WJ2ZR
Ponderdas 22 Februari
A°. 1900
<§eze gourant wordt dagelijks, met aitzondertng
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAG-BLAK.
- -raus DEZKB csjpauïTt 7
Voer Lelden por 8 maanden. s 1.10.
franco per.post•-» 1.40.
Afzonderlijke Nommers o.os>
PBU8 DEB AllVKK'l'UfV'l'IKVi
"v#
Van t.»< regels t 105. Iedere regol meer 0.17J. Grootenj
letten naar plaateruimte Voor bot tncasseeren buiten de etad
wordt f 0.06 berekend.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Te Schiedam hadden eeoigen tijd
geleden twee personen, A. en B., die beiden
werkzaam waren by één firma, te zamen
1/20 lot in de Staatsloterij gekocht; maar
wijl B. niet ruim bij kas was, betaalde h\j
een gedeelte Tan zijn aandeel, echter ver
zekerende, dat het restant door hem zou
worden afbetaald.
Op hun nummer viel een prijs, zoogenaamd
„eigen geld". B., die inmiddels deze betrekking
had verlaten, hoorde niets van dit prijsje en
betaalde ook niet het door hem verschuldigde.
A., die van het nog te betalen restoerende
van B. niets vernam, kocht voor het eigen
uitgekomen geld een ander nummer en wel
No. 20,900, waarop de hoofdprijs is gevallen.
Zoodra A. kennis kreeg, dat op zyn nieuw
aaDgekocht nummer die prtJs was geTallen,
spoedde hij zich naar Bom het bedrag van
den eerst gewonnen prijs althans het hem
toekomende gedeelte uit te betalen. Doch
nu weigerde B. dat in ontvangst te nemen,
zeggende, dat h\j ook het aandeel in den
hoofdprijs moest hebben; dit laatste werd
door A. betwist, en nu vonden A. en B. bet
goed elk afzonderlek een advocaat te nemen
om deze zaak tot een goed einde te brongen.
Dinsdag wordt deze zaak te Rotterdam
behandeld.
Telephonen in Polders. Men
BchriJft aan de „Haarl. Crt.":
Naar aanleiding der uitspraak van de recht
bank te Haarlem, in zake de telephoongelei-
dingen in den Haarlemmermeerpolder, maken
zich ook andere polderbesturen tot een derge
lijke beweging gereed, tenzij van Rfikswoge
thans anders worde opgetreden.
Bij den aanleg van verschillende telephoon-
lijnen, ook in de onmiddellijke nabijheid van
•D in verbinding met Haarlem, werd den
polderbesturen eenvoudig mededeeling gedaan,
met vermeloing, dat, ingevolge de wet van
7 Maart 1852, de aanleg moest worden ge
doogd.
Thans evenwel Is voorloopig beslist, dat
die wet niet van toepassing is op de telepboon,
maar alleen op de telegraaf.
Te Strijp (N. B.) is een vrouw
moeder van 10 kinderen, die zich met een
speld verwond had, aan bloedvergiftiging
•verleden.
Over bet lot van Andrée en zijn
metgezellen brengt de telegraaf een ver
rassend bericht, een bericht, dat by den
eersten oogopslag een zekere mate van waar*
Bchijniykheid bezit, maar dat men alvorens
nauwkeuriger berichten zyn ontvangen, met
voorzichtigheid dient aan te nemen. De tal
rijk* vroegere sensatie-geruchten over den
koenen Noordpoolvaarder rechtvaardigen dit
•n maken het zelfs tot een dringend vereischte.
Het nieuwe Andrée-gerucht dan, te Stock
hom ontvangen, is over Londen van Ottawa
(Canada) tot ons gekomen. In het laatst van
October kwamen eenige Eskimo's naar Chur-
chillfart en vertelden, dat twee witte mannen,
die „van den hemel gekomen waren", in de
laatste lente door een rooverstam van Eskimo's
gedood waren geworden. Zij zeiden ook de
overblijfselen van den ballon te hebben gezien
en te weten, waar deze verborgen waren.
