Burgerlijke Stand.
Feuilleton.
OM ZIJN GELD.
middelen moeten worden aangeprezen. Wy
sagen het weer by de behandeling van het
leerplicht-ontwerp in de Tweede Kamer.
De kinderon van schippers, rondreizende
kramers, enz., enz. kunnen moeiiyk de school
bezoeken. Een zaak algemeen bekend. De
heeren socialisten zullen nu met hun alles-
genezend recept, la Holloway, die kwaal
eens genezen.
Heel eenvoudig! Wonder, dat nog niemand
daaraan dachtAchter art. 7 van dat ontwerp
stellen de heeren socialisten voor een nieuw
art. toe te voegen, waarin zou worden ge
last, dat voor het onderwys aan kinderen, wier
ouders geen vaste woonplaats hebben, zal
worden zorg gedragen door het uitvaardigen
van een algomeenen maatregel van bestuur".
M. a. w. gelasten, dat de Staat daarvoor
zorgeül Alzoo dus droomen zy zynwy
toch maar weer de redders van die kinderen 1
En zoo gemakkoiyk! Wy schuiven het een
voudig op den weg van den Staat.
Maar hoe moet de Staat daarvoor zorgen?
Och, daar breken die heeron hun hoofd niet
mode.
De Minister zette dan ook het onmogoiyke
van die droomeryen zoo duideiyk uiteen, dat
het voorstel viel mot 80 tegen 8 stemmen.
Doch de Minister deed meer. Hy gaf Troelstra
en consorten een middel aan do hand, hoe
zy, indien zy het dan workoiyk zoo goed
meenden met die kinderen, voor het onder
wijs dier kindoren zouden zorgen.
Verschillende volksvrienden, die meer
houden van daadjes dan praatjes, zooals met
name de Katholieken, stichten tot dat doel
vereenigingen, de Minister boloofde zijn steun
on medewerking en stelde subsidie tot dat
doel in hot verschiet
Zouden de socialisten nu tot dat doel geld
byeenbrongen en zulk een vereeniging op
richten?
Och, de socialisten hebben voor alle kwalen
slechte één geneesmiddel: den Staat, en van
practische middelen houden zy nu eenmaal
niet.
Toch zyn de eenige redders van de
maatschappy I
De Tijd schryft over predikanten-
schaarschte:
De tyd, waarin het ambt van predikant by
de Ned.-Herv. Kerk voor zonen van deftigen
burgerstand een om stryd begeerd eindresultaat
was van het streven der familie, en er dien
tengevolge overvloed was van „bedienaars
des woords" en „voorgangers der gemeente",
is reeds sedert lang voorbij. In de laatste
jaren keeren de berichten omtrent het enormo
aantal vacatures regelmatig terug, zonder
dat de theologische faculteiten aan onze vier
hoogescbolen in staat zyn, de voor dit kerk
genootschap onrustwekkende cyfers te doen
verminderen. Integendeel, er is climax in het
tekort. By do samenstelling van de laatste
statistiek ton vorigen jaro was het totaal
tekort 277, en op 1 Januari 1900 was dit
geklommen tot 283 vacante plaatsen op een
geheel getal van even 1600. Er waren toon
68 candidaten, van welke er thans 20 in
dienst zyn getreden; hot cyfer dor vacatures
is daarom echter niet met 20 verminderd,
omdat er ook weer nieuwe leemten zyn ver
oorzaakt door overlyden of eervol ontslag.
Hoe de tekorten ontstaan looren o. a. de
cyfers van 1899, in welk jaar 44 predikanten
aan hot Ned.-Herv. Kerkgenootschap ont
vielen, en wel 12 door den dood, 28 door
emeritaat en 4 „om andore redenon dan
leeftyd en ongesteldheid".
Indien men bovendien in aanmerking neemt,
dat er onder do dienstdoende predikanten
een niet onaanzieniyk getal zyn, van wie men
alles kan zeggen, maar niet, dat zy yverige
propagandistön zyn voor de christeiyke loer,
die toch altyd nog den grondslag heet te
▼ormen van het Nederduitsch-Horvormd
Kerkgenootschap, dan begrypt men, waarom
er streken in ons land worden gevonden,
waar de bevolking letteriyk verwildert. Hot
is wel jammer, dat wy het zeggen moeten,
maar een expresse zending voor dergeiyke,
geheel verontchristelykte buurten en dorpen
in ons land schynt—natuuriyk van het stand
punt der aanhangers van die Kerk heelwat
meer noodig dan de bekeeringsreizen naar
de landen der kleurlingen, waar men het
katholieke missiewerk maar in den weg staat.
