JPJ2307 Donderdag 5 April. A°. 1900 i§eze tgourant' wordt dagelijks, met uitzondering vm (Zon- en feestdagen, uitgegeven* Bed. Zuid-Afrikaansche Vercenigiug. Feuilleton. ZIJN GELD. LEIDSCH DA&BIA Voer Leldou pit t. maanden) Franco per post* AfgnndorlHlM Nommejy i i t 1,10. 1.40. 0.05. PBUS DEB ADVEBTERTIENt Van l^fl rëjjéls t 105. ledore regol moe» f 0.17J. -» ir.-ootere, letters nSï' plaatsruimte Voor hot ineasseareo buitan do etad wordt ƒ0.06 berekend. Afdcéling Leiden en Omstreken p Ontvangen by den waamemenden Penning meester: Voor de Boeren van S. voor een ©anDaantje verkocht kippenhok. f 1.50 Door bemiddeling van hot Leidsch Dagblad: - Gecollecteerd op den aanneems- avond van Woensdag by ds. v. d. Lip in M.'s kepif 2.50 Zondag gecollecteerd in de Pieters kerk »-!•"" Gecollecteerd Maandagavond op een zilveren bruiloftepartytje door Hendrik 0.55 W Ter gelegenheid myner zustors verjaring0.32 Bydragon kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel vau dit Blad. Leiden, 5 April. Het ie thans twaalf en een halfjaar geleden, dat Gottfried Mann directeur werd van „Sempre Crescendo." Hoeveel het muziekgezelschap aan tyn wakkeren directeur te danken heeft, is van te algoinoene bekendheid dan dat dit hier - 'ttadere vermelding behoeft. Wy twyfelen niet of op het concert, hedenavond, zal het publiek door een buitengewoon hartelijke ontvangst toonen, dat het do talenten van „Sempre's" ©erelid naar waarde appreciöert. Onder de leiding van den gen.-majoor, Commandant der 1ste divisie infanterie, zullen van 15 Mei a. s. tusschen de gemeenten Gouda, Schoonhoven en Krimpen kader manoeuvres worden gehouden. 'THieraan zal, behalve door den commandant van het regiment grenadiers en jagers en de commandanten van het 4de en 7de regiment infanterie, worden deelgenomen door de luitenants-kolonels Van do Wall en Sabron, resp. van het regiment grenadiers en jagers en van het 4de regiment infanterie, en de majoors Vetter, Geel en Wieringa, van het 7de regiment infanterie. De heer J. J. Ket, hoofdonderwijzer aan do Chr. School te ZegwaardZoetermeer, hoopt den 12den April a. s. den dag te hor denken, waarop hy vóór 25 jaren als zoo danig in functie trad. Heden dineoren ten Hovo: mr. Van Naamen van Eemnes, voorzitter der Eerste Kamor; baron Van Heeckeren van Keil, kamerheer i. b. d.; en kapitein Van Hoog Straten, adjudant van H. M. Hodonvoormiddag zyn voor H. M. de Koningin beëedigd de raadsheer in den Hoogen Raad jhr. mr. Van Teylingen; jhr. rar. Rethaan Macaré, adv.-gen. by dat college, en mr. Van Bolhuis, president van het Hoog Militair Ge rechtshof te Utrecht. 1 De Koningin hooft hedenochtend haar ordonnance-officier jhr. Van Suchtelen van de Haare opgedragen een bezoek te brengen aan den Engelschen gezant in Den Haag om den vertegenwoordiger van Koningin Victoria Harer Majesteits gelukwensch over te brengen met hot mislukken van den aanslag op den Prins van Wales. De gezant heeft dadeiyk telegraphisch dezen gelukwensch van onze Koningin aan Koningin Victoria overgebracht. J De heer Van Haarst, consul van ons land te Kopenhagen, die eenige dagen te j-Gravenhage vertoefde, is naar zijn post 'teruggekeerd. Naar wy vernemen, heeft de referendaris aan het Departement van Marine, de heer E. V. F. Alm, tegen 1 Juli a. s. zyn eervol ontslag aangevraagd. ED.) Naar de „Arnh. Ct." verneemt, is dezer dagen het wetsontwerp betreffende de organi satie der landweer, waarby uitvoering gegeven wordt aan de desbetreffende bepalingen in het ontwerp-leger-organisatie, hetwelk in het najaar van 1899 by de Kamer werd in gediend, ter onderzoek by den Raad van State ingekomen. De nieuw opgetreden Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de heer Patyn, heeft by prov. blad de navolgende circulaire gericht aan de