D.)
Eenige dagen geleden vond men
in een der straten van Bucharest een vreem
deling, badende in zijn bloed.
Hy bleek later een Bulgaar te zijn, Fi-
towsky genaamd, geheim agent voor Turkije
en op wien een moordaanslag was gepleegd
door een anderen Bulgaar, zekeren Voiel Ilief,
die, gevangengenomen zijnde, verklaarde ge
handeld te hebben op last van het Nationaal
Bulgaar6che comité van Macedonië.
H(j deelde mede, dat zijn daad een daad
van patriotisme was.
Fitow8ky bad door zijn inlichtingen aan
de Turksche regeeriog verscheidene Bulgaren
benadeeld, die genoodzaakt waron geworden
naar Rumenië te vluchten.
Hy verklaarde tevens de moordenaar van
Stamboulof te zijn.
Deze misdaad van Ilief en zyn openbaar
makingen hebben groot opzien verwekt.
Een aantal arrestaties van Bulgaarsche
Macedoniörs hebben plaats gehad. Men ver
onderstelt, dat Ilief medeplichtigen had.
De beer Jouanneau, lid van don
Departementalen Raad der Eure-en-Loir, maire
van Bonneval, reisde Zaterdag naar Nizza.
Te Marseille stoven zeven of acht jongelieden
in zyn coupé, zeer druk eu stoeieude, tegen
hem aanvallende enz zoo Jat hy den hemsl
dankte toen de bende aan bet volgend station
uitstapte. Helaas, niet lang was de trein weer
ia beweging of by miste zyn portefeuille met
zyn reisgeld en acht stuks spoorwegobligatiën.
Op een plaatsje by Havre is
een-dame van 78 jaar verbrand, men onder
stelt doordat zy een brandende kaars te dicht
by haar bsdgordynen had geplaatst.
Te Par\js ie Zondagavond een
politie-agent van 42 jaar, vader van twee
kinderen, Maurs genaamd, terwyi hy twee
rustverstoorders opbracht, door een derde zoo
deerlyk met een mes aan het hoofd gekwetst,
dat hy spoedig den geest gaf. De moorde
naar is in hechtenis.
Te Perpignan hebben Zondag
voor 10,000 menschen stierengevechten plaats
gehad, waarby acht paarden opengereten en
zes stieren gedood werden.
De oorlog tusschen Engeland en Transvaal.
Onder de bagage van de Russisch-Holland*
scbe ambulance, die met de „Herzog" te
Lorengo-Marquez aaDkwam, behoorden ook
twee kisten met zadels. De Portugeescbe
regeeriog beschouwde deze als contrabande
en weigerde ze door te laten.
Deze opvatting van de Portugeesche regee
ring is echter onjuist. De zadels dienden,
zooals hier bekend was, voor de leden der
ambulance zelf. De Russische zusters kurnen
allen paardryden. (Fad.)
Uit da Zuid-Afrik. Mail.
Een pleegzustor te Scholtznek.
Zuster Christine Kilian van het Nederl.
Roode Kruis schryft het volgende aan mevr.
P. Van Trotsenburg omtrent haar wederwaar
digheden na den slag by Scholtznek:
Maandagmorgen kwamen de eerste gewon
den in het hoofdlager van Cronjó aan, en
daar er in bet lager geen dokter was, had
ik de wonden gewasschen en verbonden; het
hield den ganschen dag aan, nanwelyks was
ik met den een klaar of weer nieuwen werden
aangevoerd. In de ambulancewagene werden de
zwaar gewonden aangereden, die naar Jacobsdal
doorreden; in het geheel hadden wy 18 zieken
en gewonden ondergebracht. Dinsdagmorgen,
nadat ik eerst de zieken allen in orde had,
liet ik my niet meer houden met den ambu
lance-wagen naar het slagveld te gaan, waar
nog veel gewonden lagen. My zeiden eenige
doctoren dat zy het gekerm niet meer konden
aanzien of aanbooren, honger en pyn enz.
