A'. 1900
$eze gouiant wordt dagelijks, met aitzoadering
van (Zoa- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
KM2268
Trydftg 16 Februari.
LEIDSCH
DAGBLAD.
VBUB DEZEB-COTBAHT*
A;
?oot Celdëi pö 0 maandei» -» t 9 t Ai 10.
franco por post**-««»•••• 1*40.
Afzonderlijk© NommetP1 ««-•#*•« 0.05»
?F
PRIJS DKB AHVEHTEHTEENV
Tan regels t 1,06. Iedere regel meer 0.17|. Qrooter^
letters naar plaatsruimte Toot bet ioeasseeren trtten de stad,
wordt f 0.06 berekend.
Gomeentoroad ran X*etden*
Vervolg der zitting van gisternamiddag
Voortzetting der beraadslaging over punt:
14o. Voorstel tot verhoogiog van den prijs van
liet gas. (23 en 32.)
De heer Van Kempen wil de commissie
▼oor de gasfabriek niet den lof onthouden,
welke baar toekomt wegens haar ijver en
geschiktheid, maar vindt bet toch vreemd, dat
er weor een coatract voor twee jaren ia aan
gegaan met een syndicaat, dat niet maar zoo
opeens geheel nieuw was. Dat syndicaat kwam
niet onverwachts.
De heer Pen besprak eveseens nogmaals
het Nederlandsch syndicaat van vijf personen.
De heer Juta wees er op, dat men hier te
doen heeft met een buit&nlandsch syndicaat,
waarvan bet Nederlandsche slechts uit agenten
daarvan bestaat, en verdedigde de handeling
▼an Commissarissen, om niet voor één,
maar voor twee jaren een contract af te
eluiten, terwijl de commissie ook heel erken
telijk is voor den lof, dien d9 heer Van
Kempen haar wel had willen toezwaaien.
De heer De Lange was overtuigd, dat we
oen uitstekende, voorzichtige gas-commissie
hebben, maar vreesde, na de inlichtingen,
heden verkregen, dat die commissie wel wat
tc voorzichtig zou kunnen worden. Haar
ramingen komen hem over het algemeen
Wel wat laag voor, zoodat die altijd zullen
meevallen, waarbij de heer Zillesen thans
•ok nog een voordeeltje van f 4000 had mee
gedeeld bij den verkoop eergisteren van kool-
teer. Spr. blijft er dus bjj, den gaspriJs niet
te verhoogon.
Volgens den heer Kerstens zou gaspriJs-
verhooging algemeene ontevredenheid teweeg
brengen. HiJ bad bet oog gevestigd op een
in u.tzlcht gestelde reorganisatie der verhou
ding van de gasfabriek tot de gemeente, en
zoolang we de dan te verkrijgen gegevens
niet hebben, wenscht h(J geen prijsverhooging.
De heer Fockema Andreae erkende dat we
hier voor een moeilijk vraagstuk staan, maar
meende toch, dat bet voorstel met het oog
op de handelwaardo, voldoende is gemotiveerd.
Na repliek van de heeren Juta, De Lange,
Fockema Andreae en den Voorzitter, gaf de
heer Van Hamel in overweging aan het voor
stel van commissarissen en B. en Ws. toe te
voegen, dat de verbooging van 7» cent per
kub. meter zal duren tot 1 April 1902, waar
mede B. en Ws. zich kunnen vereenigen,
zoodat het gewijzigde voorstel, na een paar
Opmerkingen van de heeren Den Houter en
A. J. Van Hoeken, in stemming kwam.
Het werd aangeaomen met 13 tegen 10
etemmen.
Vóór stemden de heeren Juta, Zillesen,
Korovaar, Dekhayzen, Fockema Andreae,
Drucker, Van Lidth de Jeude, Zaayer, Van
Dissel, De Goeje, De Vries, Kroon en Van
Hamel.
15o. Voorstel vail den heer A. J. Van Hoeken
JJz., tot winging van de verordening od do hef
fing vau een plaats, directe belasting (107, 144,
169 en 289 van 1898 en 5, 22 en 35 van 1900).
Al had het vorig punt reeds veel tijd in
heBlag genomen, zoo werd toch besloten ook
alt punt nog te behandelen.
