JPJ2307
Donderdag 5 April.
A°. 1900
i§eze tgourant' wordt dagelijks, met uitzondering
vm (Zon- en feestdagen, uitgegeven*
Bed. Zuid-Afrikaansche Vercenigiug.
Feuilleton.
ZIJN GELD.
LEIDSCH
DA&BIA
Voer Leldou pit t. maanden)
Franco per post*
AfgnndorlHlM Nommejy i i t
1,10.
1.40.
0.05.
PBUS DEB ADVEBTERTIENt
Van l^fl rëjjéls t 105. ledore regol moe» f 0.17J. -» ir.-ootere,
letters nSï' plaatsruimte Voor hot ineasseareo buitan do etad
wordt ƒ0.06 berekend.
Afdcéling Leiden en Omstreken
p Ontvangen by den waamemenden Penning
meester:
Voor de Boeren van S. voor een
©anDaantje verkocht kippenhok. f 1.50
Door bemiddeling van hot Leidsch Dagblad:
- Gecollecteerd op den aanneems-
avond van Woensdag by ds. v. d. Lip
in M.'s kepif 2.50
Zondag gecollecteerd in de Pieters
kerk »-!•""
Gecollecteerd Maandagavond op een
zilveren bruiloftepartytje door Hendrik 0.55
W Ter gelegenheid myner zustors
verjaring0.32
Bydragon kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel vau dit Blad.
Leiden, 5 April.
Het ie thans twaalf en een halfjaar geleden,
dat Gottfried Mann directeur werd van „Sempre
Crescendo." Hoeveel het muziekgezelschap aan
tyn wakkeren directeur te danken heeft, is
van te algoinoene bekendheid dan dat dit hier
- 'ttadere vermelding behoeft. Wy twyfelen niet
of op het concert, hedenavond, zal het publiek
door een buitengewoon hartelijke ontvangst
toonen, dat het do talenten van „Sempre's"
©erelid naar waarde appreciöert.
Onder de leiding van den gen.-majoor,
Commandant der 1ste divisie infanterie, zullen
van 15 Mei a. s. tusschen de gemeenten
Gouda, Schoonhoven en Krimpen kader
manoeuvres worden gehouden.
'THieraan zal, behalve door den commandant
van het regiment grenadiers en jagers en de
commandanten van het 4de en 7de regiment
infanterie, worden deelgenomen door de
luitenants-kolonels Van do Wall en Sabron,
resp. van het regiment grenadiers en jagers
en van het 4de regiment infanterie, en de
majoors Vetter, Geel en Wieringa, van het
7de regiment infanterie.
De heer J. J. Ket, hoofdonderwijzer aan
do Chr. School te ZegwaardZoetermeer,
hoopt den 12den April a. s. den dag te hor
denken, waarop hy vóór 25 jaren als zoo
danig in functie trad.
Heden dineoren ten Hovo: mr. Van
Naamen van Eemnes, voorzitter der Eerste
Kamor; baron Van Heeckeren van Keil,
kamerheer i. b. d.; en kapitein Van Hoog
Straten, adjudant van H. M.
Hodonvoormiddag zyn voor H. M. de
Koningin beëedigd de raadsheer in den Hoogen
Raad jhr. mr. Van Teylingen; jhr. rar. Rethaan
Macaré, adv.-gen. by dat college, en mr. Van
Bolhuis, president van het Hoog Militair Ge
rechtshof te Utrecht.
1 De Koningin hooft hedenochtend haar
ordonnance-officier jhr. Van Suchtelen van de
Haare opgedragen een bezoek te brengen aan
den Engelschen gezant in Den Haag om den
vertegenwoordiger van Koningin Victoria
Harer Majesteits gelukwensch over te brengen
met hot mislukken van den aanslag op den
Prins van Wales.
De gezant heeft dadeiyk telegraphisch dezen
gelukwensch van onze Koningin aan Koningin
Victoria overgebracht.
