N'12286 Maandag 12 Maart. A\ 1900 f' feze gotirant' woiit dagelijks, met uitzondering van (Zon* en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 12 Maart. Feuilleton. De machtigste aller machten. LEIDSCH DAG-BLAD. M. ri ÏBXJS DEZKB QOTTEUTT» Toot P» 8 maaodoré U'$> Franco per post% 9 «•--«« 1,40* Afzonderlijke Nommer? o.05> PBIJS DEB ABVEBTEHTTEHi Van 1—0 régels t 1.08. letters naar plaatsruimte wordt ƒ0.06 berekend. ledore regel mee» f 0.171. Grootera Vooi het tncASaearon barton de stad Gisteren werd d« algemeene vergadering gehouden van leden van bet Centraal-Israë- lietisch Kinderwees- en Dcorgangsweeshuis te Leiden. De secretaris, de heer H. Van Gelder Jr., deelde in zjjn verslag mee, dat bet aantal verpleegden met één was verminderd. Twee vertrokken, maar werden door twee andere vervangen. Het getal verpleegden was op 31 Dec. 31, nl. 14 meisjes en 17 jongens. Omtrent gezondheid en gedrag der ver pleegden luidde het verslag gunstig, gelijk bot ook met lof gewaagde van de werkzaam heid van vader en moeder en van de linnen juffrouw. Aan dames regentessen werd een woord van dank toegebracht. In de regent&nvergadering van 9 Juli 1899 werd de nieuwbenoemde eerevoorzitter, dr. T. Lewensteln, plechtig geïnstalleerd. De financiëele toestand is niet ongunstig. Het ledental bleef stationnair. Twee legaten werden ontvangen: één van ƒ1000 en één van 500. De contributiën, donation, verpleeggelden en collecten brachten op 5500. De hypotheek-fondsen en renten spaarbank f 800. De uitgaven waren 5500 zoodat de rekening sloot met een saldo van 110. Hoezeer hst bestuur overtuigd is van een zuinig beheer, stijgen de uitgaven, waar met het klimmen van de jaren der verpleegden ce behoeften vermeerderen. De gebrekkige toestand van het gebouw eischt voortdurend onderhoudskosten, en al blijven de regenten de hoop koesteren eenmaal een waardig gebouw te kunnen doen verrijzen, zij gaan nu voort het bestaande zoo goed mogelijk ia stand te houden. Met een woord van opwekking, dat elk in 2{jQ kring doe wat hy kan om de zaak te steunen door groote en kleine giften en anderen daartoe mee op te wekken, opdat genoemde hoop vervuld moge worden, eindigt het verslag. Tot nieuwe regenten Werden benoemd de heeren H. Wertheim, notaris te Amsterdam; mr. M. De Finto, te 's-Gravenhage, en S. Menko Jr., te Enschedee. Aangaande de uitvoering van het Gemengd Koor „Melosophia", welke Donder dag a. s. zal plaats hebben, la het wellicht niet overbodig om over de toonwerken nadere verklaring te geven. De „C-dur-Messe" van Van Beethoven en „Erlkönings Tochter" van Niels W. Gade zyn overbekend. Dit is niet het geval met het zeer interessante werk „Pergoteae" van onzen landgenoot J. H. L. Ri) ken. Het muzikaal tydschrift „Caecilia" schryft O. a.: „De zes-en-twintigjarige Pergolese overleed onmiddellijk na de voltooiing van zijn „Stabat Mater". Dit feit is door Emanuel Geibel gepoëtiseerd op een wijze, die zijn gedicht uitmuntend geschikt maakt voor muzikale compositiën. Te midden van den Duitsehen tekst, die de handeling verhaalt, itaan de strophen van het middeleeuwsche Latynsche geoicht, dat reeds zooveel toon dichters bezield heeft en dat ook Ryken byzonder heeft aangetrokken. Zyn compositie, in 1890 door do NederL Toonkunstenaars-vereeniging bekroond, is ge schreven voor koor, soli en orkest. Het ver halend gedeelte wordt boofdzakeiyk door de bassen van het koor voorgedragen, hetgeen een plechtigen indruk maakt en een schoon contrast vormt mat het „Stabat Mater" der vrouwenstemmen. De