IT. 12285
Zaterdag ÏO Maart
A0. 1900
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
roa (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit YIEB.
Bladen.
Eerste Blad.
Red. Znid-Afrikaansclie fereeniging.
Leiden, 10 Maart.
Feuilleton.
Da machtigste aller machten.
LEIDSCH
■5BIJS dezer cawraurr.
Voor Laidoa par 8. msimiVwc
Franco por post a
afzonderlijks Nommer»
1.10.
1,40.
0.05»
PBLJ3 DES AirVBEraimScf,
V*» 1—6 regel3 f 1.08. ledore regel meer f 0.17$. - k rootor»
letters naar plaatsruimte - Voor heit incasseeren buiten do stad
wordt f 0 06 berekend.
Afdeding Leiden en Omstreken.
Ontvangeo hjj den toaamemenien Penning
meester:
Van den heer O. Lob, Tan winst, behaald
op .Etino, zes Gedichten" (Tweede Bij
drage) f 30.—
Door bemiddeling Tan het Leidsch Dagblad:
Van blijdschap op den Terjaardag Tan Trouw
Dieseldorpƒ0.10
Op de laatste examen-fuif 1.08'
Op Doll's Terjaardag0.43
Op Anna's Terjaardag, uit een raas
met één oor1.20
Oecollecteerd op de bruiloft van
Alida en Bram6.50'
Gecollecteerd door Johan op Chris-
tiaan's Terjaardag0.90
Van het Terjaarpartfltje Tan Tader
Hein, waarop Betje, Abram en Hen
drik zoo'n slaap hadden0.26'
Van een bruiloft in ,Du Nord",
omdat do Rotterdammers zoo mooi
hebben Toorgedragen1.10
Van L. H.; J. C.; D. B0.16
Gecollecteerd roor de dappere Boe
ren op llarietje's Terjaardag 0.72'
Ioleggeld Tan het potspel, ter ge
legenheid Tan een groene Bruiloft te
Woubrugge0.80
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel Tan dit Blad.
oraolëele HennlsgeTlngen»
Kosteloaze Inenting.'--
Burgemeester en Wethouders ran Leiden brengen
by dezen ter algemeene kennis, dat op Dinsdag
IS Maart a. s. on tot nadere aankondiging op
lk volgenden Dinsdag, telkens des
namiddags te 2 oren, in hot Elisabethshof aan de
Ondo Vest, gelegenheid zal wordon gegeven tot
kostslooze inenting van on- en minver-
moge donwordende tevens aan belanghebbenden
herinnerd, dat zg sleehts zullen worden toegelaten
op vertoon van een bewjja hunner geboorte iasohrgring.
Burgemeestor en Wethoaders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
6 Maart 1900. VAN HEYST, Seoretaris.
Het buitengewone trekt. Dies was de
Stadszaal, waar gisteravond de laatste Volks-
byeenkomst plaats had, welke tevens als een
buitengewone was aangekondigd, stampvol.
Naar schatting zullen er wel ruim 1300 per
sonen ztyn geweest, van beider kunne.
Ze genoten. Dat kon men voortdurend
Opmerken en was trouwens niet te verwon
deren, waar het studenten mandoline gezel
schap „Lobjarkof", dat op den Rooden-Kruis-
avond in den Schouwburg zooveel b^val
inoogstte, ook bier zyn welwillende mede
werking verleende met de uitvoering van een
achttal nommers, waarvan het eene al moobr
was dan het andere. Men was niet alleen
tevreden het interessante te hooroo, men
wenschte ook te zien op welke wijze en op
welke instrumenten zooveel liefltyke werd voort
gebracht. Blyven zitten konden velen daarom
niet en een groot gedeelte der aanwezigen
hoorde het spel van het gezelschap aldus in
staande houding aan, om na elk werk, alge
meen in daverende toejuichingen uit te barsten,
niet het minst na British Patral" van Asch,
toen de executanten één voor één het podium
verlieten, dat zeer smaakvol met groen en
bloemen versierd was, waardoor het eentonige
van den achtergrond verbroken werd.
Vóór en na de pauze trad bovendien tot
afwisseling van het muzikale gedeelte op de
heer M. Van Kieeff, om een tweetal voor
drachten te houden, eerst tEen nacht" van
Coppée en vervolgens „De gebroken vaas"
van Scbillsr.
