WJ2ZR Ponderdas 22 Februari A°. 1900 <§eze gourant wordt dagelijks, met aitzondertng van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAG-BLAK. - -raus DEZKB csjpauïTt 7 Voer Lelden por 8 maanden. s 1.10. franco per.post•-» 1.40. Afzonderlijke Nommers o.os> PBU8 DEB AllVKK'l'UfV'l'IKVi "v# Van t.»< regels t 105. Iedere regol meer 0.17J. Grootenj letten naar plaateruimte Voor bot tncasseeren buiten de etad wordt f 0.06 berekend. Tweede Blad. Gemengd Nieuws. Te Schiedam hadden eeoigen tijd geleden twee personen, A. en B., die beiden werkzaam waren by één firma, te zamen 1/20 lot in de Staatsloterij gekocht; maar wijl B. niet ruim bij kas was, betaalde h\j een gedeelte Tan zijn aandeel, echter ver zekerende, dat het restant door hem zou worden afbetaald. Op hun nummer viel een prijs, zoogenaamd „eigen geld". B., die inmiddels deze betrekking had verlaten, hoorde niets van dit prijsje en betaalde ook niet het door hem verschuldigde. A., die van het nog te betalen restoerende van B. niets vernam, kocht voor het eigen uitgekomen geld een ander nummer en wel No. 20,900, waarop de hoofdprijs is gevallen. Zoodra A. kennis kreeg, dat op zyn nieuw aaDgekocht nummer die prtJs was geTallen, spoedde hij zich naar Bom het bedrag van den eerst gewonnen prijs althans het hem toekomende gedeelte uit te betalen. Doch nu weigerde B. dat in ontvangst te nemen, zeggende, dat h\j ook het aandeel in den hoofdprijs moest hebben; dit laatste werd door A. betwist, en nu vonden A. en B. bet goed elk afzonderlek een advocaat te nemen om deze zaak tot een goed einde te brongen. Dinsdag wordt deze zaak te Rotterdam behandeld. Telephonen in Polders. Men BchriJft aan de „Haarl. Crt.": Naar aanleiding der uitspraak van de recht bank te Haarlem, in zake de telephoongelei- dingen in den Haarlemmermeerpolder, maken zich ook andere polderbesturen tot een derge lijke beweging gereed, tenzij van Rfikswoge thans anders worde opgetreden. Bij den aanleg van verschillende telephoon- lijnen, ook in de onmiddellijke nabijheid van •D in verbinding met Haarlem, werd den polderbesturen eenvoudig mededeeling gedaan, met vermeloing, dat, ingevolge de wet van 7 Maart 1852, de aanleg moest worden ge doogd. Thans evenwel Is voorloopig beslist, dat die wet niet van toepassing is op de telepboon, maar alleen op de telegraaf. Te Strijp (N. B.) is een vrouw moeder van 10 kinderen, die zich met een speld verwond had, aan bloedvergiftiging •verleden. Over bet lot van Andrée en zijn metgezellen brengt de telegraaf een ver rassend bericht, een bericht, dat by den eersten oogopslag een zekere mate van waar* Bchijniykheid bezit, maar dat men alvorens nauwkeuriger berichten zyn ontvangen, met voorzichtigheid dient aan te nemen. De tal rijk* vroegere sensatie-geruchten over den koenen Noordpoolvaarder rechtvaardigen dit •n maken het zelfs tot een dringend vereischte. Het nieuwe Andrée-gerucht dan, te Stock hom ontvangen, is over Londen van Ottawa (Canada) tot ons gekomen. In het laatst van October kwamen eenige Eskimo's naar Chur- chillfart en vertelden, dat twee witte mannen, die „van den hemel gekomen waren", in de laatste lente door een rooverstam van Eskimo's gedood waren geworden. Zij zeiden ook de overblijfselen van den ballon te hebben gezien en te weten, waar deze verborgen waren. D.) Eenige dagen geleden vond men in een der straten van Bucharest een vreem deling, badende in zijn bloed. Hy bleek later een Bulgaar te zijn, Fi- towsky genaamd, geheim agent voor Turkije en op wien een moordaanslag was