behandeling der koren getuigt van groot talent, en de componist is er volkomen in ge slaagd, den door den dichter beoogden indruk weer te geven. Ook de solo-partyen, het duet voor sopraan en alt: „Quis est homo qui non fleret" en de jubelende sopraan-solo: „Horch, da tonen Seraphslieder" zyn effectvol behan deld en verhoogen den indruk van het geheel." Onder de solisten zyn mej. O, Munniks de Jongb, sopraan, en de heer Arnold Spoel, bas, voor ons goede bekenden. Omtrent de alt zangeres schrqft de „Fraokforter General- Aozeiger": „Fraulein Mane Van Beekum, in welcher wir eine viel versprechende S&Dgerin mit sympathischer Slimme kennen lernten, 1st ein* Schülerin von Frau Professor Schröder- Hau/staengl und zeigte sich oieser Schulung durchaus würdig." Yan den heer Andreoii, tenor, uit 's-Gra- venhage, lezen wy in het „Weekblad voor Muziek": „Deze zanger is in het bezit van een duide lijk getimbreerde tenorstem, die by, na zyn studies in Den Haag te zyn begonnen, by den grootzangueeater Stockhausen verder heeft ontwikkeld. Zyn voordracht kenmerkt iets natuurlijks." Morgen is het 16 jaren geleden, dat het Transvaalste crUmanschap Paul Kruger, Dutoit en Smit dezt gemeente en verschillende harer onderwijs- en nyverheidsinrichtingen bezocht. De 2de luitenant A. J. R. Brandt, van het 4de reg. inf. alhier, heeft zich beschik baar gesteld om by het leger in West-Indië te worden gedetacheerd. Op 31 Maart a. s. worden overgeplaatst: de 2de luit.-kwartiernieester W. K. Rutgers, van het 5de regiment infanterie, by den staf van het 4de regiment infanterie te Leiden, en de 2de luit. kwartiermeester W. J. Yan Breen, van het 4de regiment infanterie, by het 5de regiment infanterie. Laatstgenoemde officier blijft werkzaam ten bureele van den hoofdofficier, belast met de mandateering. Het bouwen van een nieuwe zaal voor rekening van het Bestuur van den R. K. Yolksbond afdeeling Leiden, architect de heer L. Yan der Laan, is gegund geworden aan den laagsten inschryver, den heer Joh. Tb. Bik, aannemer albier, voor de som van 11,825. Tot leden van het Historisch Genoot schap, te Utrecht, zijn benoemd de heeren: Dr. A. J. d'Ailly, te Amsterdam; dr. A. Yan Berkum, te Nymegen; dr. J. P. De Bie, te Ketel; mr. A. S. De Blécourt, te Rotterdam; dr. R. Broersma, Ned.-Inoië; W. P. Costerus, te Edam; W. Gosler, te Am sterdam; mr. J. Hooft Graafland, te Utrecht; dr. E. C. Gravemeyer, te Utrecht; mr. W. Th. Grothe van Schellach, te Utrecht, ur. L. Heldring, te Rotterdam; dr. A. G. Honig, to Zeist; E. B. Ter Horst, te Groningen; dr. N. Japikse, te Rotterdam; dr. H. J. Kieviet de Jonge, te Dordrecht; dr. P. A. Klap, te Yelsen; W. Knuif, te Utrecht; J. F. A. Kronenburg, te Roermondmr. dr. A. R. Yan de Laar, te Utrecht; mr. dr. F. A. C. graaf Van Lyndon van Sandenburg, te Langbroek; H. J. Meyboom, te Utrecht; dr. L. C. M. Schmedding, te Maastricht; dr. E. Wiersum, te Uithuizen; dr. P. J. Wyminga, te Am sterdam. By de Ned. Zuld-Afrikaansche Vereeni- ging te Amsterdam is tot heden ingekomen f 1,096,492. De Nederlandsche bond van kinder bescherming vergaderde Zaterdag te Amster dam onder leiding van jhr. mr. Rethaan Macaré, die herinnerde aan de pogingen daar en elder6 door particulieren en de regeering aange wend om de verwaarloosde kinderen te helpen. Dd heer Asser besprak de voorgestelde wetten en juichte vooral toe, dat veel ruimte gelaten wordt aan het toezicht van particu lieren. De vergadering nam resoluties aan, waarin hulde wordt gebracht aan den minister van