J De heer Van Haarst, consul van ons
land te Kopenhagen, die eenige dagen te
j-Gravenhage vertoefde, is naar zijn post
'teruggekeerd.
Naar wy vernemen, heeft de referendaris
aan het Departement van Marine, de heer E.
V. F. Alm, tegen 1 Juli a. s. zyn eervol
ontslag aangevraagd. ED.)
Naar de „Arnh. Ct." verneemt, is dezer
dagen het wetsontwerp betreffende de organi
satie der landweer, waarby uitvoering gegeven
wordt aan de desbetreffende bepalingen in
het ontwerp-leger-organisatie, hetwelk in het
najaar van 1899 by de Kamer werd in
gediend, ter onderzoek by den Raad van State
ingekomen.
De nieuw opgetreden Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, de heer Patyn,
heeft by prov. blad de navolgende circulaire
gericht aan de gemeentebesturen in deze
provincie:
Het behaagde H. M. oüze geëerbiedigde
Koningin, my, by besluit van den Ssten
Februari jl. No. 48, met ingang van heden
(1 April), te benoemen tot Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland.
U van rayn optreden als zoodanig kennis
gevende, doe ik een ernstig beroep op u
aller krachtige medewerking en steun in alles
wat bevorderiyk kan zyn aan het welzijn en
de ontwikkeling van dit gewest.
Gy hebt die myn voorganger, zooals hy
by zijn heengaan getuigde, in ruime mate
verleend. Wil ze ook my niet onthouden en
my op die wyze behulpzaam zyn in myn
ernstig streven de my toevertrouwde ge
wichtige taak naar behooren te vervullen.
Het Museum van Kunstnyverheid te
Haarlem, werd gedurende de eerste drie
maanden van dit jaar bezocht door 1035
personen, terwyi het aantal over de maand
Maart 400 bedroeg.
Uit de boekery van het Museum werden
over eerstgenoemd tydperk 376 boek- en plaat
werken naar verschillende plaatsen van ons
land verzonden; gedurende de maand Maart
bedroeg dit aantal 111.
De nieuwe catalogus der boekery is gereed
gekomen en voor belangstellenden op aanvrage
verkrijgbaar gesteld.
Te Rotterdam is overleden dr. Bonne
van Dyken, directeur van het Chemisch
Instituut aldaar.
Naar men verneemt, is mevrouw Van
der Hoop König, te Scheveningen, benoemd
tot directrice van het kinderziekenhuis te
Groningen.
H. M. de Koningin zou heden jhr. mr.
D. G. Van Teylingen, benoemd raadsheer in
den Hoogen Raad, als zoodanig beëedigen.
De gewone audiöntiön van de ministers
van buitenlandsche zaken, marine en koloniën
zullen deze week niet plaats hebben.
Het stoomschip „Brorao" arriveerde 3
April van Rotterdam te Batavia; de „Madura",
van Batavia naar Amsterdam, passeerde 4
April Kaap Carvoeiro; de „Solo", van Rotter
dam naar Batavia, passeerde 3 April Malta;
de „Stassfurl", van Batavia naar Amsterdam
on Hamburg, passeerde 4 April Gibraltar; de
„Prinses Amalia" vertrok 4 April van Batavia
naar Amsterdam; de „Werkendam", van
Niouw-York naar Rotterdam, passeerde 4
April Lizard.
Alkemade. Aan het Postkantoor, alhier, te
Roelof-Arendsveen, en de daaronder ressor-
teerende Hulpkantoren te Oude-Wetering on
te Rijp-Wetering, werd gedurende het 1ste
kwartaal 1900 ter Ryk-Postspaarbank in
gelegd f 15,717.83 en terugbetaald f 27,151.66.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 429.
Aarlanilorvoen. Gisteravond brandde het
huis van den winkelier E. Van Aken af.