gepleegd door een anderen Bulgaar, zekeren Voiel Ilief, die, gevangengenomen zijnde, verklaarde ge handeld te hebben op last van het Nationaal Bulgaar6che comité van Macedonië. H(j deelde mede, dat zijn daad een daad van patriotisme was. Fitow8ky bad door zijn inlichtingen aan de Turksche regeeriog verscheidene Bulgaren benadeeld, die genoodzaakt waron geworden naar Rumenië te vluchten. Hy verklaarde tevens de moordenaar van Stamboulof te zijn. Deze misdaad van Ilief en zyn openbaar makingen hebben groot opzien verwekt. Een aantal arrestaties van Bulgaarsche Macedoniörs hebben plaats gehad. Men ver onderstelt, dat Ilief medeplichtigen had. De beer Jouanneau, lid van don Departementalen Raad der Eure-en-Loir, maire van Bonneval, reisde Zaterdag naar Nizza. Te Marseille stoven zeven of acht jongelieden in zyn coupé, zeer druk eu stoeieude, tegen hem aanvallende enz zoo Jat hy den hemsl dankte toen de bende aan bet volgend station uitstapte. Helaas, niet lang was de trein weer ia beweging of by miste zyn portefeuille met zyn reisgeld en acht stuks spoorwegobligatiën. Op een plaatsje by Havre is een-dame van 78 jaar verbrand, men onder stelt doordat zy een brandende kaars te dicht by haar bsdgordynen had geplaatst. Te Par\js ie Zondagavond een politie-agent van 42 jaar, vader van twee kinderen, Maurs genaamd, terwyi hy twee rustverstoorders opbracht, door een derde zoo deerlyk met een mes aan het hoofd gekwetst, dat hy spoedig den geest gaf. De moorde naar is in hechtenis. Te Perpignan hebben Zondag voor 10,000 menschen stierengevechten plaats gehad, waarby acht paarden opengereten en zes stieren gedood werden. De oorlog tusschen Engeland en Transvaal. Onder de bagage van de Russisch-Holland* scbe ambulance, die met de „Herzog" te Lorengo-Marquez aaDkwam, behoorden ook twee kisten met zadels. De Portugeescbe regeeriog beschouwde deze als contrabande en weigerde ze door te laten. Deze opvatting van de Portugeesche regee ring is echter onjuist. De zadels dienden, zooals hier bekend was, voor de leden der ambulance zelf. De Russische zusters kurnen allen paardryden. (Fad.) Uit da Zuid-Afrik. Mail. Een pleegzustor te Scholtznek. Zuster Christine Kilian van het Nederl. Roode Kruis schryft het volgende aan mevr. P. Van Trotsenburg omtrent haar wederwaar digheden na den slag by Scholtznek: Maandagmorgen kwamen de eerste gewon den in het hoofdlager van Cronjó aan, en daar er in bet lager geen dokter was, had ik de wonden gewasschen en verbonden; het hield den ganschen dag aan, nanwelyks was ik met den een klaar of weer nieuwen werden aangevoerd. In de ambulancewagene werden de zwaar gewonden aangereden, die naar Jacobsdal doorreden; in het geheel hadden wy 18 zieken en gewonden ondergebracht. Dinsdagmorgen, nadat ik eerst de zieken allen in orde had, liet ik my niet meer houden met den ambu lance-wagen naar het slagveld te gaan, waar nog veel gewonden lagen. My zeiden eenige doctoren dat zy het gekerm niet meer konden aanzien of aanbooren, honger en pyn enz. Ik zei: „Al moet ik te voet gaan, gy zult my niet hier houden". Welke aanblik zich daar voordeed, zal my by deze Boerenplaats altyd onvergetelijk bjj- blyven. Den ganschen dag werd het kanon gebulder nog gehoord, maar ik hoorde en zag er niets van, want aanhoudend werden de ver wonden aangebracht; ik geloof, dat er tamelyk veel lagen. Op de straat lag een zwaar verwonde, die alles verdroeg. In den tuin een razende. Op de veranda daar knielt een vader by zyn stervenden zoon, een jongen van 16 jaar; daar