gemeentebesturen in deze provincie: Het behaagde H. M. oüze geëerbiedigde Koningin, my, by besluit van den Ssten Februari jl. No. 48, met ingang van heden (1 April), te benoemen tot Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland. U van rayn optreden als zoodanig kennis gevende, doe ik een ernstig beroep op u aller krachtige medewerking en steun in alles wat bevorderiyk kan zyn aan het welzijn en de ontwikkeling van dit gewest. Gy hebt die myn voorganger, zooals hy by zijn heengaan getuigde, in ruime mate verleend. Wil ze ook my niet onthouden en my op die wyze behulpzaam zyn in myn ernstig streven de my toevertrouwde ge wichtige taak naar behooren te vervullen. Het Museum van Kunstnyverheid te Haarlem, werd gedurende de eerste drie maanden van dit jaar bezocht door 1035 personen, terwyi het aantal over de maand Maart 400 bedroeg. Uit de boekery van het Museum werden over eerstgenoemd tydperk 376 boek- en plaat werken naar verschillende plaatsen van ons land verzonden; gedurende de maand Maart bedroeg dit aantal 111. De nieuwe catalogus der boekery is gereed gekomen en voor belangstellenden op aanvrage verkrijgbaar gesteld. Te Rotterdam is overleden dr. Bonne van Dyken, directeur van het Chemisch Instituut aldaar. Naar men verneemt, is mevrouw Van der Hoop König, te Scheveningen, benoemd tot directrice van het kinderziekenhuis te Groningen. H. M. de Koningin zou heden jhr. mr. D. G. Van Teylingen, benoemd raadsheer in den Hoogen Raad, als zoodanig beëedigen. De gewone audiöntiön van de ministers van buitenlandsche zaken, marine en koloniën zullen deze week niet plaats hebben. Het stoomschip „Brorao" arriveerde 3 April van Rotterdam te Batavia; de „Madura", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 4 April Kaap Carvoeiro; de „Solo", van Rotter dam naar Batavia, passeerde 3 April Malta; de „Stassfurl", van Batavia naar Amsterdam on Hamburg, passeerde 4 April Gibraltar; de „Prinses Amalia" vertrok 4 April van Batavia naar Amsterdam; de „Werkendam", van Niouw-York naar Rotterdam, passeerde 4 April Lizard. Alkemade. Aan het Postkantoor, alhier, te Roelof-Arendsveen, en de daaronder ressor- teerende Hulpkantoren te Oude-Wetering on te Rijp-Wetering, werd gedurende het 1ste kwartaal 1900 ter Ryk-Postspaarbank in gelegd f 15,717.83 en terugbetaald f 27,151.66. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 429. Aarlanilorvoen. Gisteravond brandde het huis van den winkelier E. Van Aken af. Hazerswoudc. Toen de landbouwer L. B. gistermorgen, omstreeks halftwaalf, op zyn driewielde kar zonder lemcen gezeten, van den Voorweg de dorpsstraat inreed, werd zyn paard, op het gezicht van een voor hem uit dravenden medebroeder onder den man, zoo vurig, dat hy mee ging draven, alsof het om prys en premie ging. Do voerman, die zyn wagen in de gegeven omstandigheden niet meer kon besturen en op ïyfsbehoud be dacht was, sprong, toen hy het oogenblik gunstig rekende, op de straat; doch werd tot groote schade voor zyn jas en verdere uitrustingstukken, nog een eind voortgesleept. Op het kritieke oogenblik laat hy de strengen los, zyn eigendom aan den odelen viervoeter overlatende, die nu met het slingerend vehikel er van door gaat tot voorby den Gemeeneweg, waar do zwing losraakt en de wagen blyft staan. De harddraver, die nu goheel zyn eigen baas denkt te wezen, rent het Westeinde in; doch wordt nog vóór hy do brug, die hem weldra buiten onze jurisdictie zou voeren, bereikt had, door een paar krachtige mannen in zyn toomelooze vaart gestuit. Gelukkig was de straat, zooals gewooniyk op dat uur, een zaam en verlaten, zoodat geen persoonlyke ongelukken konden plaats hebben. Een half uur later zou het erger geweest zyn. Hillegom. Op een nader te bepalen datum zal in den loop van deze maand, vanwege