Hazerswoudc. Toen de landbouwer L. B.
gistermorgen, omstreeks halftwaalf, op zyn
driewielde kar zonder lemcen gezeten, van
den Voorweg de dorpsstraat inreed, werd
zyn paard, op het gezicht van een voor hem
uit dravenden medebroeder onder den man,
zoo vurig, dat hy mee ging draven, alsof
het om prys en premie ging. Do voerman,
die zyn wagen in de gegeven omstandigheden
niet meer kon besturen en op ïyfsbehoud be
dacht was, sprong, toen hy het oogenblik
gunstig rekende, op de straat; doch werd
tot groote schade voor zyn jas en verdere
uitrustingstukken, nog een eind voortgesleept.
Op het kritieke oogenblik laat hy de strengen
los, zyn eigendom aan den odelen viervoeter
overlatende, die nu met het slingerend vehikel
er van door gaat tot voorby den Gemeeneweg,
waar do zwing losraakt en de wagen blyft
staan. De harddraver, die nu goheel zyn eigen
baas denkt te wezen, rent het Westeinde in;
doch wordt nog vóór hy do brug, die hem
weldra buiten onze jurisdictie zou voeren,
bereikt had, door een paar krachtige mannen
in zyn toomelooze vaart gestuit. Gelukkig was
de straat, zooals gewooniyk op dat uur, een
zaam en verlaten, zoodat geen persoonlyke
ongelukken konden plaats hebben. Een half
uur later zou het erger geweest zyn.
Hillegom. Op een nader te bepalen datum
zal in den loop van deze maand, vanwege
de afdeeling Hillegom van het Alg. Neder-
landsch Werklieden-Verbond een openbare
vergadering worden gehouden in cafó „Flora",
waarby de heer D. De Klerk, lid der Tweede
Kamer, als spreker zal optreden met het
onderwerp- „De mensch zal by brood alleen
niet leven."
Een tweede geval van besmettelyke
ziekte (roodvonk) heeft zich voorgedaan in
het gezin van C. J. U., alhier.
Mejuffrouw Van Kaam, onderwyzeres
aan de Chr. school te Baambrugge, heeft voor
haar benoeming tot onderwijzeres aan de
Chr. school alhier bedankt.
Oogstgeest. Het getal inwoners dezer ge
meente is volgens de uitkomst der volkstel
ling 3108, verdeeld als volgt:
Mannen
Vrouwen
Wijk A
398
566
B
163
162
o
190
207
D
227
212
E
231
228
b F
266
258
1475
1633
aantal
woonhuizen
bedraagt in
wyken rospectievelyk 95, 64, 84, 96, 98 en
114, terwyi 2 gezinnen in schepen zyn ge
huisvest.
Tot wyk A behoort het gesticht Duinzicht
met 108 en hot gesticht Endegeest met 413
personen.
Naar de onderscheidene godsdienstige ge
zindten is de vordeeling als volgt:
Mannen Vrouwen
Nederd.-Hervormden 751
Roomsch-Katholieken 458
Leden der Gereform. Kerk 205
Evangelisch Lutherschen
Doopsgezinden
Remonstranten
Waalsche Gemeente
Engolsche Kerk
Oud-Room schen
Israëlieten
Tot geen gezindte behoorende
19
8
4
2
1
7
20
1475
813
542
212
26
8
13
1
1
1
5
11
1633
Leiderdorp. By een stier, afkomstig uit
een stal onder deze gemeente en toebe-
hoorende aan den heer De G., te Leiden, is
miltvuur geconstateerd. De stal wordt onder
toezicht van een rljksveeopzichter ontsmet.
Dinsdag den lOden dezer, des namiddags
te twee uren, wordt ten raadhuize alhier,
gelegenheid gegeven tot kostelooze inenting
en herinenting.
Roelof-Arendsveen. Ten Telegraafkantore
werden alhier gedurende het 1ste kwartaal
1900 behandeld 725 telegrammen, n.l. ver
zonden 228, ontvangen 268, opgenomen en
verder geseind 229.
