N0.12P59
Donderdag 8 Februari.
A°. 1900
<§eze gouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Nod. Zuid-Afrikaansclie ïereeniging.
Feuilleton.
Een wonderlijke geschiedenis.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PKIJS DEZKB COTBAHT»
Voor Loldan pet maanden.
Franco pet post
Afzonderlijke Nommert
K
1.10.
1.40.
0.05
PRUS DHR ADVKRTENTIËHl
Va?» 1—6 regels 1.06. ledore regel mee* 0.17}. Grootar*
letters naar plaatsruimte Voer het tncasseeren btötCD de Stad
wordt ƒ0.06 berekend.
Afdceling Leiden en Omstreken.
Door den Penningmeester is sinds de laatste
opgave ontvangen:
yan een Duitsche firma l 11.76
yan Oddio yoor de Boertjes. 0.26
door bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
r gecollecteerd op "Willemina's verjaardag,
,6 Februari 1900ƒ0.495
gecollecteerd op bet zilveren feest
yan Oom Cor,2.41'
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
Leiden, 8 Februari.
- H. M. do Koningin vereenlgt boden non
tafel: Luitenant-generaal baron Schimmel-
penninck van der Oye, en Mevrouw; mr. L.
Ruysaenaers, buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister, en Mevrouw; baron De
Smeth van Alpben en Mevrouw; C. baron Van
Heeckeren van Keil, benoemd gezant van
H. M. te Stockholm.
- Men meldt uit Den Haag van gister
avond
Het Diligontia-concert bracht voor Mengel
berg een aangename verrassing. HU trad op
als solist in het vyfde pianoconcert van
Beethoven, dat zonder zyn leiding werd uit
gevoerd, terwijl alleen de concertmeester, Spoor,
van z\jn plaats gezeten de inzetten aangaf.
Toen het tweede gedeelte, de pastorale van
Beethoven, was geöindigd, liet H. M. de
Koningin, die met Haar Moeder nagenoeg het
gebecle concert bijwoonde, Mengelberg ont
bieden door den adjudant en sprak hem toe
om hem geluk te wenschen met zyn leiding
en met zyn verdiensten als solist
Ook de Koningin Moeder voegde hieraan
•enige vriendelijke woorden toe.
Dit is de eerste maal, 4at de Koningin in
haar loge een artist toespreekt. Na het heen
gaan der Vorstinnen werd Mengelberg, die
reeds krans en bloemtuil had ontvangen, terug
geroepen door het publiek, dat met levendige
toejuichingen zin instemming ts kennen gaf
met het eerbetoon, don dirigent en solist be
wezen.
Ia een gist rmiddag te Amsterdam
gehouden bijeenkomst, in het Hotel Kras-
napolaky, werd besloten tot oprichting van
«en handelsvereniging voor Zuid-Afrika, ten
doel hebbende het stichten van een centraal
handelsdepot en -museum, speciaal voor
Hollandsche artikelen en ter bevordering der
Nederlandsche nyverheid.
Tot leden van het comité werden benoemd
tot voorzitter de heer M. S. De Vries, N.
Heerengracht 111, ts Amsterdam; tot secre
taris penningmeester de heer Y. H. Haag te
Leiden, en verder de heeren F. Gunnink Bzn.
te Kampen, A. J. Aussems te Kuilenburg
eu J. J. Van Koolbergen te Leidon.
De bevolkiag der gemeente Amsterdam
bedroeg op 31 December 1899 523,743 zielen
(249,482 mannen en 274,261 vrouwen).
Uit een 60-tal sollicitanten is tot adjunct
commies aan de secretarie der gemeente
Utrecht benoemd mr. H. T. A. Verhoef,
vroeger volontair ter secretarie to Leiderdorp.
By het „Nederlandsch Zuid Afrikaans^u
Fonds tot daadwerkeiyken steun", Keizers
gracht 268, te Amsterdam, is in December
•n Januari 11. 5096 33 ingekomen.
Door bemiddeling van het Fonds vertrokken
tot heden per verschillende, zoo Fransch* als
Duitsche, gelegenheden 20 personen, volgens
de provinciën verdeeld als volgt: Friesland 2,
Overysöl 1, Gelderland 5, Utrecht 1, Noord-
Holland 6, Zuid-Holland 3, Zeeland 1, Lim
burg 1.