Dat do heer Van Kieeff de gave van decla
mator by uitnemendheid bezit, was bek-nd.
Voor de zooveelste maal mocht men er nu
wederom de ervaring van opdoen, want byv.
tijdens de eerste voordracht hingen oe aan
wezigen als ware het aan zyn lippen; met
ingehouden adem luisterde mon er oaar boa,
tijdens den Fransch-Duitschen oorlog, een
verschansing by Metz door de Duitschers by
verrassing, door een schildwacht cog voordat
deze een toeken van onraad had kunnen
geven, te overrompaleB en te dooden, werd
genomen; boe niemand der bewakers over
bleef; boe zy in het holst van den nacbt
verraderiyk werden omgebracht; hoe een
Beiersch officier eon Franschen nog stuip
trekkende zag liggen; hoe hy er zich heen
begaf; boe de Fransche gewonde nog tot den
Duitscber, die hem, na eerst den dooddyken
stoot te hebben toegebracht, wilde helpen,
trachtte te spreken, doch alleen nog maar
het woord „te laat" koo laten hooren, na
vooraf verzocht te hebben een door hem op
het hart gedragen, maar nu met bloed be
vlekt medaillon te overhandigen aan z(jn
bifuid, wier naam echter niet meer over zyn
lippen kwam.
Met niet minder aandacht werd or naar
geluisterd hoe diezelfde Beiersche officier later
by het beleg van Parys wordt göwond; hoe
by, naar geneeskundige voorschriften, zal
worden verpleegd door een Parysche damo,
wier geliefde elders misschien ook verwond is
en mogoiyk hulp by een Duitscho zal vinden;
hoe de Fransche officier, op zfin legerstede,
doodeiyk zwak, haar de geschiedenis van het
medaillon, kortend en stootond, vertelt en
gehoopt had by de Fransche regeering inlich
tingen omtrent het daarop voorkomend* wapen
te verkrijgen, ten einde op bet spoor van
bedoelde persoon te komen; hoe de ver
pleegster aldus tot de verschrikkelyke ont
dekking komt, dat daar de moor enaar van
hem die haar zoo lief en dierbaar was, voor
haar lag; welk een inwendigen strjjd zy dien
nacht al wakende te stryden had tusscben
wraak en menscbenmin; hoe een 'ooven bet
ledikant hangend zilveren kruisbeeld haar van
het eerste terughield; hoe zy den lyder op
zyn vraag om drinken, lafenis toereikte, en zy
het verdere van den nacht by zyn sponde
bleef waken, maar ook boe de dokter, toen
hy den volgenden morgen kwam, zag, dat
zy in één nacht grys was geworden; hoe
hieruit te loeren ie dat niettegenstaande de
verschrikkingen van den oorlog, het gevoel
van naastenliefde tnsschen verschillende stam
men toch nog niet by allen uitgedoofd is, en
hoe spr. juist naar aanleiding van den tegen*
woordigen oorlog in Zuid-Afrika reden had
gevonden om dit schoone gedicht in herinne
ring te brengen. En het was een goede keuze.
Wederom bleek thans, dat de pauze van
invloed is op de verder gedurende den avond
te heerschen orde.
Toen het programma wat afgewerkt, ves
tigde de heer Van Kieeff als voorzitter van de
Commissie der Volksbyeenkomsten er de aan
dacht op hoe deze samenkomsten dezes
winter door degelykheid hadden uitgeblonken,
hoe er afwisseling was aangeboden, en her
dacht by allen, die bygedragen hadden ieder
op zijn wyze mede te werken tot ontwikke
ling van bet volk. Alle reden tot dankbaarheid
bestaat er dus.
Voor de hoeren studenten, die zich ver
waardigd hadden dezen sluitingsavond met
hun spil op te luistereD, werd, op sprekers
voorstel, bovendien een hoezee aangeheven.
En daarmede behooren ook deze bijeen
komsten voor dit seizoen tot het verledene.
