad het voorstel gedaan, ten gevolge der hooge steenkolenpryzen, den pry 8 van het gas met l1/, ct. te verhoogen en te brengen op 7 cents. Na den dood van luitenant Nix is het Nederlandsch-Indische leger by de strydende Boeren slechts door één attaché, luitenant Asselbergs, vertegenwoordigd, terwyl het Nederlandsche leger Is vertegenwoordigd door een kapitein en een luitenant. Indien wy goed ingelicht zyn, bestaat het voornomen de open gevallen plaat-s weder te doen ver vullen door een anderen officier van het Indische leger. Reeds moeten zich sollicitanten aange meld hebben. (N. v. d. D.) Het stoomschip „Prins Willem I" ver trok 17 April van Paramaribo naar Amster dam; de „Prins Willem III" arriveerde 18 April van Amsterdam te Paramaribo; de „Prins Willem Y", van Paramaribo naar Am sterdam, is 19 April Ouessant gepasseerdde „Baii", van Batavia mar Amsterdam, pas seerde 19 April Wight; de „Spaarndam" ver trok 19 April van Rotterdam naar Nieuw- York; de „Malang", van Rotterdam naar Batavia, passeerde 18 April Sagres; de „Teviotdale" (Holland-Amerika-iyn) arriveerde 19 April van Newport News te Rotterdam; de „Sindoro", van Rotterdam naar Java, ver trok 19 April van Marseille. Alfen. Door de vereeniging „Gemeente belang" is een adres gezonden aan de Pro vinciale Staten van Zuid-Holland om de sub sidie-aanvrage te steunen der Hollandsche Etectri8che Spoorweg-Maatschappy te Amster dam tot aanleg van de tramverbinding Amster dam—Alfen en Leiden—Haarlemmermeer Sloten, als zynde van groot belang voor deze gemeente, hooge- en lage zydo, wat betreft de verbinding van de gemeenten Nieuwveen, Zevenhoven, Nieuwkoop en Aarlanderveen met het station Alfen der iy n Leiden Woerden. Hazerswoude. De schietvereoniging „E. M. M." besloot met algemeone stommen, aan mevrouw de douairière W. Yisser van Hazers woude het Beschermvrouwschap op te dragen. Deze heeft zich die benoeming laten wel gevallen. De vergadering van de „Yereenigingtot Werkverschaffing", die gisteravond gehouden werd, was weinig talryk en by absentie van den voorzitter werd het presidium waar genomen door den vice-voorzitter, den heer J. Gaarkeuken. Uit het verslag van den penningmeester, den heer J. Dekker, bleek, dat aan contributie was geïnd 316.75; aan verkoop van baggerstalen en andere baten was ontvangen 429.35; zoodat de totale ontvangst bedroeg 746.10. Aan arbeidsloonen was uitbetaald 429.325 en aan verschillende uitgaven 128.58s, te zamen ƒ557.91. Het batig saldo bedraagt ƒ188.19. De heeren H. P. Straathof? en M. C. De Bruyn hebben de rekening nagezien en betuigden hun dank voor het getrouw beheer. Hillegom. Het 10-jarig dochtertje van den arbeider T. Scheepmaker, alhier, heeft Dinsdag- voormiddag om 10 uren de ouderlyke woning verlaten om, mot goedvinden van haar moeder, met andere kinderen van haar leeftyd te gaan wandelen naar het onder de gemeente Noord- wykerhout gelegen zeeduin, maar is tot heden niet in de woning harer ouders teruggekeerd. De ouders, hoewel zeer ongerust, verkeeren evenwel in de hoop, dat hun kind by haar grootmoeder te Noordwykerhout is aangeland. Zekerheid daaromtrent hadden de ouders nog niet bekomen. Leiderdorp. Tot secretaris van hot college van notabelen der Ned.-Herv. gemeente alhier is benoemd de heer N. J. Yan Yoorthuisen. Gemeenteraad van Lolden. Yan de 22 punten der agenda gaf alleen het 18de, verzoek van den hoer J. v. d. Stok, om het perceel Donkersteeg No. 4 by herbouw hooger te mogen optrekken dan krachtens de verordening op het bouwen en sloopen ge oorloofd is, aanleiding tot discussie. Zooals we reeds gisteren mededeelden, had de heer v. d. Stok in een tweede adres verzocht, be doeld perceel te mogen optrekken tot eon hoogte van 9.90 M. De heer Kerstens vroeg, of B. en Ws. in betrekking tot dit tweede adres hun afwyzend praeadvies op het eerste handhaven. De Voorzitter antwoordde, dat