Verder werd in Z.-Afrika een hulpkas
gevormd ten dienste van den vertegenwoor
diger van het Foods in dat werelddeel.
Geregelde toevloeiing van giften is echter
noodzakelijk, daar de uitzending van personen
daarmede natuurlijk verband mott houden.
De van het 4de regiment infanterie aan
de Hoogere Krijgsschool gedetacheerde offi
cieren zullen van 1 Mei tot 29 September
a.8. worden gedetachoerd als achter hun
namen staat vermeid: late luitenant W. F.
Waldeck en J. M. SluiJs by het 1ste regiment
veldartillerie te Amersfoort, N. J. Kooiman
en C. J. A. Kruyt by het 2de regiment veld
artillerie te '8 Gravenhage en W. Petter by
het 2de regiment huzaren te Venloo.
Officieel is bericht onlvargen uit Pre
toria, dat van de tweede ambulance van het
Roode Kruis (dr. Koster) allen gezond zyn.
Het hospitaal is ingericht te Harriamith en
e&n veldhospitaal tusscben Tugela en Lady-
smith. Ook de aanvullingsambulance van dr.
Van Ryckevorsel is aangekomen.
Baron Jules d'Anethan, gezantschaps-
raad van België, is uit Brussel in het Hotel
„den Ouden Doelen" te 'i-Gravenhage aan
gekomen.
De bevolking van 's Gravenhago bedroeg
op 31 December j.l. 93,304 mannen en 112,024
vrouweD, te zamea 205,328 zielen.
De deelneming by de begrafenis van den
bisschop van Roermond, mgr. Boerman»,
was gisteren algemeen. In de straten, waar
langs de lykstoet zich naar de Kathedraal
begaf, warea aan de huizen do vlaggen half
stok geheschen; allo corporaties der stad
namen deel aan den indrukwekkeoden stoet:
studenten van colleges en broederschappen,
muziekverenigingen en harmonie, reguliere
en seculiere geestelijken ten getale van 250;
het kapittel en deputaties van andere bis-
commen. DaarbjJ voegden zich de burge
meester en de leden van den gemeenteraad;
de commandant en officieren der d.d. scbuttery
en van het garnizoen; een deputatie van de
geboortestad vau den overleoene (Venloo) en
verscheidene katholieke verenigingen.
De stoet werd om halftien precies naby de
Kathedraal opgesteld en trok door de Neer
straat naar de Paredlsstxaat, tot voor het
bisschoppelijk paleis, waar de aartsbisschop van
Utrecht en het kapittel der kathedrale kerk
achter het ïyk in den stoet traden.
Daarna vervolgde de stoet zyn weg langs
het Munsterplein, door de Munsterstraat, de
Jezuïetenstraat, de Swalmerstraat, langs de
Markt naar de Kathedraal.
De kerk was in diepen rouw gehold en
met deelnemende geloovigen dicht bezet. De
ïykdienst werd opgedragen door mgr. H. Van
de Wetering, aartsbisschop van Utrecht; mgr.
Drebmans was met de boogeerw. kanunniken
van het bisdom tegonwoordlg.
Na afloop der plechtigheid i klom nu ue r
Corten, deken en plebsan, den kansel en
schetste in treffende taal den overledene,
volgens zyn spreuk „Trouw in Geloof", als
man van geloof, Ijverig priester en zelfop
offerend bisschop, en in z(jn geduldig iyden
door het geloof.
Na afloop van den ïykdienst stelde de stoet,
die werd geschat op 1500 personen, zich
opnieuw samen naby de Katbeoraal en op
de Markt, van waar by trok door de Neerstraat
tot aan de Kappellerpoort. Langs den weg
van en naar de Kathedraal waren de ont
stoken gaslantaarns met rouwfloers omhuld.
Aan de poort verlieten de autoriteiten en
corporatiën den stoet en werd het lyk door
de geest-lykheid en familieleden ter begraaf
plaats gevolgd, waar het lyk van den hoog-
vereerden overledene werd bijgezet in de
gralkapel van Roermonds bisschoppen, naast
zijn ODvergetelUken voorganger, mgr. Paradis.
Het stoomschip „Mal ng" rtrok 7
Febr. van Bata-ia naar Rotterdam; de „Soem-
bawa," van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 7 Febr. te Port-Saidde „Soenda," van
Batavia naar Amsterdam, passeeru* 7 h\ r.