steunt een oude man van pyn en smart, dat hy weldra sterven moet, onmachtig van honger en bloedverlies. Afrikaners en Engelschen, alles door elkaar. Wie nu bet eerst te helpen? Myn eerste werk was om voor ieder een kop sterken bouillon te maken. Na ongeveer twee uren hard werk had elk wat gekregen. Toen ik by zekeren Louw kwam, den pasgenoemden sterven ie, werd my gezegd„Laat my maar liggen; help anderen maar; ik moet toch sterven". Ik probeerde hem te laten drinkm. By dronk den kop heelemaal leeg, viel neer en sliep rustig. Evenzoo hielp ik een zekeren mynheer Human uit Licbtenburg, die zoo te keer ging, dat ik vyf man verzocht hem vast te houden, opdat ik hem wat voedsel kon geven. Toen ik na 2 uren klaar was, ging ik aan het was- schen, waarmee ik langeo tyd bezig was, vooral gezichten en handen, maar ik kon daar niet mee klaar komen, waot de gewonden werden in den ambulance-wagen gelegd en vervoerd. Ik verzocht den doctoren toch niet weg te ryden, voordat een ieder een kop cacao had gekregen; ik maakte omtrent een emmer vol cacao klaar en met gedroogd brood (beschuit) liet zich dat een ieder goed smaken, ook de Engelschen genoten er volop van. Om 6 uren waren ongeveer nog 8 gewonden daar; vier zwaar gewonden nam ik mee tot het hoofdlager en van daar bleef ik terug en zy gingen naar Jacobsdal. In een zieken transportwagen te ryden is wel niet erg aangenaam. Do een lag op myn voeten (een Engelschman); de ander met een afgeschoten been leunde tegen myn zy; een derde tegen m(jn rug, een arme jongen, tie in het gelaat geschoten was, de heele voorkaak weg, en de vierde, de heer Louw, van wien ik reeds sprak, lag 's morgens te 6terven. Ik had noch dekens, noch hoofdkussens ty my en zoo moest ik als beofekussen dienen; dikwyis waren myn voeten zoo dood, dat ik den Engelschen soldaat verzoeken moest eens een oogenblikje rechtop te zitten; ondertusschen kwamen wy ty de Bloem fontein-ambulance; ik verzocht om een paar hoofdkussens en dekens, want ik geloofde niet meer het hoofdlager te kunnen bereiken, doch 's nachts olq 11 uren kwam ik daar aan en zei: „God zy dank" toen ik uitsteeg. Drie bleven in den wagen en één werd in de tent gedragen en midoernacht ging hot weer verder. Deze dagen kon ik geen oog sluiten, niets heb ik geslapen, altijd door hoorde ik maar het gesteun eu het gekerm der verwonden, en sliep ik in, dan sprong ik weer wakker. Woensdagmorgen werden ai de zwaar gewonden, die nog by ons in het lager waren, naar Jacobsdal vervoerd. Hier lag een mynheer Du Plooi, van Pot- chefstroom, onder veidkornet Van Graan; deze man werd zoo door een bom getroffen aan zyn hoofd, dat de hersenen tloot lagen, en daarbij nog eenige ribbeD gebroken. Ik had twee uren laDg aan zyn hoofd gewerkt om het van bloed en aarde te zuiveren, en Goi zy dank, tot myn groote vreugde gaat hel hem btter. Later hoorde ik van de ambulanco- menschen, dat een dokter hem een dosis morphine inspoot en hem toen liet liggen; eerst door andere menschen werd hy van het slagveld weggenomenmen geloofde toch, dat oio man tot ce cooden behoorde. Een snoeren jongen man, wiens hoofd eveDeens door een bom getroffen w..s, zoodat de hersenen er uit hingen, en hier z lfs door de Duitsche doctoren opgegeven was, gaat het zooverre goed. Omtreot deie twee gevallen is myn hart bijzonder vol dankbaarheid tot God. Donderdag was het by ons in hot lager stil en hadden wy nog maar twee gewone n Zoo kon ik het niet laDger meer in myn lagtr uithouden. Daar Dr. Mangold bespro ken was, zoodra hy zieken krijgt, en ik naar hem toe komen zou, zoo ging ik den 14den December met een gewonde naar Jacobsdal. Welken arbeid ik daar vond, kan ik u niet zeggen. 