Burgerlijke Stand. Feuilleton. OM ZIJN GELD. middelen moeten worden aangeprezen. Wy sagen het weer by de behandeling van het leerplicht-ontwerp in de Tweede Kamer. De kinderon van schippers, rondreizende kramers, enz., enz. kunnen moeiiyk de school bezoeken. Een zaak algemeen bekend. De heeren socialisten zullen nu met hun alles- genezend recept, la Holloway, die kwaal eens genezen. Heel eenvoudig! Wonder, dat nog niemand daaraan dachtAchter art. 7 van dat ontwerp stellen de heeren socialisten voor een nieuw art. toe te voegen, waarin zou worden ge last, dat voor het onderwys aan kinderen, wier ouders geen vaste woonplaats hebben, zal worden zorg gedragen door het uitvaardigen van een algomeenen maatregel van bestuur". M. a. w. gelasten, dat de Staat daarvoor zorgeül Alzoo dus droomen zy zynwy toch maar weer de redders van die kinderen 1 En zoo gemakkoiyk! Wy schuiven het een voudig op den weg van den Staat. Maar hoe moet de Staat daarvoor zorgen? Och, daar breken die heeron hun hoofd niet mode. De Minister zette dan ook het onmogoiyke van die droomeryen zoo duideiyk uiteen, dat het voorstel viel mot 80 tegen 8 stemmen. Doch de Minister deed meer. Hy gaf Troelstra en consorten een middel aan do hand, hoe zy, indien zy het dan workoiyk zoo goed meenden met die kinderen, voor het onder wijs dier kindoren zouden zorgen. Verschillende volksvrienden, die meer houden van daadjes dan praatjes, zooals met name de Katholieken, stichten tot dat doel vereenigingen, de Minister boloofde zijn steun on medewerking en stelde subsidie tot dat doel in hot verschiet Zouden de socialisten nu tot dat doel geld byeenbrongen en zulk een vereeniging op richten? Och, de socialisten hebben voor alle kwalen slechte één geneesmiddel: den Staat, en van practische middelen houden zy nu eenmaal niet. Toch zyn de eenige redders van de maatschappy I De Tijd schryft over predikanten- schaarschte: De tyd, waarin het ambt van predikant by de Ned.-Herv. Kerk voor zonen van deftigen burgerstand een om stryd begeerd eindresultaat was van het streven der familie, en er dien tengevolge overvloed was van „bedienaars des woords" en „voorgangers der gemeente", is reeds sedert lang voorbij. In de laatste jaren keeren de berichten omtrent het enormo aantal vacatures regelmatig terug, zonder dat de theologische faculteiten aan onze vier hoogescbolen in staat zyn, de voor dit kerk genootschap onrustwekkende cyfers te doen verminderen. Integendeel, er is climax in het tekort. By do samenstelling van de laatste statistiek ton vorigen jaro was het totaal tekort 277, en op 1 Januari 1900 was dit geklommen tot 283 vacante plaatsen op een geheel getal van even 1600. Er waren toon 68 candidaten, van welke er thans 20 in dienst zyn getreden; hot cyfer dor vacatures is daarom echter niet met 20 verminderd, omdat er ook weer nieuwe leemten zyn ver oorzaakt door overlyden of eervol ontslag. Hoe de tekorten ontstaan looren o. a. de cyfers van 1899, in welk jaar 44 predikanten aan hot Ned.