h K°. 12254- Vrijdaa; 2 Februari, A°. 1900 $eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. ,-ür. PBXJS DEZER QOUBAWT» Voor Lelden per 8 maanden. <?«-««.ƒ 1,10. Franco per postr. 1.40. Afzonderlijke Nommers O.OS. PRUS DEB ADVKRTENTIËNt Van 1—8 rogels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte *- Voor bet tncasseeren buiten do otad wordt ƒ0 06 berekend. Tweede Blad. oorlog tusschen Engeland en Transvaal. Over het gevecht op den Spionkop z(jn *og eenige, overigens weiDig belangrijke, biJzondtrbeden. Twee uren lang, zegt de correspondent ♦an de „Times," ston en onze mann-n bloot aan het hevigste granaatvuur van den geheel n oorlog. Zff werden van twee zijden beschoten, de maxim nor enfelts wierpen dikwijls twaalf granaten vlak achter elkaar, de een telkens iets hoog» r aan de ander, in onze stelling, •d de uitwrrking was moorddadig. De correspondent van „Central News" be schrijft het kopje, dat de EDgelschrn bezet hiclien, als een volkomen vlak terrein van nog geen 300 vierkante meter oppervlakte, aan orie zijden zeer steil afloopend. De ver schansingen, oie de Boeren hier opgeworpen hadden, waren onvoltooid en gaven geen dekking genoeg aan de opeengepakte Engelsche troepen. Reeds 's morgens tegen elf uren scheen het, dat de Engelschen den kop zouden moeten ontruimen, maar op dat oogenblik hadden de kanonnen eindelijk de opstelling ontdekt van het achter een randje verscholen geschut der Boeren, zoodat het geschutvuur verminderde, en te gelijk daagde er versterking op. Een ge eelte van generaal Lyttleton's brigade had de oostelijke helling van den Spionkop beklommen, en wist zich, op een naburigen, suikerbroodvormigen top te hand haven. Het oiende echter nerg-ns tot dan om de v-rlieztn eer Engelschen nog zwaarder te maken: de Boeren naderden voet voor voet van drie zij ten, en de artillerie, die de Engel schen verwachtten,kwam niet. 's Avonds kwam ©r, behalvp berg geschut en klein scheepsge schut, nog versterking, maar de mannen zaten elkaar toch reeds in den weg op den kop, zegt de correspondent van de „Times." Ook na h t vallen van den avond bleven de Boeren granaten In de stelling der Eng lschen werpen, ze brachten nog veel verwoesting teweeg. De ontruiming geschiedde volgens de Engelsche berichtgevers ordelijk, maar lang zaam, ze was eerst voltooid tegen den morgen en werd toen door versche troepen gelekt. Den 28sten werd uit Spearmanskamp gemeld: De overtocht duurde twaalf uren en werd door geen enkel ongeval gestoord. Toen onze laatste wagen de brug overging, richtten de Boeren een vijftienponder op de pontons, en te gelijk nam men waar, dat de Boeren een kanon in positie wilden stellen tegenover ons rechterfront. Dadelijk opeDden de marine kanonnen het vuur met iyddietlommeo en granaatkartetsen, en weiara waren d& Boeren goüwongen, bun pogingen te staken. De Boeren hebben het gras 1q brand ge- etoken op het terrein, waar generaal Warren Btelling genomen had, om alle dekkings- miJdelen te vernietigen. Een telegram van de „Exchange Company" uitPietormaritzburg van Zondagmiddag meldde, dat generaal Woodgate nog leefde. Dezer dagen verspreidde een Natalsch blad het geruchf, dat te Johannesburg eeo fabriek in de lucht was gevlogeo, die gebruikt werd voor het vervaaroigen van granaten. Het Parijschs blad „Éclair" denkt, dat het gorucht onwaar is, daar het niet strookt met wat men van de vervaardiging van schietvoorraad in de Republiek weet. Het is