's Zondags zei ik ten laatste: „Ik kan niet meer". Veel gewonden lagen ook hier. Dr. Mangold had al de zwaar gewonden en ge kwetsten. De eerste dagen werd er tot laat toe 's nachts geopereerd en om halfelf werden de verbanden verwisseld. Toen kwam de Duitsche ambulance. Ik verheugde my, toen zy den 19den Dec. het hospitaal overnam. Al de verplegers en verpleegsters gingen weg, doch ik bleef alleen nog. Dat waren nog eenige moeilyke dagen. Daar geen een Hollandsch koa spreken en de Boeren hen niet verstonden, kwamen zy allen naar my. Ach, lieve mevrouw Van Trotsenburg, zend my toch weer een kist zooals u alleen dit weet te vullen. U weet niet hoe gelukkig ik de patiënten er mee maak. Bnrgeriyite Stand van Leiden. BEVALLEN: W. Neuteboom geb. v. Polauea D. P. M. Mark geb. Chrispija Z. A. E. Leeuwen geb. Freeken Z. S. M. Oudshoorn geb. De Jongh D. M. Slats »»eb. v. d. Heemst Z. M. E. G. v. d. Steen geb. Mouwen D. J. C. Linschooten geb Uelmeer Z. G. Pelt geb Bavelaar Z. M. C. R. Kallenberg geb. Dellaae D. F. M. J. v. Ees geb. v. Wijk Z. H. G. Haverkamp geb. Peters D. M. v. Steenbergen geb. v. Tongeren D. A. 0. Kres geb. Do Groot D. M Van Gent geb. Neuteboom D. C. M. v. d. Lelie geb. Galjaard D. S. A. -..Hooidonk geb. v. d. Hoed D. J. DeviJee geb. v. d. Pluytn D. D. G. v. d. Blom geb. Hcetvold D. H. Braaksma geb. Draaysma D. M. P. Kramp geb. Ketlenis Z. J. Boom geb. Smit D. K. De Ia Rie geb. Platteel Z. H. v. Egmond geb. Langezaal Z. E. v. Velzen geb. Groeneschey Z. L. Huetiog geb. Koorernan Z G. Akker man geb. Tobé Z. G. P. Noest geb. Peyster D. C. v. d. Velden geb. DeFeyZ. M. Pardon geb. Laman D. B. J. M. Camfferman geb. Jausraa D. A. W. v. d. Starren geb. Heemskerk Z. C. J. Buitendijk geb. Goebortus D. J. P. Hoog kamer geb. De Graaf Z. II. M. Vlasveld geb. v. Leeuwen Z. S. M. J. v. Dieren geb. Denijs D. J. C. Spek gob. v. Weeren Z. W. F. Bleys geb. v. d. Reyden Z. A. M. Sommere geb. Worter Z. N. Wagemans geb. v. d. Post D. E. J. Meyers geb. Van As D. GEHUWD: I. Vermaak jrn. en J. H. Webbers jd. S. Zeilstra jm. en M. E. Knotter jd. P P. De Tombe jm. en A. Sieval jd. J. P. Van Kempen jm. en A. Van Zijp jd. J. J. F. v. d. Meer jm. en W. F Van Kempen jd. G. C. Kooien jm. eu J. M. Wolzak jd. OVERLEDEN: J. A. H. Buddingh M. 70 j. M. Schouten wed. van R. Kikkert 74 j. A. Heemskerk V. van P. H. v. d. Berg 49 j. E. W. v. d. Dungen wed. van A. W. De Hees 83 j. J. P. Van Bergen en Henegouwen Z. 31 j. J. Reeuwijk wed. van D. Saris 65 j. H. J. Uiterdijk Z. 7 m. M. A. Meure D. 4 w. A. C. Lens V. van A. P. Valk 64 j. Levenl. D. van J. v. d. Wilk. Levenl. D. van J. C. v. d. Keur. M. Cornieljo wed. van C. Lut 73 i. O. L. Driessen Z. 40 j C. Verhoogt vred. van J. W. Boehmer 83 j. L. Wallaart wedn. 70 j. M. Pardon D. 4 u. F. J. Heiversteyn D. 2 m. Levenl. D. van C. Grin. J. C. Mieog V. van Th. Witteman 25 j. M. A. Husson V. van H. Heenk 76 j. J. M. Martijn Z. 10 m. G. Dreef D. 13 j. HAARLEMMERMEER. B e v a 11 e n A. M. A. Mesman geb Van Doorn I). P. Tensen geb. Van Koyck Z. K. Eveleens geb. Spaargaren Z. H. Overbeek geb. Haze D. A. Middelkoop geb. Buis D. L. Stolk geb. Den Oude Z. C. Tulen geb. Lieverse Z. T. Mesman geb. Dijt D. A. Do Graaf geb. Karman Z. J. Dol geb. Koster Z. levenl. W. Bijl geb. Verwoerd D. M. Roodzant geb. Van der Pol D D. Van Spluntor geb. Van der Welle D. L. Kistemaker geb. Van Schouwen D. J. M. De Heij