Het debat werd ingeleid door den Voor
zitter, die in beschouwingen trad omtrent
de bereids reeds door ons medegedeelde voor
stellen van het Dagelyksch Bestuur, van den
heer Van Hoeken en de commissie van finan
ciën, welke voorstellen hjj tegenover elkander
stelde. In bijzonderheden toonde hy aan, dat
B. enWs. niet met de andere voorstellen kunnen
meegaan, wat betreft de wijze van het hooren
van belastingschuldigen over hun hoogere
aanslagen, als zy daarover reclameeren. HiJ
toonde aan wat er na reeds voorafgaat alvorens
het kohier kan worden opgemaakt en blijft
handhaven het voorstel van B. en Ws. om
de door den heer Van Hoeken voorgestelde
wijziging van art. 16 der Verordening niet
aan te nemen, evenals ook voorgesteld wordt
om het voorstel te verwerpen der commissie
▼an flnancióQ om nog gedurende een jaar
ten proef te nemen.
Beide voorstellen volgde bi) op den voet
punt voor punt.
Na een zeer uitvoerige rede dus van bijna een
uur hoopte spr. dat de commissie van financiën
haar voorstel zou intrekken en dat de Raad
dat van den heer Van Hoeken zou verwerpen.
B. en We. rekenen op het vertrouwen van
den Raad te mogen aanspraak maken.
De heer Drucker meent dat het intusacben
wel wat laat geworden is (over vjjven) om
verder over dit punt te beraadslagen, omdat
mea nu volgens hem toch niet lot een be
slissing zou komen, wat de Voorzitter niet
met hem eens is.
De discussie wordt dus voortgezet. [De
heeren Van Lidth de Jeude, Den Houter en
Pera verlaten Inmiddels de vergadering.]
De heer Drucker zegt slechts zeer kort
het woord te zullen voeren, omdat or vroeger
en ln de ingekomen stukken reeds zoo veel
over deze zaak gezegd en geschreven is. Hy
trad daarop 1q eenige beschouwingen, o. a.
ter aantoonisg dat de behandeling der reclames
geen zaak van staatsrecht, maar 69Q zaak
van gevoel8recht is voor den belanghebbende,
wiens naam, als deze reclameert, in de courant
komt, waarvoor hy z\jn redenen kan hebben
dat dit niet gebeurt. Spr, haalde dit met een
voorbeeld aan en weet ook niet of de werk
zaamheden van B. en Ws. tot opmaking van
bet kohier wel zoo verbazend toenemen.
De Voorzitter bleef beweren, dat hier wel
degelijk sprake is van staatsrecht, terwijl bij
volhield, dat bi) invoering van het voorstel
-van den heer Van Hoeken de arbeid der
ambtenaren ontzaglijk toeneemt. Het opmaken
van het kohier zal tweemaal zooveel ttyd
kosten.
De heer A. J. Van Hoeken gaf te kennen,
dat hij zich met het voorstel der commissie
van financiën om de verleden jaar roor
B. en Ws. gevolgde proef nog een jaar voort
te zetten, geheel kan vereenigen. HiJ wil
B. en Ws. in de gelegenheid stellen de belas
tingschuldigen zoowel schriftoliJk als monde
ling over hun bezwaren te hooren.
De Voorzitter bleef den voorgestelden om-
slachtlgen, tiJdroovenden maatregel, niet in
het belaag der gemeente achten. De Raad kan
niet alles van B. en Ws. verlangen.
Allereerst werd nu gestemd over het eerste
gedeelte van het voorstel der commissie van
financiën: om B. en Ws. uit te noodigen,
met voortzetting der io 1899 genomen proef,
ook bij de behandeling van het kohier der
plaatselijke directe belasting over 1900, in
geval van toepassing van art. 16 der Veror
dening den belastingschuldige in de gelegen
heid te stellen, schriftelijk zijn bezwaren in
te brengen en wanneer daartoe naar bun
meenitig aanleiding bestaat, den reclamant
nog nader mondeliog te hooren.
Dit werd verworpen met 13 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Drucker, A. J.
Van Hoeken, De Lange, P. J. Van Hoeken,
Aalberse, J. P. J. Driessen en Korstens.
Daardoor vervielen de beide andere gedeel
ten van het voorstel van genoemde commis
sie, nl. om B. en Ws. uit te noodigen van
den uitslag der proef meoedeeling te doen
aan den Raad en om de behandeling van het
voorstel van den heer Van Hoeken inmiddels
aan te houden.