-Herv. Kerkgenootschap ont vielen, en wel 12 door den dood, 28 door emeritaat en 4 „om andore redenon dan leeftyd en ongesteldheid". Indien men bovendien in aanmerking neemt, dat er onder do dienstdoende predikanten een niet onaanzieniyk getal zyn, van wie men alles kan zeggen, maar niet, dat zy yverige propagandistön zyn voor de christeiyke loer, die toch altyd nog den grondslag heet te ▼ormen van het Nederduitsch-Horvormd Kerkgenootschap, dan begrypt men, waarom er streken in ons land worden gevonden, waar de bevolking letteriyk verwildert. Hot is wel jammer, dat wy het zeggen moeten, maar een expresse zending voor dergeiyke, geheel verontchristelykte buurten en dorpen in ons land schynt—natuuriyk van het stand punt der aanhangers van die Kerk heelwat meer noodig dan de bekeeringsreizen naar de landen der kleurlingen, waar men het katholieke missiewerk maar in den weg staat. De bedoeling ie duidelykhet Protes- tantsche Nederland moet hebben Roomsche koloniën, zegt Eet Nederlandsche Dagblad hierop, dat van bovenvermeld artikel sprak mot het oogmerk om te laten zien: „hoelief de Roomschen over de Ned.-Herv. Kerk denken." Algemeene Vereeniging voor Bloem- bollenen Huur. Gisteren had de 97ste algemeene vergade ring van bovengenoemde Vereeniging plaats in de sociëteit „Vereeniging", te Haarlem. Er waren 22 afdeelingen vertegenwoordigd, te zamon uitbrengonde 93 stemmen. De afdeelingen Castricum, Heiloo, Hoorn en Omstreken, Katwyk, Voorschoten, Veur en Wassenaar hadden geen afgevaardigden gezonden. In zyn openingswoord wydde de voorzitter een woord van herinnering aan de leden, die sedert de laatste algemeene vergadering zyn overleden. Het zyn de heeren J. Scharloo, te Leiderdorp, A. J. Kors, te Leiden, C. Juffermans, te Oegstgeest, P. Koopman Cz., te Uitgeest, J. L. Vogels Jansen, te Overveen, H. Romein, te Voorhout, P. Vink, te Noordwyk. In het byzonder werden herdacht do hoer J. M. De Kempenaor, donateur dor afdeeling Oegstgeest en Omstreken, in leven voorzitter der afdeeling Oegstgeest, en de heer J. Mater, te Leidon, die in den ouderdom van 82 jaren is overleden en steeds veel heeft bygedragen in het belang van het tuinbouwvak. De Vereeniging bestaat thans uit 54 dona teur, 1711 leden en 87 lid-leerlingen, te zamen 1852 contribueorenden, of 117 meer dan tydens het houden van de vorige algemeene vergadering in Decomber 1899. Uit het verslag van den algemoenon secre taris-penningmeester over den toestand der Vereeniging, loopende over 1899, biykt, dat de Vereeniging blooiende is en dat ook in de afdeelingen een opgewekt leven heerscht. De staat der kasmiddelen is mede gunstig te noemen, hoewel in het verslag gewezen wordt op de belangryke uitgaven, die de Vereeniging heeft te doen in verband met de laatst gehouden tentoonstelling te Haarlem en de inzending van de Vereeniging op de Parysche tentoonstelling. Daarna werd een vergadoring gehoudon met gesloten deujen. Vervolgens heeft een voorloopige bespreking plaats omtrent de herziening der statuten. Het hoofdbestuur had verschillende wyzi- gingen voorgesteld, die achtereenvolgens werden besproken, alsook verschillende voor stellen, die omtrent de herziening van de afdeelingen waren ingekomen. De definitieve behandeling van dit punt zal geschieden in een vergadering, die in September a. s. zal worden gehouden. Uit de vervolgens gedane mededeeling omtrent de gehouden tentoonstelling biykt, dat deze is bezocht geworden door 2417 betalende personen en door 1760 werklieden van leden der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. Aan entrée-gelden i3 minder ontvangen dan vroeger, daar het aantal loden, dat vryen toegang had, zooveel ver meerderd is. Door een aantal belangstellenden waren medailles uitgeloofd en in hot geheel zyn toegekend zeventien gouden, negen en twintig zilveren vergulde, een en vyftig zilveren en twaalf bronzen medailles, benevens een som van f 150. Van de kosten der