geb. Stam- raeijer D. B. Snijders geb. Rip Z. Ondertrouwd: G. Maaskant en J. Bruin. P. Langereis en G. De Haan. Overleden: A. Bakker 6 w. J. Polak 3 m. P. Tanis 18 m. A. J. De Ridder 4 j. C. Pronk 5 w. A. Van der Steeg geb. Van Rijs wijk 34i. M. De Pender 51 j. J. M. Bijl 2d. M. Vreefcen 76 j. VOORSCHOTEN. Géboren: Qoirinus Huber- tus, Z. van A. Doeswjjk en J. De Bree. Wilhel- myntje Geortruida, D. van H. J. Beijlevold en 9. W. Slolenbeek. Adrianus Johannes, Z. van A. De Bruijn en C. OvordeveBt. Ondertrouwd; P. Ruygrok 46 j. en M. Goedemans 24 j. Overleden: J. J. Luünenburg 66 j-, echtg. van A. v. Rooselaar. C. M. Hoogeveen 8 m. WOUBRUGGE. Geboren: Johannes Adrianae, Z. van A. C. Lagrand en A. H. De Bruijn. Overleden: D. Jellema 79 j., echtg. vaa E. Overvliet. G. Blaak 53 j., echtg. van J. Moer kerken. Oorlog en Yrede. 18) Hij trad weer naar het ljjk, dat nog op dezelfde plaats lag, in afwachting, dat men liet kwam halen voor de groote begrafenis. Zaobt tastte hy in den binnenzak der uniform. Doch geen brief, geen visitekaartje of iets van dien aard was te vinden. Alleen bevatte «je geldbeurs een zegelring. Axel nam dezen |peebet daarop gegraveerde wapen kon hem mogeljjk van dionst zjjn om de familie op te sporen. Ba nog eenmaal, in den rooden weer- schijn van het wachtvuur, zag hij de bleeks trekkeo, en hy week verschrikt terug; want Sterker nog dan te voren trof hem nu de gelijkenis met Jeanne. XII. In de stilte van haar eenzame ziekenkamer zat Jeanne, bet hoofd op de vermagerde, fijne hand geleund, en keek naar buiten, waar een dikke sneeuwlaag ver in het rond het vdd bedekte. De flauwe Decemberzon dtae niet bjj machte den nevel te doorboren, |]je bet bossh van Bonne-Fontaine aan baar «Ogen onttrek. Heel flauw sag men de walèen tob Ptaktmfg; de hooge kerktoren stak Biet *M»r beven de daken uit; Uj wae betweken onder de Pruisische granaten en ingestort zooals zoo menig huie in bet stadje. Jeanne zuchtte. Nog altijd was Pfalzburg ingesloten door Pruisische landweerbataljons. Wat er binnen de vesting omging, wist men niet; een somber gerucht zei, dat er hongersnood heerschte en een pokken-epidemie onder de bevolking was uitgebroken. De bevelhebber, gedreven door een al te strenge opvatting van krijgsmanseer en plicht, volhardde in een nutteloozen weer stand, die voor de bevolking slechts ellende bracht. De deur van do ziekenkamer werd geopend, en een deftige, in het zwart gekleeds oude dame trad binnen. Een enkele blik was vol doende, om in haar Joanna's moeder te herkennen. „Al van uw wandeling terug, mama?'' vroeg het meisje zacht. De heldere klank van haar stem was nu gedempt. „Ja, kind," antwoordde mevrouw De Far- mentier, haar hand vattende; aik wilde, dat je mee hadt kunnen gaan." „O, bet zal niet lang meer duren, mama, of ik kan weer met u wandelen." „Ik heb er al aan gedacht, kindlief, of het niet mogelijk zou zjjn, dat we reeds naar het Zuiden reisden." „Naar het Zuiden? U weet toeh, mama, dat de oorlog zich meer en meer naar het Zuiden uitbreidt?" „Ik bedoel niet het Zuiden van ons Frankrijk, maar Italië bijvoorbeeld. De Duitsche autori teiten zullen ons zeker wel een pas geven. Van de Itiviera uit kunnoe wy Marseille be reiken en zander het bezette gebied te betreden naar Cbatillon reizen. Papa verlangt immers zoo naar je; dat blijkt uit eiken brief." „Die goede papa! Ik zou ook gaarne by hem zijn in dezen treurigen tijd. Ik vrees echter, dat de oorlog zich tot veorby Cba tillon zal uitbreiden, en dan zijn wy bier veiliger." „De Duitscbers