N'12286
Maandag 12 Maart.
A\ 1900
f'
feze gotirant' woiit dagelijks, met uitzondering
van (Zon* en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 12 Maart.
Feuilleton.
De machtigste aller machten.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
M. ri
ÏBXJS DEZKB QOTTEUTT»
Toot P» 8 maaodoré U'$>
Franco per post% 9 «•--«« 1,40*
Afzonderlijke Nommer? o.05>
PBIJS DEB ABVEBTEHTTEHi
Van 1—0 régels t 1.08.
letters naar plaatsruimte
wordt ƒ0.06 berekend.
ledore regel mee» f 0.171. Grootera
Vooi het tncASaearon barton de stad
Gisteren werd d« algemeene vergadering
gehouden van leden van bet Centraal-Israë-
lietisch Kinderwees- en Dcorgangsweeshuis
te Leiden.
De secretaris, de heer H. Van Gelder Jr.,
deelde in zjjn verslag mee, dat bet aantal
verpleegden met één was verminderd. Twee
vertrokken, maar werden door twee andere
vervangen. Het getal verpleegden was op 31
Dec. 31, nl. 14 meisjes en 17 jongens.
Omtrent gezondheid en gedrag der ver
pleegden luidde het verslag gunstig, gelijk
bot ook met lof gewaagde van de werkzaam
heid van vader en moeder en van de linnen
juffrouw. Aan dames regentessen werd een
woord van dank toegebracht.
In de regent&nvergadering van 9 Juli 1899
werd de nieuwbenoemde eerevoorzitter, dr. T.
Lewensteln, plechtig geïnstalleerd.
De financiëele toestand is niet ongunstig.
Het ledental bleef stationnair.
Twee legaten werden ontvangen: één van
ƒ1000 en één van 500.
De contributiën, donation, verpleeggelden
en collecten brachten op 5500. De
hypotheek-fondsen en renten spaarbank f 800.
De uitgaven waren 5500 zoodat de
rekening sloot met een saldo van 110.
Hoezeer hst bestuur overtuigd is van een
zuinig beheer, stijgen de uitgaven, waar met
het klimmen van de jaren der verpleegden
ce behoeften vermeerderen. De gebrekkige
toestand van het gebouw eischt voortdurend
onderhoudskosten, en al blijven de regenten
de hoop koesteren eenmaal een waardig
gebouw te kunnen doen verrijzen, zij gaan
nu voort het bestaande zoo goed mogelijk
ia stand te houden.
Met een woord van opwekking, dat elk in
2{jQ kring doe wat hy kan om de zaak te
steunen door groote en kleine giften en
anderen daartoe mee op te wekken, opdat
genoemde hoop vervuld moge worden, eindigt
het verslag.
Tot nieuwe regenten Werden benoemd de
heeren H. Wertheim, notaris te Amsterdam;
mr. M. De Finto, te 's-Gravenhage, en
S. Menko Jr., te Enschedee.
Aangaande de uitvoering van het
Gemengd Koor „Melosophia", welke Donder
dag a. s. zal plaats hebben, la het wellicht
niet overbodig om over de toonwerken nadere
verklaring te geven. De „C-dur-Messe" van
Van Beethoven en „Erlkönings Tochter" van
Niels W. Gade zyn overbekend. Dit is niet
het geval met het zeer interessante werk
„Pergoteae" van onzen landgenoot J. H. L.
Ri) ken.
Het muzikaal tydschrift „Caecilia" schryft
O. a.: „De zes-en-twintigjarige Pergolese
overleed onmiddellijk na de voltooiing van
zijn „Stabat Mater". Dit feit is door Emanuel
Geibel gepoëtiseerd op een wijze, die zijn
gedicht uitmuntend geschikt maakt voor
muzikale compositiën. Te midden van den
Duitsehen tekst, die de handeling verhaalt,
itaan de strophen van het middeleeuwsche
Latynsche geoicht, dat reeds zooveel toon
dichters bezield heeft en dat ook Ryken
byzonder heeft aangetrokken.
Zyn compositie, in 1890 door do NederL
Toonkunstenaars-vereeniging bekroond, is ge
schreven voor koor, soli en orkest. Het ver
halend gedeelte wordt boofdzakeiyk door de
bassen van het koor voorgedragen, hetgeen
een plechtigen indruk maakt en een schoon
contrast vormt mat het „Stabat Mater" der
vrouwenstemmen.