tentoonstelling kan nog weinig worden gezegd; deze zullen echter, met het oog op de versiering van do zaal en andere niet onbelangryke uitgaven, onge twijfeld niet gering zyn, maar worden door de kas der Vereeuiging voldoende gedokt. Uit de mededeeling van de ingekomen stukken bleek o. a., dat het contract met de heeren De Erven Loosjes, betreffende het Florilegium Harlomense, thans is goteekend, nadat de qnaestie in zako de losse bladen, die in de afleveringen worden gelogd, door een commissie van arbitrage ten gunste van do uitgevers was beslist. Ten slotto deelde de voorzitter nog mede, dat maatregelen zullen worden genomen om de grooto inzending van de Algemeeno Ver eeniging voor Bloembollencultuur op de Parysche tentoonstelling behooriyk van éti- quetten te doen voorzien, ton einde die zooveel mogeltyk aan haar doel te doen beantwoorden. De vergadering werd, behalve door37afgo- vaardigden, bygewoond door 26 leden. Berichten over Bijnland's Boezem, gedurende de week van 18 24 Maart 1900. Stanl van don boezem to Leidei). Idem te Oado-WeteriDR Werking der atoomgom&lon Waterloozing lange natuurlijken weg. Wateriala.ti.ng Regenval in mM. 19 Maart. 19 Maart. 20 Maart. 21 Maart. 22 Maart. 23 Maart. 24 Maait. 54 66 67 69 67 66 69 om.—A.P 64 66 67 60 61 62 63 om.—A.P. Spaarndam u„ Halfweg u„ Gouda u., Katwflk u. 8paarndam 8 u„ Halfweg u., Gouda 17% u., Katwjjk 72 u. Door de eluie to Gouda 9% o* 6.1 KOLONIËN. BATAVIA, 1-2 Maart. Binnen eenigen tyd zal volgens de „Sem. Ct." de bewapening van Indie worden ver meerderd met achterlaad-mortioren van 34 c.M. Deze respectabele vuurmonden zullen o. a. wordon voorzien van granaatkartetsen met dubbele springlading;allevoorlaadkanon- nen zullen alsdan in onbruik worden gesteld. "Waarschynlyk zullen daarmede de eerste proeven op Atjeh wordon genomen ter ver vanging van de handgranaten. Het „Soer. Hand." vermeldt een geval van trago afdoening van declaraties. Een ambtenaar S.-S., die in Februari 1899 werd overgeplaatst, hoeft nog geen cent van zyn ingediende declaratie ontvangen. Er schynen te Soerabaia vole valsche kwartjes in omloop te zyn. Eon dame, die er dezer dagen een ryksdaaldor liet wisselen, ontving 10 valsche kwartjes er voor. Uit zeer goede bron vernemen wy, dat do passeering van den kolonel Scheuor tot generaal-majoor voornameiyk te wyten moet zyn aan de omstandigheid, dat by herhaling straffen, door dezen hoofdofficier aan officieren opgelegd, door den Chef van het wapen dor Infanterie moesten worden geroyeerd of dat do krygsraad zulks deed ten opzichte van door hem gesanctionneerde straffen van onder geschikte korpscommandanten. (Bat. Nbl.) Het door de commissie betreffende do benoembaarheid tot ambtenaar voor den administratie ven dienst in Nederlandsch-Indië uitgebracht advies is in handen gesteld van de Indische regeering. Met den gouverneur-generaal is in overleg getreden ten aanzien van de vraag, welken invloed de niet-uitzending van rechteriyke ambtenaren heeft gehad op het gehalte der aanvulling van het corps, en of er aan leiding bestaat om weer tot uitzending over te gaan. Tevens is 's laDdvoogds advies gevraagd nopens het denkbeeld, om in het belang van den rechterlyken dienst in Nederlandsch-Indië, wyziging te brengen in do aan aanstaande rechteriyke ambtenaren te stellen examen- oischen. ATJEH. Aan de „J.