B. en Ws. geen argumenten hebben gevonden, om op dat advies terug te komen. Zy willen de tegenwoordige hoogte van 9.15 M., doch geen meerdere toostaan. Wy willen zeide spr. ons aan onze verordening houden; anders kan ze wel worden verscheurd. De Donker steeg is zeer nauw en het hooge bouwen, dat deze steeg donkerder maakt, geeft aan leiding tot klachten. De heer Kerstens meende, dat er wel aan> leiding bestaat, om het verzoek van den heer J. v. d. Stok, zooals het nu was ingediend, toe te staan. Hy wees op de behoefte aan meer ruimte voor de berging van adressants koopwaren en op diens groote gezin, benevens inwonend personeel. Het verzoek is geen ge volg van een zucht naar luxe. Voorts beriep spr. zich op art. 11 litt. b der genoemde ver ordening (betreffende het verleenen van ont heffing), dat er is om onbillykheden en hard heden zooveel mogelyk weg te nemen, en wees hy er op, dat de heer v. d. Stok zich, wat de hoogte der verdiepingen aangaat, be perkt heeft tot het volstrekt noodige. Ook vestigde hy nog de aandacht op de hoogte d t belendende perceelen. De Voorzitter wil den toestand in de Donkersteeg niet nog ongelukkiger maken en geloofde, dat de heer Kerstens geen goede explicatie gaf aan art. 11, dat ziet op hoogst exceptioneele gevallen. Zulk een geval ls, naar sprekers inzion, door den heer v. d. Stok niet aangetoond. De heer Fockema Andre® deelde de mee ning van den Voorzitter en bestreed de argumenten van den heer Kerstensbehoefte aan ruimte is z. i. geen motief, om van de verordening af te wyken. De heer De Lange vroeg wat de reden kan zyn, dat requestrant geweigerd wordt zyn huis even hoog te bouwen als de twee aan grenzende perceelen en waarom de by do verordening voorgeschreven hoogte wel met 2.37 en niet met 3.12 M. mag worden over schreden. De Voorzitter antwoordde, dat B. en Ws. de billykheid hebben betracht en de uiterste welwillendheid betoond, die hun de genoemde verordening toestaat, doch er ten slotte een grens is. De heer A. J. Van Hoeken verklaarde zich eveneens op verschillende gronden voor het verzoek van don heer v. d. Stok en beriep zich op de verhooging, die indertijd voor den herbouw van het perceel van den heer Bary was toegestaan, van welke verhooging de overbewoner, volgens diens getuigenis, geen last ondervindt. De Voorzitter waarschuwde er ernstig tegen, om vandaag dit besluit te nemen en een vol gende vergadering een, dat met het eerste in stryd] is. Hy herinnerde hierby aan de weige ring van een verzoek van den heer J. v. d. Os, betreffende den herbouw van een perceel aan de St.-Jorissteeg. De heer A. J. v. Hoeken merkte op, dat beide gevallen niet geiyk zyn. De heer v. d. Os wilde zyn gebouw hooger optrekken dan alle andere in die steeg en een hooger bouwen dan de verordening voorschryft, was niet noodig, wat voor het perceel van den heer v. d. Stok wel het geval is. Nadat de heer Juta nog een opmerking in het midden had gebracht, werd het praeadvies van B. en Ws. in stemming gebracht en aan genomen. Gemeenteraad Tan Hazerswoude* Voorzitter de heer J. Bruyn. Alle leden tegenwoordig. De voorzitter opent de yjrgadering met do mededeeling, dat B. en Ws. hebben gemeend, nog een paar maanden te moeten wachten met het doen rooien en vervangen der onooglyke knolstoven aan den Gemeeneweg en motiveert dat uitstel. De Raad kan zich daarmee vor eenigen. Daarna lezing en goedkeuring der notulen. lo. Ingekomen stukken «yn: een missive van de aftredenden en een van den benoemde Commissaris der Koningineen missive, waar uit biykt, dat de ryksbydrage voor de onder- wyskosten 1400 heeft bedragen en een ter goedkeuring en terugzending van de kohieren van den hoofdelyken omslag, dienst 1900. Betreffende de gehouden volkstelling wordt gerapporteerd, dat in de gemeente zyn 743 bewoonde en 27 onbewoonde huizen, 32 on bewoonde gebouwen, benevens 3 bewoonde