r
Op verregaand brutale wtfze is
gisternacht inbraak gepleegd bi) den horloge
maker en goud- en zilverkashouder Anth.
Janssen, Gerard-Dou-straat by de Jacob-Van-
Camp en-straat te Amsterdam. Ongeveer te
twee uren werd de familie, die op do kamer
boven den winkel slaapt, wakker door het
hevig blaffen van den hond, een grooten
Ulmer dog. Aangezien echter een paar huizen
verder een cafó is en het uitgaan daarvan,
omstreeks datzelfde uur, de nachtelijke stilte
wel meer verbreekt, dacht men, dat dit thans
weer het geval was en de hond daardoor
opgeschrikt was, te meer, daar op hetzelfde
oogenblik een rijtuig voorbijreed en het geblaf
al spoedig ophield,
i Hoe ontstelde de familie Janssen echter,
toen omstreeks vier uren gescheld werd en
eenige voorbijgangers haar opmerkzaam
maakten, dat inbraak gepleegd was.
Het bleek, dat een der twee zwaro luiken
van de winkelkast met geweld was afgerukt
en dat toen een glasruit was ingedrukt, den
dieven een opening verschaffende, groot genoeg
om twoe met fluweel bekleede bakken met
gouden en zilveren voorwerpen te stelen.
Tennist werden 300 gouden ringen, waarvan
voel met diamanten steenon, een twaalftal
gouden en twintig stuks zilveren horloges.
Het luik was op de vensterbank van het
aangrenzende huis neergezet. Een groot breek
ijzer, benevens de uitgerukte ijzeren roe van
het luik, lagen in de nabijheid. Een dertigtal
ringen, van afstand tot afstand over de straat
verspreid, wezen tob aan hot urinoir op de
Stadhouderskade tegenover de Nicolaas-Ber-
chem-straat, het spoor van de dieven. In die
inrichting vond de politie de ledige bakken,
waarin echter, in de haast, waarmede de
inbrekers werken moesten, nog een paar
ringen waren achtergelaten.
Verder kon men tot op dat oogenblik hun
spoor niet volgen.
Later op den dag zijn, naar het „N. v. d. DJ'
weet mede te deelon, in een bank-van-leening
een paar van de gestolen horloges terugge
vonden, die naar de opgaaf van den bankhouder
aidaar door een ongeveer lS-jarigen jongen
beleond waren.
Dat de hond de inbrekers moet hebben
opgemerkt en dat hg, hoewel onmachtig om
zo te genaken, toch dicht in hun nabijheid
is geweest, bleek uit een hoeveelheid schuim,
dat het trouwe beest, in zijn verwoed goblaf,
tegen don glazen wand van de kast, juist
daar, waar de bakken gestaan hadden, heeffc
achtergelaten.
De waarde van het vermiste bedraagt
tusschen de f 2000 en f 2500. De heer Janssen
was tegen inbraak verzekerd.
Gisteravond om halftien werd
te Amsterdam de brandweer gealarmeerd
voor een uitslaanden brand op het "Waterloo-
plein No. 48, boven den stal van den heer
Root. De brand ontstond in het achtergedeelte
van de 1ste verdieping, gescheiden van het
voorste deel door een plat, ingericht als tuin.
Dit geheele achterste gedeelte, bewoond door
den eigenaar, den heer De Vries, brandde uit.
De brandweer rnkte uit met groot materiëel,
waaronder „Lange Tom", en om halfelf was
het werk volbracht.
De oorzaak is onbekend en assurantie
dekt de schade.
Hedenmorgen te ongeveer kwartier vóór
zessen werd aldaar brand ontdekt in een
tjalkschip, afkomstig van Lemmer, genaamd
„Rehoboth" en behoorende aan den schipper
J. Mastenbroek. Het schip, geladen met balen
geperst hooi, had al eonigen tijd aan de
Handelskade bij het Blauwhoedenveem ge
legen om te lossen voor de Hullsche boot,
doch door de 6taking dor bootwerkers was
met het werk nog niet begonnen.