-B." wordt geseind uit Kotta- Radja, dd. 21 Febr. De in Pauga ageerende patrouille mare chaussee is in vuurgevecht geweest met den vyand; deze liet 5 gesneuvelden, 1 beaumont- geweer, 2 donderbussen en blanke wapens in onze handen. Een inlandsch sergeant werd licht gewond. Door den Gouvernoi.r-Generaal van Ned.-Indiö ziju de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot commies op het residentiekantoor te Banjoeraas, de commies op het assistent-residentiekantoor te Tjilatjap F. A. 11. Van dor Waag; op het assisieut-rosideuliekantoor te Tjilatjap [Banjoemas], do ambtenaar op non-activiteit A. W. Van der Zaiemsz, laatstelijk 2d en cbmmios op het residentiekantoor te Bandoeng; op het residentiekantoor to Pasoeroean, de ambtenaar oj> uou-activiteit J. F. Boideau, laatst commies op het bureau van den assistent-resident van Siboga. Gesteld: Voor don tyd van zes maanden of zooveel korteT als zal blijken voldoende te zijn tor beschikking van den president der landraden te Medan en Biudjei, tou einde te worden belast met gnfficrswerkzaambeden bij die rechtbanken, de klork ter griffie van den landraad te Brebes W. F. Morpey. Verleen'd: Wegens»langdurigon dienst een jaar verlof naar Europa aan deD controleur bij het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera W. 11Hoedt. Ontslagen: Eervol nit zijne betrekking de ingenieur der 2de klas6e bij den Waterstaat en 's Lands Bargerlijke Opoubaro Werken E. J. Bergmans. Tijdelijk gesteld: Ter boschikking van don tijdelijk vervangenden Directeur dor Burger lijke Openbare Werken, ten einde dienst te doeo als ïogcniour der 2de kl., de ambtcoaar op wacht geld E. J. Bergmans. V e r 1 e e d dWegens langdurigon dienst een jaar verlof naar Europa, aan den controleur bij bet binnenlandsch bestuur op Java en Madoera, J. Van Aalst. Bij bet Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera. Verplaatst: Van de residentie Semarang naar de residentie Krawang de adspirant-controleur H. A. Elias. Benoemd: Tot onderwijzer der 3de kl. H. J. Stroband en geplaatst aau de sobool te Depok [Batavia]. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Wordt bij aankomst geplaatst, bij het 4de depot-bataljon, de kapitein van verlof uit Nederland terugverwacht wordende, W. F. A. Lücher; bjj het 6de bataljon, de 2de luitenant uit Nedorland verwacht wordende, zijnde bestemd voor den dienst bier te lande J. J. C. Geul; bij het garnizoens bat der Zuider- en Ooster- afdecling van Borneo, de 2de luit. uit Nederland verwacht wordende, zijndo bestemd voor don dienst hier to lande, J. U. A. De Voogt Overgeplaatst: Van den geniedienst te Pontianak by bet corps genietroepen te Magelang, do kapitein der geDie G. W. Van Renesse van Duivenbode; van het corps genietroepen te Magelang bij den geniedienst te Palombang, de kapitein der genie J. S. Redoker. Hersteld: Bjj bet wapen der infanterie boven de formatie in activiteit, de 1ste luit. op non activiteit C. Noltbenius van Elsbroek. Bij den artillerio-constructiewiokel te Soerabaia. Ontheven: Van de waarneming der betrek king van onderopziener over de plaat- en bank werkers, de Europeesche fuselier F. Radhauer, met bepaling, dat bij bij bet leger zal wordon terug gevoerd van ,voor memorie." Belast: Voor den veideron duur der afwezig- beid met buitenlandsch vorlof van den civiolen ambtenaar H. Houweling, met de waarneming van de betrekking van onderopziener over de plaat- en bankwerkers, de gegageerde artillerie-werkman 2ste klasse U. A. Gille. Ontheven: Bij het marine-établissement te Soerabaia: Eervol vau de waarnemiDe der betrek king van