justitie. De majoor D. Cheriex, van het 6de reg. inf. te Breda, zal binnenkort den dienst met pensioen verlaten. De 1ste luit. E. P. Yan Andel, van het 3de reg. veld-art., thans werkzaam onder de bevelen van den chef van den generalen staf, is overgeplaatst by het 2de reg. veld-art. te 's-Gravenhage. De 7 leden van do Commissie van Toe zicht op het lager onderwijs te Gouda hebben, naar aanleiding van het Raadsbesluit, waar by haar op voorstel van B. en Wa. 8 nieuwe leden werden opgedrongen, collectief hun ontslag genomen. Naar hot „H. Dagblad" verneemt, zal, na de afdoening der Leerplichtwet, waarvoor men nog deze week denkt noodig te hebben, met het afdoelingsonderzoek van het wets ontwerp op de volkshuisvesting aangevangen worden. Wegens ongesteldheid van het lid der Tweede Kamer mr. Kolkman, lid van de commissie van voorbereiding voor de woning wet, was het sectie onderzoek, dat na de al gemeens beraadslagingen over het Leerplicht- ontwerp op do agenda stond, uitgesteld. De opperrabbyn van het ressort Gelder land, de heer L. Wagenaar, heeft, evenals de Yereeniging tot bevordering van de Sabbath- rust sn van het Jooendom, een adres aan den minister van bionenlandsche zaken ge richt, om by de behandeling van art. 16 van het aanbaogige Leerplichtontwerp, wel te willen letten op de belangen der Israëlieti- Bche kinderen, die, wegens de opeenvolgende Israëlietische feesten, in September-October, meermalen genoodzaakt zuilen zyn, meer dan 10 schooltyden in 23 dagen te verzuimen, en hun verlof niet van de meening van schoolhoofd en schoolopziener afhankeiyk te stellen. Aan Hr. Ms. diner ten Hove ts 'a-Graven hage zullen heden deelnemen: Z.Exc. de Mini ster van Staat, mr. Gleichman, voorzitter van de Tweede Kamer, en mevrouw Gleichman; jhr. mr. Schorer, vice-president van den Raad van State; jhr. mr. De Savornln Lobman, oud-minister; de heer Havelaar, oud-minister; de heer Aug. M. J. Hendricbs, president van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. Te Ylaardingen hoopt den 20sten Maart a. s. da. J. Van 't Hooft zyn dertigjarige evangeliebediening by de Ned.-Herv. Kerk te herdenken. Achtoreenvolgens stond hy te 'a-Heerenhoek, 23 Maart 1870, Nisse, 1873, Bruinisse, 1874, Koudekerk (Z.H.), 1876, Koudekerks (Zld.), 1879, en sedert 2 S.pt. 1888 te Ylaardingen. Men deelt mede, dat bet Kamerlid ar. Kuyper Woensdag, kort na het houden zyner repliek by het leerplicht-debat, met koorts de vergadering moest verlaten, een ongesteld heid die hem ook verhinderde in de volgende dagen ttr vergaaering te komen. Ds. J. Draaisma, predikant der Ned.-Herv. Gemeente te Steen wyt, beeft het beroep naar Zula-Belerland .-.angenomen. Het stoomschip „Flores", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 Maart Cape Blanc; de „Kaiser" arriveerde 8 Maart van Hamburg en Amsterdam te Durban; de „Prins Willem 111", van Paramaribo naar Amsterdam, ver trok 10 Maart van Havre; de „General", van Oost-Afrika naar Vlisslngen en Hamburg, ver trok 10 Maart van Marseille; de „Maasdam" vertrok 10 Maart vaD Nieuw-York naar Rotter dam; de „Statendam" arriveerde 11 Maart van Rotterdam te Nieuw York. Hazerswoude. Op de hoeve van gebr. Kraan, in do Bent, zyn Zaterdagmiddag omstreeks zes uren, na een lange en ver moeiende reis, aangekomen de echtelieden „Ooievaar". Dit is nu de 15de maal, dat zU den ouden boomstam van dat afgelegen lustoord tot hun huwelykssponde namen. Voor hen, die uit dit bericht misschien reeds mochten opmaken, dat een zilveren bruiloft onder de ooievaars