de afdeeling Hillegom van het Alg. Neder- landsch Werklieden-Verbond een openbare vergadering worden gehouden in cafó „Flora", waarby de heer D. De Klerk, lid der Tweede Kamer, als spreker zal optreden met het onderwerp- „De mensch zal by brood alleen niet leven." Een tweede geval van besmettelyke ziekte (roodvonk) heeft zich voorgedaan in het gezin van C. J. U., alhier. Mejuffrouw Van Kaam, onderwyzeres aan de Chr. school te Baambrugge, heeft voor haar benoeming tot onderwijzeres aan de Chr. school alhier bedankt. Oogstgeest. Het getal inwoners dezer ge meente is volgens de uitkomst der volkstel ling 3108, verdeeld als volgt: Mannen Vrouwen Wijk A 398 566 B 163 162 o 190 207 D 227 212 E 231 228 b F 266 258 1475 1633 aantal woonhuizen bedraagt in wyken rospectievelyk 95, 64, 84, 96, 98 en 114, terwyi 2 gezinnen in schepen zyn ge huisvest. Tot wyk A behoort het gesticht Duinzicht met 108 en hot gesticht Endegeest met 413 personen. Naar de onderscheidene godsdienstige ge zindten is de vordeeling als volgt: Mannen Vrouwen Nederd.-Hervormden 751 Roomsch-Katholieken 458 Leden der Gereform. Kerk 205 Evangelisch Lutherschen Doopsgezinden Remonstranten Waalsche Gemeente Engolsche Kerk Oud-Room schen Israëlieten Tot geen gezindte behoorende 19 8 4 2 1 7 20 1475 813 542 212 26 8 13 1 1 1 5 11 1633 Leiderdorp. By een stier, afkomstig uit een stal onder deze gemeente en toebe- hoorende aan den heer De G., te Leiden, is miltvuur geconstateerd. De stal wordt onder toezicht van een rljksveeopzichter ontsmet. Dinsdag den lOden dezer, des namiddags te twee uren, wordt ten raadhuize alhier, gelegenheid gegeven tot kostelooze inenting en herinenting. Roelof-Arendsveen. Ten Telegraafkantore werden alhier gedurende het 1ste kwartaal 1900 behandeld 725 telegrammen, n.l. ver zonden 228, ontvangen 268, opgenomen en verder geseind 229. Stompwyk. Gistermorgen om ruim elf uren, toen de te Leiden in de Haverzaklaan wonende broodsiyter H. Bennink, depothouder der firma Hus aan de Mare, met zyn met honden be spannen broodwagen was gekomen in de gemeente Stompwyk, ontdekte hy, dat er brand was in oen woning, bewoond door den onderwyzer Hoks, die zich in de school te Stompwyk bevond. Deze woont alleen en daar er dus niemand thuis was, forceerde Bennink het raam. Tevens had hy bereids iemand gezonden om don hoer Hoks met het onheil in kennis te stellen. Spoedig kwam de onder wyzer aangeloopen en toen werd met 14 a 15 emmers water de brand nog in tijds ge- bluscht. Er is schade aangericht aan den vloer, den schoorsteenmantel, een klok, schilderyon, eenige ornamenten en behangsel. De heer Hoks was geassureerd. De oorzaak is onbekend. Voorschoten. Gisteravond hielden de Christelyko Jongolingsvereeniging „De Heere is myn Banier" en de Christelyko Zang- vereeniging „De Lofstom" haar tweede alge- meeno vergadering, in het gebouw der Chr. school, alhier. Nadat de vergadering door het zingen van Psalm 97 vers 1 en gebed geopend was, sprak de president der zangvereeniging eon kort inleidend woord, waarin hy het doel van den avond uiteenzette. Daarna werden afwisselend eenige zang nummers, voordrachten en samenspraak ten gohooro gebracht, welke, do geringe krachten in aanmerking genomen, good van stapel liepen. In het byzonder noemen wy de samen spraak: „De bedrieger bedrogen" en de voor dracht „Een wedstryd in 't rociteercn." Van de zangnummers voldoden ons hot meeste, de sopraansolo „Van een Koningsvrouwe", gezongen door mej. Diephuyzen, het zang stukje „Op Jezus' geboorte" en de volks liederen der beide Zuid-Afrikaansche Repu blieken, welke laatste door de vergadering staande werden aangehoord. Evenals by de eerste algemeeno vergadering der twee vereenigingon, vorleende ook nu weder de heer Verdouw zyn gewaardeerde