baasketel8cbeepmaker VV. H. 1 h.Rapmund. Boooemd: Tot baaekotelscheopmaker, de ambtenaar op non-activiteit J. P. HouthuijzeD, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende; tot onderbaasketelscheepmaker, W. H. Th. Kap- jnund, laatstelijk met de waarneming der betrek king van baaekctelscheepinaker beiast. INGEZONDEN. Kcdcrlaiidfitcb Znid-Afrikaanscli Fonds tol tlaiwlwcrkelijken Steun. De volkomen onjuiste uitlegging, van slecht-ingelichto of bovooroordeelde (of slecht- gozinde) zydo gegeven aan de verklaring van Dr. Leyds, voor zoovor deze betrekking heeft op het Fonds, noopt my tot een openiyk PROTEST on tot het constateeren van de navolgende feiton dat ik roods in de eerste en tweede helft van December 1899, toen het plan tot op richting van bovengenoemd Fonds eerst vasten vorm begon aan te nemen, in corres pondentie (6chnftelyk overleg) ben getreden o. a. met do vertegenwoordigers dor beide Republieken tor bekoming van advies, dat my ook is verstrekt; dat het eerste mondelinge overleg, dat ik en de hoer Junius to zamen het genoegon hadden met Dr. Leyds te houden, plaats h.id op 5 Jan., terwyi 10 dagen daarna de pas sagebiljetten genomen zyn voor de eerste uitzending op 21 Januari por s.s. „Admiral" onder leiding van don heer Junius, wolke eerste uitzonding begin Januari in beginsel was vastgesteld; dat by de uitzendingen zyn in acht genomen do schriftelijke on mondelinge adviezen, door beide vertegenwoordigers verstrekt; dat ik bereid ben do brioven en telegrammen, dio het bovenvermelde bevestigen, te publi- ceeren, als de beide vertegenwoordigers my verklaren zich daarmede te kunnen voreenigen; dat do hulp, die het Fonds zich voorstelt to verleenon, niet alleon hier te lande, doch ook in Zuid-Afrika wordt gewaardeerd, zooals kan worden aangetoond. Ik wensch dit artikeltje niet te eindigen zonder er de aandacht op te vestigen, dat het Perslcantoor v. h. Algern. Nedcrl. Verbond in enveloppen met hot stempel van het Pers- kantoor, overdrukken van het Vaderland- artikel, vermeldende het onderhoud met Dr. Leyds, govoegd by een communiqué van het nieuwe Haagsche comité, heeft rondgezonden aan allo Nederlandscho dag- en weekbladen, aldus van zyn invloed misbruik makonde, ten voordeelo van het comité, waarin een der leden van het Persbureau zitting heeft, en ten nadeele van het Fonds en andore Com binatiën, die gelijksoortige belangen behartigen. Do Stichtor-Yoorz. van het Fonds W. P. NOËLS VAN WAGENINGEN. Amsterdam, 21 Maart 1900. 1 AARLANDERVEEN. Bevallen: M. Rijlaars dam geb. Habben Jansen, D. D. Sobaurman geb. Van Ooststroom, D. C. v. d. Geeat gob. Van der Hulst, Z. Ovorledon: G. A. Cornolisse, D. 17 m. P. M. Affonrtit, wed. van A. Huisman, 72 j. A.M. Streng D. 3 m. Pb. v. Waarde, jm. 32 j. A. v. Staveren, echtg. van P. J. Kraan, 26 j. ALFEN. Bevallen: C. M. Oostdam geb. Van Schie, Z. J. Van der Hoek geb. Stoof, D. Overleden: P. M. J. Luraaco, jra. 52 j. BODEGRAVEN. Bevallen: T. Baelde geb. v. Oosterom, Z. J. M. Hortensius geb. Sterk, Z. N. Knijf gob. De Ridder, Z. T. Overoa geb. Weerdenburg, D. K. Bloos geb. Kruisman D. C. Lemmers gob. Van E9, D. E. A. Moons geb. Van Wijk Z. Overleden: A. Van der Mik, geb. met A. Koornwinder, 66 j. BOSKOOP. B o vallen: L. D. Grocnondijk geb. Van den Borg, D. Overleden: A. Fons, 74 j. N. Van Ham, 81 j. M. Zekveld, 8 dagen. G. Blom, 18j. A. Driesprong, 7 m. Gehuwd: G. De Borst 26 j. en G. Manscbot 25 j. KOUDEKERK. Be val Ion: J. Van Uevelingen geb. De Wagenaar, Z.M. Bezuiien geb. Balvert, A. Scbellingerboud geb. Oudshoorn, Z. M Do Vogel geb. Wortm&n, Z. NIEUWKOOP. Bevallen: J. Kranenborg geb. Koole, D. M. Van Zanten geb. Rijnbeek, Z. Overleden: Corn. Verdajjn, z. 54. SASSENHE1M. Geboren: Maria Catharina, D. van L. v. Schooten on II. Markons. STOMP WIJK. B o v a 11 e n M. Schrader geb. Van Steijn D. J. J. Van Brecht geb. Van den IJssel D. M. M. Van Amerongen gob. Muis D.