De bedoeling ie duidelykhet Protes-
tantsche Nederland moet hebben Roomsche
koloniën, zegt Eet Nederlandsche Dagblad
hierop, dat van bovenvermeld artikel sprak
mot het oogmerk om te laten zien: „hoelief
de Roomschen over de Ned.-Herv. Kerk
denken."
Algemeene Vereeniging voor Bloem-
bollenen Huur.
Gisteren had de 97ste algemeene vergade
ring van bovengenoemde Vereeniging plaats
in de sociëteit „Vereeniging", te Haarlem. Er
waren 22 afdeelingen vertegenwoordigd, te
zamon uitbrengonde 93 stemmen.
De afdeelingen Castricum, Heiloo, Hoorn
en Omstreken, Katwyk, Voorschoten, Veur
en Wassenaar hadden geen afgevaardigden
gezonden.
In zyn openingswoord wydde de voorzitter
een woord van herinnering aan de leden, die
sedert de laatste algemeene vergadering zyn
overleden. Het zyn de heeren J. Scharloo,
te Leiderdorp, A. J. Kors, te Leiden, C.
Juffermans, te Oegstgeest, P. Koopman Cz.,
te Uitgeest, J. L. Vogels Jansen, te Overveen,
H. Romein, te Voorhout, P. Vink, te Noordwyk.
In het byzonder werden herdacht do hoer
J. M. De Kempenaor, donateur dor afdeeling
Oegstgeest en Omstreken, in leven voorzitter
der afdeeling Oegstgeest, en de heer J. Mater,
te Leidon, die in den ouderdom van 82 jaren
is overleden en steeds veel heeft bygedragen
in het belang van het tuinbouwvak.
De Vereeniging bestaat thans uit 54 dona
teur, 1711 leden en 87 lid-leerlingen, te zamen
1852 contribueorenden, of 117 meer dan
tydens het houden van de vorige algemeene
vergadering in Decomber 1899.
Uit het verslag van den algemoenon secre
taris-penningmeester over den toestand der
Vereeniging, loopende over 1899, biykt, dat
de Vereeniging blooiende is en dat ook in de
afdeelingen een opgewekt leven heerscht.
De staat der kasmiddelen is mede gunstig
te noemen, hoewel in het verslag gewezen
wordt op de belangryke uitgaven, die de
Vereeniging heeft te doen in verband met
de laatst gehouden tentoonstelling te Haarlem
en de inzending van de Vereeniging op de
Parysche tentoonstelling.
Daarna werd een vergadoring gehoudon
met gesloten deujen.
Vervolgens heeft een voorloopige bespreking
plaats omtrent de herziening der statuten.
Het hoofdbestuur had verschillende wyzi-
gingen voorgesteld, die achtereenvolgens
werden besproken, alsook verschillende voor
stellen, die omtrent de herziening van de
afdeelingen waren ingekomen. De definitieve
behandeling van dit punt zal geschieden in
een vergadering, die in September a. s. zal
worden gehouden.
Uit de vervolgens gedane mededeeling
omtrent de gehouden tentoonstelling biykt,
dat deze is bezocht geworden door 2417
betalende personen en door 1760 werklieden
van leden der Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur. Aan entrée-gelden i3
minder ontvangen dan vroeger, daar het aantal
loden, dat vryen toegang had, zooveel ver
meerderd is.
Door een aantal belangstellenden waren
medailles uitgeloofd en in hot geheel zyn
toegekend zeventien gouden, negen en twintig
zilveren vergulde, een en vyftig zilveren en
twaalf bronzen medailles, benevens een som
van f 150.
Van de kosten der tentoonstelling kan nog
weinig worden gezegd; deze zullen echter,
met het oog op de versiering van do zaal
en andere niet onbelangryke uitgaven, onge
twijfeld niet gering zyn, maar worden door
de kas der Vereeuiging voldoende gedokt.
Uit de mededeeling van de ingekomen
stukken bleek o. a., dat het contract met de
heeren De Erven Loosjes, betreffende het
Florilegium Harlomense, thans is goteekend,
nadat de qnaestie in zako de losse bladen,
die in de afleveringen worden gelogd, door
een commissie van arbitrage ten gunste van
do uitgevers was beslist.