medewerking, en bracht op zeer verdienstelijke wyze het orgelstuk „De slag by Waterloo" ten gehoore, waarvoor een luid applaus zyn deel werd. Ten slotte sprak de voorzitter der Jongelirgs- vereeniging een aanbevelend woord, en drong er vooral op aan beide vereenigingon werkelyk en financiëel te steunen. Gaarne stemmen wy dan ook toe, dat met voldoende krachten van deze vereenigingen veel goeds te wachten is. Nadat ds. Alting namens allen zyn hartelijken dank had uitgesproken voor don gonoeglyken avond, werd de vergadering op de gewone wijze met het zingen van Gozang 3 vers 1 en mot dankzegging gesloten. v. H. Zoetorwoudc. Van 10 tot en met 13 April a. s. zal in deze gemeente de gelegenheid zijn opengesteld tot kosteloozo inenting en herinenting van do ingezetenen, die zich daartoe ten huize van den gemeente-genees heer aanmelden. Voor de juiste namen en ouderdom is overlegging van een geboorto- bewys verplichtend. Tweed© Kamer, Aan de orde i6 het wetsontwerp tot wyzi- ging van de artt. 4 en 5 der wet van 28 Juni 1898, tot nadere regeling nopens de vergelding van tydolijke diensten met pensioen. De heeren SmeengeFan Dedem, Beidt en De Ras vroegen ruimere toepassing der mil dere bepalingen van dit ontwerp. Zoo wensch- ten zy daarin ook te doon deelen kadaster- ambtenaren, klerken van ontvangers en by voormalige gerechtshoven en dergelyken, en ook wilden dezen niet buitensluiten hen, dio geen schriftelyke aanstelling kunnen over leggen. De Minister was in hot algemeen niet ge neigd de pensioenwet uit te breiden tot andere categorieën en in geen geval zou dit te maken hebben meteen regeling voortydelykediensten. Terugwerkende kracht te geven aan bepalin gen voor bureelambtenaron, achtte de Minister bedenkelyk. De heer Kerdijk bleef echter pleiten voor erkonning van vroegere diensten Yan rijks klerken by ontvangers en dergelyken. De heer Hcldt vroeg hetzelfde voor do werklieden by do tolegraphie, werkplaatsen en het ykwezen, en de heer Smeenge drong nader er op aan ook in aanmerking te doen komen diensten van personen, die thans in staatsdienst zyn, maar vroeger feitelyk het zelfde werk deden. Het algemeen debat werd gesloten. De heer Beidt stelde eon amendement voor, om deze wet toepasselijk te vorklaren op bureelambtenaron, overeenkomstig de wet van 1895 gepensionneerd. Nadat do Minister opnieuw bezwaar had gemaakt tegen deze terugwekkende kracht, werden de openbare beraadslaging over dit artikel en het amendement aangehouden tot hedén. Achtereenvolgens werden daarna onder scheidene wetsontwerpen van geringen om vang goedgekeurd. Tegenover de commissie, in wier handen waren gesteld de'inlichtingen van den Minister op het adres van den ontslagen korporaal- stoker der marine D. v. d. Brugge, houdende verzoek om toekenning van pensioen, betoogde de Minister van Marinedat voor pensioen geon termen zyn en dat hy toekenning eeiier toolage niet wenschelyk oordeelde. De conclusie van de Commissie strekte tot pensionneering of schadeloosstelling. Do heer Fa» Vlijmen verdedigde dezo conclusie, don ziektetoestand van adressant toeschrijvende aan inspannende dienstver richtingen en betoogondo, dat de genees kundige dienst klaarblykeiyk een vergissing of een verzuim heeft gepleegd. De heer Staalman betoogde ook de nood zakelijkheid van het geven van schadeloos stelling wegens het onoordeelkundig optreden van den geneeskundigen dienst in deze. De heer Mackay wil niet beslissen zooals do Commissie doet, maar wel don Minister verzoeken alsnog te overwegen pensionneering of vergoeding, omdat ook spr. het zou be treuren als deze man niet geholpen werd. Dwang op den Minister wil ook de heer Tijdcman niet. De Minister beloofde ten slotto alsnog schadeloosstelling op de een of andoro wijze te willen overwegen. 