Vermoedelijk door het broeien van het hooi
ontstond de brand; de schipper en zijn gezin
konden nog intyds het schip verlaten. De
brandweer, gealarmeerd, rukte aan met de
„Jan Van der Heyden" en bluschte den brand
jnet drie stralen van deze drijvende spuit en
twee slangen op de Vechtwaterleiding. Het
6chip werd naar den kop van de Handelskade
gesleept en daar werd het hooi gelost. De
lading is gedeeltelijk verbrand, alsmede de
kajuit en do roef. Naar wij vernamen, was
do schipper niet verzekerd. (A. IJ.)
Door de stoomtram van Rotterdam
D3ar Schiedam is wederom een slachtoffer
gemaakt. De loodgietersbaas H. Cuylitz,
wonende in de Kruisstraat te Rotterdam,
kwam op den Nieuwen Binnenweg nabij do
Mathenesserlaan met de stoomtram in aan
raking. De wielen gingen hem dwars over de
borst, zoodat hy onmiddellijk een lijk was.
Zgn lyk werd naar het Ziekenhuis over
gebracht. Een zestigtal personen zgn thans
reeds door deze stoomtram gedood. Steeds
wordt een paardentram in het vooruitzicht
gesteld in deze druk bewoonde stadswijk,
doch by plannen en goede voornemens
blijft het.
De stoom-carou8sellen-wereld heeft
een verlies geleden. De heer J. Dobbelaere,
houder van zulk een kostbare inrichting,
wonende te Bussum, is Zondag overleden.
Door z\jn winstgevend bedrijf laat hij zijn
betrekkingen verre van onvermogend achter.
Uit het Rijk s-k rankzLnnigen-
gesticht te Medemblik is ontvlucht de gewezen
verslaggever van de „Echo", W., van wiens
zonderlinge handeÜDgen tijdens een bezoek
van Hare Majesteit de Koningin te Amsterdam
sprake is geweest.
Aldus luidde het eerste bericht.
Uit Medemblik meldt men echter nader aan
de „N. R. Ct.":
De patiënt W. is teruggevonden; hy had
zich verborgen in een kast in hot gesticht.
Te Tegelen b|j Venloo is een 2-
Jarig meisje, doordien het te dicht by eenigo
brandende takkenbossen kwam, in brand
geraakt. Het kreeg zulke hevige brandwonden,
dat hot spoedig overleed.
Er zijn te Grave inlichtingon
ingewonnen by eenigo particulieren mot be
trekking tot hot opnemen van rustige krank
zinnigen in hot huisgezin. De autoriteiten
hebben zich van de mogelijkheid der toepassing
van dit systeem vergewist, en nu zullen
weldra eenige patiënten bg particulieren ge
plaatst worden.
Weder valt een ernstig ongeval
met de Gooische stoomtram te vermelden.
De landbouwer J. Van de Meent en zijn
zoontje bevonden zich gistermorgen met paard
en wagen op weg naar ttlaiicuui om hooi
te halen, toen tusschen St-Janskerkhof en
Laren de eerste tram uit Hilversum achterop
kwam rijden. Het paard werd schichtig en
begon to steigeren, ten gevolge waarvan de
wagen tegen den hoogen kant van den weg
stootte en omsloeg, daarby met de tram in
botsing komende. De elfjarige jongen Weef
op de plaats dood en do man bezeerde zich
den arm, terwyi het paard op hol sloeg. (A. E.)
De rechtbank te Haarlem heeft
de Oost-Java Cultuurmaatschappy aldaar, ver
klaard hl staat van faillissement. Rechter
commissaris is mr. Yon Reeken, curator mr.
W. F. Bijvoet.
Op 17 April komt de zaak-Neer
bosch voor het gerechtshof te Arnhem.
Mej. Blanche M. Vilain heeft
berust in het arrest van het gerechtshof te
's-Hertogenbosch, waarby zy wegens meineed
veroordeeld is tot acht maanden gevangenis
straf, doch heeft aan H. M. de Koningin een
verzoekschrift ingediend tot kwytschelding
van straf.
Men meldt heden uit Maassluis:
Het hedennacht binnengekomen Nederlandsche
stoomschip „Statendam", van Nieuw-York, is
tijdens een sneeuwbui oven boven Maassluis
aan den grond gevaren. De sleepboot „Noord
zee" zal met het eerste gety trachten het
stoomschip vlot te brengen.
