•i Maandag April. r. woo $eze gourant wordt dagelijks^ met uitzondering too (Zon- en (feestdagen, uitgegeven* Jed. Znid-Afrikaansche Verccniging. I Feuilleton. OM ZIJN GELD. jr. 12310 1EIDSCH DA&BLAD V •PB1JS ÖZZEB GCEOBAJÏT» tree» CaWan per 6 mflandoa; Franco per poet- - - Afanprinriyke Nomnierp 1 fft- fe*0. a 0,05? PRIJS DER 8JU VERTEN Tl KWt Van Iwé regels t 1.08. Iedere regel meer 0.17). örootere, letters naar plaatsruimte e Voor het inrW6flreti hUitSD de Stad tfprdt A 0.05 berekend. Afdeding Leiden en Omstreken. Kbntvangen by don toaamemenden Penning meester: ■Door bemiddeling van de firma Herfst Se Helder van een buiten- Jandschen handelsvriendf 20.— Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad Gecollecteerd op de bruiloft van Johannes en Annaf 2.77 Van het verjaardagsfuifje van Marie, omdat Hendrik en Bram zulke leelyke gezichten trokken by hun voordrachten1.26 «Gecollecteerd op den aannemings avond van Donderdag by den heer J. Kok2.05 1 'Van het onderwyzend personeel en de leerlingen der openbare school in het dorp te Hazerswoude, omdat het schoolexamen zoo prettig en de pry zen zoo mooi waren3.13® agezameld door Johan onder een kprek over'een Boerenlager0 1.36 Overschot van B., voor do Boeren 1.— Op een groenpartytjo van Ida en Hendrik voor de dappere Boeren. 0.92 Op H.'s. verjaardag, in Jan's hoed 0.60 {'Opgehaald op een gezelligen avond by een spelletje„0.70 Hulde aan de Brusselsche jongens 0.315 ktOpgehaald voor de dappere Boeren in Maria's hoed„0.15 r.Door kleinen Frans opgehaald op de receptie van Ida en Hendrik 1.87' Gecollecteerd op het engagements- partytje van Tryn en Bram, omdat Cato zoo mooi kan voordragen 1.36 De Engelschen trokken uit om de Boeren [te beschieten. Maar kregen zoo'n slaag, dat zy een convooi [en 7 kanonnen achterlieten. W. Wf 0.72s Bydragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Leiden, 9 April. Zooals uit achterstaande advertentie biykt, is het Directiebureau van 's Ryks Ethnogra- phisch Museum verplaatst van de Hoogewoerd 108 naar het vroeger door prof. Scholten 1 bewoonde en door het Ryk aangekochte perceel Rapenburg 67. Daarmede is, dank den steun der Regeering, 1 de eerste stap gedaan op den weg, die tot s een betere èn voor het publiek èn voor de wetenschap meer doelmatige inrichting van het Museum zal leiden. Wij wenschen van harte, dat de steun der Regeering ook in het vervolg niet moge ontbreken, en dat zich daarby moge voegen die van allen, die belang Stellen in het wedervaren van deze schoone Rijksinstelling. Hedenmiddag ontvingen wy per Neder- JBlandsche mail de Bataviasche bladen van 10 tot en met 13 Maart. - De Fransche mail met berichten uit r Indië wordt morgen hier verwacht, c Het aan H. M. de Koningin gerichte verzoekschrift tot instelling eener leerstoel in de wysbegeerte aan de Polytechnische School te Delft, is door ruim 240 ingeschrevenen aan die instelling geteekend. Te Ginneken zal op het aldaar bestaande Krugersplein, tegenover het hotel Rustoord, een borstbeeld van Paul Kruger geplaatst worden. Op den 27sten April, des namiddags te 12 uren, zal door het voorloopig bestuur der Stichting Oranje-Nassauoord te 's-Gravenhage worden aanbesteedhet bouwen van een sanatorium. Aanwyzing op het terrein zal plaats hebben Dinsdag 17 April des namid dag te één uur. Inlichtingen worden gegeven aan het Bureau van den ingenieur-architect Roelof Kuipers, Ceintuurbaan 181, Amsterdam. Het bestek met 12 teekeningen is tegen betaling van 10 verkrygbaar aan het bureau van den ingenieur-architect. De inlevering der biljetten moet plaats hebben Noordeinde 140 te 's-Gravenhage. Te 's-Gravenhage is van Brussel aan gekomen baron De Beek Trüs, zaakgelastigde van den Koning van Zweden en Noorwegen by het Nederlandsche Hof. H.H. M.M. de Koningin en de Koningin- Moeder woonden gisteren de godsdienstoefening by in de Willemskerk onder gehoor van ds. Cramer. Naar „Het