Ouessant.
Hazerswoude. Din dagmorgen had de
vrouw van den water molenaar P. v. G. haar
zoontje een portemonnee met 10.53 mee-
i egev->rtf o-<i nt g<-ld raar den graanhande
ls te brengen; o b toen de jongen op de
bt-tlemda plaats was gekomen, vond by de
poitemoonaie niet meer in zfin zak. Hoe
mieder eu kind ook zochten, het geld werd
n et teruggevonden
Den ganschen dag bleven ze over bun ver
lies tobben en ze durfden het niet eens aan
den zieken vader mededeelen. Maar 'e avonds
laat, toen bet heele gezin reeds te bed lag,
werd er aan den eenzamen molen op den
Gemeeneweg geklopt eu bet geld hun thuis
bezorgd.
Onze gemeentebode, L. Goldberg, was dien
zelfden morgen op zyo ry wiel naar de secre
tarie gereden, had het verlorene opgeraapt
en by zyn thuiskomst aan moeder de vrouw
te bewaren gegeven, om onmiddeliyk daarop
met zyn zoon Thfis naar Leiden te peddelun.
Toen beiden 's avonds terugkwamen, bad zyn
vrouw reeds van een der kinderen vernomen,
wie de eigenaars van het geld waren.
Het was den man niet te veel moeite, nu
voor de derde maal deu weg op te gaan en
de portemonnaio aan de molenaarsvrouw
terug te bezorgen.
Dat de eeriyke vinder zich ruimschoots
beloond achtte, toen by de blydschap der
vrouw zag, en dat hy, zoowel ale de be
woners van den molen, met aangename ge
dachten insliepen, behoeft geen betoog.
Leiderdorp. Ten kantore van den secretaris
van den Munnikenpolder ligt ter leziDg de
lyst der stemgerechtigde ingelanden, bevat
tende 15 namen.
Het aantal stemmen, dat kan worden uit
gebracht, bedraagt 176.
Oude-Wetering. Dinsdag-avond had in
het lokaal van den neer P. J. B. Coz|jn,
alhier, de aangekon igde lichtbeelden vertoo-
mng plaats. Juist was die dag van 6 Feoruari
een herinnering aan den bloedigon slag, dien
de Kaffers in 1838 op de Boeren deden en
waarby duizenden Kaffers werden go^oou.
Da lichtbeelden kwamen zeer juist uit en
deden zeer goed aan de toeschouwers zien,
hoe of de werkelijkheid in Transvaal is, en
wat de Boeren daar geleden hebben. Vooral
wanneer tante en oom Paul te voorschijn
kwamen, werd er oorverdoovend geapplau
disseerd. Den heer Kerkhoven, van Oudshoorn,
mag zeker ook hier geen woord van lof ont
houden worden, want alle lichtbeelden waren
juist naar het leven getroffen.
Niet minder komt een woord van lof toe
aan den heer G. J. B. Bontje, hoofd eener
school te Oude-Wetering, die, evenals hy reeds
elders deed, by elk lichtbeeld daarvan de ge
schiedenis op een voor het publiek zeer pak
kende wyze uiteenzette; en de levendigheid
daarvan den toeschouwers zoo deed zitn, dat
men zich zelfs in Transvaal zou wanen. Dj
spreker werd met groote aandacht gevolgd.
Aan het slot werden onze Vorstinnen ver
toond; toen werd het Wilhelmus, oude toon
zetting, door allen staande gezongen met
ootbloot hoofd. Er heerschte groote geestdrift.
Roelof-Arendsveen. In het Zuiitinde had
in den morgen van 7 dezer een ongeval
plaats, dat boven verwachting nog goed is
afgeloopen. Een wielrijder uit het naburige
Leimuiden tuimelde by het afrydeu eener
brug van zyn wieier, en kwam kopj* ouder
midden in de daar diepe Veenwetsring terecht
Door inmiddels geboden hulp werden fiets
en beryder op het droge gebracht, waarna
de gastvrije O. H. hem van droge kliederen
voorzag, en hem alzoo in staat stelde weder
naar L. terug te keeren.