De zydefabricago te Lyon heeft
in het vorig jaar een waarde van 451 millioen
franken beloopen, 36 meer dan in 1898. Het
verschil ligt grootendeels in de verhoogde
pryzen, welke het gevolg zyn geweest van
de stijging in do grondstoffen, die 20 pCt.
duurder zijn geworden.
Donderdag zal de rechtbank te
Tiel de zaak behandelen van enkelen der bel
hamels bg do wanordelijkheden teAppeltern.
Een ergorlgke dierenmishandeling
heeft te Groningen aan den Oosterwog plaats
gehad. De moesker H. aldaar was in zyn
tuin aan het werk, toen een hond op zgn
erf kwam en het hem, zoo beweert hy, lastig
maakte. Om van dien last bevryd te worden,
gaf hy den hond met een yzeren schop eon
slag, dat het dier het uitjankto van de pyn
en voor dood bleef liggen. Toen hy zag, dat
het gejank de aandacht der buren had ge-
trokkon, wiorp hg hot arme beest in een
kuil en dekte dezen dicht met aarde. De
politie, met het geval in kennis gesteld,
stelde oen onderzoek in, groef den hond, die
nog loefde, op, en maakte tegen den moesker
procea-verbaal op. (N. C.)
Twaalf Robinsons zgn door do
Engelsche kanonneerboot „Thrush" gered van
Europa, een eilandje in het kanaal van Mozam
bique. Het waren twaalf Madagaskers, by een
schipbreuk aldaar gevlucht on die er drie
maanden lang van do jacht geleefd hadden.
Evenals Crusoe zelf waron zy met beesten
vellen bekleed. Zy hadden veel geloden van
gebrek aan drinkwater.
Een spokonbal. De Amerikaan-
sche rykaards weten werkeiyk niet meer
wat zg van dwaasheid doen zullen. Ter ge
legenheid van de Halfvasten heeft nu een
mej. Anna Constable de leden van de „Club
der honderd van Nieuw-York" op een spoken-
bal onthaald. Al de genoodigden moesten
als geesten verkleed zyn en kwamen binnen
over den Styx, bestraald door kalklichtschyn-
sel en onder orkestbegeleiding van dooden-
marschen. Zy werden met symbolische namen
aangekondigd. Zoo stolde mej. Ruth Law
rence den „geest van het goud" voor, ge
kleed in sneeuwwit krip, de japon afgezet
met goudstukken en met een gouden gordel,
het haar met stofgoud overstrooid en met
goudklompjes bezet. Jammer, dat Rhodes haar
niet opleidde!
Na een heksendans zat men aan tot een
allerweelderigst souper.
Zeven terdoodveroordeelingon
zyn Zaterdag door hot Hof te Algiers uitge
sproken tegen lieden, die den 24sten Mei 11.
te Ouled-Mjellen een marktbezoeker gedood
en anderen geplunderd hadden. Twee werden
tot dwangarbeid veroordeeld. De gezworenen
hadden 71 vragen to beantwoorden.
De bek endo Noordp oo 1 reiziger
dr. Fridtjof Nansen zou verleden Donderdag
avond te Hamburg een voordracht houden
met lichtbeelden. Van Berlyn komend zathy
heel gezellig te praten in den restauratie
wagen, zoodat hg er niet op lette, dat deze
in Ludwigslunt werd afgekoppeld en dat de
bagagewagen, waarin zyn lichtbeelden etc.
zich bevonden, een anderen kant uitging.
Deze achteloosheid kwam hem op 460 mark
te staan, zgn de de kosten van oen extra-trein,
die noodig was om de beelden weer naar
Hamburg te brengen. Deze kwamen in do
zaal, waar de vertooning zou plaats hebben,
aan, toen Nansen reeds met zyn voordracht
begonnen was.
Spaansche piraten. Uit Mar
seille wordt bericht: De stoomboot „Galatz",
die den 13den dezer op een onderzeesche rots
ten zuiden van kaap Gatakap strandde, werd
door 250 piraten overvallen en totaal uitge
plunderd. De bemanning moest het schip
verlaten. Commandant Rolland diende een
klacht in bij den Franschen consul in Almeria,
die deze klacht aan de Spaansche regeering
heeft opgezonden, en waarin vervolging der
misdadigers en schadevergoeding verlangd
werd. Intusschen is de „Galatz" vergaan.
Do oorlog tusschen Engeland onTransvaal.