Ten slotto deelde de voorzitter nog mede,
dat maatregelen zullen worden genomen om
de grooto inzending van de Algemeeno Ver
eeniging voor Bloembollencultuur op de
Parysche tentoonstelling behooriyk van éti-
quetten te doen voorzien, ton einde die zooveel
mogeltyk aan haar doel te doen beantwoorden.
De vergadering werd, behalve door37afgo-
vaardigden, bygewoond door 26 leden.
Berichten over Bijnland's Boezem,
gedurende de week van 18 24 Maart 1900.
Stanl van don boezem to Leidei).
Idem te Oado-WeteriDR
Werking der atoomgom&lon
Waterloozing lange natuurlijken weg.
Wateriala.ti.ng
Regenval in mM.
19 Maart. 19 Maart. 20 Maart. 21 Maart. 22 Maart. 23 Maart. 24 Maait.
54 66 67 69 67 66 69 om.—A.P
64 66 67 60 61 62 63 om.—A.P.
Spaarndam u„ Halfweg u„ Gouda u., Katwflk u.
8paarndam 8 u„ Halfweg u., Gouda 17% u., Katwjjk 72 u.
Door de eluie to Gouda 9% o*
6.1
KOLONIËN.
BATAVIA, 1-2 Maart.
Binnen eenigen tyd zal volgens de „Sem.
Ct." de bewapening van Indie worden ver
meerderd met achterlaad-mortioren van 34
c.M. Deze respectabele vuurmonden zullen
o. a. wordon voorzien van granaatkartetsen
met dubbele springlading;allevoorlaadkanon-
nen zullen alsdan in onbruik worden gesteld.
"Waarschynlyk zullen daarmede de eerste
proeven op Atjeh wordon genomen ter ver
vanging van de handgranaten.
Het „Soer. Hand." vermeldt een geval
van trago afdoening van declaraties. Een
ambtenaar S.-S., die in Februari 1899 werd
overgeplaatst, hoeft nog geen cent van zyn
ingediende declaratie ontvangen.
Er schynen te Soerabaia vole valsche
kwartjes in omloop te zyn. Eon dame, die er
dezer dagen een ryksdaaldor liet wisselen,
ontving 10 valsche kwartjes er voor.
Uit zeer goede bron vernemen wy, dat
do passeering van den kolonel Scheuor tot
generaal-majoor voornameiyk te wyten moet
zyn aan de omstandigheid, dat by herhaling
straffen, door dezen hoofdofficier aan officieren
opgelegd, door den Chef van het wapen dor
Infanterie moesten worden geroyeerd of dat
do krygsraad zulks deed ten opzichte van
door hem gesanctionneerde straffen van onder
geschikte korpscommandanten. (Bat. Nbl.)
Het door de commissie betreffende do
benoembaarheid tot ambtenaar voor den
administratie ven dienst in Nederlandsch-Indië
uitgebracht advies is in handen gesteld van
de Indische regeering.
Met den gouverneur-generaal is in overleg
getreden ten aanzien van de vraag, welken
invloed de niet-uitzending van rechteriyke
ambtenaren heeft gehad op het gehalte der
aanvulling van het corps, en of er aan
leiding bestaat om weer tot uitzending over
te gaan.
Tevens is 's laDdvoogds advies gevraagd
nopens het denkbeeld, om in het belang van
den rechterlyken dienst in Nederlandsch-Indië,
wyziging te brengen in do aan aanstaande
rechteriyke ambtenaren te stellen examen-
oischen.
ATJEH.
Aan de „J.-B." wordt geseind uit Kotta-
Radja, dd. 21 Febr.
De in Pauga ageerende patrouille mare
chaussee is in vuurgevecht geweest met den
vyand; deze liet 5 gesneuvelden, 1 beaumont-
geweer, 2 donderbussen en blanke wapens in
onze handen. Een inlandsch sergeant werd
licht gewond.
Door den Gouvernoi.r-Generaal van Ned.-Indiö
ziju de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot
commies op het residentiekantoor te Banjoeraas,
de commies op het assistent-residentiekantoor te
Tjilatjap F. A. 11. Van dor Waag;
op het assisieut-rosideuliekantoor te Tjilatjap
[Banjoemas], do ambtenaar op non-activiteit A. W.