Zoetcrwoude. Het aantal alhier verrichte
vaccinatiën in 1899 bedroeg 25. Hiervan waren
23 kosteloos. Daarvan aan personen beneden
het jaar 1, aan personen van 13 jaren 9,
aan personen van 3 6 jaren 13, aan per
sonen boven de zes jaren 2.
Gedurende het afgeloopen jaar werden
alhier aangevraagd: 1 jachtakte, 11 groots
viscbakt-n en 23 kleine viscbakten.
Zootenueor. Naar men verneemt, is aan
M. Noppe tegen 1 Mei a. s. eervol ontslag
verleend ah veldwachter dezer gemeente.
Zoetermeer-Zegwaard. Gepassetrdo week
werd onder de godsdienstoefening in de Nsd.-
Herv. kerk ten behoeve van de armen dezer
gemeente by de gewone collecte een extra
gilt van 25 ontvangen.
De uitkeering van het R|jk in een vierde
gedeelte der jaarwedden van Burgemeester
en Secretaris bedraagt voor Zegwaard 312 50
en voor Zoetermeer 287.50.
Dit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Met ingang van 1 Mei 1900,
aan W. J. Van Erpers Roy aards, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester van
Wormerveer.
Toestemming verleend aan W. Paling Lz., secre
taris der gemeenten Waarder, liarwoutswaarder
en Rietveld, om tot 1 Januari 1905 te Woerden
te blijven wonen; C. L. W. Van lJsendijk, burge
meester en secretaris der gemeente Zwaag, om
tot 1 Augustus 1900 te Weesp te blijven wonen.
Nalatenschappen.
Do „Sts.-Ct." bevat een staat van nalatenschap
pen, berustende bij de weeskamers te Batavia,
Bemarang, Soerabaia, Padang en Makasser, die
door do daarop rechthebbenden kunnen worden
opgevraagd en ontvangen bij bot departement van
koloniën. De namen der erflaters en het bedrag
hunner nalatenscbappen zijn:
J. A. Madel, gegageerd cavalerist, ƒ16.1*"»'; J. A.
Steenborgb, stationschef, ƒ11.585; W. Vos, gej»
hosp.-schrijver, 6.13; li. G. O. Wiesemaon, geg
sergeant, f 152.57C. H. Puttrich, geëmployeerde
ƒ105.141; O. Korn, geg. sergeaat-majoor, ƒ11.58)
F. W. Greetf, geg. Korp. hosp.-bediende, f 29.87;
R. Hromadka, geg. sergeant, /9.715; J. De Jongh
geg. sergeant, ƒ8.065; Oh. C. Merer, 60.9 It F.
Scnott, ehemiker, f 116.985; W. F. Zandhuy/en
geg. fuselier, ƒ1.225; H. B. Damm, geg fuselier,
'zO.Ol; W. H. Hilleo, betaaln*rester Atjebscho
stoomtram, 1182.ÖÓ; J. W. Bauach, klerk, ƒ472.425;
B. Van der Mey, geëmployeerde, f 118.09.
University Extension.
II.
Gisteravond zou prof. dr. K. Martin do vorming
van mineralen en gesteenten door do chemisch»
en mechanische werking van het water nagaan
Van den regen, die op de aarde noervalt
dringt een groot gedeelte in den bodem dooi
en geeft hier aanleiding tot talrijke verande
ringen en nieuwe vormingen van mineralen;
de druipsteenen in onderaardsche Uoleu, do
amandelen in vulkanische gesteenten en de
ertsgangen kunnen als voorbeeld dieneD. Aan
zienlijke massa's gesteenten worden ook dooi
bet onderaardsche water opgelost (gips en kalk
steen) en gedeeltelijk komt dit water weer in
de rainoralo bronuen te voorschijn. Vooral do
boete bronnen, die o. a. kalk- en kiezelsinters
afzetten, zyn in dit opzicht van belang (geysirs).
De onderaardsche holten, door oplossing van
bet gesteente ontstaan, geven niet zelden aan
leiding tot instortingen en daarmede in ver
band staande aardbevingen. Aan den anderen
kant kan het volame van hoi gesteente door
opname van water belaDgrijk worden vergroot,
zooals bjj de verandering van anhydrlet in gips,
en kunnen ook hierdoor stoornissen in het ge
bergte teweeg worden gebracht.