De behandeling der koren getuigt van groot
talent, en de componist is er volkomen in ge
slaagd, den door den dichter beoogden indruk
weer te geven. Ook de solo-partyen, het duet
voor sopraan en alt: „Quis est homo qui non
fleret" en de jubelende sopraan-solo: „Horch,
da tonen Seraphslieder" zyn effectvol behan
deld en verhoogen den indruk van het geheel."
Onder de solisten zyn mej. O, Munniks de
Jongb, sopraan, en de heer Arnold Spoel, bas,
voor ons goede bekenden. Omtrent de alt
zangeres schrqft de „Fraokforter General-
Aozeiger": „Fraulein Mane Van Beekum, in
welcher wir eine viel versprechende S&Dgerin
mit sympathischer Slimme kennen lernten,
1st ein* Schülerin von Frau Professor Schröder-
Hau/staengl und zeigte sich oieser Schulung
durchaus würdig."
Yan den heer Andreoii, tenor, uit 's-Gra-
venhage, lezen wy in het „Weekblad voor
Muziek":
„Deze zanger is in het bezit van een duide
lijk getimbreerde tenorstem, die by, na zyn
studies in Den Haag te zyn begonnen, by
den grootzangueeater Stockhausen verder
heeft ontwikkeld. Zyn voordracht kenmerkt
iets natuurlijks."
Morgen is het 16 jaren geleden, dat het
Transvaalste crUmanschap Paul Kruger,
Dutoit en Smit dezt gemeente en verschillende
harer onderwijs- en nyverheidsinrichtingen
bezocht.
De 2de luitenant A. J. R. Brandt, van
het 4de reg. inf. alhier, heeft zich beschik
baar gesteld om by het leger in West-Indië
te worden gedetacheerd.
Op 31 Maart a. s. worden overgeplaatst:
de 2de luit.-kwartiernieester W. K. Rutgers,
van het 5de regiment infanterie, by den staf
van het 4de regiment infanterie te Leiden,
en de 2de luit. kwartiermeester W. J. Yan
Breen, van het 4de regiment infanterie, by
het 5de regiment infanterie. Laatstgenoemde
officier blijft werkzaam ten bureele van den
hoofdofficier, belast met de mandateering.
Het bouwen van een nieuwe zaal voor
rekening van het Bestuur van den R. K.
Yolksbond afdeeling Leiden, architect de heer
L. Yan der Laan, is gegund geworden aan
den laagsten inschryver, den heer Joh. Tb.
Bik, aannemer albier, voor de som van 11,825.
Tot leden van het Historisch Genoot
schap, te Utrecht, zijn benoemd de heeren:
Dr. A. J. d'Ailly, te Amsterdam; dr. A.
Yan Berkum, te Nymegen; dr. J. P. De
Bie, te Ketel; mr. A. S. De Blécourt, te
Rotterdam; dr. R. Broersma, Ned.-Inoië; W.
P. Costerus, te Edam; W. Gosler, te Am
sterdam; mr. J. Hooft Graafland, te Utrecht;
dr. E. C. Gravemeyer, te Utrecht; mr. W.
Th. Grothe van Schellach, te Utrecht, ur.
L. Heldring, te Rotterdam; dr. A. G. Honig,
to Zeist; E. B. Ter Horst, te Groningen; dr.
N. Japikse, te Rotterdam; dr. H. J. Kieviet
de Jonge, te Dordrecht; dr. P. A. Klap, te
Yelsen; W. Knuif, te Utrecht; J. F. A.
Kronenburg, te Roermondmr. dr. A. R. Yan
de Laar, te Utrecht; mr. dr. F. A. C. graaf
Van Lyndon van Sandenburg, te Langbroek;
H. J. Meyboom, te Utrecht; dr. L. C. M.
Schmedding, te Maastricht; dr. E. Wiersum,
te Uithuizen; dr. P. J. Wyminga, te Am
sterdam.
By de Ned. Zuld-Afrikaansche Vereeni-
ging te Amsterdam is tot heden ingekomen
f 1,096,492.
De Nederlandsche bond van kinder
bescherming vergaderde Zaterdag te Amster
dam onder leiding van jhr. mr. Rethaan Macaré,
die herinnerde aan de pogingen daar en elder6
door particulieren en de regeering aange
wend om de verwaarloosde kinderen te helpen.