Van der Zaiemsz, laatstelijk 2d en cbmmios op het
residentiekantoor te Bandoeng;
op het residentiekantoor to Pasoeroean, de
ambtenaar oj> uou-activiteit J. F. Boideau, laatst
commies op het bureau van den assistent-resident
van Siboga.
Gesteld: Voor don tyd van zes maanden of
zooveel korteT als zal blijken voldoende te zijn
tor beschikking van den president der landraden
te Medan en Biudjei, tou einde te worden belast
met gnfficrswerkzaambeden bij die rechtbanken,
de klork ter griffie van den landraad te Brebes
W. F. Morpey.
Verleen'd: Wegens»langdurigon dienst een
jaar verlof naar Europa aan deD controleur bij het
Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera W.
11Hoedt.
Ontslagen: Eervol nit zijne betrekking de
ingenieur der 2de klas6e bij den Waterstaat en
's Lands Bargerlijke Opoubaro Werken E. J.
Bergmans.
Tijdelijk gesteld: Ter boschikking van
don tijdelijk vervangenden Directeur dor Burger
lijke Openbare Werken, ten einde dienst te doeo
als ïogcniour der 2de kl., de ambtcoaar op wacht
geld E. J. Bergmans.
V e r 1 e e d dWegens langdurigon dienst een
jaar verlof naar Europa, aan den controleur bij
bet binnenlandsch bestuur op Java en Madoera,
J. Van Aalst.
Bij bet Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera.
Verplaatst: Van de residentie Semarang
naar de residentie Krawang de adspirant-controleur
H. A. Elias.
Benoemd: Tot onderwijzer der 3de kl. H. J.
Stroband en geplaatst aau de sobool te Depok
[Batavia].
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Wordt bij
aankomst geplaatst, bij het 4de depot-bataljon, de
kapitein van verlof uit Nederland terugverwacht
wordende, W. F. A. Lücher; bjj het 6de bataljon,
de 2de luitenant uit Nedorland verwacht wordende,
zijnde bestemd voor den dienst bier te lande J.
J. C. Geul;
bij het garnizoens bat der Zuider- en Ooster-
afdecling van Borneo, de 2de luit. uit Nederland
verwacht wordende, zijndo bestemd voor don dienst
hier to lande, J. U. A. De Voogt
Overgeplaatst: Van den geniedienst te
Pontianak by bet corps genietroepen te Magelang,
do kapitein der geDie G. W. Van Renesse van
Duivenbode;
van het corps genietroepen te Magelang bij den
geniedienst te Palombang, de kapitein der genie
J. S. Redoker.
Hersteld: Bjj bet wapen der infanterie boven
de formatie in activiteit, de 1ste luit. op non
activiteit C. Noltbenius van Elsbroek.
Bij den artillerio-constructiewiokel te Soerabaia.
Ontheven: Van de waarneming der betrek
king van onderopziener over de plaat- en bank
werkers, de Europeesche fuselier F. Radhauer, met
bepaling, dat bij bij bet leger zal wordon terug
gevoerd van ,voor memorie."
Belast: Voor den veideron duur der afwezig-
beid met buitenlandsch vorlof van den civiolen
ambtenaar H. Houweling, met de waarneming van
de betrekking van onderopziener over de plaat-
en bankwerkers, de gegageerde artillerie-werkman
2ste klasse U. A. Gille.
Ontheven: Bij het marine-établissement te
Soerabaia: Eervol vau de waarnemiDe der betrek
king van baasketel8cbeepmaker VV. H. 1 h.Rapmund.
Boooemd: Tot baaekotelscheopmaker, de
ambtenaar op non-activiteit J. P. HouthuijzeD,
laatstelijk die betrekking bekleed hebbende;
tot onderbaasketelscheepmaker, W. H. Th. Kap-
jnund, laatstelijk met de waarneming der betrek
king van baaekctelscheepinaker beiast.
INGEZONDEN.
Kcdcrlaiidfitcb Znid-Afrikaanscli
Fonds tol tlaiwlwcrkelijken Steun.