twijfelachtig, of er te Johannesburg granaten worden gegoten, en in allen gevalle worden ze gevuld te Pre toria. Nu is het niet te begrijpen hoe er te Johannesburg een ontploffing zou komen, daar de granaten daar nog geen ontplofbare stoffen bevatten. De groote fabriek van schietvoorraad ligt volgens de „Éclair" te Modderfontein, 77 KM. van Johannesburg. De „Standard and Diggers' News" bevat een t-legrani uit Pretoria van 25 Januari, over een gevecht tusschen de voorposten der Bo ren en de Britsche troepen in den omtrek van Krokodilpoel. De Engelschen hadden een overweldigende meerderheid en de Boeren waren eerst genoodzaakt zich terug te trekken. Maar nadat zy versterking gekregen hadden, verdreven zij de Engelschen uit hun stolling. De Boeren hadden twee gewonden. Reutor maakt de opmerking, oat hier ver moedelijk sprake is van een govecht met ae troepen van overste Plumer, die uit het noorden naar Mafeking oprukt, en dat het gerucht van Mafeking's ontzet hierdoor te niet gedaan wordt. Uit Kimberley wordt geseind, dat, naar men zeide, „Sannie," een van de groote stukken geschut der belegeraars, gesprongen en, evenals bet nieuwe groote kanon der belegerden, in elkaar grzakt was. De geweren, die aan het corps „City Im perial Volunteers" zijn meagegeven, fclfiken plotseling aan zulke ernstige gebreken te lijden, dat uit Woolwich naar Kaapstad ge seind is, cat de geweren niet gebruikt mogen worden. Do geweermakers te Kaapstai sfin natuurlijk niet toegerust om de soldaton van nieuwe geweren te voorzien, zoo Jat het corps tot later order ootwap nd is. Men zal zoo vlug mogelijk eon partij geweren zenden, die bruikbaar zfin, terwijl de onbruikbare teruggezonden worden, om thuis hersteld te worden. Geheel duidelijk is dit verbaal, zooals het in sommige Engelschen t laden voorkomt, niet. Zoo wordt er niot verteld, waar de fout schuilt. Doch, zegt het „A. H.", een boegen dunk van de iospectie cezer tro-p n, waarbij de prins van Wales nog wel tegenwoordig was krijgt men hierdoor Diet. Bij een bespreking te Berlijn van <len tegenwoordigen toestand in Zuid-Afrika komt de gepensionnterde Pruisische generaal-majoor baron v. Schmeling tot de slotsom, dat Enge land voor een militair tankroet staat en het verstandigst zou doen als het zoo spoe mogelijk vrede sloot, zelfs wanneer het daar mede zfin gebied ten noorden van de ltfn East London De Aar geheel moest prijsgeven. Met bet oog op aen trots der EngHsonen is zulk een vrede voorshands niet te verwachten; maar ook voor do BoerewepubHtiken zou b(j niet wensehejyk zyu, want als zij thaas niet den oorlog tot het uiterste volhouden en Engelands heerschappij over de Kaapkolonie vernietigen, dan kunnen zy er zich op voor bereiden, binnen tien jaar oprieuw oorlog te moeten voeren, en al dien ttfd, met bet ge weer by den voet, voor dure krijgstoerustingen te moeten zorgen. Gevaar voor de Boeren. Onder het opschrift „Een groot gevaar voor de Boeren", scbryft mr. A. Telting uit Den Haag het volgenoe aen de „N. R. Ct.": Misschien is het niet ondienstig naar aanleiding van de opening van het Engelsche Parlement nog eens te wffsea op een ernstig gevaar, dat de zaak der Boeren bedreigt, en dat wel van vreiielwvmden of quasi- vrodolievenden kant. Ongetwijfeld zal er in de zittingen van het Lagerhuis wel eenige critirk wor den uitgeoefend op de voerberei .iog voor den oorlog go, mocht de reeks der Engelsche ne ertegen, zooals tot nu toe, vryw-1 onafgebroken