Dd heer Asser besprak de voorgestelde
wetten en juichte vooral toe, dat veel ruimte
gelaten wordt aan het toezicht van particu
lieren.
De vergadering nam resoluties aan, waarin
hulde wordt gebracht aan den minister van
justitie.
De majoor D. Cheriex, van het 6de reg.
inf. te Breda, zal binnenkort den dienst met
pensioen verlaten.
De 1ste luit. E. P. Yan Andel, van het
3de reg. veld-art., thans werkzaam onder de
bevelen van den chef van den generalen staf,
is overgeplaatst by het 2de reg. veld-art. te
's-Gravenhage.
De 7 leden van do Commissie van Toe
zicht op het lager onderwijs te Gouda hebben,
naar aanleiding van het Raadsbesluit, waar by
haar op voorstel van B. en Wa. 8 nieuwe
leden werden opgedrongen, collectief hun
ontslag genomen.
Naar hot „H. Dagblad" verneemt, zal,
na de afdoening der Leerplichtwet, waarvoor
men nog deze week denkt noodig te hebben,
met het afdoelingsonderzoek van het wets
ontwerp op de volkshuisvesting aangevangen
worden.
Wegens ongesteldheid van het lid der
Tweede Kamer mr. Kolkman, lid van de
commissie van voorbereiding voor de woning
wet, was het sectie onderzoek, dat na de al
gemeens beraadslagingen over het Leerplicht-
ontwerp op do agenda stond, uitgesteld.
De opperrabbyn van het ressort Gelder
land, de heer L. Wagenaar, heeft, evenals de
Yereeniging tot bevordering van de Sabbath-
rust sn van het Jooendom, een adres aan
den minister van bionenlandsche zaken ge
richt, om by de behandeling van art. 16 van
het aanbaogige Leerplichtontwerp, wel te
willen letten op de belangen der Israëlieti-
Bche kinderen, die, wegens de opeenvolgende
Israëlietische feesten, in September-October,
meermalen genoodzaakt zuilen zyn, meer dan
10 schooltyden in 23 dagen te verzuimen,
en hun verlof niet van de meening van
schoolhoofd en schoolopziener afhankeiyk te
stellen.
Aan Hr. Ms. diner ten Hove ts 'a-Graven
hage zullen heden deelnemen: Z.Exc. de Mini
ster van Staat, mr. Gleichman, voorzitter van
de Tweede Kamer, en mevrouw Gleichman;
jhr. mr. Schorer, vice-president van den Raad
van State; jhr. mr. De Savornln Lobman,
oud-minister; de heer Havelaar, oud-minister;
de heer Aug. M. J. Hendricbs, president van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Amsterdam.
Te Ylaardingen hoopt den 20sten Maart
a. s. da. J. Van 't Hooft zyn dertigjarige
evangeliebediening by de Ned.-Herv. Kerk te
herdenken. Achtoreenvolgens stond hy te
'a-Heerenhoek, 23 Maart 1870, Nisse, 1873,
Bruinisse, 1874, Koudekerk (Z.H.), 1876,
Koudekerks (Zld.), 1879, en sedert 2 S.pt.
1888 te Ylaardingen.
Men deelt mede, dat bet Kamerlid ar.
Kuyper Woensdag, kort na het houden zyner
repliek by het leerplicht-debat, met koorts
de vergadering moest verlaten, een ongesteld
heid die hem ook verhinderde in de volgende
dagen ttr vergaaering te komen.
Ds. J. Draaisma, predikant der Ned.-Herv.
Gemeente te Steen wyt, beeft het beroep naar
Zula-Belerland .-.angenomen.
Het stoomschip „Flores", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 10 Maart Cape Blanc;
de „Kaiser" arriveerde 8 Maart van Hamburg
en Amsterdam te Durban; de „Prins Willem
111", van Paramaribo naar Amsterdam, ver
trok 10 Maart van Havre; de „General", van
Oost-Afrika naar Vlisslngen en Hamburg, ver
trok 10 Maart van Marseille; de „Maasdam"
vertrok 10 Maart vaD Nieuw-York naar Rotter
dam; de „Statendam" arriveerde 11 Maart van
Rotterdam te Nieuw York.
Hazerswoude. Op de hoeve van gebr.
Kraan, in do Bent, zyn Zaterdagmiddag
omstreeks zes uren, na een lange en ver
moeiende reis, aangekomen de echtelieden
„Ooievaar".