De volkomen onjuiste uitlegging, van
slecht-ingelichto of bovooroordeelde (of slecht-
gozinde) zydo gegeven aan de verklaring van
Dr. Leyds, voor zoovor deze betrekking heeft
op het Fonds, noopt my tot een openiyk
PROTEST
on tot het constateeren van de navolgende
feiton
dat ik roods in de eerste en tweede helft
van December 1899, toen het plan tot op
richting van bovengenoemd Fonds eerst
vasten vorm begon aan te nemen, in corres
pondentie (6chnftelyk overleg) ben getreden
o. a. met do vertegenwoordigers dor beide
Republieken tor bekoming van advies, dat my
ook is verstrekt;
dat het eerste mondelinge overleg, dat ik
en de hoer Junius to zamen het genoegon
hadden met Dr. Leyds te houden, plaats h.id
op 5 Jan., terwyi 10 dagen daarna de pas
sagebiljetten genomen zyn voor de eerste
uitzending op 21 Januari por s.s. „Admiral"
onder leiding van don heer Junius, wolke
eerste uitzonding begin Januari in beginsel
was vastgesteld;
dat by de uitzendingen zyn in acht genomen
do schriftelijke on mondelinge adviezen, door
beide vertegenwoordigers verstrekt;
dat ik bereid ben do brioven en telegrammen,
dio het bovenvermelde bevestigen, te publi-
ceeren, als de beide vertegenwoordigers my
verklaren zich daarmede te kunnen voreenigen;
dat do hulp, die het Fonds zich voorstelt
to verleenon, niet alleon hier te lande, doch
ook in Zuid-Afrika wordt gewaardeerd, zooals
kan worden aangetoond.
Ik wensch dit artikeltje niet te eindigen
zonder er de aandacht op te vestigen, dat het
Perslcantoor v. h. Algern. Nedcrl. Verbond in
enveloppen met hot stempel van het Pers-
kantoor, overdrukken van het Vaderland-
artikel, vermeldende het onderhoud met Dr.
Leyds, govoegd by een communiqué van het
nieuwe Haagsche comité, heeft rondgezonden
aan allo Nederlandscho dag- en weekbladen,
aldus van zyn invloed misbruik makonde, ten
voordeelo van het comité, waarin een der
leden van het Persbureau zitting heeft, en
ten nadeele van het Fonds en andore Com
binatiën, die gelijksoortige belangen behartigen.
Do Stichtor-Yoorz. van het Fonds
W. P. NOËLS VAN WAGENINGEN.
Amsterdam, 21 Maart 1900.
1
AARLANDERVEEN. Bevallen: M. Rijlaars
dam geb. Habben Jansen, D. D. Sobaurman
geb. Van Ooststroom, D. C. v. d. Geeat gob.
Van der Hulst, Z.
Ovorledon: G. A. Cornolisse, D. 17 m. P.
M. Affonrtit, wed. van A. Huisman, 72 j. A.M.
Streng D. 3 m. Pb. v. Waarde, jm. 32 j. A.
v. Staveren, echtg. van P. J. Kraan, 26 j.
ALFEN. Bevallen: C. M. Oostdam geb. Van
Schie, Z. J. Van der Hoek geb. Stoof, D.
Overleden: P. M. J. Luraaco, jra. 52 j.
BODEGRAVEN. Bevallen: T. Baelde geb.
v. Oosterom, Z. J. M. Hortensius geb. Sterk,
Z. N. Knijf gob. De Ridder, Z. T. Overoa
geb. Weerdenburg, D. K. Bloos geb. Kruisman
D. C. Lemmers gob. Van E9, D. E. A.
Moons geb. Van Wijk Z.
Overleden: A. Van der Mik, geb. met A.
Koornwinder, 66 j.
BOSKOOP. B o vallen: L. D. Grocnondijk
geb. Van den Borg, D.
Overleden: A. Fons, 74 j. N. Van Ham,
81 j. M. Zekveld, 8 dagen. G. Blom, 18j.
A. Driesprong, 7 m.
Gehuwd: G. De Borst 26 j. en G. Manscbot 25 j.
KOUDEKERK. Be val Ion: J. Van Uevelingen
geb. De Wagenaar, Z.M. Bezuiien geb. Balvert,
A. Scbellingerboud geb. Oudshoorn, Z. M
Do Vogel geb. Wortm&n, Z.
NIEUWKOOP. Bevallen: J. Kranenborg geb.
Koole, D. M. Van Zanten geb. Rijnbeek, Z.
Overleden: Corn. Verdajjn, z. 54.
SASSENHE1M. Geboren: Maria Catharina,
D. van L. v. Schooten on II. Markons.
STOMP WIJK. B o v a 11 e n M. Schrader geb.