Ten gevolge van den uitslag der stemming
over het eerste gedeelte trok de heer Van
Hoeken bovendien zijn voorstri in.
De wijze van aanslag geschiedt dus iQ het
vervolg weer op dezelfde manier als ze vóór
1899 plaats had.
16o. Behandeling van de in de Raadsvergadering
van 25 Januari jl. aangehouden motie van den
heer Mr. S. J. Fockema Andreae.
Werd, met het oog op het gevorderde uur,
tot een volgende vergadering aangehouden,
waarna de zitting werd gesloten.
De oorlog tusschen. Engeland en Transvaal.
Uit de Zuid-Afrikaansche Mail.
Over het beleg van Mafeking wordt dd. 11
December aan de „Randpost" geschreven:
Geen nieuws. Nog altijd liggen wi] in
dezelfde positie voor Mafeking. Gisteren bezocht
ik het Creusotkanon.
Gewapend met een goeden verrekijker, was
ik in etaat na te gaan wat onze bommen in
het dorp hebben uitgewerkt. Hier en daar
waren gaten in de hulzen en sommige waren
afgebrand. Onze artillerie is zeer goed, maar
als men den vijand meer beschoot, zou het
beter zijn.
Met den gezondheidstoestand in ons lager
gaat het bevredigend. Ik had gevreesd, dat
ten gevolge der zware regens zieke menschen
zouden komen. Het is echter gebleken, dat
die vrees ongegrond was.
Voor eenige weken zond ik u een telegram,
waarin ik u wees op een vermoedelijke
communicatie tusschen ons lager en het dorp.
Om u te doen zien, dat het mogelijk is
berichten naar Mafeking te zenden, vertel ik
u de volgende aardigheid:
Een der assistenten by het Creu6ot-kanon
sloot in een ledige bom een briefje van ongeveer
den volgenden inhoud:
„Aan Baden Powell te Mafeking.
Excuus, dat ik u op deze wflze een rapport-
ganger zend. Ik heb geen ander. Mocht het
kwaad doen, schenk hem dan vergiffenis. Ik
verzoek u niet al de whiskey uit te arinkeu,
opdat als wij een dezer dagen voor u komen
kuieren, wij ook nog een glas kunnen drinken.
Groet mra. Dunkley en zeg baar, dat haar
moeder en familie nog frisch en gezond zijn.
(w. g.) Een Republikein."
Kolonel Baden Powell had spoedig den
naam van „Een Republikein" uitgevonden, en
zond via onzen generaal een bottel whiskey
met het volgende briefje:
„Ik zend u bierbjj een bottel whiskey.
Ontvang de groeten van mrs. Dunkley. Z(J
is welvarend."
Nog kan ik n melden, dat de vendutie van
het buitvee heeft opgebracht 2765 pd. st.
10 8. 6 d. Wel een bewijs, dat de Marico-Lurgers
nog niet zoo arm zijn.
Volgens een Reuterbericht zijn drie Engelsche
soldaten, te Bloemfontein gevangen gehouden,
ontsnapt en veilig weer bjj de hunnen aan
gekomen.
Een verslaggever van de „Volksstem" beeft
een bezoek gebracht aan do centrale werk
plaats van de Zuid-Afr. Sp.-My. om onze
kranke kanonnen op te zoeken.
Op den morgen, volgende op den nacht,
waarop „Long Tom" en de houwitser vor-
nleld werden, was er onaer de bonderden bur
gers en onder de vele artillerie-officieren, die
bedoeld geschut zagen, met één, die geloofde,
dat men ooit weer met deze kanonnen op de
Engelschen zou schieten. WiJ weten nu beter.
„Long Tom" is bijna weer klaar, dank zij de
werkkracht en vindingrijkheid van de heeren
Grunberg, Ugla, Fléche en Wfinands, van cie
centrale werkplaats, die met ce meeste be
scheidenheid voortdurend verklaren, dat het
zoo etnvoudi/ mogelijk is.
Hos de kanonnen gerepareerd worden, wat
de veranderingen zijn en waaraan het te
danken is, dat zy gerepareerd kunnen wor
den, zijn zakt-n, waarover op dit oogeoblik niet
uitgeweid kan worden, maar dit is zeker, dat
het repareeren van de kanonnen den dank,
welken het Afrikaansche volk in dezen oorlog
aan de Zutd-Afr. Sp.-My. schuldig is, niet
weinig vergroot.