Dit is nu de 15de maal, dat zU den ouden
boomstam van dat afgelegen lustoord tot hun
huwelykssponde namen. Voor hen, die uit
dit bericht misschien reeds mochten opmaken,
dat een zilveren bruiloft onder de ooievaars
niet tot de oamogelykhoden behoort, alene,
om misverstand te voorkomen, dat minstens
een van bet echtpaar gedurende dien tyd in
het zoele zuiden zyn graf heeft gevon-en.
My werd nl. medegedeeld, dat een der vogels,
mevrouw of mynheer, dat was nibt uit te
maken, in het najaar het nest had verlaten
met één geheel verstorven witten poot, doch
dat er in het volgende voorjaar twee terug
keerden, die beiden gezond van lyf en leden
waren.
Rynsburg. De Christelijke Zangvereeniging
„Excelsior" zal niet Woensdag avond een uit
voering gevtn, maar Donderdag-avond15
Maart.
Voorschoten. A. s. Donderdag-avond 15
dezer zal prof. dr. J. Ten Brink alhier in
het Nut een lezing bouden.
Zoetormeer-Zegwaard. De miliciens der
lichting 1900 uit deze gemeenten zyn inge
deeld als volgt: uit Zoetermeer P. J. Bos by
ce genie te Utrecht; Gerard Yan Dorp by he
2de regiment veldartillerie, en J. Van
Berg by de grenadiers en jagers, beiden te
's-Gravenhage; uit Zegwaard: A. YanWens-
veen, R. Klos en J. De Bruin by het 4de
reg. inf. te Delft; P. Gouweleeuw en A.
Heemskerk by het 4de reg. inf. te Leiden.
Uit de BSt»at8conrant,\
Kon. besluiten. Benoemd tot -taria te
Amsterdam J. Yriesendorp, candidaat-notaria
aldaar.
Met ingang van 1 April tot hoofdcommissaris
van politie te 's-Gravenhage, H. J. Versteeg, thans
commissaris van politie te Amsterdam.
Met ingang van 16 Maart, tot Rijkstuinbouw-
leeraar, J. Leendertz Czn., te Leeuwarden, thans
tijdelijk als zoodanig werkzaam.
Benoemd tot burgemeester: van Wittem, C.
Houtvast; van Hof-van-Delft, S. G. Manger Cats;
van Blokzijl, A. Ph. W. Noordink, secretaris dier
gemeente; van Horssen, C. A. Hiebendaal, van
Serooskerke (W.) W. Maas; van Zoetermeer, C.
L. J. Bos, secretaris dier gemeeate.
Aan den adspirant-iugenieur dor marine M. A
Cornelitsen, op zijn verzoek, eervol ontslag uit
's Rijk» dienst verleend.
Min. beschikkingen. Op zrjn verzoek,
eervol ontslag verleend aan R. Van Wering, ala
assistent voor de anatomie aan de Rijks-universi
teit te Groningon.
Benoemd tot amanuensis-concierge van de af-
deeÜDg Hoogere Burgerschool der Kijkslandbouw-
school te WageaiBgon, L. L. M. Yan Rest, t«
'a-Gravenhage.
Consoientiegeld. De minister van finan
cien maakt bekeud, dat door den ontvanger der
registratie te Haarlem, door tusacheukomst van
den burgemeester aldaar, ten behoeve van 's Rijks
achatkiet een aom van ƒ200 is ontvangen, tot
voldoening van successierecht.
De .Sts. Ct." bevat de gewijzigde statuten
der vereeaigiDg .Eigen Haard", te Leiden.
Gemengd Nieuws.
Gisteren heeft „Ajax" voor de
eerste maal gedurende het geheele seizoen
het hoofd gestooten door in Den Haag van
de Haagscbe V.-V. met 2 0 te verliezen.
„Ajax" beeft met geen greintje geluk gespeeld,
maar dat het de zwakste party was, vait niet
te ontkennen. De verdediging was goed genoeg
en niet mineer, zoo niet nog beter dan by ae
H. V.-V., maar ia aanvallende kracht waren
de Hagenaars verreweg de meerderen. Door
deze nederlaag is „Ajax"' kans op het
kampioenschap vrijwel verkeken, ook al slaat
het de H. V.-V. over vier weken te Leiden.
De eenige hoop is nu nog maar, dat de
Hagenaars van de Amsterdammers verliezen
en de onzen niet.