worden voortgezet, dan kon het lot van ee tegenwoordige Rwgeorkig wel eens spoedig in voor b*Rr ongunstige zin zyn beslist. By den val van het minis terie krijgt men dan wellicht een Kx ir.et, dat, om Engeland uk de klem te helpen, quasi-verzoeBiQj-sgezind zal z\jn. En daarin steekt voor onze Zuid-Atrikaanscbe broeders, naar het my voorkomt, een niet te misken nen groot gevaar. Engeland zal in dat geval er wel i6ts op weten te vinden om een der groote moge ndheden or toe over te halen als bemiddelaar op to tredon; de Eotreu zullen de hun alsdau tOfge=tcken hand, ook om godsdienstige overwegingen, misschien moei lijk kunnen afste»n, en er heerscht weer vrede. Maar voor hoelang? Niemand z&l toch wel denken, dat do zaak dan uit zal zyn. Men zal het tu toch lang- zamorhaad wel meer toegrr.p?n heboen, dat het met dezen oorlog niet to doen was om de goudvelden van Transvaal, maar, dat er gansch andere en voor de toekomst van het gebade Brit che volk heel wat grootere belangen op het spel stonden. De suprematie moet voor de toekomst gehandhaafd worden. Engeland tooide zich Zuid Afrika ontglippen en voor zyn positie als groots mogendheid en voor de verwezenlijking zijner verstrek kende imperialistisch» plannen veor de toe* komst was bet dringend noodig de overmacht te behouden. Die noodwendigheid blijft na den vrede bestaan. Engeland kan en mag niet nalaten steeds opnieuw te trachten heb verloren ter rein te herwinnen. Dat is een levonaquaestiel Het zal zjjn leger verbeteren reeds nu gaan er stemmen op voor persoonlijken dienstplicht - en over eenige jareo, wanneer b t zich sterk genoeg gevoelt, zal het wederom pogen de Republieken aan te vallen; en het zal daarmede doorgaan, totdat het öf z\jn dol zal hebben bereikt (wat niet zeer waar- Bcbyniyk is), óf voorgoed Zuid-Afrika heeft moeten ontruimen. Intusschen zullen do Republieken voortdurend ten prooi biyven aan een onduldbare agitatie, een gevolg van Engelsche kuiperij. Htar is geen schipperen mogt 'tfk; worot nu de strijd gestaakt, dan krygt men later misschien een reeks van blo'jdlgo oorlogen. De z*ak moet thans voorgoed worden uitgevochten en de kansen staan daarby waarlyk ntet slecht voor bet tot-stand-koraen van een machtigen Hoilandsch-Zuid-Afrikaan- sofa&n Staat. Laten wy dus hopen, dat de vredelievende of quasi-vredelievende gevoelens in Engeland niet zullen zegevieren en de zaak der Repu blieken bederven, en dat men de ook hier te laade aangewende, uitstekend bedoelde, maar in haar mogelijke gevolgen voor de Be ren heilloos» pogingen om oor petities tot eene interventie te geraken, zal staken. Wie den vrede liefheeft, moet thans den ooriog willen t SPKARMANSKAMP, 30 Jan. (R. 0.) Bulier heeft eon toespraak gehouden tot de troepen, waarin hg de hoop uitsprak Ladysmith binnen een week te bereiken. Kaffers houden slaande, dat generaal Joubert voor Ladysmith godood is door een granaat. [Uit een bericht van Boerenzijde blijkt, dat dit bericht alweer een Kaffer-verhaal is. Jou bert heeft Maandag het hoofdlager bij Lady smith verlaten en is naar het kamp aan de Boven-Tugola gegaan.] WASHINGTON, l Febr. (R. O.) Do com missie voor de buitenlandsche zaken uit den Senaat heeft beraadslaagd over de motie vau senator Mason, ten gUDste der Boeren. Do leden der commissie waren bijna eenstemmig tegen het kiezen van partij. In het Huis van Afgevaardigden zeide Shaffroth, een zilver-man, dat de plicht der Vereenigde Stalen is om