Vad." verneemt, is in Den Haag het bericht ontvangen, dat luit. Assel- berg, militair attaché by het Boerenleger, te Kaapstad is aangekomen. Hy vergezelde zyn gewonden collega, luit. Nix, daarheen. Bg het vernemen van het overlyden van den commandant-generaal Joubert heeft H. M. de Koningin een brief van rouwbeklag aan mevrouw de weduwe Joubert geschreven. -De intendant van het Huis van H. M. de Koningin-Moeder verzoekt het volgende te berichten: De dames, die gedurende het aanstaand verbiyf van Hare Majesteiten in de hoofdstad aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder haar opwachting wenschen te maken, worden uit- genoodigd dit verlangen voor den 18den April a. s. schrifteiyk ter kennis te brengen van mevrouw de douairière Insinger geboren Van Loon, Dame du Palais van Hare Majesteit te Amsterdam. De heeren, die by Hare Majesteit ter audiëntie wenschen te worden toegelaten, worden verzocht zich vóór genoemden datum schriftelijk te wenden tot jhr. G. J. Van Tets, te 's Gravenhage, kamerheer van H. M. de Koningin, dienstdoende by H. M,de Koningin- Moeder. Aan belanghebbenden zal tydig worden bericht, wanneer zy de eer zulten hebben door Hare Majesteit te worden ontvangen. De Eerste Kamer wordt overstelpt mot adressen, verzoekende de Ongevallenwet niet goed te keuren. Daarnaast is thans een vlugschrift verschenen van mr. A. J. Driessen, lid der firma Lippmann Kracht, te 's-Gra venhage, die tot de conclusie komt, dat het wetsontwerp niet alleen een centralistisch, bureaucratisch en autocratisch stelsel ver tegenwoordigt, maar ook hoogst gebrekkig is te noemen. Een technische zaak moet z. i. aan technische eischen getoetst worden en niet van politieke redenen afhankelyk gesteld worden. De industriëelen eischen, dat de verzeke ring zoo goedkoop mogeiyk gemaakt worde, en zy zyn overtuigd, dat dit desideratum niet door den Staat, doch 'slechts door het par ticulier initiatief zal verkregen worden. Do schryver verwacht, dat de Eerste Kamer dit wetsontwerp zal afstemmen, te meer daar de Tweede Kamer zich voor een niet gering deel door politieke beweegredenen heeft laten leiden. H. M. de Koningin bezocht Zaterdag het Roomsch-Katholiek Ziekenhuis aan het West- einde te 's-Gravenhage. H. M. werd rondgeleid door den geneesheer dr. Mastboom, de moeder overste en den rector. H. M. gaf bloemen aan de zieken. In de kapel zongen de zusters Haar het Dominus Salve toe. De Voorzitter van de Tweede Kamer heeft zich heden voor eenige weken naar het buitenland begeven. In Den Haag is tot stand gekomen een Ned. Adelfonds, met het doel aansluiting te bevorderen van de leden van den Ned. adel tot bevestiging en versterking van zyn plaats in de maatschappy en tot steun van zyn hulpbehoevende leden; daarvoor zal o. a. een fonds ten bate van de ongehuwde of in weduwstaat verkeerende hulpbehoevende vrouwelyke leden van den adel worden op gericht. In het bestuur hebben zitting mr. M. W. baron Du Tour van Bellinchave, voorzitter; C. W. graaf Van Limburg Stirum, jhr. J. Hora Siccama van de Harkstede, jhr. D. Rutgers van Rosenburg en dr. W. C. A. baron Van Vredenburch. By de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging is tot heden ingekomen een bedrag van f 1,135,759.41 '/s. Op de eerste audiëntie, die de nieuwbe noemde Commissaris der Koningin in Zuid- Holland, mr. J. G. Patyn, Zaterdag verleende, hebben een aantal burgemeesters in deze pro vincie hun opwachting gemaakt. Naai* het „Hbl." verneemt, heeft H. M. de Koningin-Moeder wederom een blyk van belang stelling gegeven in de Vereeniging voor Zeelieden voor elke nationaliteit, door f 300 te storten in de kas voor het Hospitaalschip. Naar het „Hbl." vernoemt, worden voor directeur-generaal der My. tot Expl. van Staatsspoorwegen voorgedragen de heeren: mr. J. E. Sprenger van Eyk en G. A. A. Middelberg. In de „Staatscourant" van 5 Dec. des vorigen jaars was opgenomen het bericht, dat