Stompwyk. Gistermorgen om ruim elf uren,
toen de te Leiden in de Haverzaklaan wonende
broodsiyter H. Bennink, depothouder der firma
Hus aan de Mare, met zyn met honden be
spannen broodwagen was gekomen in de
gemeente Stompwyk, ontdekte hy, dat er
brand was in oen woning, bewoond door den
onderwyzer Hoks, die zich in de school te
Stompwyk bevond. Deze woont alleen en daar
er dus niemand thuis was, forceerde Bennink
het raam. Tevens had hy bereids iemand
gezonden om don hoer Hoks met het onheil
in kennis te stellen. Spoedig kwam de onder
wyzer aangeloopen en toen werd met 14 a
15 emmers water de brand nog in tijds ge-
bluscht. Er is schade aangericht aan den vloer,
den schoorsteenmantel, een klok, schilderyon,
eenige ornamenten en behangsel. De heer Hoks
was geassureerd. De oorzaak is onbekend.
Voorschoten. Gisteravond hielden de
Christelyko Jongolingsvereeniging „De Heere
is myn Banier" en de Christelyko Zang-
vereeniging „De Lofstom" haar tweede alge-
meeno vergadering, in het gebouw der Chr.
school, alhier.
Nadat de vergadering door het zingen van
Psalm 97 vers 1 en gebed geopend was, sprak
de president der zangvereeniging eon kort
inleidend woord, waarin hy het doel van den
avond uiteenzette.
Daarna werden afwisselend eenige zang
nummers, voordrachten en samenspraak ten
gohooro gebracht, welke, do geringe krachten
in aanmerking genomen, good van stapel
liepen. In het byzonder noemen wy de samen
spraak: „De bedrieger bedrogen" en de voor
dracht „Een wedstryd in 't rociteercn." Van
de zangnummers voldoden ons hot meeste,
de sopraansolo „Van een Koningsvrouwe",
gezongen door mej. Diephuyzen, het zang
stukje „Op Jezus' geboorte" en de volks
liederen der beide Zuid-Afrikaansche Repu
blieken, welke laatste door de vergadering
staande werden aangehoord.
Evenals by de eerste algemeeno vergadering
der twee vereenigingon, vorleende ook nu
weder de heer Verdouw zyn gewaardeerde
medewerking, en bracht op zeer verdienstelijke
wyze het orgelstuk „De slag by Waterloo"
ten gehoore, waarvoor een luid applaus zyn
deel werd.
Ten slotte sprak de voorzitter der Jongelirgs-
vereeniging een aanbevelend woord, en drong
er vooral op aan beide vereenigingon werkelyk
en financiëel te steunen. Gaarne stemmen wy
dan ook toe, dat met voldoende krachten van
deze vereenigingen veel goeds te wachten is.
Nadat ds. Alting namens allen zyn hartelijken
dank had uitgesproken voor don gonoeglyken
avond, werd de vergadering op de gewone
wijze met het zingen van Gozang 3 vers 1
en mot dankzegging gesloten. v. H.
Zoetorwoudc. Van 10 tot en met 13 April
a. s. zal in deze gemeente de gelegenheid
zijn opengesteld tot kosteloozo inenting en
herinenting van do ingezetenen, die zich
daartoe ten huize van den gemeente-genees
heer aanmelden. Voor de juiste namen en
ouderdom is overlegging van een geboorto-
bewys verplichtend.
Tweed© Kamer,
Aan de orde i6 het wetsontwerp tot wyzi-
ging van de artt. 4 en 5 der wet van 28
Juni 1898, tot nadere regeling nopens de
vergelding van tydolijke diensten met pensioen.
De heeren SmeengeFan Dedem, Beidt en
De Ras vroegen ruimere toepassing der mil
dere bepalingen van dit ontwerp. Zoo wensch-
ten zy daarin ook te doon deelen kadaster-
ambtenaren, klerken van ontvangers en by
voormalige gerechtshoven en dergelyken, en
ook wilden dezen niet buitensluiten hen, dio
geen schriftelyke aanstelling kunnen over
leggen.