niet tot de oamogelykhoden behoort, alene, om misverstand te voorkomen, dat minstens een van bet echtpaar gedurende dien tyd in het zoele zuiden zyn graf heeft gevon-en. My werd nl. medegedeeld, dat een der vogels, mevrouw of mynheer, dat was nibt uit te maken, in het najaar het nest had verlaten met één geheel verstorven witten poot, doch dat er in het volgende voorjaar twee terug keerden, die beiden gezond van lyf en leden waren. Rynsburg. De Christelijke Zangvereeniging „Excelsior" zal niet Woensdag avond een uit voering gevtn, maar Donderdag-avond15 Maart. Voorschoten. A. s. Donderdag-avond 15 dezer zal prof. dr. J. Ten Brink alhier in het Nut een lezing bouden. Zoetormeer-Zegwaard. De miliciens der lichting 1900 uit deze gemeenten zyn inge deeld als volgt: uit Zoetermeer P. J. Bos by ce genie te Utrecht; Gerard Yan Dorp by he 2de regiment veldartillerie, en J. Van Berg by de grenadiers en jagers, beiden te 's-Gravenhage; uit Zegwaard: A. YanWens- veen, R. Klos en J. De Bruin by het 4de reg. inf. te Delft; P. Gouweleeuw en A. Heemskerk by het 4de reg. inf. te Leiden. Uit de BSt»at8conrant,\ Kon. besluiten. Benoemd tot -taria te Amsterdam J. Yriesendorp, candidaat-notaria aldaar. Met ingang van 1 April tot hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage, H. J. Versteeg, thans commissaris van politie te Amsterdam. Met ingang van 16 Maart, tot Rijkstuinbouw- leeraar, J. Leendertz Czn., te Leeuwarden, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Benoemd tot burgemeester: van Wittem, C. Houtvast; van Hof-van-Delft, S. G. Manger Cats; van Blokzijl, A. Ph. W. Noordink, secretaris dier gemeente; van Horssen, C. A. Hiebendaal, van Serooskerke (W.) W. Maas; van Zoetermeer, C. L. J. Bos, secretaris dier gemeeate. Aan den adspirant-iugenieur dor marine M. A Cornelitsen, op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Rijk» dienst verleend. Min. beschikkingen. Op zrjn verzoek, eervol ontslag verleend aan R. Van Wering, ala assistent voor de anatomie aan de Rijks-universi teit te Groningon. Benoemd tot amanuensis-concierge van de af- deeÜDg Hoogere Burgerschool der Kijkslandbouw- school te WageaiBgon, L. L. M. Yan Rest, t« 'a-Gravenhage. Consoientiegeld. De minister van finan cien maakt bekeud, dat door den ontvanger der registratie te Haarlem, door tusacheukomst van den burgemeester aldaar, ten behoeve van 's Rijks achatkiet een aom van ƒ200 is ontvangen, tot voldoening van successierecht. De .Sts. Ct." bevat de gewijzigde statuten der vereeaigiDg .Eigen Haard", te Leiden. Gemengd Nieuws. Gisteren heeft „Ajax" voor de eerste maal gedurende het geheele seizoen het hoofd gestooten door in Den Haag van de Haagscbe V.-V. met 2 0 te verliezen. „Ajax" beeft met geen greintje geluk gespeeld, maar dat het de zwakste party was, vait niet te ontkennen. De verdediging was goed genoeg en niet mineer, zoo niet nog beter dan by ae H. V.-V., maar ia aanvallende kracht waren de Hagenaars verreweg de meerderen. Door deze nederlaag is „Ajax"' kans op het kampioenschap vrijwel verkeken, ook al slaat het de H. V.