Een geluk wensch aan het adres van de be
treffende personen voor hun kranig werk is
ten zeerste verdiend. Een gelukwensch aan
onze Brit8che tegenstanders, nu hun oude
vriend „Long Tom" met gevolg hen weer in
het vr\jo morgenuur zal wekken, is niet min
der oprecht gemeend.
Uit de „Volksstem":
Als een enkel bewijs hoe volkomen ont
moedigd do Britsche troepen na den slag te
Modderrivier waren, moge worden aaDgehaald,
dat een jonge kerel aan het eind van den
6lag op eeo drietal Gordon Hooglandera schoot,
die onmiddellijk bun wapens neerwierpen,
zich overgaven en zich door dien eenen man
naar het lager lieten brengen, terwijl hy hun
wapenen droeg en zy een heel eind moesten
gaan vóór zU by onze menschen waren. Ook
de Goorkha's moeten geheel uit elkaar ge
schoten zyn. Zy moeten zeer dapper, doch
als duivels gevochten hebben. Men vertelt
dat zy met twee man op een paard komen
aanstormen en zoodra zy onder vuur zyn,
springt er e:n af en vormen zy een klomp
voetvolk en een klomp paardenruiters. Onder
een vervaarlyk geschreeuw stormden zy tegen
de posities der Boeren op en het hevigste
geweervuur kon hen ni6t in hun vaart stuiten.
De president van het Fransche actie-comité
voor Zuid Afrika, de afgevaardigde Berry,
heeft van een aer Fransche vrywilligers, die
den Boeren ter hulp zyn gesneld, een schryven
uit Pretoria van 26 December ontvangen,
waarin wordt medegedeeld, dat zy zonder by-
zonoero moeiiykheden en inspanning daar zyn
aangekomen. Zy zouden by het Duitsche
corps ingeiyfd worden. Pretoria ia op het
oogenblik bijna geheel onbewoond. Iedereen
is naar de grens en slechts eenige uitlander3
zyn overgebleven.
Uit een brief, geschreven den löden Januari
by Ladysmith:
„Met ons gaat het goed, maar wy zitten
nog steeds in angst over onze arme jongens,
in Ladysmith opgesloten. Een van de neven
is reeds aan typhus in die stad gestorven.
Zyn broer was tot aan zyn dood by bem en
de kapitein bad een kist laten maken en per
missie gekregen het ïyk op een aparte plaats
te laten begraveo, opdat de familie bet later
kan opgraven. De berichten zyn vreeseiyk,
zóóveel zieken, en 20 en meer sterven per
dag aan den typhus. Van de 20 jongelui oie
als lijfwacht van generaal White meegingen,
tyn er nog maar zes, die wèl zyn. Onze L.
gelukkig ook nog. De andere 14 zyn gewond
of ziek. Men verwacht, dat deze week Lady
smith ontzet zal worden, en we hopen, dat
onze zieke jongens dan vry zullen komen."
Een ander schryft:
„De Boeren hebben opgemerkt, dat de
Engelschen by Colenso met hun kanonnen
op hun eigen tro-.pen schoten, om ze vooruit
te krygen."
Soldaten te Worcester
Onder het opschrift „Een mooi zootje"
schryft de „Worcester Advertiser" van 19
Januari het volgende:
In den vroegen morgen van Dinsdag arri
veerden hier ter stede per trein 150 man
schappen, zoo men zegt komende van Lady
Grey, om hier het Station en den Spoorweg
op te passen. Waar op aarde is men toch op
die gedachte gekomeo, daar de inwoners van
Worcester (ie blanken althans) zoo stil en
bedaard zyn als mogelijk. Doch als het met
die hoeren soldaten moet gaan zooals gisteren,
dan weten wy niet of het alles vredelievend
zal biyven, want het was nu eenmaal aller-
schanaaligst hen te zien rond iwalen in de
cantines, half gekleed en dronken als zwynen;
een vrerd er dood dronken weggesleept vau
onder een heining in de Hoogstraat, byna
naakt.