De Minister was in hot algemeen niet ge
neigd de pensioenwet uit te breiden tot andere
categorieën en in geen geval zou dit te maken
hebben meteen regeling voortydelykediensten.
Terugwerkende kracht te geven aan bepalin
gen voor bureelambtenaron, achtte de Minister
bedenkelyk.
De heer Kerdijk bleef echter pleiten voor
erkonning van vroegere diensten Yan rijks
klerken by ontvangers en dergelyken.
De heer Hcldt vroeg hetzelfde voor do
werklieden by do tolegraphie, werkplaatsen
en het ykwezen, en de heer Smeenge drong
nader er op aan ook in aanmerking te doen
komen diensten van personen, die thans in
staatsdienst zyn, maar vroeger feitelyk het
zelfde werk deden.
Het algemeen debat werd gesloten.
De heer Beidt stelde eon amendement voor,
om deze wet toepasselijk te vorklaren op
bureelambtenaron, overeenkomstig de wet van
1895 gepensionneerd.
Nadat do Minister opnieuw bezwaar had
gemaakt tegen deze terugwekkende kracht,
werden de openbare beraadslaging over dit
artikel en het amendement aangehouden tot
hedén.
Achtereenvolgens werden daarna onder
scheidene wetsontwerpen van geringen om
vang goedgekeurd.
Tegenover de commissie, in wier handen
waren gesteld de'inlichtingen van den Minister
op het adres van den ontslagen korporaal-
stoker der marine D. v. d. Brugge, houdende
verzoek om toekenning van pensioen, betoogde
de Minister van Marinedat voor pensioen
geon termen zyn en dat hy toekenning eeiier
toolage niet wenschelyk oordeelde.
De conclusie van de Commissie strekte tot
pensionneering of schadeloosstelling.
Do heer Fa» Vlijmen verdedigde dezo
conclusie, don ziektetoestand van adressant
toeschrijvende aan inspannende dienstver
richtingen en betoogondo, dat de genees
kundige dienst klaarblykeiyk een vergissing
of een verzuim heeft gepleegd.
De heer Staalman betoogde ook de nood
zakelijkheid van het geven van schadeloos
stelling wegens het onoordeelkundig optreden
van den geneeskundigen dienst in deze.
De heer Mackay wil niet beslissen zooals
do Commissie doet, maar wel don Minister
verzoeken alsnog te overwegen pensionneering
of vergoeding, omdat ook spr. het zou be
treuren als deze man niet geholpen werd.
Dwang op den Minister wil ook de heer
Tijdcman niet.
De Minister beloofde ten slotto alsnog
schadeloosstelling op de een of andoro wijze
te willen overwegen.
16)
- Een betere observatiepost ten opzichte van
het huis van den heer Winkelmann had men
overigens nauwelijks kunnen vinden. Een
weinig schuin tegenover het venster, waar
voor John zat, blonken de nette ramen, waar
achter hy nu - ten minste achter óón daar
van den stokouden, onbekenden man hoopte
te zien verschijnen.
En ja, ditmaal zou John's geduld beloond
worden! Zyn scherp oog bemerkte eindelijk
de lang verwachte grysaardsgestalte. Lang-
Baam, heel langzaam, zette zy zich in den
Ktoel met do hooge leuning neer, welke vlak
voor het raam stond.
Dat was dus de heer Winkelmann!
„Hy leeft dus toch nog!" dacht John en
moest weer overzichzelven glimlachen. Natuur-
lyk leefde de oude heer. Anderen hadden hem
toch ook pas onlangs gezien, anderen, die
hem kenden, zoo ver namelijk iemand dezen
zonderling kende.