Gisteravond omstreeks zes uren
waren er eenige jongens aan den Maresingel
by de gemeenteschool bezig een touw aan
een tak van oen boom te binden. Spoedig
daarna draaiden zy lustig om genoemden boom
heen. Plotseling liet een van de jongens bet
touw los en kwam midden in de naaetoyzyndo
breede sloot terecht. Zekeren W., daar toevallig
passeereüde, mocht het met behulp van bet
touw gelukken, den jeugdigen drenkeling
weer op den Singel te brengen.
Gisteravond ongeveer halftien
werden twee kinderen van een ingezetene
dezer gemeente by de ouieriyke woning on
verhoeds aangegrepen door een bun onbekend
manspersoon, die ben op weg naar hun buis
een eindweegs gevolgd was en meer dan eens
In een kleine herborg, in een der visschers-
dorpen, stond Lissa achter de toonbank en
trachtte het dageiyksch brood te verdienen
voor haar kind en voor zichzelve.
Clas-Ola was nu byna negen jaar en keek
met een paar heldere oogen de wereld in. Hy
hing zeer aan zyn moeder en verloor haar nooit
uit het oog, maar zoo echt uitgelaten vrooiyk
als a .-dere kinderen was hy nooit, Hy was er
steods op uit een kleinigheid te verdienen, maar
hq sloot zich by niemand aan. Hy volgde in
dat opzicht het voorbeeld van zyn moeder, die
zoo teruggetrokken leefde ais zy eenigszins
kon, ofschoon ieder haar vriendelijk behandelde
en hielp waar men kon.
Doch in eeD visschersdorp valt menig scheld
woord. Het geluk komt en gaat en de goede
hiim der menschen eveneens en niemand hecht
veel waarde aan hetgeen hy zegt als de fortuin
hem niet gunstig is geweest. Maar het gebeurt,
dat zy, tot wie de woorden gericht waren, ze
nooit meer kunnen vergeten. Zoo ging het Clas-
Ola. Als iemand aan hem vroeg: „Wien hoor
je toe?" dan antwoordde de knaap: „Lissaie
myn moeder." En niet zelden volgde dan van
den ander: „Dus je hebt geen vader," of „Waar
is jo vader, zeg T* Daarop kon de knaap geen
antwoord geven, m een kwellende angst
groeide op in z\jn ziel. Hy sprak nooit met
zyn moeder daarover.
Ook Lissa moest soms vragen hooren, die
haar het bloed naar de wangen deden stygen.
Maar zy zweeg, want zy was zich bewust,
dat zy de gevolgen moest dragen van den
stap, dien zq uit eigen beweging gedaan had.
Zy bemerkte zeer goed, dat de knaap leed
en waarom, en een nieuwe vrees maakte zich
van hem meester. Hoe zou zy hem beschermon
tegen het onverstand der menschen? Zy had
hem onttrokken aan de strenge tucht zqns
vaders, doch tegelqkertqd had zy hem van
de bescherming en de hulp beroofd, die slechts
een vader kan verleenen. In het dorp liepen
wel is waar veel vaderboze kinderen, die het
zeer goed hadden, want de menschen stonden
elkander trouw ter zyde, wanneer een
hunner het ongeluk had den kostwinner
te verliezen; maar haar jongen was immers
niet vaderloos!!
Langzamerhand ontstond een eigenaardige
verhouding tusschen moeder en zoon. Yroeger
hadden zq geen geheimen voor elkander gehad,
thans overviel hun een zekere schuwheid,
zoodra zy samen waren. De knaap durfde
niet vragen en de moeder was bang voor
het antwoord, dat zy zou moeten geven. Doch
tot nu toe was vraag noch antwoord over
beider lippen gekomen.
In dezen tyd gebeurden verscheiden groote
ongelukken op zee. Dat was echter niets nieuws
en de schrik duurde niet langer dan anders.
Andere booten voeren in het vaarwater
der gezonken^ alsof er nooit iets gebeurd
was. De vischvangst was hier het eenige
bedryf en daar was voortdurend levensgevaar
aan verbonden.
Op een avond na een stormachtigen dag
spoelden weder verscheiden omgekantelde
booten, wier bemanning ontbrak, aan het
strand. Waren allen, die er in hadden gezeten,
in de golven omgekomen? Hadden zich mis
schien enkelen door zwemmen naar de andere
kust kunnen redden? Dat was een vraag, die op
aller lippen zweefde. En het begon reeds donker
te worden en de wind verhief zich opnieuw.