-V. over vier weken te Leiden. De eenige hoop is nu nog maar, dat de Hagenaars van de Amsterdammers verliezen en de onzen niet. Gisteravond omstreeks zes uren waren er eenige jongens aan den Maresingel by de gemeenteschool bezig een touw aan een tak van oen boom te binden. Spoedig daarna draaiden zy lustig om genoemden boom heen. Plotseling liet een van de jongens bet touw los en kwam midden in de naaetoyzyndo breede sloot terecht. Zekeren W., daar toevallig passeereüde, mocht het met behulp van bet touw gelukken, den jeugdigen drenkeling weer op den Singel te brengen. Gisteravond ongeveer halftien werden twee kinderen van een ingezetene dezer gemeente by de ouieriyke woning on verhoeds aangegrepen door een bun onbekend manspersoon, die ben op weg naar hun buis een eindweegs gevolgd was en meer dan eens In een kleine herborg, in een der visschers- dorpen, stond Lissa achter de toonbank en trachtte het dageiyksch brood te verdienen voor haar kind en voor zichzelve. Clas-Ola was nu byna negen jaar en keek met een paar heldere oogen de wereld in. Hy hing zeer aan zyn moeder en verloor haar nooit uit het oog, maar zoo echt uitgelaten vrooiyk als a .-dere kinderen was hy nooit, Hy was er steods op uit een kleinigheid te verdienen, maar hq sloot zich by niemand aan. Hy volgde in dat opzicht het voorbeeld van zyn moeder, die zoo teruggetrokken leefde ais zy eenigszins kon, ofschoon ieder haar vriendelijk behandelde en hielp waar men kon. Doch in eeD visschersdorp valt menig scheld woord. Het geluk komt en gaat en de goede hiim der menschen eveneens en niemand hecht veel waarde aan hetgeen hy zegt als de fortuin hem niet gunstig is geweest. Maar het gebeurt, dat zy, tot wie de woorden gericht waren, ze nooit meer kunnen vergeten. Zoo ging het Clas- Ola. Als iemand aan hem vroeg: „Wien hoor je toe?" dan antwoordde de knaap: „Lissaie myn moeder." En niet zelden volgde dan van den ander: „Dus je hebt geen vader," of „Waar is jo vader, zeg T* Daarop kon de knaap geen antwoord geven, m een kwellende angst groeide op in z\jn ziel. Hy sprak nooit met zyn moeder daarover. Ook Lissa moest soms vragen hooren, die haar het bloed naar de wangen deden stygen. Maar zy zweeg, want zy was zich bewust, dat zy de gevolgen moest dragen van den stap, dien zq uit eigen beweging gedaan had. Zy bemerkte zeer goed, dat de knaap leed en waarom, en een nieuwe vrees maakte zich van hem meester. Hoe zou zy hem beschermon tegen het onverstand der menschen? Zy had hem onttrokken aan de strenge tucht zqns vaders, doch tegelqkertqd had zy hem van de bescherming en de hulp beroofd, die slechts een vader kan verleenen. In het dorp liepen wel is waar veel vaderboze kinderen, die het zeer goed hadden, want de menschen stonden elkander trouw ter zyde, wanneer een hunner het ongeluk had den kostwinner te verliezen; maar haar jongen was immers niet vaderloos!! Langzamerhand ontstond een eigenaardige verhouding tusschen moeder en zoon. Yroeger hadden zq geen geheimen voor elkander gehad, thans overviel hun een zekere schuwheid, zoodra zy samen waren. De knaap durfde niet vragen en de moeder was bang voor het antwoord, dat zy zou moeten geven. Doch tot nu toe was vraag noch antwoord over beider lippen gekomen. In dezen tyd gebeurden verscheiden groote ongelukken op zee. Dat was echter niets nieuws en de schrik duurde niet langer dan anders. Andere booten voeren in het vaarwater der gezonken^ alsof er nooit iets gebeurd was. De vischvangst was hier het eenige bedryf en daar was voortdurend levensgevaar aan verbonden. Op een avond na een stormachtigen dag spoelden weder verscheiden omgekantelde booten, wier bemanning ontbrak, aan het strand. Waren allen, die er in hadden gezeten, in de golven omgekomen? Hadden zich mis schien enkelen door zwemmen naar de andere kust kunnen redden? Dat was een vraag, die op aller lippen zweefde. En het begon reeds donker te worden en de wind verhief zich opnieuw. Een jonge vrouw met een kind