Ik zei: „Al moet ik te voet gaan, gy zult
my niet hier houden".
Welke aanblik zich daar voordeed, zal my
by deze Boerenplaats altyd onvergetelijk bjj-
blyven. Den ganschen dag werd het kanon
gebulder nog gehoord, maar ik hoorde en zag
er niets van, want aanhoudend werden de ver
wonden aangebracht; ik geloof, dat er tamelyk
veel lagen.
Op de straat lag een zwaar verwonde, die
alles verdroeg. In den tuin een razende. Op
de veranda daar knielt een vader by zyn
stervenden zoon, een jongen van 16 jaar; daar
steunt een oude man van pyn en smart, dat
hy weldra sterven moet, onmachtig van honger
en bloedverlies.
Afrikaners en Engelschen, alles door elkaar.
Wie nu bet eerst te helpen? Myn eerste
werk was om voor ieder een kop sterken
bouillon te maken. Na ongeveer twee uren
hard werk had elk wat gekregen. Toen ik
by zekeren Louw kwam, den pasgenoemden
sterven ie, werd my gezegd„Laat my maar
liggen; help anderen maar; ik moet toch
sterven". Ik probeerde hem te laten drinkm.
By dronk den kop heelemaal leeg, viel neer
en sliep rustig.
Evenzoo hielp ik een zekeren mynheer
Human uit Licbtenburg, die zoo te keer ging,
dat ik vyf man verzocht hem vast te houden,
opdat ik hem wat voedsel kon geven. Toen
ik na 2 uren klaar was, ging ik aan het was-
schen, waarmee ik langeo tyd bezig was,
vooral gezichten en handen, maar ik kon daar
niet mee klaar komen, waot de gewonden
werden in den ambulance-wagen gelegd en
vervoerd.
Ik verzocht den doctoren toch niet weg te
ryden, voordat een ieder een kop cacao had
gekregen; ik maakte omtrent een emmer vol
cacao klaar en met gedroogd brood (beschuit)
liet zich dat een ieder goed smaken, ook de
Engelschen genoten er volop van.
Om 6 uren waren ongeveer nog 8 gewonden
daar; vier zwaar gewonden nam ik mee tot
het hoofdlager en van daar bleef ik terug
en zy gingen naar Jacobsdal. In een zieken
transportwagen te ryden is wel niet erg
aangenaam. Do een lag op myn voeten (een
Engelschman); de ander met een afgeschoten
been leunde tegen myn zy; een derde tegen
m(jn rug, een arme jongen, tie in het gelaat
geschoten was, de heele voorkaak weg, en
de vierde, de heer Louw, van wien ik reeds
sprak, lag 's morgens te 6terven.
Ik had noch dekens, noch hoofdkussens
ty my en zoo moest ik als beofekussen
dienen; dikwyis waren myn voeten zoo dood,
dat ik den Engelschen soldaat verzoeken
moest eens een oogenblikje rechtop te zitten;
ondertusschen kwamen wy ty de Bloem
fontein-ambulance; ik verzocht om een paar
hoofdkussens en dekens, want ik geloofde
niet meer het hoofdlager te kunnen bereiken,
doch 's nachts olq 11 uren kwam ik daar
aan en zei: „God zy dank" toen ik uitsteeg.
Drie bleven in den wagen en één werd in de
tent gedragen en midoernacht ging hot weer
verder.
Deze dagen kon ik geen oog sluiten, niets
heb ik geslapen, altijd door hoorde ik maar
het gesteun eu het gekerm der verwonden,
en sliep ik in, dan sprong ik weer wakker.
Woensdagmorgen werden ai de zwaar
gewonden, die nog by ons in het lager waren,
naar Jacobsdal vervoerd.