— C. J. v. d. Moer geb. v. d. Wolf D. Overleden: J. Vogelaar Z. 10 m. VEUR. Bevallen: A. M. Lane geb. Kroon D. Overleden: G. Tb. Schutte M. 79 j., echtg, van J. Groonewegen. VOORHOUT. Geboren: Francina Gertruida, D. van J. Hoek en P. Blok. Overleden: Wilhelmus Van der Ploeg, 1J. Adrianue Van den Nieuwendijk, 13 m. WASSENAAR. Ondertrouwd: C. Versteeg en A. E. Borsboom. Overleden: T. H. Ottolander, M. 71 j. Geboren: Maria Helena, D. van Th. Vaa Rijn en Tb. Boezaart. ZOETERWOUDE. Geboren: Bernavdue Theo- dorus, Z. van B. Straathof en E. Adricliein. Overleden: Jacobus v. Haiisteren 21 j., ODgehuwd. Arnoldn Twaalf hoven 65 j., wed. C. De Boer. ZEGWAARD. Gehuwd: S. K. Oudshoorn jm. 25 j. te Schiedam en M. Do Graaf jd. 27 j. alhier. Geboren: Jacoba, D. van J. Wes hoek on A. Van den Bent. Petronella, D. van J. Hërters en C. M. Gouweleeuw. Cornelia, D. vau J Van Ruitenburg en J. J. Fellandore. Johannes, Z. van P. Sonnevcld en R. Van Gaaien. Wypand, Z. van L. Van der Leek en M. Ouwerkerk. Ovorleden: C. Lamens 14 m. G. Monotfc 49 j., wed. van N. M. Kaaij. J. Westerman é3j., wed. van J. F. Soltors. ZOETERMEER. Geboren: Johanna 1 heodnra, D. van L. Hoogduin en J. Van eisen. Johunna Wilhelmina, D. van B. J. Van der Meer en A. Wenaveen. Marlitborichten, De noteorintjen van de Zoid-Holl-DÓsche Kaas markten geven «on kleine ve lagiag te zien, maar de qaalitciten, die ter markt komen, ija *t de laatete twee, dri weken niet op verb tere. De b ete eoortoD Goudëcho blyven flink op prijs; dat een bolangrijke daling zal intreden, ie vooreerst ook niet te verwacht d, immora, do pakhL^zeo zijn eog, do vraag naar boet goed blijft aanhouden oo lij no a erken zullen zeker vooreerst wel i iet inov. rvloed te vinden zyn, De cereto nieuwrr.elkr-che boo kaas van fijne qoaUteit wo dt meeat aan de ba zen o ge kocht. wa-. van merkbar n inv oed jb op de markt- aanvoercD, die op ho oogenbhk nog einig ba- teeLenOQ, en ook op de marktnoteoiiLg. di-> anders op enkele markten zeker booker zonden zyn. Edammer etond verledeu week iets lager. Hoom noteerde voor kl iae f 29.50, cooaunsa e f 28.50, Alkmaar voor kloine 3i'.60. Voor Pneeohe k»a9 worden ongekend booge prijzen besteed. Te Leeuwarden werd verleden week bfrlogon boereaDftgelkaa8 verhandeld tegen f 60. bekgen fab iekekaf.3 f 50 h. t Bch ppond, te Bueok oude na elba 8 voor f 8, jonge utgelkaas tegon f 38. In de correapoi deerondo week van '99 w&s do hoogste prya van jonge ungelkaaa f 22 a f 23. Te Londen ging verleden week weinig in den kaashandel om. Het wachten ie daar blijkb ar op grootere aanvoeren en op lagere prijaeD. In de Alblaeaerwaard werd de vorige week van ƒ18f 2-» beateed; in do Lopiker- en Knmpener- waard liepen do prijzen vau late soort Goadacbe van fih —f2i, zware ƒ29—f31, 2de eoort 18-/24; Eummer late eoort 0. (17. D.) 7) Het was bepaald ziekeiyk. Nu, zou hot zoo vroemd zyn, wanneer iemand, die met zulk een zonderling als de heer Winkelmann samenwoonde, ook vreemd begon to wordon on te gevoelen? Vrouw Müller kwam, zooals wy zion, steeds