de fuselier Cornelis Jansen in Atjeh gesneu veld was. Zyn vader, wonende te Nymegen, wendde zich in Maart tot den minister van kolonién met de klacht, dat hy het over lyden van zyn zoon eerst uit de dagbladen te weten gekomen was. Uit een schryven, namens don minister, is nu gebleken, dat aan het departement een telegram den 23sten November was ontvan gen, waarin de dood werd medegedeeld; dat dionzelfden dag werd opgemaakt en ter ver zending afgegeven het navolgende regeerings- telegram: „Burgemeester Nymegen. Wil omzichtig mededeelen aan C. Jansen, Vleesch- houwerstraat 15, fuselier Cornelis Jansen gesneuveld in Atjeh", en dat, in het vertrou wen, dat de familieleden van den gesneuvelde toen bekend zouden zyn met het door hen geleden verlies, in de „Staatscourant" van 5 December het sneuvelen werd gepubüceerd. In Februari jl. werd met leedwezen door mededeelingen van derden by het departe ment van koloniën ontwaard, dat de ouders van den gesneuvelde diens dood, niettegen staande de door dit departement genomen voorzorg, eerst na de publiceering hebben vernomen. Een ter zake vanwege dit departement ingesteld onderzoek heeft aan het licht ge bracht, dat het op 23 November opgemaakte regeeringstelegram wèl de afdeeling „Militaire Zaken" heeft verlaten, doch door nalatigheid te 's-Gravenhage zyn bestemming niet heeft bereikt. Het gebeurde heeft aanleiding gegeven tot de vaststelling van nieuwe instruction, waar door een herhaling wordt voorkomen. Zaterdagmorgen had op de Weesinrichting te Neerbosch de plechtige begrafenis plaats van mevr. Yan 't LindenhoutSipman, de echtgenoote van den directeur. Het stoffelyk overschot was overgebracht naar de kapel, waar zich de familie en vrien den vereenigden met allen, groot en klein, die in de Weesinrichting thuis behooren. Hier zong het zangkoor eenige liederen, o. a. een Graflied van den hoofdonderwyzer, den heer B. v. d. Schuur, en voerden ds. Mouiyn en ds. Pynacker Hordyk het woord, terwyi de heer Joh. Van 't Lindenhout diep bewogen dank zegde. Na afloop dezer plechtigheid werd de kist, waarop fraaie bloemen prykten - o. a. ver schillende kransen van de weezen - door het personeel gedragen naar de eigen be graafplaats van de Weesinrichting, om daar ter aarde te worden besteld. Aan de geopende groeve spraken nog de heeren Jacob Yan 't Lindenhout en Jacobs, de nieuwbenoemde adjunct-directeur, en zong het zangkoor een laatston afscheidsgroet. Uit Nymegen en van elders waren veel vrienden der stichting opgekomen om mevrouw Van 't Lindenhout de laatste eer te bewyzen. - Het stoomschip „Anchises" (Stv.-My. Nederland), van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 7 April to Port-Said; de „Bundes- rath", van Hamburg en Antwerpen naar Oost- Afrika, vertrok 6 April van Lissabon; de „Koningin-Regentes", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 8 April Gibraltar; de „Prinses Amalia" van Batavia naar Amster dam, vertrok 6 April van Padang; de „Solo", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 7 April te Port-Said; de „Admiral", van Oost- Afrika naar Ylissingen en Hamburg, arri veerde 6 April te Lissabon; do „Amsterdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 8 April Lizard; de „Drumelzier" (Holland- Amerika-iyn), van Amsternam naar Newport News, passeerdo 8 April Lizard; de „Burge meester Den Tex", van Batavia naar Amster dam, arriveerde 8 April te Suez; de „Madura", van Batavia naar Amsterdam, passeerdo 8 April Dungeness; de Oengaran", van Rotter dam naar Java, passeerdo 7 April Kaap del Armi; de „Priam", van Amsterdam on Liver pool naar Java, arriveerde 6 April te Singa pore; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 April te Padang; de „Rotterdam" vertrok 7 April van Nieuw- York naar Rotterdam; do „Sindoro" vertrok 7 April van Rotterdam naar Batavia. Bodegraven. Vrijdagavond heeft de rede- rykerskamer „H. K. Poot", alhier, baar derde en laatste uitvoering gegeven in dit seizoen. In afwyking van den gewonen regel om alleen voor de kunstlievende leden op te treden, .was deze uitvoering ook, tegen betaling van entrée, door veel niet-leden bezocht. 