In het vertoog van do negen predikanten
van de Nederduitsch-Gereformeorde kerk in
Zuid-Afrika, zgnde allen Kaapsche burgers van
het Britsche ryk, lezen wy:
„Wg leggen volgaarne getuigenis af van
de trouw van de Kaapsche Hollanders voor
hot uitbreken van de vyandelykheden, enwy
verklaren plechtig, dat wy nooit het geringste
spoor ontdekt hebben van oen samenzwering
om de Engelschen uit Zuid-Afrika te dry ven.
Of ons volk de zware proef, waaraan zyn
trouw onderworpen wordt, zal blyven door
staan, na de vernederingen, die velen hunner
sedert het begin van den oorlog te verduren
hebben gehad, onderwinden wy ons niet te
voorspollen. Somtyds vreezen wg en onze
vrees is niet geheel ongegrond dat, indien
geen wyzer en verzoenender beleid boven
dryft, do Hollanders van de Kaapkolonie, tot
nog toe zoo trouw als welke onderdanen van
Hare Majesteit in welk deel van haar ryk ook,
tot afval gedreven zullen worden. De uitslag
van dezen oorlog ligt niet in onze handen,
maar wy bidden, dat de Almachtige Hr. Ms.
regeering in do toekomst zoo leiden moge, dat
een volk, tot dusver nan den Britschen troon
vast verknocht, niet gedwongen worde tot
afkeer van en wantrouwen ln Britsch bestuur."
Te Kimberley weet men geen weg met
de behoeftigen. Lord Methuen gaf bevel
allen, zoowel Europeanen als inlanders, naar
Kaapstad te zenden en had voor hen reeds
een vrye reis per spoor verkregen, toen dit
bevel moest worden herroepen, daar de over
heid te Kaapstad meldde, dat de stad vol
blanke en geklourde noodiydenden was, en
voor meer ongelukklgen geen plaats, zelfs
geen tenten beschikbaar waren, terwyi de
uit Londen gezonden gelden tot ondersteu
ning byna op waren.
De armen worden nu te Kimberley onder
houden van een half pond vleesch en zestien
ons brood per Europeaan en tien en een half
ons brood per inlander.
Het antwoord van Rusland op het verzoek
om tusschenkomst, door do beide Republieken
verzonden, is nog steeds niet ontvangen.
Het schynt, dat deze vertraging veroorzaakt
wordt door een verschil tusschen de politieke
kringen en het hof. De leiders dor Russische
politiek willen tegen do vernietiging der
Republieken opkomen. In hofkringen echter,
waar men de verwantschap van don Czaar
met het Engelsch Koningshuis op den voor
grond stelt, zou men een beleediging van
de in Engeland heerschende gevoelens willen
vermyden.
De „Lokal-Anzeigor" laat zich hieromtrent
uit de Russische hoofdstad hot volgende
seinen: De publiceering van het antwoord
der Russische regeering op het aanzoek van
de presidenten Steyn en Kruger wordt ver
traagd, doordat er familie-omstandigheden
in acht zyn te nemen, waaraan de jonge
Czarin ^den stoot heeft gegeven. Graaf
Muravlew heeft het antwoord geheel in den
zin van de Haagscho Vredesconferentie vervat,
hetgeen ook door den Czaar volkomen werd
gebillykt.
Engelands plan, om twee ropublieken als
zoodanig van de wereldkaart te doen ver
dwenen, vindt in Rusland volstrekt geen
sympathie. Het antwoord berust nog in het
kabinet van den Czaar. Zal op het laatste
oogenblik, met het oog op de familiebetrek
kingen, het antwoord veranderd worden, dan
zou daardoor het voorgenomen resultaat zeer
verzwakt worden cn het antwoord van Rus
land geen ommekeer toweegbrengen in den
gang van zaken.
Van den invloed der Keizerin, kleindochter
van koningin Victoria, zou hot dus afhangen
of Rusland zich al dan niet zal verzetten tegen
de Engelsche annexatie-plannen.
De correspondent van de Parjjsche „Herald"
te Londen, die, zegt het „Hbld.", vantydtot
tyd bevryaen heeft gegeven, dat zgn duim
uitermate vruchtbaar is, beweert een onder
houd to hebben gehad met een hooggeplaatoten
Boer, een familielid van president Kruger,
wiens naam by echter niet mag noemen.