16) - Een betere observatiepost ten opzichte van het huis van den heer Winkelmann had men overigens nauwelijks kunnen vinden. Een weinig schuin tegenover het venster, waar voor John zat, blonken de nette ramen, waar achter hy nu - ten minste achter óón daar van den stokouden, onbekenden man hoopte te zien verschijnen. En ja, ditmaal zou John's geduld beloond worden! Zyn scherp oog bemerkte eindelijk de lang verwachte grysaardsgestalte. Lang- Baam, heel langzaam, zette zy zich in den Ktoel met do hooge leuning neer, welke vlak voor het raam stond. Dat was dus de heer Winkelmann! „Hy leeft dus toch nog!" dacht John en moest weer overzichzelven glimlachen. Natuur- lyk leefde de oude heer. Anderen hadden hem toch ook pas onlangs gezien, anderen, die hem kenden, zoo ver namelijk iemand dezen zonderling kende. En ook zagen de scherpe oogen van den advocaat hem nu zeer nauwkeurig. Nu, hy was toch reeds zeer gebrekkig. Hoe langzaam en vermoeid waren zyn bewegingen, hoe wit -zyn haar, hoe grauw en mummieachtig zyn e gezicht „Waarom verwonderde ik mij zoo over den Ileeftyd van den man? Hot komt immers I 9^mtyds zelfs in groote steden voor, dat iemand j de honderd overschrijdt! Ik zou het niet be- ge eren. Die daar ginds ia immers toch niet m** wrak van tea mensch; half dood, half blind, geen tand meer in den mond en geen atoom kracht meer in de beenderen. Neen, ik zou niet gaarne zoo lang leven." Zoo dacht John, torwyl hy, als eenteeken van zyn tevredenheid, onwillekeurig een sigaret aanstak, zondor toch daarbij het geschiedde ook onwillekeurig den eindelyk verschenen ouden heer uit het oog to ver liezen. Op dat oogenblik gebeurde er echter iets vreemds, waarop geon der andere gasten acht sloeg, want ieders opmerkzaamheid bepaalde zich tot iets anders. Hermann John was plotseling opgestaan, de pas aangestoken sigaar uit zyn hand gevallen en deze rolde nu over het zwart- marmeren blad van de tafel tot aan een stapel couranten, waartegen zy bleef liggen. John lette daar niet op, hy staarde vol ver bazing naar den ouden heer aan den over kant. Ook dat viol niemand in het lokaal op, want nu keek immers ioder naar de straat! Een rytuig, welks paarden op hol waren gegaan, vloog voorby. Den koetsier waren hoed en zweep ontvallen en een oogenblik lang zag men den bleeken man ver op den bok achterover leunen om mot do kracht van een wanhopige de paarden in toom te houden. Tevergeefs De schuimende dieren voelden zeker de teugels in het geheel niet. In razende vaart vlogen zy verder, overal schrik aanjagend en ontsteltenis achter zich latend. Een bloedende oude man lag op de straat. Een groepje menschen stond reeds om hem heen on ook uit de restauratie waren veel gaston gesneld, om aan het vruchtelooze toekyken en jammeren deel te nemen. John bevond zich niet onder hen; die keek naar den Benden heer." En dat was ook een interessant schouwspel. De grysaard aan den overkant was een ander geworden. Bliksemsnel was hy, toen het rijtuig voorby joeg, omhoog gesprongen, krachtig en haastig had hy het raam open- gestooten en zich een oogonblik, alles om zich lieen vergetend, ja zichzelven vergetend, ver daaruit gebogen. Hoe slank on recht was nu zyn zoo juist nog gebogen lichaam, en hoe geheel anders zyn gelaat, waaruit ontzettend groote, donkere, wydgeopendo oogen keken! Hoeveel jonger zag dit gezicht er nu uit, waarvan de lippon van schrik geopend waren en vast opeengeklemde blinkende tanden lieten zion. Dat alles duurde slechts een paar seconden; toen verdween de oude heor uit den helderen zonneschyn, die hom beschenen had. Hy ver wy derde zich echter nog veel haastiger dan hy gekomen was van hot raam, waarvoor nu eon bloeke vrouw verscheen, om hot na een langen blik, dien zy naar buiten wierp - te sluiten. Doeh