op den arm was nu en dan aan het strand verschenen. Toen het avond was geworden, zette zy zich op een steen aan het water, drukte haar kind vaster tegen zich aan om het tegen de koude te beschutten en staarde onafgebroken naar de zwarte zee, waarop reeds niets meer te onderscheiden was. Lissa had haar reeds vroeger opgemerkt en ging nu met Clas-Ola naar haar toe. Yriendeiyk sprak zy met haar, doch haar woorden schenen in het geheel geeD indruk op de vrouw te makenhet was alsof zy in den wind sprak. Eindelyk wendde zich Lissa van haar af en begaf zich langzaam naar huis. „Zou sy den heelen nacht daar alleen blqven zitten, moeder?" vroeg Clas-Ola. „Zy is niet alleen. De goede God Is by haar," antwoordde Lissa. „Is de goede God altyd by hen, die alleen zyn?" vroeg do knaap weer. „Ja, als zy Hem by zich willen hebben," antwoordde Lissa met een zucht. De knaap vroeg niet meer. Hq at zyn boter ham en legde zich te slapen. Spoedig daarna begaf zich ook Lissa ter ruste en het licht werd uitgeblu8cht. De storm werd heviger en gierend kwam de wind uit de verte aanzetten. Maar wat was dat Lissa luisterde. Hoorde zy niet haar jongen zacht schreien? „zyt gy wakker, myn kind?" vroeg ze. Maar ze kreeg geen antwoord. Opeens echter barstte hy in luid snikken uit en riep: „Waar is myn vader?" En het was alsof een lang teruggehouden stroom plotseling losgelaten werd en zich nu met woest geweld over het land uitgoot, zoo uitte zich thans het lang onderdrukte verdriet van het kind. Lissa had hem by zich in bed genomen en in haar armen kwam het kind langzamerhand tot kalmte. „Heeft iemand tegen je over je vader ge sproken?" vroeg zy hem. „Ja, jat" riep by. „Arne's jongen zei, dat ik geen vader heb. Maar als hq het nog eens zegt, dan geef ik hem een pak slaag, want ik weet heel zeker, dat ik wel een vader heb." En toen begon hy opnieuw te snikken totdat hy eindelyk uitgeput in slaap viel. Dat was een lange nacht voor de arme Lissa. Nu was inderdaad gebeurd, wat ze steeds gevreesd had, maar waaraan ze nooit had willen denken: do knaap wilde weten waar zyn vader was. Nu zou ze over haar lippen moeten brengen, wat zy nooit aan iemand verteld had; zy iou de schuld moeten open baren van den maD, die nog steeds haar echtgenoot en de vader van haar kind was. Zy zag geen uitweg. Zy moest óf zichzelve óf haar man beschuldigen, en in ieder gev&i verloor haar kind een steun voor het geheele leven den vader of de moeder. Wien zou zy om raad vragen? Zy kende niemand en niemand kende haar. Wat zou zy den knaap antwoorden, als hy haar weer naar zyn vader vroeg? Gelukkig gebeurde, hetgeen ook Clas-Ola was overkomen: zy viel by het nadenken in slaap. Toen zy den volgenden morgen opston den, werd er niet meer over de zaak ge sproken. Toch was het een waarschuwing geweest; zy moest zich dus voorbereid bouden. Zco ongeveer hetzelfde dacht de knaap. Dengene, die het nogmaals waagde iets over zyn vader te zeggen of hem plaagde, zou hy flink afranselen, maar moeder zou hy daar niets van vertellen. Hy had zeer goed bemerkt, dat zy niet gaarne over zyn vader sprak. De tyd der vischvangst liep ten einde en zy was gewoon dan met haar kind naar haar vroeger woonoord terug te keeren, om van de vermoeienissen uit te rusten en frissche krachten te vergaren voor de volgende lente. Gedurende den winter ging Clas-Ola naar een school en zy hoopte, dat de jongen zyn vader dan vergeten zou, maar weldra moest zy ontdekken, dat zy zich vergist had. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1