tusschenbcido te komen. Geen weldenkend man kan de quaestie bestudeeren, zonder overtuigd t# worden dat Engeland ongelijk heeft en de Zuid-Afrikaan- sche Republiek in het gelijk is. Deze rede voering werd algemeen toegejuicht. MAFEKING, 17 Jan. (R. O.) Kolonel Baden-Powell heett een telegram aan kolonel Plumer gezonden, waarin gezegd wordt: „Alles is hier wel. Ik dwong den vijand, den 16den zgn stellingen, waarin de zware kanonnen zijn, te verplaatsen." De vijand houdt nog twee sterke stellingen, welke kolonel Baden Powell hoopt binnenkort met dynamiet te vernietigen, Het garnizoen is gezond en opgewekt. PARIJS, 1 Febr. (R. O) Aan de „Temps' wordt uit Londen gemold, dat een militair afgevaardigde van goeden naam aan de „Manch. Guardian" verklaard heeft, dat de oorlog niet geëindigd zal zijn voor September, en wellicht zelfs niet voor het einde van het jaar. Anderen zeggen, dat als de Engelschen een eenigszin3 sprekend voordeel behalen, de Boeren niet geneigd zijn den tegenstand vol te houden. De militaire medewerker van de „Liverpool Courier" ziet iets geheimzinnigs in do gebeurte nissen in Natal. Want Warren had bij dan Spionkop 15,000 manen Bulier beeft do be schikking over 40,000 man. Men vraagt zich af, waar de andere 25,000 beschikbare man schappen gebleven zijn. Zond Buller die uit, om Ladysmith te ontzetten aan do oostzijde? LONDEN, 1 Febr. (R. O.) Het departement van oorlog heeft een vervolglijst uitgegeven van de verliezen bg Spionkop, waardoor het totaal der vermisten op 215 wordt gebracht. F EERSTE KAMER. By höt debat over de Marine-beerootlng drong de heer Van Alphen aan op spoejige indiening vau voorstellen tot verbetering van do binnenlandsche defensie, zich vereenigende met het door den minister gekozen scheeps- type voor de landsverdediging. De heer Rahusen drong aan op het in kaart trengen van de grenzen onzer territoriale zee. Dit punt zal de Minister nader met minister De Beaufort overwegen. De heer Fransen v. d. Putte wenschte by nota iügelicht te worden over klachten over logies aan boord van de nisuwe schepen en omtrent het kolcnverbruik onzer pantser- dekschepen. De Minister hoopt nog tydig voor gdffk tyaige behandeling met de volgende begroo ting voorstdien voor de binnenlandsche delen- sie to kunnen indienen. De p- nsioenwetten zullen spoedig inkomen. Het logins voor de bemanning is na aangebrachte veranderingen uitmuntend. Aan de „Holland" moeten nog verbeteringen worden aangebracht. Op na;er verzoek van den beer v. d. Putte verklaar;® hy zich bereid een nota van inlichtingen omtrent deze aangelegenheid over te leggen. De Marine-begrooting werd daarop goed- gekeurd. Farijsch© tentoonstelling. By gelegenheid van de Parysche tentoon* stelling zal aldaar onder bescherming van de Regcering een internationaal congres plaats hebben, „Des Oeuvres et Institutions Féminines". Alle Europeesche Vorstinnen worden uitgenoodigd een bewys van haar sympathie daaraan te geven door een afge vaardigde te zenden. Dit congres wordt gehouden van 1822 Juni a. s. en heeft voornameiyk ten doel aan te wflzen en te bespreken wat de vrouw in verschillende landen doet. Het wil de practische zyde van bet leven van de vrouw in het licht stellen en zich niet zoozeer bezig houden met haar rechten en haar sociale positie; daarvoor wordt later een ander congres gehouden. CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk ken of mededeelingen, waarvan de inzenders hun naam niet aan de Redactie bekend maken worden ongeplaatst ter zijde gelegd. Droeve dagen. 