merkwaardig, deze blik gold niet de dooreen womolende groep menschen, welke zich om den ongelukkigo had gevormd, maar de tegenover liggende huizen, voor welker ramen zich immers ook zoo menig hoofd had vertoond. De advocaat staarde nog steeds naar den overkant, ofschoon er nu niets meer, wat zijn aandacht waard geweest was, te zien viel. Doch opeens deinsde hy achteruit. Een heldere vlam sloeg tot hom op. Belialvo zyn handen, staken zich ook die van twee biljartjongens naar de door de glimmende sigaar in brand gestoken couranten uit. •Spoedig was het vuurtje gebluscht en namen de biljartjongens beleefd meesmuilend de rijke fooi, welke de heer John hun benevens het geld voor zyn vertering ter hand stelde, in ontvangst. Toen by ochter vertrokken was, keken zy elkaar spottend aan. „"Wat is die zenuwachtig!" zeide de een en de ander voegde er bij: „Hy ziet er uit, alsof hy oen geest gezien heeft. Ik zou wel eens willen weten of hy wegens hot overrydon of wegens den kleinen brand zoo van zyr. stuk geraakt is." Een halfuur later betrad de heer John een woinig haastig zyn kantoor. Het was daarin natuurlijk zeer koud, want dien dag was er nog niemand geweest ener was daarin dus ook niet gestookt. De advocaat voelde echter deze koude niet; zyn wangen gloeiden en zyn polsen gingen zoo haastig alsof hy do koorts had. Hy ont deed zich niet van overjas en hoed, ja, trok niet eens de handschoenen uit, doch nam dadelijk een sleutelbos uit den zak van zijn jas en opende dio kast met akten, welke de letter W bevatte. Hy nam den bundol-Winkelmann er uit, ging voor zyn sclinjftafol zitten en keek een tydlang strak voor zich neer. Hy zag weer alles in zyn geest, wat zich pas voor zijn oogen had afgespeeld, en hy vroeg zich af: „Ben ik krankzinnig? Lyd ik aan zins begoochelingen? Of heb ik goed gezien? De kleine, gebrekkige oude hoer, heeft hy werke lijk plotseling groot cn recht en krachtig voor mij gestaan9 Heb ik, heb ik dat slechts als een droombeeld of in werkelykheid voor mij gezien?" De heer John streek zich met een schier angstig gebaar een paar maal over het voch tige, maar geboel koele voorhoofd, over de oogen, dio zulke merkwaardige dingen had den gezien en die hy daarom nu'niet recht vertrouwde. Hy stond vervolgens haastig op, om zich in den spiegel te bekyken, die in het voor vertrek hing. Toen hy zyn uiterlijk, gezicht en gestalte van een volkomen normaal mensch, een tijdlang met zeer critische blikken had beschouwd, ging hij gerustgesteld weer naar zyn schrijftafel terug. „Het schynt, dat ik volkomen gezond bon, en dat de misleiding niet aan mijn kant ligt," zeide hy met con byzonder scherper, glimlach, toen hy do akten van den heer Winkelmann ter hand nam. Hy keek ze nog eenmaal nauwkeurig door, vooral hot document, dat het ontslag uit den militairen dienst betrof, en den ouden pas, die zich by de papieren bevond. „Middelmatige groote, blauwe oogen, afge brokkelde tanden", las John hardop, toen hy by doze punten, die hem byzonder interes seerden, kwam, en riep zich daarna het juist geziene schouwspel in zyn geheugen terug. De persoon, dio uit het raam had geleund, was een groote, zéór groote, volstrekt geen middelmatig groote man. En deze man had met donkere, bepaald donkere en beslist niet met blauwe oogen naar het tooneol op de straat gekeken. En hoe prachtig haddon zyn witte tanden geblonken Tegenwoordig kunnen wol is waar ook oude menschen mooie tanden koopen, maar wie zulke wil hebben, die moet met ron tandondoktor in aanraking komen, moet naar zoo iemand toegaan of dezen by zich laten ontbieden. De oude heer echter had, zoo werd er ten minste gezegd, sinds veel jaren zijn huis niet verlaten cn ook geon vroemdo zijn drempel laten overschrijden. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1