Ia plaats, dat die heeren soldaten hier komen
en hun plichten vervullen (als die hier te ver
vullen zyn, want alles gaat hier ordeiyk toe)
komen zy bier de reine lucht in Worcester
verpesteD, want er was geen een by of hy had,
gelooven wy, oen goede „schoonmaak" van
hoofd tot voeten noodig, en wy bobbin stin
ken Je kaffers en verwaarloosde zwartjes ge
noeg, die ons hst leven onaangenaam maken.
Een goede on terecht zoo juiste uitdrukking
hoorden wy uit den mon j van een politieman,
die aanmerkte: „Nou moet ons oie soldate
nog oppas, io plaats dat die so'.date Wor
cester oppas."
Wy denken, dat sommige der autoriteiten
wel wat overhaast zyn te werk gegaan om
soldaten aan te vragen voor vreeazaam Wor
cester. Men denke hierover ernstigiyk nal
Uit Mafeking.
Ds „King" bebel&t een pair belangwek
kende brieven van kolonel Baden-Powtll uit
Mafeking. Daarin schryft hy o. a.:
„Ik zit in myn tomvry bureau deze brie
ven to schryven. Rondom my is telephonl
scho gemeenschap met elk van myn buiten
posten. Aan elk van myn buitenposten neemt
men door een verrekyker de voorposten van
do Boeren en hun kanonnen voortdurend
waar. Zoodra men ziet naar welken kant
hun vuur zal gericht wor Jen, wordt per draad
gewaarschuwd, en or klinkt een bel in dat
gedeelte van de stad, waar de granaat op
bet punt is neer te komen, en allen, die in
de buurt zyn, kruipen dadeiyk als konynen
den grond in. Gewooulyk zitten de meesten
onzer, behalve als de dienst ons naar buiten
roept, gedurende den dag dicht by elkaar;
maar tegen den avoQJ komen wy naar buiten
en scheppen een luchtje. De Boeren schei Jen
er gewoonlyk tegen den avond met schieten
uit, of zenden een paar granaten op ons af
vóór de zon ondergaat."
De bevelhebber heeft Mafeking bevryd van
alle verdachte personen. Hjj heeft onaer meer
veertig Fenians gevangen doen nemen, waar
onder do vroegere stationschef van Mafeking.
Op dezen rustte de ernstige verdenking, dat
zy in strafwaardige gemeenschap met den
vyand stonden.
Kolonel Baden-Powell klaagt ten slotte
over gebrek aan mondkost en stelt de Kaap-
sche Regoering daarvoor aansprakeiyk.
Schaakspel*
In een der bovenzalen van het Zuid-Hol-
landsch Koffiehuis te 's-Gravenhage had een
Massa-kamp plaats tusschen de schaakclubs
„Discendo Discimus", te 's-Hage, en het
„LelJsche Schaakgenootschap".
De uitslag was als volgt:
„Discendo Discimus" „Leidsch Schaakgen."
Jhr. A.E.v.Foreeat 0 B. Leusaen
J. W. Te Kolsté Dr. A. Oppenheim
C. C. W. Mann 1
Mr. S. Van Houten 0
A. E. Rahusen 1
dr.T.M.Gumplowicz 1 B. Vies
J. J. Van der Pot 0 Th. J. D. Enderlé
F. L. G. d' Aumerie 1 W. Ridderhof
J. Simons 0 R. F. C. Wilhelmy Damsté 1
Ch. Wesaeling 1 Jhr.C. J.Striok v.Linachoten 0
A. J. W. Coenen 4 H. Bromekamp t
6~
J. F. S. Esser
Dr. A. Van Rhijn
R. Van Dam
In het Engelsche Lagerhuis.
In het Lagerhuis deelde Chamberlain gis
teren mede, dat by bericht ontving, dat bty
drie gelegenheden, waarvan twee nog zeer
onlangs, de Boeren een inval gedaan hebben
in Zoeloeland, waarby zy in een district den
magistraat, met zyn staf en de politie hebben
gevangengenomen, en in een ander district
alle magacynen hebben geplunderd. Eveneens
wordt bericht, dat een commando met kanon-
nen vooruitrukt in Zoeloeland. Deze hande
lingen hebben groote ongerustheid gewekt
onder de Zoeloes, een ODgerustbeid, die zich
moet mededoelen aan de inboorlingen io Natal.