Van Steijn D. J. J. Van Brecht geb. Van den
IJssel D. M. M. Van Amerongen gob. Muis D.—
C. J. v. d. Moer geb. v. d. Wolf D.
Overleden: J. Vogelaar Z. 10 m.
VEUR. Bevallen: A. M. Lane geb. Kroon D.
Overleden: G. Tb. Schutte M. 79 j., echtg,
van J. Groonewegen.
VOORHOUT. Geboren: Francina Gertruida,
D. van J. Hoek en P. Blok.
Overleden: Wilhelmus Van der Ploeg, 1J.
Adrianue Van den Nieuwendijk, 13 m.
WASSENAAR. Ondertrouwd: C. Versteeg
en A. E. Borsboom.
Overleden: T. H. Ottolander, M. 71 j.
Geboren: Maria Helena, D. van Th. Vaa
Rijn en Tb. Boezaart.
ZOETERWOUDE. Geboren: Bernavdue Theo-
dorus, Z. van B. Straathof en E. Adricliein.
Overleden: Jacobus v. Haiisteren 21 j.,
ODgehuwd. Arnoldn Twaalf hoven 65 j., wed.
C. De Boer.
ZEGWAARD. Gehuwd: S. K. Oudshoorn jm.
25 j. te Schiedam en M. Do Graaf jd. 27 j. alhier.
Geboren: Jacoba, D. van J. Wes hoek on A.
Van den Bent. Petronella, D. van J. Hërters
en C. M. Gouweleeuw. Cornelia, D. vau J Van
Ruitenburg en J. J. Fellandore. Johannes, Z.
van P. Sonnevcld en R. Van Gaaien. Wypand,
Z. van L. Van der Leek en M. Ouwerkerk.
Ovorleden: C. Lamens 14 m. G. Monotfc
49 j., wed. van N. M. Kaaij. J. Westerman é3j.,
wed. van J. F. Soltors.
ZOETERMEER. Geboren: Johanna 1 heodnra,
D. van L. Hoogduin en J. Van eisen. Johunna
Wilhelmina, D. van B. J. Van der Meer en A.
Wenaveen.
Marlitborichten,
De noteorintjen van de Zoid-Holl-DÓsche Kaas
markten geven «on kleine ve lagiag te zien, maar
de qaalitciten, die ter markt komen, ija *t de
laatete twee, dri weken niet op verb tere. De b ete
eoortoD Goudëcho blyven flink op prijs; dat een
bolangrijke daling zal intreden, ie vooreerst ook niet
te verwacht d, immora, do pakhL^zeo zijn eog, do
vraag naar boet goed blijft aanhouden oo lij no
a erken zullen zeker vooreerst wel i iet inov. rvloed
te vinden zyn, De cereto nieuwrr.elkr-che boo kaas
van fijne qoaUteit wo dt meeat aan de ba zen o ge
kocht. wa-. van merkbar n inv oed jb op de markt-
aanvoercD, die op ho oogenbhk nog einig ba-
teeLenOQ, en ook op de marktnoteoiiLg. di-> anders
op enkele markten zeker booker zonden zyn.
Edammer etond verledeu week iets lager. Hoom
noteerde voor kl iae f 29.50, cooaunsa e f 28.50,
Alkmaar voor kloine 3i'.60.
Voor Pneeohe k»a9 worden ongekend booge prijzen
besteed. Te Leeuwarden werd verleden week bfrlogon
boereaDftgelkaa8 verhandeld tegen f 60. bekgen
fab iekekaf.3 f 50 h. t Bch ppond, te Bueok oude
na elba 8 voor f 8, jonge utgelkaas tegon f 38. In
de correapoi deerondo week van '99 w&s do hoogste
prya van jonge ungelkaaa f 22 a f 23.
Te Londen ging verleden week weinig in den
kaashandel om. Het wachten ie daar blijkb ar op
grootere aanvoeren en op lagere prijaeD.
In de Alblaeaerwaard werd de vorige week van
ƒ18f 2-» beateed; in do Lopiker- en Knmpener-
waard liepen do prijzen vau late soort Goadacbe van
fih —f2i, zware ƒ29—f31, 2de eoort 18-/24;
Eummer late eoort 0. (17. D.)