Van dezen heeft hg vernomen, dat de mynen
te Johannesburg volstrekt geen gevaar loopen.
Het gerucht, dat or mynen vernield zouden
worden, moet volgons don Boer door de
vyanden der Republieken zgn uitgevondenen
in de wereld gezonden. De heer Montagu
White heeft volstrekt geen gezag om iets van
dien aard als door hem gezegd is, te verklaren.
Verder vernam de correspondent nog, dat,
als Pretoria valt, de Boeren geenszins den
strgd zullen opgeven, doch noordwaarts trek
ken, naar het onherbergzame Zoutpansberg,
waar geen Britsch leger hen kan treffen.
Eet Engelsche ministerie van oorlog.
In de „Westminster Gazette" klaagt een
inzender over de leveranciers van het War-
Office. Aan de soldaten worden schoenen
verstrekt met bruin papieren zolen en het
pekelvleeseh, dat gewoonlyk onaangenaam
riekt, zou uitstekend voor schoenzolen zyn,
zoo taai is het. De soldaten werpen het dan
ook over boord.
Dozelfdo inzender zegt voorts, dat zooveel
paarden op de transportschepen sterven, een
voudig omdat de veeartsen geen instrumenten
of geneesmiddelen hebben.
De soldaten ontvangen elk twintig patro-
non, om zich gedurendo de reis te oefenen.
Er zgn recruton, die nog nooit oen Lee-
Enfleld-geweer in handen haddon gehad en er
niet mede weten om to gaan.
Een ander staaltje van het optreden van
het War-Office. Het beval een zekeren generaal
te Woolwich twee batteryen samen te stellen
en deze te zendon, een naar het Noorden en
oen naar Ierland. De generaal seinde terug:
„Geen kanonnen, geen officieren en geen
manschappen." Het War-Office antwoordde:
„Doe zooals u bevolen is en werp niet zulke
bezwaren op."
Uit de laatste nasporingen ten oosten van
Driefontein moet gebleken zyn dat de Boeren
57 dooden hadden, zoodat het getal van
dooden en gewonden van de Boeren daar tot
honderdzestig zou stijgen, ongerekend de aan
hun wonden overleden Boeren.
Hot ministerie van oorlog heeft last gege-
von, de werving voor de Imperial Yeomanry
te staken. De nog gevraagde manschappen
zyn niet meer noodig.
In do Gravestraat te Kaapstad heeft Zondag
avond een zware brand gewoed. Een aantal
gebouwen zgn in de asch gelegd en de
regeoringsbureau's werden ternauwernood be
houden. De archieven zyn naar het parlements
gebouw overgebracht, maar hebben veel ge
leden. De brand woedde drie uren.
De Kaapsche correspondent van de „Times"
heeft vernomen, dat de voorraden in do Zuid-
Afrikaansche Republiek met uitzondering van
speceryen nog overvloedig zgn en dat de
Transvaalscho regeering in den aanvang van
deze maand aan 1500 vrouwe en kinderen
te Johannesburg en aan 5000 tö Pretoria
levensmiddelen deed uitreiken.
Uit Niouw-Zeeland is een vierde contingent
naar Zuid-Afrika vertrokken en geestdriftig
uitgeleido gedaan door ongeveer 80,000 men-
schen. Het contingent ia 440 man sterk en
geheel bereden.
Te Kensington liggen nog 1600 spoor
zoekers voor vertrek gereed, doch er zyn
voor dezen nog niet voldoende paarden voor
handen. Men verwacht evenwel, dat zy om
streeks half April zullen scheep gaan.
De vergadering gisteravond te Nottingham
van het Nationale Liberale Verbond werd
bygewoond door 1200 gedelegeerden. Aan
genomen werd een motie, waarin opnieuw
werd uitgesproken, dat de houding der Engel
sche Rogeering ten opzichte van Zuid-Afrika
zich gekenmerkt heeft door gebrek aan tact,
inzicht on rechtvaardigheid, hoewol de grieven
der uitlanders als gerechtvaardigd worden
erkend. Voorts wordt daarin de noodzakeiyk-
heid betoogd om te verhinderen, dat de Boeren
zich opnieuw kunnen wapenen; tegelykertyd
moot een bevredigende regeling getroffen
wordon, waarby rekening wordt gehouden
met de wenschen wan alle deolen der bevolking,
oen goede behandeling der inboorlingen wordt
verzokerd en aan alle deelen van Zuid-Afrika
de ruimste autonomie wordt toegestaan,
welke vereenigbaar is met den vrede en
voorspoed in de toekomst;
Cronjé's overgave
De „Times" heeft van zyn correspondent
by Lord Roberts' troepen een brief ont
vangen over de overgaaf van generaal Cronjé.