'tWare te wenschen, dat „Poot" dit meermalen deed; het is weder gebloken, dat zoovelen graag eens een uitvoering van de rederykerskamer bywonen, maar door de hoogo contributio teruggehouden worden, zich als kunstlievend lid aan te melden. Do uitvoering mag zeer goed geslaagd heeten, vooral wat betreft het opvoeren van het tooneelspel „Thuis gebleven" en de revue „Borefs Klondyke". Uitbundig was de by val, dien dit laatste stukje verwierf van het talryke publiek. De afdeeling „Bodegraven en Omstreken" van de Holl. Maatschappij van Landbouw zal naar de tentoonstelling te Parys inzenden kazen van verschillend gewicht van de soort, die de kaashandelaren Franschjes noemen. Leiderdorp. J. Zwetsloot, tolgaarder aan den tol op den Hoogmadeschenweg, heeft, met het oog op zyn hoogen leeftyd, ontslag aangevraagd. Naar men met zekerheid verneemt, zal binnen deze gemeente weder een industriëele onderneming worden gevestigd. Door een combinatie is aan de Zyl, naby Spanjaardsbrug, een groot terrein aangekocht, ten einde daarop een grofsmèdery, enz. te stichten. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten: Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Groningen, mr. W. M. Van Haaften, thans griffier bij bet kantongerecht te Sliedrecht. De eerste luilenant J. A. WesthofF, van het 4de regiment infanterie, in zijn rang overgeplaatst bij bet regiment grenadiers en jagers. De met verlof in Europa aanwezige officier van gezondheid 2de kl. van het leger in Nedevlandsch- Indiö N. Ypes, ter zake van lichaamsgebreken, met ingang op 1 Mei, eervol uit den militairen dienst ontslageD, met toekenning van pensioen. Min. beschikkingen. De heer H. Van Doornum, te Amsterdam, met ingang van 16 April, benoemd tot eersten klerk bij bet Departement van Koloniën (koloniaal etablissement te Amsterdam); metiDgang van 1 Juli, benoemd tot tweeden klerk bij zijn Departement, W. De Boer, te Rijnsbarg. Met ingang van 1 September, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan G. Kam, als amanuensis aan de Rijks hoogere burgerschool te Alkmaar. De minister van oorlog verleend a. s. Don- 1 derdag goen audiëntie. 1 Gemengd Nieuwi» Vrijdagnacht is ingebroken in de Burgerschool voor meisjes aan de Atjeh- straat te 's-Gravenhage. De dief of dieven schynen zich toegang te hebben verschaft allereerst door overklimming van oen muur achter het schoolgebouw in den tuin, en daarna door een privaatraampje in het gymnastieklokaal. Zy hebben op even brutale als baldadige wyze huisgehouden en biykbaar geruimen tyd in de verschillende lokalen vertoefd. Hot gaslicht bleek aange stoken te zyn geweest; de gasmeterkraan was geopend en lucifers werden op den grond gevonden. Vooral in de bovenlokalen hebben do inbrekers hun misdadig bedryf uitgeoefend. Daar worden de kasten geopend en sleutels weggeworpen; ook enkele sloten verbroken. Eenige sloutels zyn teruggevonden. Van school- behoeften wordt tot dusver nog niets vermist. Wel is alles doorsnuffeldde handwerkdoozen van de leerlingen werden geopend gevonden en de inhoud er van, evenals verschillende andere voorwerpen, over den grond verspreid alles w9rd Zaterdagochtend in de grootste wan orde aangetroffen. Daarom is ook op dien dag in de bovenlokalen (voor de oudere leerlingen) geen school gehouden. Beneden zyn slechts in één lokaal sporen van inbraak ontdekt. In do spreekkamer van het hoofd der school was een lessenaar opengebroken en daaruit wordt eenig geld (ongeveer elf gulden) ver mist, zynde spaarpenningen van schoolgaande kinderen. Er is veel schade aangericht door vernieling. Gistermiddag stortten te 's-Graven hage op het asphalt in de Veenestraat, waardoor het Koninklyk rytuig zelden rydt, de