Hier lag een mynheer Du Plooi, van Pot-
chefstroom, onder veidkornet Van Graan; deze
man werd zoo door een bom getroffen aan
zyn hoofd, dat de hersenen tloot lagen, en
daarbij nog eenige ribbeD gebroken. Ik had
twee uren laDg aan zyn hoofd gewerkt om
het van bloed en aarde te zuiveren, en Goi
zy dank, tot myn groote vreugde gaat hel hem
btter. Later hoorde ik van de ambulanco-
menschen, dat een dokter hem een dosis
morphine inspoot en hem toen liet liggen;
eerst door andere menschen werd hy van het
slagveld weggenomenmen geloofde toch, dat
oio man tot ce cooden behoorde. Een snoeren
jongen man, wiens hoofd eveDeens door een
bom getroffen w..s, zoodat de hersenen er
uit hingen, en hier z lfs door de Duitsche
doctoren opgegeven was, gaat het zooverre
goed. Omtreot deie twee gevallen is myn
hart bijzonder vol dankbaarheid tot God.
Donderdag was het by ons in hot lager
stil en hadden wy nog maar twee gewone n
Zoo kon ik het niet laDger meer in myn
lagtr uithouden. Daar Dr. Mangold bespro
ken was, zoodra hy zieken krijgt, en ik naar
hem toe komen zou, zoo ging ik den 14den
December met een gewonde naar Jacobsdal.
Welken arbeid ik daar vond, kan ik u niet
zeggen.
's Zondags zei ik ten laatste: „Ik kan niet
meer". Veel gewonden lagen ook hier. Dr.
Mangold had al de zwaar gewonden en ge
kwetsten. De eerste dagen werd er tot laat
toe 's nachts geopereerd en om halfelf werden
de verbanden verwisseld. Toen kwam de
Duitsche ambulance. Ik verheugde my, toen
zy den 19den Dec. het hospitaal overnam.
Al de verplegers en verpleegsters gingen weg,
doch ik bleef alleen nog. Dat waren nog eenige
moeilyke dagen. Daar geen een Hollandsch
koa spreken en de Boeren hen niet verstonden,
kwamen zy allen naar my.
Ach, lieve mevrouw Van Trotsenburg, zend
my toch weer een kist zooals u alleen dit
weet te vullen. U weet niet hoe gelukkig ik
de patiënten er mee maak.
Bnrgeriyite Stand van Leiden.
BEVALLEN: W. Neuteboom geb. v. Polauea
D. P. M. Mark geb. Chrispija Z. A. E.
Leeuwen geb. Freeken Z. S. M. Oudshoorn geb.
De Jongh D. M. Slats »»eb. v. d. Heemst Z.
M. E. G. v. d. Steen geb. Mouwen D. J. C.
Linschooten geb Uelmeer Z. G. Pelt geb
Bavelaar Z. M. C. R. Kallenberg geb. Dellaae
D. F. M. J. v. Ees geb. v. Wijk Z. H. G.
Haverkamp geb. Peters D. M. v. Steenbergen
geb. v. Tongeren D. A. 0. Kres geb. Do Groot
D. M Van Gent geb. Neuteboom D. C. M.
v. d. Lelie geb. Galjaard D. S. A. -..Hooidonk
geb. v. d. Hoed D. J. DeviJee geb. v. d. Pluytn
D. D. G. v. d. Blom geb. Hcetvold D. H.
Braaksma geb. Draaysma D. M. P. Kramp
geb. Ketlenis Z. J. Boom geb. Smit D. K.
De Ia Rie geb. Platteel Z. H. v. Egmond geb.