schepeD en dat zyn uitgereikt 1712 blauwe, 1719 witte, 70 oranje en 68 rose kaarten. Eindelyk wordt nog gelezen het procesverbaal l van de kasopneming by de gemeente-ontvanger. i) Ik scheen een onderhoud tusschen hen beiden gestoord te hebben, maar hy was klaarblykelyk veel te opgewonden om myn aanwezigheid op te merken, want hy ging voort, terwyl ik my op eenigon afstand van hem nederzette: „En u kan my verder niets aangaande haar mededeelen?" „Ik kan u dit mededeelen, dat zy is wat zy altyd wasuwer onwaardig," zei mevrouw Aveland scherp. „Somtijds twyfel ik er aan, of wy een druppel van hetzelfde bloed in ónze aderen hebben, wanneer ik zie, dat gy nog steeds naar haar blyft verlangen." Toen keerde zy zich vastberaden van het onderwerp af en riep my naast zich. „Myn neef is in een weinig belovend huis gekomen, om zich te vermaken, juffrouw Elman," begon zy. „Wy moeten allen ons best doen om hem zoo min mogelyk onder scheid te doen vinden tusschen dit Hallom- HaH on het andere, waar ik hem welkom placht te heeten." Eon booze uitdrukking van haat en nfjd vertoonde zich op het gelaat der oude dame, toen zy deze woorden sprak, en hy bespeurde bet even goed als ik, want by riep uit: „Het ls uw eigen schuld, tante, dat ge my thans niet in het andere Hallom-Hall verwelkomt. Zrj zou nooit verlangd hebben, dat gy heen- gfngt!" „Had ik haar gast kunnen zyn iu het huis, yaar ik meesteres geweest was?" riep zy ïartstochteiyk. „Kon de laaghartige onrecht vaardigheid van haars vaders testament my doen vergoten, dat zy de kinderen van myn zoon van hun geboorterecht beroofde?" Zy verliet styf en deftig de kamer, terwyl zy haar neéf al deze vragen toewierp, en zoodra de echo van de dichtslaande deur was weggestorven, wendde hy zich tot my en zeide: „Uit de manier, waarop myn tante in uw tegenwoordigheid sprak, maak ik op, dat gy met onze ellendige familiegeschiedenis bekend zyt?" „Geenszins," antwoordde ik ^haastig. „Ik weet, dat mevrouw Aveland een dochter heeft, met wie zy niet bevriend is." „Een stiefdochter, beter gezegd. Toen myn tante met den heer Aveland van Hallom-Hal, in Yorkshire, trouwde, had zy één zoon, en hy één dochter, ieder uit een vroeger huwelyk. Haar zoon was weduwnaar. Deze meisjes, die u als jonge Avolands kent, zyn zyn kinderen, want hy nam den naam Ave land aan, om zyn moeder te behagen. Zy dacht, dat dit hem baten zou om de bezit tingen op hem te doen overgaan in geval zy geen zoon kreeg uit haar tweede huwelyk. De oude heer Aveland echter werd tegen den jongen man ingenomen, en niet zonder reden, en vermaakte het landgoed aan zyn dochter. Zy.Hy hield op en zyn gelaat bloosde voor een oogenblik, maar werd oogenblikke- lyk weer even bleek als te voren, toen hy vervolgde: „Zy was een der beminiykste schepselen, die ooit door de zon beschenen werden, en de zoon van haar stiefmoeder werd op haar verliefd. Myn tante begunstigde die hefde en was woedend, toen zy verworpen werd. Mejuffrouw Aveland had haar hart elders verpand." Een schok voer my door de leden, toen hy de laatste woorden sprak. En toch, waarom zou de zekerheid, dat Walter Goulding zelf degene was, wien de onbekende schoonheid heur hart geschonken had, my zoo troffen? Ik kon myn eigen vraag niet beantwoorden. Ik kon slechts gevoelen, dat ik hevig ont roerde. „Het naarste in de geheele geschiedenis is," ging hy op zeer gedrukten toon voort, „dat mejuffrouw Aveland verdwenen is. Toen haars vaders testament geopend werd en het bleek, dat zy de bozitting gekregen had en myn tante het huisraad, haastte zich de vertoornde oude dame met haar goed te vertrekken, en wees zy alle verdere gemeenschap met haar stiefdochter van de hand, en sinds dien tyd is elk spoor van de laatste verdwenen. Ik bon op Hallom-Hall geweest en heb het ge sloten gevondenaan een handelsagent is opgedragen de renten te ontvangen voor mejuffrouw