Een jonge vrouw met een kind op den arm
was nu en dan aan het strand verschenen. Toen
het avond was geworden, zette zy zich op een
steen aan het water, drukte haar kind vaster
tegen zich aan om het tegen de koude te
beschutten en staarde onafgebroken naar de
zwarte zee, waarop reeds niets meer te
onderscheiden was. Lissa had haar reeds
vroeger opgemerkt en ging nu met Clas-Ola
naar haar toe. Yriendeiyk sprak zy met haar,
doch haar woorden schenen in het geheel
geeD indruk op de vrouw te makenhet was
alsof zy in den wind sprak. Eindelyk wendde
zich Lissa van haar af en begaf zich langzaam
naar huis.
„Zou sy den heelen nacht daar alleen
blqven zitten, moeder?" vroeg Clas-Ola.
„Zy is niet alleen. De goede God Is by
haar," antwoordde Lissa.
„Is de goede God altyd by hen, die alleen
zyn?" vroeg do knaap weer.
„Ja, als zy Hem by zich willen hebben,"
antwoordde Lissa met een zucht.
De knaap vroeg niet meer. Hq at zyn boter
ham en legde zich te slapen. Spoedig daarna
begaf zich ook Lissa ter ruste en het licht
werd uitgeblu8cht. De storm werd heviger en
gierend kwam de wind uit de verte aanzetten.
Maar wat was dat Lissa luisterde. Hoorde
zy niet haar jongen zacht schreien?
„zyt gy wakker, myn kind?" vroeg ze.
Maar ze kreeg geen antwoord. Opeens echter
barstte hy in luid snikken uit en riep:
„Waar is myn vader?"
En het was alsof een lang teruggehouden
stroom plotseling losgelaten werd en zich nu
met woest geweld over het land uitgoot, zoo
uitte zich thans het lang onderdrukte verdriet
van het kind.
Lissa had hem by zich in bed genomen en
in haar armen kwam het kind langzamerhand
tot kalmte.
„Heeft iemand tegen je over je vader ge
sproken?" vroeg zy hem.
„Ja, jat" riep by. „Arne's jongen zei, dat ik
geen vader heb. Maar als hq het nog eens
zegt, dan geef ik hem een pak slaag, want ik
weet heel zeker, dat ik wel een vader heb."
En toen begon hy opnieuw te snikken totdat
hy eindelyk uitgeput in slaap viel.
Dat was een lange nacht voor de arme Lissa.
Nu was inderdaad gebeurd, wat ze steeds
gevreesd had, maar waaraan ze nooit had
willen denken: do knaap wilde weten waar
zyn vader was. Nu zou ze over haar lippen
moeten brengen, wat zy nooit aan iemand
verteld had; zy iou de schuld moeten open
baren van den maD, die nog steeds haar
echtgenoot en de vader van haar kind was.
Zy zag geen uitweg. Zy moest óf zichzelve
óf haar man beschuldigen, en in ieder gev&i
verloor haar kind een steun voor het geheele
leven den vader of de moeder.
Wien zou zy om raad vragen? Zy kende
niemand en niemand kende haar. Wat zou
zy den knaap antwoorden, als hy haar weer
naar zyn vader vroeg?
Gelukkig gebeurde, hetgeen ook Clas-Ola
was overkomen: zy viel by het nadenken in
slaap. Toen zy den volgenden morgen opston
den, werd er niet meer over de zaak ge
sproken. Toch was het een waarschuwing
geweest; zy moest zich dus voorbereid bouden.
Zco ongeveer hetzelfde dacht de knaap.
Dengene, die het nogmaals waagde iets over zyn
vader te zeggen of hem plaagde, zou hy flink
afranselen, maar moeder zou hy daar niets van
vertellen. Hy had zeer goed bemerkt, dat zy
niet gaarne over zyn vader sprak.
De tyd der vischvangst liep ten einde en
zy was gewoon dan met haar kind naar haar
vroeger woonoord terug te keeren, om van
de vermoeienissen uit te rusten en frissche
krachten te vergaren voor de volgende lente.
Gedurende den winter ging Clas-Ola naar een
school en zy hoopte, dat de jongen zyn vader
dan vergeten zou, maar weldra moest zy
ontdekken, dat zy zich vergist had.
(Wordt vervolgd^