Hoewol de brief gedagteekend is van 3 Maart,
dus vier dagen na do overgaaf, kan do
correspondent voor de juistheid der byzonder-
heden niet instaan.
De correspondent verklaart, dat reeds
Zondag den 18don Februari Cronjé tot de over
tuiging moet zyn gekomen, dat ontsnapping
onmogelyk was, want do Boerengeneraal be
sefte, dat do val, waarin hy zich bevond, geen
uitweg bood. Met de instinctmatige kennis
van een knap bevelhebber, begreep by, dat
geen enkel kopje langs de effen vlakte, die
langzaam afliep naar het rivierbed, zonder
zyn verborgon bezetting van troepen was, en
dat zelfs bg nacht een eonigszins groote
afdooliDg geen kans had om te ontsnappen.
Hy had misschien anderhalvcn kilometer aan
weerszyden van de "Wolvenkraaldrift in zgn
bezit, terwgl de 19de brigade van de Engel
schen hem langzaam door middel van loop
graven van het westen en generaal Tucker's
divisie hem van het oosten nauwer insloot.
Naar hot zuiden stond hy bloot aan do
gestadige beschieting van de veldstukkon op
den Kanonkop op een afstand van nauweiybs
meer dan 1600 meter; van het noorden be
stookten hem de granaten van do marine
kanonnen en van een battery houwitsers. Er
is gezegd, dat hy opzottelgk in de bedding
van de rivier terugtrok om opnieuw de tactiek
te beproeven, die, als men er in volhard had,
Lord Methuen's colonne aan de Modderrivier
gekeerd zou hebben; dat hy een algemeenen
opmarsch van alle kanten verwachtte en er
op rekende genoeg manschappen, geweren en
krygsvoorraad to hobben, om de schansen te
bezetten, die hy haastig had opgeworpen.
Maar de correspondent vindt het waarschyn-
ïyker, dat hij geen keus had. Verder terug
trekken was onmogelyk, en eon verdediging
gedurende langer dan drie dagen was niet
mogeiyk dan in een stelling, waar hg water
kon krygen. Het is moeityk te zoggen in
hoever Cronjé ontzet verwachtte. Zgn voor
raden waren verbazond onvoldoende in alle
opzichten, op krygsvoorraad na; wagens met
mondkost waren gedurende den terugtocht
uitgespannen en in den steek gelaten, om de
wagens met krygsvoorraad te helpen, en met
het proviand, dat overbleef, kon men niet veel
meer dan een week toe.
De schansen, die Cronjé had laten maken
waren van boven misschien 18 Eng. duim en
aan den voet ongeveer 3 voet breed, en als
men er in neerhurkte was men volkomen
veilig voor springende granaten. Van elke
natuurlgke bescherming, zooals de vertak
kingen van de donga's, die de beide oevers
van de rivier doorsnyden, was gebruik ge
maakt, ofschoon de beschieting van beide
kanton de Boeren dwong hun eerste haastige
borstweringen boven aan den rivieroever te
verlaten.
Een huis, met roode pannen gedekt, werd
gebruikt als Cronjé's hoofdwartier. Hier sliep
zgn vrouw, ofschoon zg zich overdag voegde
by de vrouwen in do zorgvuldige schuilplaats
die men voor dezen gemaakt had. Majoor
Albrecht bleef waarschynlyk met de kanonnen
in de noordelyko schansen, ofschoon de ammu
nitie voor de Krupp-kanonnen den 20sten op
raakte.
De correspondent vindt het opmerkelyk,
dat er zoo weinigen hebben trachten te ont
snappen. Burnham, de welbekende Ameri-
kaansche verspieder, die verscheidene nachten
tot by de schansen kroop aan eiken oever
van de rivier onder bedekking van enkele
struiken, vond slechts het spoor van drio of
vier nachteiyke wegsluipers, van wie de
holft in de handen van de Engelsche schild
wachts moet gevallen zyn.