Uit een rapport van dr. Lingbeek, chef
der eerste ambulance, aan den voorzitter van
het Hoofdcomitó van het Ned. „Roode Kruis",
blykt o a. het volgende:
Voedingsmidoelen zyn niet meer noodig,
maar meer „versnaperingen", d. i. thee,
koffie,- wijn, Fr. brandy, 'sigaren, tabak en
vooral suiker en siroop zfin allereerst aan
gewezen. Kleeren maken zoo schryft hy
de oamescomitó'8 zelf hiel*. Verband hebben
we genoeg, ontbrekende meöicynen levert ons
de apotheek der N. Z.-A. 3 -M.
Doordien er aan de Tugela hevig werd
gevochten, was bet hospitaal vol gekwetsten.
Honderden gekwetsten en zieken hebben hier
verpleging en medische hulp gezocht en ge
kregen. Wy evaeuëeren geregeld naar ons
hospitaal te Fretoria en naar andere hospitalen.
Om den anderen dag moeten we een 40-tal
verzenden om plaats te houden. Enkele
ontwijfelbare Dura-Dum bulletscboten hebben
W6 ook gehad. Het personeel houdt zich over
het algemeen goed. Wy gevoelen behoefte aan
een velJafdeeling, die zich óf aan het front
vestigt, óf er „at a moment's notice" been
kan gaan. Uw ona toe te zenden versterking
van een tent en bedden zal daarvoor een
groote aanwinst zyn. Het krioelt hier van
ambulances.
Dat onze afdeeling aldus eindigt dr. Ling
beek zooals zy nu werkt, een zegen is op
de velden, is buiten kyf.
Wy hebben een unieke, centrale positie,
zoowel in Natal als bier en bonderden ge
kwetsten en duizenden zieken zyn reeds door
ons klinisch en poliklinisch behandeld.
Het Hoofdcomité van het Nederlandsche
„Roode Kruis" heeft cog ontvangen 1291.11
(waarvan ƒ1200 van het „Roode Kruis"-fonds
in Minnesota), makende thans in het geheel
204,027.32s.
Ridoer Van Rappard, gezantschapssecre
taris lste kl. by de Nederlandsche legatie te
St.-Peteraburg, vertrekt Woensdag a. s. naar
styn post.
De heer Van Tiel, pachter van de Groote
Sociëteit Amlcitia te Rotterdam, is benoemd
tot directeur van het Hotel en Café Central
te 's-Gravenhage.
De tentoonstelling van scbilderyen enz.
van wylen den heer P. M. Brouwer, ten voor-
deele van de noodlijdende diamantwerkers te
Amsterdam, zal van 20 Maart tot 4 April a. s.
worden gehouden te 's Gravenbage in het
heerenbuis Koordeind© 33, daartoe welwillend
afgestaan.
De 2de luit.-kwartm. W. J. Van Breen,
van het 4de reg. inf., Is overgeplaatst by
het 5de reg. inf. te Amersfoert, doch blijft
werkzaam ten bureele van den hoof- officier,
belast met de mandateering te 's-Gravenbage.
Mevr. J. E. S. Knol, weduwe van den
heer H. Luessen (in leven predikant te Wfik-
aan-Zee), heeft, naar de „R. Ct." meldt, haar
geheele fortuin, dat op meer dan 2 mlllioen
gulden wordt geschat, by uiterste wils
beschikking be8t3md voor twee in bet leven
te r09pen stichtingen: één tot verpleging van
oude zeelieden, en één tot opneming van
onbemiddelde bejaarde dames.
Als gevolg van de op hoofdstuk V der
Staatsbegrooting voor 1900 uitgetrokken ver-
hooding der jaarwedden van de griffiers en
do ambtenaren en bedienden aan de provin
ciale griffièn, is de jaarwedde der griffiers
thans met 600 verhoogd en dus vastgesteld
op ƒ4000 voor deze ambtenaren in Noord
en Zuid Holland en op ƒ3500 in ce andere
provinciën.
Om den ambtenaren en bedienden de vor-
hooging to kunnen toekennen, is vooraf Doodig
wijziging -van het -kon. besl. van 1877, waar by
de maxima hunner jaarwedden zyn vastge
steld. De uitvaardiging van dit besluit kan
eerstdaags worden te gemoet gezien.