weer op haar gebieder terug en do prikkel baarheid tegen dezen nam steeds moer in haar gemoed toe. Doch ook haar schier onzinnig verlangen naar haar zoon maakte haar in hooge mate zenuwachtig. Zy trachtte vlug met haar werk klaar te komen en toen zy zich eindeiyk aan de rust had kunnen overgeven, vond en zocht zy die toch niet. Wel tienmaal in den loop van den middag liep zy hot voortuintje in, ora uit te zien of Hans nog niet kwam. Zy wist, dat zy onzinnig handelde, want haar zoon had immers maar twee treinen te zyner beschikking! Kwam hy 's middags, dan kon hy togen vier uren in de Tuinstoeg zyn; kwam by met den avondtrein, dan kon zy hom niet vóór acht uren verwachten. Dat wist zy zeer goed, maar toch dreven haar zenuwen haar door het geheele huis en, zooals gezegd, ook dikwyis naar het tuinhek, waar men een groot gedeelte van de straat kon overzien. Toen zy, de avond was reeds gevallen, weer by het hek stond, hoorde zy eindeiyk haastige schreden naderen. Ja, het was Hausl Zy had het immers wel geweten: hy zou zoo spoedig als hy kon komen. Lachend en snikkend tevens viel zy hem om don hals. „Ei, ei, precies een minnend paar," zeide in dit oogenblik een vriendelyke stem. Deze behoorde aan dokter Kleiber. Hy was tegen zyn gewoonte te voet gekomen. Do dokter woonde niet in de stad, maar in oen dorp, dat wel is waar nu by na reeds aan de stad grensde, maar toch altyd nog een eigen gomeente vormde. Daar had de nog niet oude, maar ziekelyke man zich metterwoon gevestigd, om, byna zonder praktyk, stil voor zichzelven te leven. Hy was gehuwd en bezat een dochter, die sinds eenige jaren met haar man in Triênt woonde. Dit alles wist men in de villa van Win kelmann. Want dokter Kleiber was daar meermalen in geval van ziekte geweest. Winkelmann mocht den goneesheer gaarne ïyden, want zy waren beiden monschenschuw, zoodat het gewoonte was geworden, dat Kleiber zyn bezoeken als dokter lang rekte, want, wanneer Winkelmann eenmaal aan het praten kwam, dan liet hy den man, die byna een vriend voor hem was geworden, niet zoo spoedig weer gaan. Nog onder tranen glimlachend, reikte vrouw Müller den vriendeiyken man de hand en zeide „O, dokter, wy zyn ook verliefden, juist zulk oen minnend paar als uw dochter en gy. Ik heb het niet vergeten, hoe gy haar van geluk stralend in de armen sloot, toen zy den vorigen winter onverwacht thuis kwam. Ik was juist in P. om onzen voorraad aan hout op te doen, toen het rytuig met uw dochter kwam en ik uw huis voorbij ging." Zoo pratend begeleidde vrouw Müller den dokter in huis, terwyl Hans het hek sloot en hen volgde. „Gy hebt ons dus indertyd beluisterd?" antwoordde Kleiber en voegde er by: „Dan zult gy u ook kunnen voorstellen boe ik naar myn kind verlang. Weet go, ik ben juist nu op weg naar haar toe." „Ja, waariyk, gy zyt voor een reis uitgerust. Dan zajl u wellicht ook niot voor een souper kunnen blyven en ik heb zoo'n mooien fazant gebraden." „Dien zal ik helaas niet mee helpen ver orberen, want over twee uur, om negen uur vyf en twintig minuten,, vertrekt myn trein." „Eu toch hebt gy nog tyd genomen om by ons te komen 1" „Ja, ik was bang, dat den ouden heer iets overkomen was." „Niet het minst 1 Die is zoo frisch als een visch in het water. Maar ik ben tegenwoordig aan het sukkelen, ofschoon mynheer u ook wilde spreken." „Laten wy dan gaan." Zy gingen reeds de trap op. Hans keek bezorgd naar zyn moeder. Dus zy was ziek! Had zy hem wellicht slechts daarom hierheen