7)
Het was bepaald ziekeiyk. Nu, zou hot zoo
vroemd zyn, wanneer iemand, die met zulk
een zonderling als de heer Winkelmann
samenwoonde, ook vreemd begon to wordon
on te gevoelen?
Vrouw Müller kwam, zooals wy zion, steeds
weer op haar gebieder terug en do prikkel
baarheid tegen dezen nam steeds moer in
haar gemoed toe.
Doch ook haar schier onzinnig verlangen
naar haar zoon maakte haar in hooge mate
zenuwachtig.
Zy trachtte vlug met haar werk klaar te
komen en toen zy zich eindeiyk aan de rust
had kunnen overgeven, vond en zocht zy die
toch niet.
Wel tienmaal in den loop van den middag
liep zy hot voortuintje in, ora uit te zien of
Hans nog niet kwam. Zy wist, dat zy
onzinnig handelde, want haar zoon had immers
maar twee treinen te zyner beschikking!
Kwam hy 's middags, dan kon hy togen
vier uren in de Tuinstoeg zyn; kwam by
met den avondtrein, dan kon zy hom niet
vóór acht uren verwachten.
Dat wist zy zeer goed, maar toch dreven
haar zenuwen haar door het geheele huis en,
zooals gezegd, ook dikwyis naar het tuinhek,
waar men een groot gedeelte van de straat
kon overzien.
Toen zy, de avond was reeds gevallen,
weer by het hek stond, hoorde zy eindeiyk
haastige schreden naderen.
Ja, het was Hausl
Zy had het immers wel geweten: hy zou
zoo spoedig als hy kon komen. Lachend en
snikkend tevens viel zy hem om don hals.
„Ei, ei, precies een minnend paar," zeide
in dit oogenblik een vriendelyke stem.
Deze behoorde aan dokter Kleiber. Hy was
tegen zyn gewoonte te voet gekomen.
Do dokter woonde niet in de stad, maar
in oen dorp, dat wel is waar nu by na reeds
aan de stad grensde, maar toch altyd nog
een eigen gomeente vormde.
Daar had de nog niet oude, maar ziekelyke
man zich metterwoon gevestigd, om, byna
zonder praktyk, stil voor zichzelven te leven.
Hy was gehuwd en bezat een dochter, die
sinds eenige jaren met haar man in Triênt
woonde.
Dit alles wist men in de villa van Win
kelmann.
Want dokter Kleiber was daar meermalen
in geval van ziekte geweest.
Winkelmann mocht den goneesheer gaarne
ïyden, want zy waren beiden monschenschuw,
zoodat het gewoonte was geworden, dat
Kleiber zyn bezoeken als dokter lang rekte,
want, wanneer Winkelmann eenmaal aan het
praten kwam, dan liet hy den man, die byna
een vriend voor hem was geworden, niet zoo
spoedig weer gaan.
Nog onder tranen glimlachend, reikte vrouw
Müller den vriendeiyken man de hand en zeide
„O, dokter, wy zyn ook verliefden, juist
zulk oen minnend paar als uw dochter en
gy. Ik heb het niet vergeten, hoe gy haar
van geluk stralend in de armen sloot, toen
zy den vorigen winter onverwacht thuis kwam.
Ik was juist in P. om onzen voorraad aan
hout op te doen, toen het rytuig met uw
dochter kwam en ik uw huis voorbij ging."
Zoo pratend begeleidde vrouw Müller den
dokter in huis, terwyl Hans het hek sloot
en hen volgde.
„Gy hebt ons dus indertyd beluisterd?"
antwoordde Kleiber en voegde er by:
„Dan zult gy u ook kunnen voorstellen
boe ik naar myn kind verlang. Weet go, ik
ben juist nu op weg naar haar toe."
„Ja, waariyk, gy zyt voor een reis uitgerust.
Dan zajl u wellicht ook niot voor een souper
kunnen blyven en ik heb zoo'n mooien fazant
gebraden."
„Dien zal ik helaas niet mee helpen ver
orberen, want over twee uur, om negen uur
vyf en twintig minuten,, vertrekt myn trein."
„Eu toch hebt gy nog tyd genomen om by
ons te komen 1"
„Ja, ik was bang, dat den ouden heer iets
overkomen was."
„Niet het minst 1 Die is zoo frisch als een
visch in het water. Maar ik ben tegenwoordig
aan het sukkelen, ofschoon mynheer u ook
wilde spreken."
„Laten wy dan gaan."