Dinsdag, den 20sten, was het hevigste
bombardement van de geheele insluiting, en
een dokter van de Boeren zeide, dat de toe
stand dien dag akelig was. Men kon niets
doen dan in de schansen kruipen en afwach
ten tot de duisternis oen verderen aanval ver
hinderde, terwyi de eene wagen na den anderen
in het kamp vuur vatte en tot asch verbrandde.
Het verlies onder de paarden was echter het
keerpunt van het beleg.
Driekwart gedeelte van de paarden, welken
men geen schuilplaats had kunnen verschaf
fen, ging verloren en zoodoende viel niet meer
te denken aan een nachteiyke vlucht. De
toestand van het kamp werd door do vele
ïyken van dien aard, dat, zelfs als er nog
mondkost gewoest was, een overgave spoedig
had moeten volgen. Het was onmogelyk de
doode dieren te begraven, en het lage peil
van de rivier maakte het eerst ook onmoge
lyk ze door den stroom te laten meevoeren.
Alles wat de Boeren konden doen, was hen
boven den wind van hun kamp te sleepen.
Daar lagen zy te ontbinden, en de moeste
Boeren kregen zoo'n sterke behoefte aan
versche lucht, dat zy morrend de overgave
a
verlangden. Zondag, den 25sten, toen de vloed
eindeiyk kwam opzetten, dreven er tusschen 1
de 1600 en 2000 paardenlyken langs het
Engelsche kamp. j
Meer om van deze plaag bevryd te wordon
dan om de voorgewende reden, liet genoraal
Cronjé waarschynlyk een dag wapenstilstand i
vragen om zyn dooden te begraven. Lord j
Roberts, meenonde, dat het uitstel gevraagd i
werd om de ontzetcolonne van de Boeren tgd j
to geven om hem te hulp te komen, weigerde
dit, maar bood aan om dokters te zenden, j
ten einde de zieken en gewonden te helpen,
Dit aanbod, hoewel later aangenomen in
een gewyzigden vorm, werd afgeslagen, en
Cronjé, die de houding van den veldmaarschalk
als „onmenscheiyk" kenschetste, besloot zijn
brief met de woorden„Onder de omstandig
heden heb ik geen andere keus." Hiermede
bedoelde de Boeronbevelbebbor enkel dat hg I
geen andere keus had dan den stryd voort i
te zetten, maar do vergissing van een tolk i
maakte dat het beschouwd werd als een aanbod
om zich over to geven. Toen Roberts hier j
in wilde treden, zond Cronjé een veront-
waardigd antwoord, zeggende, dat hg het uit
zou houden tot de Engelschen de stelling
stormenderhand zouden nemen. Men gaf don
Boeren echter een dag respyt, en het geregelde
bombardement begon eerst nadat verschillende
kleine afdeolingen Boeren, in het geheel zoo- i
wat 4000 man, op Woensdag en Donderdag
uit de richting van Kameelfontein, Osfontoin
en Populiershoeve aanvallen hadden gedaan. 1
De gevangen Boeren begonnen nu moede-
loos te worden. Zy begonnen Cronjé te ver-
wyten, dat hg het aanbod van Roberts ora'
vrouwen en kinderen vrggeloido te vcrleenen
had afgeslagen, voor het bombardemont begon.
Honger en ziekte begonnen hun uitwerking
te doen. Ten slotte kwam Cronjé met de
woderspannigen tot een vergeiyk. Als er
Woensdagochtend, den 28sten, geen hulp was1
komen opdagon, zou men zich overgeven,i
maar Cronjé weigerde volstrekt, zich met
zooveel geweren en ammunitie gevangen te
geven op den verjaardag van Majoeba (27
Februari).