paarden voor hot rytuig, waarin de Koningin en do Koningin-Moeder waren gezeten. De Vorstinnen stapten uit en vertoefden tien minuten in het magazijn der firma Van Leeuwen, terwyi de paarden op de been geholpen werden. Daarop reden zy in hetzelfde rytuig terug naar het paleis onder het gejuich van het publiek. De wachtmeester van het 2de reg. SS) „Een beroerte,** zeide dokter Kleiber en ▼oegde er by: „Die zal wel met den dood eindigen. Op zulk een hoogen leeftyd komt iemand zoo'n zwaren aanval niet weer te boven. Maar wanneer al hot leven geweken zal zyn, is niet mot zekerheid te zeggen. In elk geval kan ik hem de eerste hulp vorleenen. Terwijl ik by hem ben, kunt gy dokter Caserti halen. Hy woont in de Kerkstraat No. 21. Maar haast u, want ik moet, zooals gy weet, weg." Zoo sprak de dokter terwyl hy met behulp van myn moeder den zieke in een gemakkelyke houding legde en zyn kleeren losmaakte. Ik reeds in de gang, toen myn moeder my nakwam. Zy liep naar de pomp om water. „Haast je, en kom niet zonder dokter terug I" riep zy my toe en ik snelde natuurlyk zoo haastig ik kon naar de Kerkstraat. Dokter Caserti was niet thuis, maar werd elk oogenblik terugverwacht. Ik scheurde een blad uit myn notitieboek, schreef ons adres daarop en drukte het dienstmeisje op het hart, het den dokter dadelyk by zyn terug komst te geven en hem te verzoeken onverwyid te komen, daar het een ernstig geval betrof. Daarop ging ik heen. Geen rytuig was er te zien en dus moest ik te voet hettamolyk 1 verre eind afleggen. Door de Damstraat gaande, zag ik het bordje van een dokter. Ik belde «an tot Ms aan. Maar ook deze Men mMl dat voor dien nacht niet op hem te rekenen viel, daar hy juist by een ernstige zieke was geroepen, by een vrouw, die een operatie moest ondergaan. Ik liep verder. Nat van zweet kwam ik thuis. Dokter Kleiber had intusschen den ouden heer ader-gelaten. Win- kelmann haalde zwaar adem. Hy was nog steeds blauwrood in het gezicht. Myn moeder zat geheel ontdaan in een hoek. Kleiber hield het horloge in de eene hand; met de andere voelde hy' den pols van den zieke. „Deze toestand kan nog urenlang duren," zeide hy juist toen ik de kamer binnentrad. Toen hy my bemerkte, wierp hy my' een vragenden blik toe. Ik las een pynlyk ongeduld in zyn oogen. „Welnu?" vroeg hy haastig, toen ik niet dadelyk iets zeide. „Dokter Caserti komt dadelijk," zeide ik. Ik was erg met don man in zyn angst en bittere onrust begaan. Ik wilde het niet op my nemen, dat hy don trein miste. Hy haalde dan ook zeer verruimd adem, toen hy myn niet geheel juist antwoord hoorde, gaf my het recept, dat hy tydens myn afwe zigheid had geschreven, en zeide: „Aan een herstel valt niet te denken. De arme man is godeeltelyk verlamd. Zooals ge zegd, hy kan nog uren, ja dagen lang leven, maar hulp baat hem, wanneer er geen wonder gebeurt, niet meer. Laat Caserti dit recept zien. Uw moeder moet zich nu ook door hem laten onderzoeken, want, zooals gy ziet, moet ik over twintig minuten aan het station zyn. Zoo sprekend, had Kleiber zyn jas aan getrokken, hoed, reistaschje en parapluie genomen, knikte den ouden heer, die daarvan echter niets vermoedde, vriendelyk-weemoedig tee, groette needer en my ea verliet de kamer. Men kon het hem aanzien, welk een haast hy had om weg te komen. „Het is dus zeker, dat Caserti spoedig komt?" vroeg hy op de trap nog eens. „Geheel zeker," antwoordde ik zeer beslist. Hy zou ton minste ten opzichte van dit geval gerust zyn. En hy was gerust. De dood van oen reeds zoo ouden man kon hem, den geneesheer, niet byzonder aandoen, en daar hy al het mogelyk© voor hem had gedaan en bovendien meende, dat zyn plaats vervanger reeds onderweg was, had hy by het verlaten van het huis zeker één gedachte, nl. zoo spoedig mogelyk het station te bereiken. Zyn laatste woord was: „Gy schryft my natuurlyk. Myn adres is: „Dokter Kleiber ten huizo van den officier van gezondheid