En ook zagen de scherpe oogen van den
advocaat hem nu zeer nauwkeurig. Nu, hy
was toch reeds zeer gebrekkig. Hoe langzaam
en vermoeid waren zyn bewegingen, hoe wit
-zyn haar, hoe grauw en mummieachtig zyn
e gezicht
„Waarom verwonderde ik mij zoo over den
Ileeftyd van den man? Hot komt immers
I 9^mtyds zelfs in groote steden voor, dat iemand
j de honderd overschrijdt! Ik zou het niet be-
ge eren. Die daar ginds ia immers toch niet
m** wrak van tea mensch; half
dood, half blind, geen tand meer in den mond
en geen atoom kracht meer in de beenderen.
Neen, ik zou niet gaarne zoo lang leven."
Zoo dacht John, torwyl hy, als eenteeken
van zyn tevredenheid, onwillekeurig een
sigaret aanstak, zondor toch daarbij het
geschiedde ook onwillekeurig den eindelyk
verschenen ouden heer uit het oog to ver
liezen.
Op dat oogenblik gebeurde er echter iets
vreemds, waarop geon der andere gasten acht
sloeg, want ieders opmerkzaamheid bepaalde
zich tot iets anders.
Hermann John was plotseling opgestaan,
de pas aangestoken sigaar uit zyn hand
gevallen en deze rolde nu over het zwart-
marmeren blad van de tafel tot aan een
stapel couranten, waartegen zy bleef liggen.
John lette daar niet op, hy staarde vol ver
bazing naar den ouden heer aan den over
kant. Ook dat viol niemand in het lokaal op,
want nu keek immers ioder naar de straat!
Een rytuig, welks paarden op hol waren
gegaan, vloog voorby. Den koetsier waren
hoed en zweep ontvallen en een oogenblik
lang zag men den bleeken man ver op den
bok achterover leunen om mot do kracht van
een wanhopige de paarden in toom te houden.
Tevergeefs
De schuimende dieren voelden zeker de
teugels in het geheel niet. In razende vaart
vlogen zy verder, overal schrik aanjagend en
ontsteltenis achter zich latend.
Een bloedende oude man lag op de straat.
Een groepje menschen stond reeds om hem
heen on ook uit de restauratie waren veel
gaston gesneld, om aan het vruchtelooze
toekyken en jammeren deel te nemen. John
bevond zich niet onder hen; die keek naar
den Benden heer."
En dat was ook een interessant schouwspel.
De grysaard aan den overkant was een
ander geworden. Bliksemsnel was hy, toen
het rijtuig voorby joeg, omhoog gesprongen,
krachtig en haastig had hy het raam open-
gestooten en zich een oogonblik, alles om
zich lieen vergetend, ja zichzelven vergetend,
ver daaruit gebogen.
Hoe slank on recht was nu zyn zoo juist
nog gebogen lichaam, en hoe geheel anders
zyn gelaat, waaruit ontzettend groote, donkere,
wydgeopendo oogen keken!
Hoeveel jonger zag dit gezicht er nu uit,
waarvan de lippon van schrik geopend
waren en vast opeengeklemde blinkende tanden
lieten zion.
Dat alles duurde slechts een paar seconden;
toen verdween de oude heor uit den helderen
zonneschyn, die hom beschenen had. Hy
ver wy derde zich echter nog veel haastiger
dan hy gekomen was van hot raam, waarvoor
nu eon bloeke vrouw verscheen, om hot
na een langen blik, dien zy naar buiten
wierp - te sluiten.
Doeh merkwaardig, deze blik gold niet de
dooreen womolende groep menschen, welke
zich om den ongelukkigo had gevormd,
maar de tegenover liggende huizen, voor
welker ramen zich immers ook zoo menig
hoofd had vertoond.
De advocaat staarde nog steeds naar den
overkant, ofschoon er nu niets meer, wat zijn
aandacht waard geweest was, te zien viel.
Doch opeens deinsde hy achteruit. Een
heldere vlam sloeg tot hom op. Belialvo
zyn handen, staken zich ook die van twee
biljartjongens naar de door de glimmende
sigaar in brand gestoken couranten uit.