Langezaal Z. E. v. Velzen geb. Groeneschey
Z. L. Huetiog geb. Koorernan Z G. Akker
man geb. Tobé Z. G. P. Noest geb. Peyster
D. C. v. d. Velden geb. DeFeyZ. M. Pardon
geb. Laman D. B. J. M. Camfferman geb. Jausraa
D. A. W. v. d. Starren geb. Heemskerk Z.
C. J. Buitendijk geb. Goebortus D. J. P. Hoog
kamer geb. De Graaf Z. II. M. Vlasveld geb.
v. Leeuwen Z. S. M. J. v. Dieren geb. Denijs
D. J. C. Spek gob. v. Weeren Z. W. F.
Bleys geb. v. d. Reyden Z. A. M. Sommere
geb. Worter Z. N. Wagemans geb. v. d. Post
D. E. J. Meyers geb. Van As D.
GEHUWD: I. Vermaak jrn. en J. H. Webbers
jd. S. Zeilstra jm. en M. E. Knotter jd.
P P. De Tombe jm. en A. Sieval jd. J. P.
Van Kempen jm. en A. Van Zijp jd. J. J. F.
v. d. Meer jm. en W. F Van Kempen jd.
G. C. Kooien jm. eu J. M. Wolzak jd.
OVERLEDEN: J. A. H. Buddingh M. 70 j.
M. Schouten wed. van R. Kikkert 74 j. A.
Heemskerk V. van P. H. v. d. Berg 49 j. E.
W. v. d. Dungen wed. van A. W. De Hees 83 j.
J. P. Van Bergen en Henegouwen Z. 31 j. J.
Reeuwijk wed. van D. Saris 65 j. H. J. Uiterdijk
Z. 7 m. M. A. Meure D. 4 w. A. C. Lens
V. van A. P. Valk 64 j. Levenl. D. van J. v.
d. Wilk. Levenl. D. van J. C. v. d. Keur.
M. Cornieljo wed. van C. Lut 73 i. O. L.
Driessen Z. 40 j C. Verhoogt vred. van J. W.
Boehmer 83 j. L. Wallaart wedn. 70 j. M.
Pardon D. 4 u. F. J. Heiversteyn D. 2 m.
Levenl. D. van C. Grin. J. C. Mieog V. van
Th. Witteman 25 j. M. A. Husson V. van H.
Heenk 76 j. J. M. Martijn Z. 10 m. G. Dreef
D. 13 j.
HAARLEMMERMEER. B e v a 11 e n A. M. A.
Mesman geb Van Doorn I). P. Tensen geb.
Van Koyck Z. K. Eveleens geb. Spaargaren
Z. H. Overbeek geb. Haze D. A. Middelkoop
geb. Buis D. L. Stolk geb. Den Oude Z.
C. Tulen geb. Lieverse Z. T. Mesman geb. Dijt
D. A. Do Graaf geb. Karman Z. J. Dol geb.
Koster Z. levenl. W. Bijl geb. Verwoerd D.
M. Roodzant geb. Van der Pol D D. Van
Spluntor geb. Van der Welle D. L. Kistemaker
geb. Van Schouwen D. J. M. De Heij geb. Stam-
raeijer D. B. Snijders geb. Rip Z.
Ondertrouwd: G. Maaskant en J. Bruin.
P. Langereis en G. De Haan.
Overleden: A. Bakker 6 w. J. Polak
3 m. P. Tanis 18 m. A. J. De Ridder 4 j.
C. Pronk 5 w. A. Van der Steeg geb. Van Rijs
wijk 34i. M. De Pender 51 j. J. M. Bijl 2d.
M. Vreefcen 76 j.
VOORSCHOTEN. Géboren: Qoirinus Huber-
tus, Z. van A. Doeswjjk en J. De Bree. Wilhel-
myntje Geortruida, D. van H. J. Beijlevold en 9.
W. Slolenbeek. Adrianus Johannes, Z. van A.
De Bruijn en C. OvordeveBt.
Ondertrouwd; P. Ruygrok 46 j. en M.
Goedemans 24 j.
Overleden: J. J. Luünenburg 66 j-, echtg.
van A. v. Rooselaar. C. M. Hoogeveen 8 m.
WOUBRUGGE. Geboren: Johannes Adrianae,
Z. van A. C. Lagrand en A. H. De Bruijn.
Overleden: D. Jellema 79 j., echtg. vaa
E. Overvliet. G. Blaak 53 j., echtg. van J. Moer
kerken.