kunnen toch niet geheel Frankrpk bezetten 1" meende mevrouw De Parmentier. Jeanne had de berichten over den oorlog opmerkzaam gevolgd, en bet kwam haar volstrekt niet ondenkbaar voor, dat dit wer- keljjk zou kunnen gebeuren. Doch zy hield baar twyfel voor zich. Na een korte pauze sprak zy; „Ik zal ook bier wel gezond worden, mama. De wonde in myo schouder is immers al lang gehseld! Als het maar lente wasl Dan zal de oorlog toch wel geëindigd zyn en kan papa hierheen komen. Hy moet toch weer eens naar zyn bezittingen hier omzien." „Zyn bezittiDgen!" sprak de oude dame bitter; „daarvan is niet veel overgeblevenI Ons buis in Pfalzburg zal wel een puinhoop zyn, en de bosschen en wijnbergen zyn ver nield door de Duitschers O, die vreeselyke oorlog!" zuchtte zy, en de tranen, die uit haar oogen vloeiden, golden dierbaarder be zitting dan die aardecbe goederen. Jeanne vlyde zich zacht togen haar moeder aan. ,0 denkt aan Maxime, mama?'; „Ja, kind; ik denk aan je broeder, die op het veld van eer gevallen is." „Weet u het zeker, mama?" „Ach ja, kind; er is geon twyfel aan, dat hy by die verschrikkelijke slachting van Sedan gevallen is. Zyn laatste brief was 31 Augustus uit Mezières verzonden. Sedert hebben wy niets meer van ben geboord." Jeanne trachtte niet verder baar te troosten; zelve had zy ook geen hoop; zwygend wachtte zy, tot haar moeder, de smart bedwingende, bet hoofd ophief, de tranen uit de oogen wischte en sprak: „Ik wil niet meer weenen. By het groots ongeluk, dat Frankryk trof, mogen wy ons persooniyk leed niet tellen. Maxime is dood, maar by stierf den heldendood, en by heeft de schande van zyn keizer niet overleefd I" En na een teedere omhelzing voegde zy er by „Je bent myn eenig kind, Jeanne, en van jou zal ik nooit scheiden." Een oogenblik later kwamen mevrouw Boffer eu Josépbine haastig binnen. Zi) hadden belangryk nieuws. „Pfalzburg beeft gecapituleerd I" De kapitein kwam even daarna dit nieuws bevestigen. Het garnizoen was krygsgevaogeD, de officieren waren op' eerewoord vrygelaten. Be Duitschers waren reeds de stad binnen getrokken, hadden de poorten geopend en bet vrye verkeer hersteld. „Wy kunnen ne ons huis in de stad betrek ken," meende de kapitein; „daar zal bet met dezen etrengea winter beter ijja dim htor buiten." „My ie het goed, neef," antwoordde Jeanne's moeder. „Het onze zal wel onbruikbaar z|)a; de geheels wyk, waar bet lag, is immers platgeschoten." „Ik vrees bet ook, nicht. Gelukkig, dat «r by oas ruimte in overvloed is." Er werd besloten, terstond toebereidselen te maken, om zoo Bpoodig mogelyk naar dt stad te verhuizen. Jeanne bleef alleen. Zy was verheugd over het bericht, dat aan den nood der stad ees eindo gekomen was. Zy verheugde zich voorzl voor deze brave menschen, die haar met zooveel liefde en toewyding hadden verpleegd doch het geheim, dat zy voor haar bloed verwanten zoo zorgvuldig verborgen hield, drukte haar zwaar. Zelfs aan haar moeder had zy het nooit gezegd, dat zy den man had herkend, die in dien hangen nacht op baar geschoten had, Zjj had dan immers te getyk het geheim van haar liefde moeten openbareR, en dat bewaarde zy als oen dierbaar kleinood in bet diepst van haar hart. Zy had, toen Axel haar gewond in zyn armen bieM, in zyn oogen de bekentenis ayner liefde gelezen, en zelve had ay hem in baar ziel laten blikken. Zy wilde niet sterven, zonder hem id de oogen te hebben gezien, zonder eenmaal bet woord der liefde vin a^tt lippen te hebben gehoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 5