Zy gingen reeds de trap op. Hans keek
bezorgd naar zyn moeder. Dus zy was ziek!
Had zy hem wellicht slechts daarom hierheen
geroepen? Maakte zy zich bezorgd over zich-
zolve, over hom, en wilde zy over de toe
komst met hem spreken? Haar brief was
zoo dringend I
De jonge man voelde zyn hart ineenkrimpen.
Alle drie traden te gelyk by den ouden
heer binnen.
„Weest welkomriep deze blymoedig. Gold
die groet den dokter? Gold die Hans? Hy
stak beiden zyn handen toe.
„Is het van P. zoo ver naar ons? U ziet
er immers uit als iemand, die een reis gaat
makenl" ging de heer Winkelmann voort,
op den met bont omzetten reismantel en de
reistasch van don geneesheer wyzend.
Nu eerst, in het volle licht van de helder
brandende lamp, bemerkten alle drie hoe
onrustig doktor Kloiber er uit zag. Hy zette
zyn hoed af, trok zyn mantel uit en ging
naast den ouden heer 2itten.
„Ik zal van hier uit een reis aanvaarden,"
zeide hy, terwyl hy op zyn horloge keek.
„Voor u, waarde vriend, blyft my nog
slechts een uur over, dan moet ik voor altyd
afscheid nemen."
„Voor altyd? Waarom?" vroeg de grysaard
haastig.
„Myn dochter is hopeloos ziek, leeft wellicht
niet meer, wanneer ik in Triënt kom. Myn
vrouw is daar reods; zy schreef my voor
eenige dagen, dat zy er niet aan denkt terug
te keeren. Myn schoonzoon is aan zyn woon
plaats door zyn betrekking gebonden, en daar
hy dus niet by ons kan komen, moeten wy
naar hem toe gaan. Wat weerhoudt my hier
ook? Niets. En dus ga ik ook. Voor het
opbreken van myn huishouden zorgt myn
neef en dus kan ik, nadat ik heden per
telegraaf te Triënt ben ontboden, dadeiyk
naar Louise snellen en heb hier niets meer te
doen dan ook nog van u afscheid te nemen."
„Hoo treurig is dit alles, ook voor my
treurig," zeide de heer Winkelmann. „Met u
verlaat my de eenige man, in wien ik nog
vertrouwen stelde."
„O, mynheer 1" bracht vrouw Müller be
droefd in het midden. De heer Winkelmann
begreep haar.
„Is Hans niet altyd myn lieveling geweest?"
vroeg hy. „Maar komt het tot iets ernstigs,
dan, dan zou ik gaarne den dokter hier heb
ben. Gy neemt my dat toch niet kwalyk,
Hans?"
Do jonge man boog zich eerbiedig naar
hem toe en drukte zyn rimpelige hand.
Daarop zeide de heer Winkelmann: „Zoo,
en ga nu met je moeder heenIk moet met
den dokter spreken. Ik zal hom niet lang
ophouden, vrouw Müller 1" riep hy beiden na,
toen moeder en zoon de kamer verlieten.
De volgende morgen, de morgen van den
15den November van het jaar 1836, begon
juist aan to breken.
In de Tuinsteeg heerschte diepe stilte. De
marktwagens waren reeds lang naar de stad
gereden en daarna was de steeg weer tot
haar gewone rust teruggekeerd.
De beide lantaarns aan haar einden brand
den nog, doch men kon hot licht daarvan
nauwelyks door den dikken nevel zien.
En zoo was het ook met het licht, dat in
een lantaarn vlamde, welke achter in don tuin
van den heer Winkelmann op een bank stond.
Het was een groen geverfde bank en de
tafel, welke naar den tuinmuur was geschoven,
behoorde blykbaar daarby.
Deze droeg nu eon zonderlingen last. Eon
man stond daarop en keek over den muur
heen. Hoe groot hy ook was, moest hy toch,
om dit te kunnen doen, op de teenen gaan
staan. Zyn angstig oog overzag, zoo ver de
nevel dit toeliet, den naburigen tuin. Daarin
was niet alleen geen mensch te zion, zooals
op dit uur immers te verwachten was, maar
hy was ook byna geheel zonder planten.
Wat daarin verkoopbaar was geweest, was
reeds lang verkocht, want over eenige dagen
reeds moesten zyn voormalige eigenaars hem
en hun huisje verlaten.
(Wordt vervolgd.)