•Spoedig was het vuurtje gebluscht en namen
de biljartjongens beleefd meesmuilend de
rijke fooi, welke de heer John hun benevens
het geld voor zyn vertering ter hand stelde,
in ontvangst. Toen by ochter vertrokken was,
keken zy elkaar spottend aan.
„"Wat is die zenuwachtig!" zeide de een
en de ander voegde er bij: „Hy ziet er
uit, alsof hy oen geest gezien heeft. Ik zou
wel eens willen weten of hy wegens hot
overrydon of wegens den kleinen brand zoo
van zyr. stuk geraakt is."
Een halfuur later betrad de heer John een
woinig haastig zyn kantoor.
Het was daarin natuurlijk zeer koud, want
dien dag was er nog niemand geweest ener
was daarin dus ook niet gestookt.
De advocaat voelde echter deze koude niet;
zyn wangen gloeiden en zyn polsen gingen
zoo haastig alsof hy do koorts had. Hy ont
deed zich niet van overjas en hoed, ja, trok
niet eens de handschoenen uit, doch nam
dadelijk een sleutelbos uit den zak van zijn
jas en opende dio kast met akten, welke de
letter W bevatte.
Hy nam den bundol-Winkelmann er uit,
ging voor zyn sclinjftafol zitten en keek een
tydlang strak voor zich neer. Hy zag weer
alles in zyn geest, wat zich pas voor zijn
oogen had afgespeeld, en hy vroeg zich af:
„Ben ik krankzinnig? Lyd ik aan zins
begoochelingen? Of heb ik goed gezien? De
kleine, gebrekkige oude hoer, heeft hy werke
lijk plotseling groot cn recht en krachtig
voor mij gestaan9 Heb ik, heb ik dat slechts
als een droombeeld of in werkelykheid voor
mij gezien?"
De heer John streek zich met een schier
angstig gebaar een paar maal over het voch
tige, maar geboel koele voorhoofd, over de
oogen, dio zulke merkwaardige dingen had
den gezien en die hy daarom nu'niet recht
vertrouwde.
Hy stond vervolgens haastig op, om zich
in den spiegel te bekyken, die in het voor
vertrek hing. Toen hy zyn uiterlijk, gezicht
en gestalte van een volkomen normaal mensch,
een tijdlang met zeer critische blikken had
beschouwd, ging hij gerustgesteld weer naar
zyn schrijftafel terug. „Het schynt, dat ik
volkomen gezond bon, en dat de misleiding
niet aan mijn kant ligt," zeide hy met con
byzonder scherper, glimlach, toen hy do akten
van den heer Winkelmann ter hand nam.
Hy keek ze nog eenmaal nauwkeurig door,
vooral hot document, dat het ontslag uit den
militairen dienst betrof, en den ouden pas,
die zich by de papieren bevond.
„Middelmatige groote, blauwe oogen, afge
brokkelde tanden", las John hardop, toen hy
by doze punten, die hem byzonder interes
seerden, kwam, en riep zich daarna het juist
geziene schouwspel in zyn geheugen terug.
De persoon, dio uit het raam had geleund,
was een groote, zéór groote, volstrekt geen
middelmatig groote man.
En deze man had met donkere, bepaald
donkere en beslist niet met blauwe oogen
naar het tooneol op de straat gekeken.
En hoe prachtig haddon zyn witte tanden
geblonken
Tegenwoordig kunnen wol is waar ook
oude menschen mooie tanden koopen, maar
wie zulke wil hebben, die moet met ron
tandondoktor in aanraking komen, moet naar
zoo iemand toegaan of dezen by zich laten
ontbieden. De oude heer echter had, zoo werd
er ten minste gezegd, sinds veel jaren zijn
huis niet verlaten cn ook geon vroemdo zijn
drempel laten overschrijden.
Wordt vervolgd.)