Oorlog en Yrede.
18)
Hij trad weer naar het ljjk, dat nog op
dezelfde plaats lag, in afwachting, dat men
liet kwam halen voor de groote begrafenis.
Zaobt tastte hy in den binnenzak der uniform.
Doch geen brief, geen visitekaartje of iets
van dien aard was te vinden. Alleen bevatte
«je geldbeurs een zegelring. Axel nam dezen
|peebet daarop gegraveerde wapen kon hem
mogeljjk van dionst zjjn om de familie op te
sporen.
Ba nog eenmaal, in den rooden weer-
schijn van het wachtvuur, zag hij de bleeks
trekkeo, en hy week verschrikt terug; want
Sterker nog dan te voren trof hem nu de
gelijkenis met Jeanne.
XII.
In de stilte van haar eenzame ziekenkamer
zat Jeanne, bet hoofd op de vermagerde,
fijne hand geleund, en keek naar buiten,
waar een dikke sneeuwlaag ver in het rond
het vdd bedekte. De flauwe Decemberzon
dtae niet bjj machte den nevel te doorboren,
|]je bet bossh van Bonne-Fontaine aan baar
«Ogen onttrek. Heel flauw sag men de walèen
tob Ptaktmfg; de hooge kerktoren stak Biet
*M»r beven de daken uit; Uj wae betweken
onder de Pruisische granaten en ingestort
zooals zoo menig huie in bet stadje.
Jeanne zuchtte.
Nog altijd was Pfalzburg ingesloten door
Pruisische landweerbataljons. Wat er binnen de
vesting omging, wist men niet; een somber
gerucht zei, dat er hongersnood heerschte en
een pokken-epidemie onder de bevolking was
uitgebroken. De bevelhebber, gedreven door een
al te strenge opvatting van krijgsmanseer
en plicht, volhardde in een nutteloozen weer
stand, die voor de bevolking slechts ellende
bracht.
De deur van do ziekenkamer werd geopend,
en een deftige, in het zwart gekleeds oude
dame trad binnen. Een enkele blik was vol
doende, om in haar Joanna's moeder te
herkennen.
„Al van uw wandeling terug, mama?''
vroeg het meisje zacht. De heldere klank
van haar stem was nu gedempt.
„Ja, kind," antwoordde mevrouw De Far-
mentier, haar hand vattende; aik wilde, dat
je mee hadt kunnen gaan."
„O, bet zal niet lang meer duren, mama,
of ik kan weer met u wandelen."
„Ik heb er al aan gedacht, kindlief, of het
niet mogelijk zou zjjn, dat we reeds naar het
Zuiden reisden."
„Naar het Zuiden? U weet toeh, mama,
dat de oorlog zich meer en meer naar het
Zuiden uitbreidt?"
„Ik bedoel niet het Zuiden van ons Frankrijk,
maar Italië bijvoorbeeld. De Duitsche autori
teiten zullen ons zeker wel een pas geven.
Van de Itiviera uit kunnoe wy Marseille be
reiken en zander het bezette gebied te betreden
naar Cbatillon reizen. Papa verlangt immers
zoo naar je; dat blijkt uit eiken brief."
„Die goede papa! Ik zou ook gaarne by
hem zijn in dezen treurigen tijd. Ik vrees
echter, dat de oorlog zich tot veorby Cba
tillon zal uitbreiden, en dan zijn wy bier
veiliger."
„De Duitscbers kunnen toch niet geheel
Frankrpk bezetten 1" meende mevrouw De
Parmentier.
Jeanne had de berichten over den oorlog
opmerkzaam gevolgd, en bet kwam haar
volstrekt niet ondenkbaar voor, dat dit wer-
keljjk zou kunnen gebeuren. Doch zy hield
baar twyfel voor zich. Na een korte pauze
sprak zy;
„Ik zal ook bier wel gezond worden, mama.