Aveland, maar waar zy is, weet hy niet. Al, wat hy weet, is, dat zy het geld, dat op de Bank geplaatst was, toen haar vader stierf, niet in ontvangst heeft genomen, evenmin datgene, wat hem na dien tyd ter hand is gesteld. Gedurende langen tyd zond hy op haar bevel ieder kwartaal tweehonderd pond aan myn tante. Doch mevrouw Aveland is te weten gekomen, dat zy die zendingen aan de edelmoedigheid van haar stiefdochter te danken had en niet aan die van wyien haar echtgenoot, en sinds dien weigert zy nog een penning aan te nemen. Het is een ellendige geschiedenis." „Een ellendige geschiedenis," sprak ik hem werktuigiyk na. En toen dreef de eene of andere onbedwing bare beweegreden my aan te vragen: „Bestaat er eenig portret van deze schoonheid, die de menschen betooverd heeft aan haar te denken, ofschoon zy niat aanwezig ia?" „Ik heb haar ééns geschilderd," antwoordde hy op kalmen toon. „Gy? Zyt gy dan een kunstenaar, mynheer Goulding?" „Ik doe myn best het te worden; my den schoonsten titel te verwerven, die man of vrouw kan worden toegekend," sprak hy. „Ja, ik heb haar ééns geschilderd, en Des- sanges heeft haar geschilderd, maar ik zal wel niet behoeven te zoggen, dat hier geen afbeelding van haar te vinden is." „Wat zou ik gaarne haar portret willen zient" vervolgde ik als in het voorbygaan. „Mocht gy haar goed ïyden, of koost gy uw tantes zyde in deze zaak?" „Myn tantes zyde?" riep hy uit, terwyl hy van zyn stoel opsprong. „Mejuffrouw Elman, myn tante is voor my niet zoo'n liefhebbende vriendin geweest, dat ik behoef te aarzelen tegenover een vreemdeling over haar te spre ken. Myn tantes zyde was die van onrecht vaardigheid en baatzucht; maar myn party kiezen deed de arme Kate meer kwaad dan goed." „Werd mejuffrouw Aveland Kate genoemd vroeg ik, gevoelende, dat het onderwerp een pyniyke bekooriykheid voor my had, hoewel het deze vreemde menschen betrof. Er was geen enkel woord gesproken, dat my rechtstreeks verleiden kon tot de onder stelling, dat de jonge man tegenover my en de verdwenen Kate meer voor elkander ge weest waren dan gewone menschen. Er was geenerlei rechtatreeksche bevestiging van dien aard geuit, en toch achtte ik my overtuigd, dat het wèl gebeurd was. En ik voelde er evenveel leed over als zekerheid. Daar lag een betooverende aantrekkelijkheid voor my in dien vreemdeling. Liefde op het eerste gezicht wordt als onwaarschyniyk be spot en zeer vaak betwist als onwaar; maar ik denk dikwyis, dat het de meest ware, de beste, de minst zelfzuchtige is van alle liefde. Wanneer een plotselinge hartstocht opkomt, is hy ten minste belangloos, hoe onverstandig hy ook mogo zyn. Degene, voor wien hy wordt opgevat, kan hem in alle opzichten onwaardig zyn; maar dit feit ontneemt niets aan de waarde en de zuiverheid van den harts tocht. De weloverwogen, zorgvuldig gekweekte hefde moge tot een meer heilige, zekerder vereeniging leiden, maar zy doet nooit het hart trillen van woeste vreugde, de wang nooit verbleoken met de hartstochteiyke bleek heid, dio van smachtend gevoel getuigt. Een dag, in zulke aandoeningen doorgebracht, staal gelyk met een jaar van kalme tevredenheid, die alleen de behoedzaam minnende hoopt to mogen kennen. Ik beminde dien man, van het eerste oogen blik onzer ontmoeting af, met een innigheid, die myzelve nieuwe bronaderen in myn natuur openbaarde. Het was niet zyn knappe ge stalte of zyn sieriyke toespraak, die my bui ten myzelve brachten en my tot zyn eigen dom maakten zyn uitsluitend eigendom voor altyd sinds dat oogenblik. Het was niet, dat hy edelmoedig, rechtgeaard, rechtschapen, een waardig gentleman, een echt kunstenaar was. Hy was dat alles, maar ik wist het nog niet, en toch beminde ik hem in een oog* wenk, zonder reden, zonder oorzaak, zonder Bedenken en zonder den minsten twyfeL (Sei eefeq

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1