Hazerswoude. De arbeidersvereniging
„Onaerling Hulpbetoon" zal a. s. Donderdag,
15 Maart, haar 25-jarlg bestaan op eenigezina
feestelyke wfiss vieren. Een lichtbeeldenvoor
stelling met toepasselijke toespraken, xnuzbk
van onze „Harmonie", benevens koffie met
koek zullen de hoofdmomenten zyn dezer
feestvi ring, die 's avonds te 7 uren in
„Salvatori" zal worden geopend. Het gebruik
van sterken drank is nu en steeds op de
vergaderingen van dezen arbeidersbond uitge
sloten.
Voor den beer J. Gaarkeuken is die dag
dubbel gedenkwaaroig. Ook is het dan een
kwarteeuw geleden, dat de leden der vereni
ging hem tot hun voorzitter kozen. Gewis
zullen tal van ingezetenen door het uitsteken
van de nationale driekleur hun sympathie
met „Onderling Hulpbetoon" en haar waar-
algen voorzitter aan den dag leggen.
De sterfte onaer zeer jeugdige kinderen
is den laatsten t(jd in deze gemeente zeer
groot. In voertien dagen werden er zes graf
waarts gedragen.
Leiderdorp. Heden ontsliep in den ouder
dom van 82 jaren een onzer meest geachte
ingezetenen, ae heer N. Koot.
Gedurende vele jaren is hy lid van den
Raad dez^r gemeente geweest, doch hy zag
zich onlangs met het oog op zyn hoogen
leeftyd genoodzaakt, als zoodanig zyn oQtslag
te nemen.
- De lotelingen dezer geraoente van de
lichting 1900: S. Zwanenburg, L. A. J.
KoDing, J. Botermans, zyn by het 4de regi
ment infanterie te Leiden, en W. Boer by
b6t 2 Ja reg veldartillerie to Leiden ingedeeld.
Noordwyk. Dond«rd3garond bield de Ver
eeniging tot Bevordering van bet Vreemde
lingenverkeer albier in het „Hof van Holland"
de jaarlyksche algemeene vergadering, die
slechts matig bezocht was. In zyn openings
woord herinnerde de voorzitter de hoer A.
Dorsman, aan don stijgenden bloei der nog
jonge rereeniging en den vooruitgang do.
badplaats, de toename aan leden en donateurs
en van het getal badgasten (zie jaarverslag),
tevens het welkom toeroepende aan den eere-
voorzitter, Jbr. Quarles van Ufford. Aan hot
door don secretaris gelezen jaarverslag ont-
leenen wy de volgende byzonderhedenhet
aantal loden en donateurs (donatrices), dat
het vorige jaar retjp. 128 en 10 bedroeg, is
sedert geklommen tot 148 en 22. Terwyl
Noordwyk in 1894 door slechts 202 badgasten
bezocht werd, bedroeg hun aantal in 1899:
1153.
Door de zorgen der Vereeniging is de vrye
wandeling in de bosschen aan den P. Gyzenweg
verzekerd; het aantal reclameborden aan do
stations is niet vermeerderd, wel zyn er, door
tusschenkom8t van de heeren Dr. H. Van Nes
en P. F. Van Santen (met een begeleidonde
omschryving) geplaatst op de tentoonstelling
voor Geneeskunde het vorige jaar te Arnhem
gehouden en in het badhotel Huis ter Duin.
Nieuwe pogingen, by de H. S.-M. gedaan, in
zake betere dienstregeling enz., der tram,
leden schipbreuk; daarentegen kan met vol
doening geconstateerd worden de oprichting
van een Tramomnibusdienst tusschen Noord
wyk aan Zee en het station P. Gyzenbrug
(uit vroegere berichten reeds bekend). Door
de Vereeniging is een geïllustreerde Gids met
wandelkaart uitgegeven, terwyl op haar initia
tief van den Minister verkregen ia een door-
loopende dagdienst op het post- en telegraaf
kantoor gedurende de maanden Juli, Aug.