Van dat oogenblik af gehoorzaamden de
Boeren bgna niet meer aan zyn bevelen. Tot
het opgaan van de zon op don 27aton, was
do toestand onder de Boeren jammerlyk.'i
Afgescheiden van den steeds toenemendeni
honger, het wanhopen aan ontzet en den1,
ongezonden toestand van hot kamp, vernie-i
tigdon onderlinge verwy tingen den laatetoni
troost in tegenspoed, een kameraadschappen
lgken geest, en Cronjé zat zwygend en on-i
genaakbaar van allen verwijderd to mokken/1
Generaal Macdonald zond don 27ston uit!
zyn bed een briefje aan lord Roberto, waarin;
hy dezen herinnerdo, dat die Dinsdag de ver-
jaardag was van de ramp, die hy door zynj
voorbeeld, bevel en bedreiging zyn best had'
gedaan om af te wenden, toen zelfs de paniek;
op zyn hoogst was gestegen; Sir Hanry Col-j
vile had om dezelfde reden het plan voor een.
beslissende bestorming ontworpen. Een oogen-!
blik verzette lord Roberts zich togen het plan
het scheen te veel offers te zullen vergen,
maar hot aandringen van do Canadeexen brak
zgn verzet en „de manschappen van de oudste
kolonie werden Dinsdag in de vroegte uitge
zonden om de smet op don naam van het'
moederland uit te wisschen".
Van de ongeveer 600 meter lange schans
aan den noordeiyken over, die de Gordons
en Canadeezen samen bezet hielden, werd den
laatsten bevel gegeven op te rukken in twee
gelederen, op 30 meter van elkander, het
eerste met opgestoken bajonet, het tweede
versterkt met 50 man van do genie.
In doodelyke stilte en onder bedekking
van de duisternis, slechts zwak verlicht door
een klein sikkeltje van de maan, rukten de
drie compagnieën Canadoezen over het met
struiken bezette terrein. Meer dan 850 Meter
ging het zonder geruisch, maar toen verrioc!
het geritsel in do struiken do voorwaartsche
beweging. Dadelyk brandde hot vuur los uit
de buitenste schansen v3n de Boeren, en hield
aan van vyf minuten voor drieën tot tien'
minuten over drieën. Plat op den grond'
liggende beantwoordden de Canadeezen dib
vuur. Achter hen aan waren de genisten?
druk bezig met het maken van een loopgraaf
door het struikgewas hoen. In deze stelling
wachtten de Canadeezen het aanbreken van
den dag af.
Cronjé zag dat de zaken nu hopeloos stonden.'
Veel Boeren staken hun handen op en renden
door de ruimten tusschen hun schansen en
den vyand. Anderen staken witte vlaggen op
en ga ven zich bloot in hun schansen, maar
geen schot word golost. Kolonel Otter eg;
kolonel Kincaid hielden een haastige samen-
spreking, die gestoord werd door de komst
van Sir Henry Colvile, die het bericht bracht-
dat oen ruiter met een witte vlag het Engel]
sche kamp binnen-wns gereden met de bood
schap, dat Cronjé zich met hot aanbreken vai)
den dag onvoorwaardolyk zou overgeven.
Van de drie Canadeesche compagnieën waf
de voorste, die hot meeste geleden had, d4
Fransche compagnie, onder majoor Pelletierj
Onderwyl werden in het hoofdkwartiei
eenige vormeiyke preliminairen geregeld, ej
generaal Pretyman ging met een klein gei
leide den Boerengeneraal en zgn secretaris \t
gemoet.
Lord Roberts wachtte, in effen khaki, zonden
eenig teeken van zgn rang, op zyn Kandahar,
degen na, de aankomst van zgn gevangenf
af. „Commandant CroDjé", zoo stelde de Boeren^
generaal zich voor, toen hy van zgn witte hil
afsteeg en, na het saluut van Lord Roberts ba1
antwoord te hebben, hem de hand drukte
„Het doet my genoegen kennis met u te ma»,
ken, ik ben blyde zoo'n dapper man te ont(
moeten", zeide Lord Roberts. Toen volgde
formeele overgave, waarby Cronjé's secretarfl
als tolk diende. De generaal, een man vaa
weinig woorden, zat diep weggezonken iij
zyn stoel mot de handen in de overjas ei
zag gemelyk toe.
Aan een brief uit Kaapstad aan de „Tel®'
graaf' is het volgende ontleend:
Vrydagmorgen zyn generaal Cronjé, zyj
vrouw en zoon, zyn adjudant en een Hollands
sche bediende hier aangekomen. Algemeei
werd zyn hooge en welgebouwde figuur ba/
wonderd. Zyn vrouw 2ag er mat en moed!
uiL Wat ligt daar veel in opgesloten, in da