geroepen? Maakte zy zich bezorgd over zich- zolve, over hom, en wilde zy over de toe komst met hem spreken? Haar brief was zoo dringend I De jonge man voelde zyn hart ineenkrimpen. Alle drie traden te gelyk by den ouden heer binnen. „Weest welkomriep deze blymoedig. Gold die groet den dokter? Gold die Hans? Hy stak beiden zyn handen toe. „Is het van P. zoo ver naar ons? U ziet er immers uit als iemand, die een reis gaat makenl" ging de heer Winkelmann voort, op den met bont omzetten reismantel en de reistasch van don geneesheer wyzend. Nu eerst, in het volle licht van de helder brandende lamp, bemerkten alle drie hoe onrustig doktor Kloiber er uit zag. Hy zette zyn hoed af, trok zyn mantel uit en ging naast den ouden heer 2itten. „Ik zal van hier uit een reis aanvaarden," zeide hy, terwyl hy op zyn horloge keek. „Voor u, waarde vriend, blyft my nog slechts een uur over, dan moet ik voor altyd afscheid nemen." „Voor altyd? Waarom?" vroeg de grysaard haastig. „Myn dochter is hopeloos ziek, leeft wellicht niet meer, wanneer ik in Triënt kom. Myn vrouw is daar reods; zy schreef my voor eenige dagen, dat zy er niet aan denkt terug te keeren. Myn schoonzoon is aan zyn woon plaats door zyn betrekking gebonden, en daar hy dus niet by ons kan komen, moeten wy naar hem toe gaan. Wat weerhoudt my hier ook? Niets. En dus ga ik ook. Voor het opbreken van myn huishouden zorgt myn neef en dus kan ik, nadat ik heden per telegraaf te Triënt ben ontboden, dadeiyk naar Louise snellen en heb hier niets meer te doen dan ook nog van u afscheid te nemen." „Hoo treurig is dit alles, ook voor my treurig," zeide de heer Winkelmann. „Met u verlaat my de eenige man, in wien ik nog vertrouwen stelde." „O, mynheer 1" bracht vrouw Müller be droefd in het midden. De heer Winkelmann begreep haar. „Is Hans niet altyd myn lieveling geweest?" vroeg hy. „Maar komt het tot iets ernstigs, dan, dan zou ik gaarne den dokter hier heb ben. Gy neemt my dat toch niet kwalyk, Hans?" Do jonge man boog zich eerbiedig naar hem toe en drukte zyn rimpelige hand. Daarop zeide de heer Winkelmann: „Zoo, en ga nu met je moeder heenIk moet met den dokter spreken. Ik zal hom niet lang ophouden, vrouw Müller 1" riep hy beiden na, toen moeder en zoon de kamer verlieten. De volgende morgen, de morgen van den 15den November van het jaar 1836, begon juist aan to breken. In de Tuinsteeg heerschte diepe stilte. De marktwagens waren reeds lang naar de stad gereden en daarna was de steeg weer tot haar gewone rust teruggekeerd. De beide lantaarns aan haar einden brand den nog, doch men kon hot licht daarvan nauwelyks door den dikken nevel zien. En zoo was het ook met het licht, dat in een lantaarn vlamde, welke achter in don tuin van den heer Winkelmann op een bank stond. Het was een groen geverfde bank en de tafel, welke naar den tuinmuur was geschoven, behoorde blykbaar daarby. Deze droeg nu eon zonderlingen last. Eon man stond daarop en keek over den muur heen. Hoe groot hy ook was, moest hy toch, om dit te kunnen doen, op de teenen gaan staan. Zyn angstig oog overzag, zoo ver de nevel dit toeliet, den naburigen tuin. Daarin was niet alleen geen mensch te zion, zooals op dit uur immers te verwachten was, maar hy was ook byna geheel zonder planten. Wat daarin verkoopbaar was geweest, was reeds lang verkocht, want over eenige dagen reeds moesten zyn voormalige eigenaars hem en hun huisje verlaten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 6