en Sept.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester uit de „inkomsten" ver
melden we een post van 122.50, bygedragen
door de donateurs en donatrices sloot met
een batig saldo van f 91.86s, een verbiydend
verschynsel, waardoor er alle vooruitzicht be
staat, dat de nadeelige saldo's der twee eerste
jaren de volgende maal tot het verleden zullen
behooren. De begrooting voor dit jaar luidt
aan uitgaven f 210, aan inkomsten ƒ286. De
aftredende bestuursleden, de hoeren A. Dors
man, E. De Groot, N. Den Hollander, J. Van
- Kan en H. Medemblik werden met nagenoeg
4)
Op het oogenblik, dat het ankertouw werd
opgetrokken en de boot zich langzaam van den
oever verwyderde, kwam een hond van achter
een steenhoop te voorschyn. Het was dezelfde
hond, die eigeniyk van alles schuld droeg.
Jankend liep het dier langs den oever heen
en weer en sprong eindeiyk in het water, de
boot nazwemmende.
„Wat wil die hond?" riep Sebastiaan
toornig.
Angstig keek de scheepsjongen zyn
meester aan.
„Nu?" vroeg Sebastiaan ongeduldig.
„Ocb," antwoordde de knaap, „het dier
heelt hier nu en dan wat eten gekregen."
,Ik wil geen hond hebben, versta-je?" zeide
Sebastiaan barsch.
„Ik heb hem somB wat gegeven, omdat
•mdatClas-Ola zooveel van hem hield,"
antwoordde de jongen.
Sebastiaan zeide niets meer, maar sloeg het
zwemmende dier gade. Het bevond zich thans
naast de boot, maar de krachten begaven het
zichtbaar. Ben lang, gerekt gehuil weerklonk,
een wanhoopskreet gelyk, en de bond zonk.
8ebastiaan was in gepeins verzonken geweest
en schrikte hevig by het hooren van dat
frin#>od getaéd. fly werd «r door herinnerd
aan de kroten, die zyn eigen kind bad uit-
gestooten, toen hy het met den stok op
den rug had geslagen.
Snel greep hy den naast hem aan een touw
hangenden wateremmer en wierp dezen den
hond met een paar bemoedigende woorden
toe. Het dier begreep onmiddellijk den wenk,
spande zyn laatste krachten in, klemde zich
vast en was gered.
Voor het eerst in ztfn geheele leven voelde
Sebastiaan Moe de voldoening, die het ver
richten van een goede daad schenkt, en het
was een gewaarwording, welke hem eenige
oogenblikken de diepe rimpels van het voor
hoofd joeg.
Ofschoon de scheepsjongen den hond ver
zorgde en eten gaf, bleef het dier steeds in de
nabyheid van Sebastiaan, want deze had hem
gered. Het instinct zeide hem, dat Sebastiaan
de meester was op de boot en dus ook zyn
meester. De eerste dagen was hy zeer schuw;
langzamerhand echter vatte hy moed en verliet
Sebastiaan, die deed alsof er geen bond aan
boord was, geen oogenblik. Dag en nacht liep
hy achter den onvriendelyken man.
Dat was een merkwaardige zeereis I Biyk-
baar wist Sebastiaan zelf niet, waar by heen
wilde. Hy liet zich eenvoudig door don wind
den weg wyzen, zonder in een der dorpen,
waar hy landde, haDdel te dryven, en angst
vallig vermeed hy de plaatsen, waar hy kon
verwachten veel menschen aan te treffen.
Zoolang hy zich alleen bevond met zyn
scheepsjongen en den hond, verbeeldde hy
zich dezelfde groote, gevreesde man van
vroeger te zyn, en niets weerhield hem de
geheele wereld uit te lachen. Doch dat lachen
ging niet zoo erg van harte.
Sebastiaan bezat eon klein kapitaaltje. Van
de rente daarvan kon hy wel is waar niet
leven, maar het behoedde hem toch voor ver
hongeren. Hy zag echter zeer goed in, dat
hy weer moest gaan verdienen, maar waar
moe? Onder de menschen wilde hy niet
meer leven.
Eindelyk kwam hot toeval den man to hulp.