Het ontstaan der bronnen zou spreker hier
slechts kort aanstippen; hg maakte er o. a.
opmerkzaam op, hoe in scheuren van het kalk-
gebergte groote watermassa's spoedig kunnen
wegzinken, ten einde naderhand aan de bron
vorming deel te nemen. Opgeheven koraal-
kalken zuigen het water als een spons op en
houden het lang vast, om het later weer lang
zaam in de bronnen te doen afvloeien, hetgeen
voor de waierrerzorgiDg van menig klein eiland
van groot belang is (West-Indie). Een gedeelte
van het Donauwater komt in de Aach weer
voor den dag en vloeit dus door den Rgn af,
na in kalksteenen van bet Juragebergte een
langen onderaardschen weg te hebben afgelegd.
Het water, dat direct aan de oppervlakte
afvloeit of uit do bronnen te voorschgn komt,
vormt nu langs meehamschen weg uieuwe
afzettingen, vooral in den benedenloop der
riviereD. Door de vorming van sorpeutinen en
verandering der stroombedding i9 het te ver
klaren, hoe een enkele rivier alluviale vor
mingen van groote uitgestrektheid kan leveren
do alluviale kuststrooken van menig gedeelte
der Noderlaudscho Koloniën leveren hiervoor
tal van leerqjke voorbeelden. Deze alluviale
vormingen zijn dikwerf rijk aan edele mineralen
(„Seifeogebirge"), die door wasschen der losse
gronden kunnen gewoDnenworden(goud,di*raaul,
platina etc.) Een groot gedeelte van het door
de rivieren getransporteerde materiaal vindt
echter zjjn weg tot den oceaan (aestuaricn dor
rivieren) en neemt alsdan deel aan de vorming
van marine-sedimenten (gelaagde gesteenten),
dio de overblijfselen der zeebewonende orga
nismen insluiten en als versteoningen uit de
Slot)
Intu88cben gingen de jaren voorby.
Met harden arbeid en voel rottingslagen
had Wang niet alleen de schade hersteld,
maar ook zijn iokomsten verdubbeld en nieuwe
landeryeu bfigekocht, die by deed ontginnen
on beplanten. Het werk was inspannend en
een voortdurend toezicht noodzakeiyk. Daar
het land bovendien in een aangename streek
gelegen was, dacht Wang er over, zyn geliefde
moeder te laten overkomen, toen hy op
zekeren dag een brief ontving van den
volgenden inhoud:
„Mfiu zoon! Een oom van uw vader, dien
wy geen van beiden kennen, is gestorven en
heeft ons een ontzagiyk vermogen Dagelaten
haast u, alles, wat gy daarginds bezit, tot
eiken pry's te verkoopenverdeel de opbrengst
aan de armen, want Boeddha ziet gaarne,
dat de rijke aalmoezen geeft, en kom dan
weer by my wonen in de hoofdstad van bet
ryk, waar niemand ons voortaan in overvloed
van bezittingen zal overtreffen
Hierop volgde nog de uitdrukking harer
vreugde, dat zy hem spoedig hoopte weder
te zien, en dankbetuigingen aan den Hemel
voor zooveel onverwacht geluk.
De brenger dezer boodschap gaf hem alle
gewenschte inlichtingen; het was een oude
huisknecht, die Wang in zyn jonge jaren
verzorgd had en die van vreugde weende, toen
hy zyn dierbaren meester mocht wederzien.
Wang liet dus onmiddeliyk zyn goederen
in het openbaar verkoopen, stond ze voor
lagen prya af, verdoelde de som onder de
behoeftigen, tot de laatste sapeke toe, en
begaf zich op een prachtige jonk, die h\j had
uitgerust, te water naar Peking.
Denzelfden dag nu had zyn moeder eveneens
een brief ontvangeD, die aldus luidde:
,Myn moeder! Ik groet u. Ik heb een zeer
groot vermogen verworven; haast u, al, wat wy
in uw woonplaats bezitten, tot eiken prys te
verkoopen; verdeel de opbrengst onder de
armen, want Boeddha ziet gaarne, dat de ryke
aalmoezen geeft, en kom my dan opzoeken.
In kalmte en vrede zullen wy hier gelukkige
dagen slyten."
By het lezen van dezen brief voelde de
edele vrouw haar hart van vreugde opspringen;
zy kende sinds lang den dienaar, die hem
haar bracht. Het was de ïyfknecht van haar
soon; en zy werd niet moede hem te laten
vertellen, hem naar byzonderheden teviagon.