De gevolgen van zulke invallen in inboor
ling-districten kunnen voor Z.-Afrika niet
ancers dan zeer ernstig zyn. De Natalsche
ministers hebben gemeld, cat zy zich niet
langer verantwoordeiyk stellen voor de vreed
zame houding der Zoeloes; en Sir Alfred
Milner, die deze invallen in ZoJoeland diep
betreurt, zet uiteen, dat zy in stryj zyn'
met een stilzwygende overeenkomst om de
in- ooriingen niet in dezen oorlog te betrekken.
Chamberlain zeide daaraan te kunnen toe-
voegen, dat besloten is, indien de Boeren
opzetteiyk een inval in de inboorlingen-dis-,
tricten van de Kaapkolonie doen, de inboor
lingen zullen worJen aangemoedigd en op
alle manieren geholpen om zich tegeo die
invallen te verdedigen.
De afgevaardigde Yerburgh vroeg aan
Balfour of, nu het geblekeD is, dat de Boeren
Zoeloeland bionenvieleD, en ook, dat inboor
lingen door de Boeren als combattanten zyn
gewapend, de Regeering Dog tiyft ty haar
verklaring, dat inlandsche troepen niet door
de Engelsche Regoering in cezen oorlog zullen
worden gebruikt en of dezelfde verklaring
ook geldt de inlandsche troepen uit Indiö.
Minister Balfour antwoordde, dat Yerburgh
zeer verstandig deed door zyn vraag in twee
geheel verschillende gedeelten to splitsen.
„Ik behoef wei niet te zeggen, dat er geen
vergelykiog te maken is tusschen inlandsche
stammen in Zuid-Afrika en inlandsche troe
pen uit Indiê. Wy zouden er trotsch op zyn
gebruik te kunnen maken van de diensteo,
die de laatst-n hebben bewezen ln eiken
oorlog, die onder gewone omstandigheden
gevosrd werd.
„Do verklaring betreffende do staatkunde,
waarop Yerburgh zinspeelde, was gegrond
op litt denkbeeld, dat de oorlog in Zuid-
Afrika niet zou gevoerd worden onder ge
wone omstandigheden en wy meenden, bjj
onderlioge overeenstemming, dat het wenache-
ïyk wezen zou den oorlog te beperken tot
de beide Europeesche rassen, die er hoofd-
zakeiyk by betrokken zyn.
„Indien de Boeren een stelregel volgen,
cie met dit begrip in stryd is, zullen wy
ODezelven vry achten, onze beslissing op dit
punt te herzien." (Toejuiching.)
De afgevaaraigde Courtney vroeg, of Bal
four er zorg voor zal dragen, dat de grootste
zekerheid verkregen wordt betreffende de
juistheid en de geloofwaardigheid van het
bericht, dat de Boeren de inboorlingen aan
vallen, en of de minister wist, dat in dit,
zoowel als in veel andere gevallen van be
weerde schending van d© oorlogsgebrulken,
van beide zyaen beschuldigingen werden geuit.
Balfour antwoordde, dat -r geen bewerin
gen uitgesproken zyn over schending der
oorlogsgebruiken, en verzekerde aan Court
ney, dat een zorgvuloig onderzoek zal worden
iQgesteld.
Do onder-minister van buitenlandscho
zaken, St.-John Bro Tick, verklaarde, dat de
conventie voor de vredelievend© oplossing van
internationale geschilleo, te 's-Gravenbage
aangenomen en in October jl. onderteekend,
voor zoover bekend is, nog door geen der
ondertekenaars is bekrachtigDe Engelsche
Regeering is bereid om vier arbiters te be-
noemen, zoodra de ratificatio heeft plaats
gehad.
De onder-mioister verzekerde verder, dat
de bevelen, door de Portugeesche Regeering
gegeven, van zoodanigeo aard zyn, dat zy
geen twyfel overlaten aan de bedoeling dier
Regeering om volkomen haar plichten van
neutraliteit, wat betreft Delagoabaai, te ver
vullen.
De Engelsche Regeering heeft voortdurend
de meest zorgvuldige aandacht geschonken
aan den toestand in Delagoabaai. Zy is ln
voortdurende gemeenschap met den admi
raal, bevelhebber der vloot in die wateren,
en met den Engelschen consul ts Lorenzo-
Marquez.
Van de militaire voorstellen der Regeering
werd het voorstel tot verhooging der wer
kelijke sterkte van het leger aangenomen
met 239 tegen 34 stemmen.