De wonde in myo schouder is immers al
lang gehseld! Als het maar lente wasl Dan
zal de oorlog toch wel geëindigd zyn en kan
papa hierheen komen. Hy moet toch weer
eens naar zyn bezittingen hier omzien."
„Zyn bezittiDgen!" sprak de oude dame
bitter; „daarvan is niet veel overgeblevenI
Ons buis in Pfalzburg zal wel een puinhoop
zyn, en de bosschen en wijnbergen zyn ver
nield door de Duitschers O, die vreeselyke
oorlog!" zuchtte zy, en de tranen, die uit
haar oogen vloeiden, golden dierbaarder be
zitting dan die aardecbe goederen.
Jeanne vlyde zich zacht togen haar moeder
aan.
,0 denkt aan Maxime, mama?';
„Ja, kind; ik denk aan je broeder, die op
het veld van eer gevallen is."
„Weet u het zeker, mama?"
„Ach ja, kind; er is geon twyfel aan, dat
hy by die verschrikkelijke slachting van Sedan
gevallen is. Zyn laatste brief was 31 Augustus
uit Mezières verzonden. Sedert hebben wy
niets meer van ben geboord."
Jeanne trachtte niet verder baar te troosten;
zelve had zy ook geen hoop; zwygend wachtte
zy, tot haar moeder, de smart bedwingende,
bet hoofd ophief, de tranen uit de oogen
wischte en sprak:
„Ik wil niet meer weenen. By het groots
ongeluk, dat Frankryk trof, mogen wy ons
persooniyk leed niet tellen. Maxime is dood,
maar by stierf den heldendood, en by heeft
de schande van zyn keizer niet overleefd I"
En na een teedere omhelzing voegde zy er by
„Je bent myn eenig kind, Jeanne, en van
jou zal ik nooit scheiden."
Een oogenblik later kwamen mevrouw
Boffer eu Josépbine haastig binnen. Zi) hadden
belangryk nieuws.
„Pfalzburg beeft gecapituleerd I"
De kapitein kwam even daarna dit nieuws
bevestigen. Het garnizoen was krygsgevaogeD,
de officieren waren op' eerewoord vrygelaten.
Be Duitschers waren reeds de stad binnen
getrokken, hadden de poorten geopend en bet
vrye verkeer hersteld.
„Wy kunnen ne ons huis in de stad betrek
ken," meende de kapitein; „daar zal bet met
dezen etrengea winter beter ijja dim htor
buiten."
„My ie het goed, neef," antwoordde Jeanne's
moeder. „Het onze zal wel onbruikbaar z|)a;
de geheels wyk, waar bet lag, is immers
platgeschoten."
„Ik vrees bet ook, nicht. Gelukkig, dat «r
by oas ruimte in overvloed is."
Er werd besloten, terstond toebereidselen
te maken, om zoo Bpoodig mogelyk naar dt
stad te verhuizen.
Jeanne bleef alleen. Zy was verheugd over
het bericht, dat aan den nood der stad ees
eindo gekomen was. Zy verheugde zich voorzl
voor deze brave menschen, die haar met
zooveel liefde en toewyding hadden verpleegd
doch het geheim, dat zy voor haar bloed
verwanten zoo zorgvuldig verborgen hield,
drukte haar zwaar.
Zelfs aan haar moeder had zy het nooit
gezegd, dat zy den man had herkend, die in
dien hangen nacht op baar geschoten had,
Zjj had dan immers te getyk het geheim
van haar liefde moeten openbareR, en dat
bewaarde zy als oen dierbaar kleinood in
bet diepst van haar hart. Zy had, toen Axel
haar gewond in zyn armen bieM, in zyn
oogen de bekentenis ayner liefde gelezen,
en zelve had ay hem in baar ziel laten
blikken. Zy wilde niet sterven, zonder
hem id de oogen te hebben gezien, zonder
eenmaal bet woord der liefde vin a^tt
lippen te hebben gehoord.