In oen der kleine havenplaatsen, waar hy nu
en dan landde, werd een vuurtorenwachter
gezocht. De betrekking was niet aangenaam
en werd slecht betaald. Dat was een gelegen
heid! Moest hy die niet met beide handen
aangrypen? Zeker. Daarboven, in den vuur
toren, zou niemand hem meer met vragen
lastig vallen. Daar zou hjj eindelyk rust en
vrede vinden, de verlaten manl
Hy maakte onmiddeliyk werk van de zaak
en werd inderdaad aangesteld. Niemand anders
had naar de betrekking gedongen en de ge
meente was dankbaar een geschikten persoon
te hebben gevonden.
Sebastiaan verkocht zyn boot en nam zyn
intrek in zyn nieuwe woning.
De vuurtoren en het daarby beboorende
wachterahuisje waren klein en oud. De toren
stond op een vooruitstekende landtong en
bruisend sloegen de golven tegen het rots
achtige strand. Vlak achter den toren lagen
kale, hooge rotsen, waarboven meestal dikke,
zwaro wolken hingen, die zelden door de zon
werden verdreven.
Daar zat nu Sebastiaan Moe. De eenzaam
heid, welke hy had gezocht, was in groote
mate zyn deel geworden. In het begin deed
de stilte hem weldadig aan. Hy begon zich
weer op te heffen, gelfik een plant, die door
don storm tegen den grond was geslagen.
Het huisje bestond slechts uit twee aan
elkander grenzende kleine vertrekken en een
paar bokjes, alles in zeer bouwvalligen toe
stand. Hy trachtte een en ander te verbeteren,
schafte zich eenige meubelen aan en richtte
zyn nest zoo gemakkeiyk mogeiyk in. Hier
kon hy nu geheel alleen voor zichzelven leven!
Dien wensch kon hy vervullen zonder zyn
plicht te verzuimen. Hy had niets anders te
doen dan te zorgen, dat het licht iu den vuur
toren steeds brandde. Wat er op zee gebeurde
als de storm loeide, ging hem niets aan.
Wilde hy naar het havenstadje om inkoopen
voor zyn huishouden te doen, dan moest hy
taiueiyk ver roeien. By gunstig weer kon hy
zulk een tocht op een dag heen en weer
doen. Op een kwartier afstands van den toren
woonden een oude visscher met zyn vrouw,
vriendelyke menschen, die hem gezegd hadden
steeds bereid te zyn om hem te helpen, als
hy hulp noodig had. Maar hy vermeed iedereen.
Zelfs de hond, die hem trouw gevolgd was,
werd byna behandeld alsof hy niet bestond.
Zoo verliepen eenige maanden. Toen kwam
de herfst met zfin lange nachten en zyn
stormen. De hagel sloeg tegen de verrotte
wanden, de wind rukte deuren en vensters
heen en weer en huizenhooge golven rolden
over de landtong als wilden zy het huisje
wegspoelen. Doch het bood weerstand. In het
begin was Sebastiaan zeer uit zyn humeur
over het woest gedrag der elementen, doch
voordat de winter voorby was, maakte by
kennis met een andere macht, waartegen hy
nog veel minder kon stryden, en dat was de
volmaakte stilte der omgeving, het starre
zwygen van don winter.
Een doodsangst overviel hem soms als de
zon was ondergegaan en alles om hem heen
in zwarto duistornis was gehuld. Hy, Sebas
tiaan Moe, stond doodsangst uit! Ja 1 Het was
hem alsof hy aan den rand van een afgrond
zat 6D de dood hem aangrynsde. Zou or toch
een Heer in den Hemel z(jn?
Op deze vraag kreeg hy niet zoo spoedig
antwoord, en er waren dagen, dat hy bang
was voor zichzelf, toen langzamerhand in zyn
ziel het geloof ontwaakte.
Nadat Sebastiaan twee jaar doorgebracht had
in deze eenzaamheid, was er geen spoor moer
over van zyn vroeger ruw egoïsme. Hy leefde
ais een oud man, wien het bewustzyn van
schuld drukt. Zyn vrouw en zyn kind doolden
in de w(jde wereld rond en hy was oorzaak,
dat zy misschien gebrek leden, want hy had
ze mishandeld en gedwongen te vluchten.
Maar nimmer kwam het denkbeeld by hem
op, hen te gaaa zoeken en goed to maken,
wat hy had misdreven. Hy was nu eenmaal een
„verlaten man" on moest dat blyven.
(Wordt vervolgd)