Tolpen." Ik beloofde hem te schryven. Hy liep haastig, by na in een draf, weg. Ik keerde weer naar de ziekenkamer terug. „Wanneer de andere dokter nu maar spoedig komt, ik heb zoo'n angstig gevoel." Met deze woorden ontving myn moeder my. Ook ik was niet op myn gemak," ging Hans Müller verder. „Wanneer Caserti nu eens niet kwam? Niet bytyds kwam? Die gedachte mocht ik myn moeder niet laten merken. Ik troostte haar en wy ver pleegden den ouden heer volgens Kleiber's aanwyzingen. Ondertusschen wachtten wy vol ongeduld op de komst van Caserti. Om negen uren vyf minuten had Kleiber het huis ver laten en juist twee uren later stierf de oude heer. Hy was een oogenblik by bewustzyn gekomen en trachtte te spreken. Hy heeft ons bepaald herkend, de sprekende uitdruk king van zyn oogen beweos dat, en hy heeft om ook nog iete, dat hy zeker van groot gewicht vond, willen zeggen. Hy had zyn tong echter niet meer tot zyn dienst. „Neemt," meende ik uit de geluiden, die hy voortbracht, te verstaan, maar wat hy met dit woord heeft willen te kennen geven, konden wy niet vatten. Een nieuwe stroom bloed steeg naar zyn hersenen, daarop vertrok zyn gelaat en viel zyn hoofd achterover. Zyn hart had opgehouden te kloppendaarvan overtuigde ik my. En steeds, steeds wachtten wy nog op Caserti. Hot werd twee uren in den morgen. De dokter was er nog niet. Het lijk was reeds yskoud. Nu is alles uit; nu zullen wy spoedig bedelaars zyn. Wie zal my met myn ziek lichaam nog in dienst nemenEn jouw salaris is immers niet eens voor jou en vrouw en kind voldoende. O, had hy niet voor ons kunnen zorgen! Hy zou daarmee immers niemand benadeeld hobben Hoe dikwyls heeft hy my niet gezegd, dat hy geen bloed verwant meer op de wereld bezat." Zoo jammerde myn moeder, niet vermoe dend welke gedachten zy daarmee by my verwekte. Snel was het denkbeeld by my opgekomen, dat volstrekt niet alles behoefde uit te zyn; dat wy, daar de doode ons niet meer kon helpen, onszelven moesten helpen. Wie behoefde te weten, dat de oude heer dood was? Kleiber wilde immers in geen geval terugkeeren en slechts hy was te duchtenAnders betrad toch geen vreemdeling het huis. En zoo ik myn moeder had kun nen misleiden hoeveel gemakkelijker kon ik dan niet voorbygangors misleiden! Een beetje blanketsel, zyn muts, zyn kamerjapon en de oude heer kon zich af en toe nog voor het raam vertoonen. Wij <*&ter, wy waren: zyiv.erfgenamen. Langzaam, heel langzaam, stelde ik myn moeder het plan voor, dat ik met een gloeiend hoofd had verzonnen. Hoe ik er haar toe overhaalde, dat te beschryven, bespaart gy my zeker wel, myn heer. Wat doet een moeder niet voor haar kind? De myne offerde haar zuiver geweten, haar gemoedsrust voor my op, voor my, die zonder de verzonnen hulp met de mynen te gronde moest gaan. Het heeft echter veel moeite gekost om de arme ziekelyke en dus niet juist veerkrachtige vrouw voor myn plan te winnen; toen zy echter besloten was met my te doen, wat ik; in dien nacht als ons eenig heil beschouwde, waren er nog slechts een paar woorden noodig om hot over de wyze van uitvoering van ons voornemen eens te worden. Achter in den tuin is een door pynboomea gevormd rondeau, hetwelk aan alle kanten »dor het oog verborgen is. Daar begroeven wy den ouden lieer. Vroeg in den morgen begaf ik my nog eens naar dokter Caserti. Ik moest toch weten waarom hy niet gekomen was of dat hy mogelyk nog wilde komen. Dat was niet het geval. Op de trap kwam my een dienstmeisje tegen, hetzelfde meisje, hetwelk ik den vorigen avond het adres gaf. Zy ontstelde, toen z(j my zag, en strekto vervolgens smeekend de handon naar my uit. „Om 's Hemelswil, ga niet naar boven, mynheer, maak ray niet ongelukkig," fluis terde zy my bleek van angst toe en tastte daarbij in den zak van haar japon. Ik wist oogenblikkeiyk wat er gebeurd of liever, wat er niet gebeurd was. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1