Zy verkocht alles, strooide het geld onder
de armen uit, hun verzoekende, in haar
naam en dien van haar zoon God te zegenen,
en vertrok.
Sedert acht dagen reeds was Wang op reis.
Bohaaglyk aan den voorsteven van zyn boot
op kussens uitgestrekt, met de hand onder
de kin, verdreef hy den tyd met de wilge-
takken, die boven zyn hoofd hingen, door
zyn andere hand te laten glyden. Het was
by het aanbrekon van den dag. Een lichte
mist omsluierde de voorzijde der bergen, wier
toppen door de eerste zonnestralen gekust
werden. En de hemel, de zon, de wolken, de
bergen, de afhangende wilgen, dat alles weer
spiegelde zich in het heldere, doorschijnende
water, waarin do riemen der roeiers het schier
onhoorbare gedruisch maakten van een stuk
zyde, dat men scheurt. Nu en dan vlogen
troepen meeuwen uit het riet op, een regen
van veeren achterlatende.
En Wang peinsde over het meer dan ge
lukkig lot, dat hem voortaan wachtte. Geen
voortdurend toezicht meer, geen lastige zorgen,
geen overhaast opstaan op dit vroege ochtend
uur, wanneer het zoo zoet is zich aan zyn
droomen over te geven; zyn leven zou even
vreedzaam vlieten als de rivier, waarover hy
zich voortbewoog. Hy zou een groot park
hebben met gouden klokjes aan zyn kiosken
en vogelkooien, schuddend en schitterend van
zeldzame vogels. Uit opalen bekers zou by
geurigen wyn, drinken, bezaaid met kroon-
bladen van den amandelboom; hy zou bane-
tongen en bulten van dromedarissen eten.
En hy verdiepte zich in dit zoet gepeins,
terwyi hy in de verte een sloep zag naderen.
Die sloep kwam allengs dichterby. Weldra
lag zy naast de zyne, eu by slaakte een
luiden kreet.
„Moeder 1"
Een andere kreet antwoordde: „Mynzoonl"
De roeiers hielden stil, men legde zich boord
aan boord, en toen de eerste uitroepen bedaard
waren, begonnen de verklaringen, beidt n
meenende, dat de ander zich ten koste van
hem of haar wilde vermaken.
„Lees dien brief, moeder l"
„En zie hier den uweD, myn zoonl"
En toen de beide brieven waren openge
vouwen, bevoad ieder, dat hy slechts een
stuk wit papier in de haöd hield.
WaDg en zyn moeder keken elkander aan;
het begon vreemd te worden.
„Wie zegt gy, myn zoon, dat hom over
handigd heeft?"
„Lie-oe."
„Hy ia niet van my weg geweest.",
„En aan u?"
„Tcheng."
„Hy heeft my geen oogenblik verlaten."
Een vage schrik maakte zich van hen
meester. De twee dienaren zwoeren, dat zy
niets begrepen van al wat men hun zeide.
Op dit oogenblik klonk een schaterlach
door de lucht en iedereen zag twee apen
zwemmend den oever nadereD, aan land
springen en buitelend wegsnellen. Eén bunnor
had een boek in de hand, dat Wang dadelyk
herkende. Twee pakken kleeren, geiyk aan
die der twoe dienaren, lagen opeens op den
bodem van iedere boot
Toen begon Wang te schreien als een
kind; vervolgens deed hy een akelig gelach
hooron. Hy begon, onder het zingen van
onsamenhangende woorden, als een waan
zinnige to dansen. Van kommer en hartzeer
verteerd, ging zyn moeder weldra aan land
ter plaatse, waar de zeven bloemen ontluiken,
en gedurig zag men de armen gek over wegen
en straten ronddolen.
Hy liep op banden en voeten, met kleins
sprongen, evenals een aap; bywyien stond
by stil, ging zitten, wreef zich den neus mek
de vingers en maakte een beweging en
gebaren, alsof by aandachtig in een boek
las; daarna bracht hy eensklaps de hand
aan een zyner oogeD, terwyi hy een pyniyken
kreet slaakte, en hervatte zyn loop. Des nachts
sliep hy in oude, afgedankte kalkovens.
Op een keer verdween hy, en niemand hoeft
sodert dien tyd over hem aoeron spreken,