80) „Nu dan, tot wederzions, Robespierre." .Tot wederzions." St.-Just ging been. Robespierre bleef, nadat St.-Just ver- trokken was, tamelijk langen tijd uiterlijk [rustig aan het venster staan en staarde haar den met sterren bezaaiden hemel. Eindelijk mompelde hij: .Slechts voorwaarts moet men gaan, zonder stil te stasn. Er moeten nog eenige nevelvlekken verdwijnen. Voor waarts duel" Hiermee zette hl) zich aan tafel en begon te werken. Het eerst greep h(J naar de akten Ho. 763 en las ze nog eens opmerkzaam door, Ten elotte greep hi) do pen en maakte aan den voet er van een kleine c, die het dood vonnis beduidde. Toen volgden andere. De aanbrekende dag vond den man nog Bteeds bezig. XVII. i Vervuld met allerlei schoone droomen, kwam Madeleine in de Boomstraat terug. Kot kloppend hart werd zij door burgereB vRialmont en Cbarlea opgewacht. ZJJ vertelde, ,-noe Robespierre haar zijn woord had ge geven, dat gerechtigheid geschieden zou, en hoe St.-Just haar den besten uitslag in uit zicht had gesteld. De Blotenmaker Truchon verheugde zich innig over de gelukkige ontknoopiug van het lot der zoo zwaar beproefden, en burgeres Rialmont liet er zich niet weinig op voorstaan, dat zij Madeleine tot bet bezoek by Robes pierre had aangespoord. Zelfs Jacques Beau chêne, dien men als een vergeten regenscherm aan de deur had laten staan, scheen in spanning en inneriyk bewogen. „Wat heb ik u gezegd, Madeleine," vroeg burgeres Rialmont, overtuigd van haar voor treffelijke leiding in de gansche onderneming, .toen gij do eerste maal in do Vaugiardstraat tot mi) kwaamt en de roode muts kocht? Ik zei toenNimmer den moed verloren 1 En, zoo als ge ziet, heb ik gelijk gehad. Niets is er verloren, zoolang de moed behouden blijft. Morgen zult ge uw vader na zooveol tranen en zorgen weer in vrijheid omarmen. Maar wat zet ge toch een vreeaeltjk gezicht, Charles? Is dat een gezicht voor een geluk kigen verloofde op zulk een dag?" Werkelijk waren de gelaatstrekken van den jongen edelman by het verhaal van Made leine zeer Bomber geworden. Verrast zag Madeleine hem thans aan. „Wat scheelt u, Charles?" vroeg zy ver schrikt. „Gy hebt in uw mededeeling vergeten den prye te noemen, waarvoor ge van burger Robespierre zulke gunsten verkregen hebt," antwoordde deze bitter. .Den prysl Ik begrflp u niet." „Hahal" riep burgeres Rialmont uit. „Hy is jaloorsohl Jalosrsch op burger Robespierre! Dat is mjj toch te eterkl" Madeleine Bloeg de oogen neer en deed twee eobredea naar den jongen man. „Is het dat, Charles?" vroeg zy zacht. „En wanDeer het dat ware?" „Zi9 my aan, Charles! Gelooft gy, dat ik u zou kunnen bedriegen?" „Madeleine," fluisterde de jonge graaf, „zeg my de volle waarheid. Gy hebt hem tooh niet vereta my wel, Madeleine, uit liefde tot uw vader, niet uit liefde tot hem „Noch het eeD, noch het ander, Charles I Gelooft ge my?" Zy sloeg de oogen tot hem op, rein en schoon. Toen drukte hy snel met een onder drukten vreugdekreet haar hand en kuste baar op de wangeo. Niemand had het gezien, zóó vluchtig geschiedde het. Maar Jacques Bsauchêne had het toch bemerkt. Met ge spannen aandaeht en pijnlijke nieuwsgierig heid lette hy op do kleinste bewegingen. Het was, alsof hem plotseling een schot door de kranke borat was gegaan. Zóó heftig steeg de lang verborgen haat in zyn binnenste op, dat hy zich plotseling omdraaide en de deur uitging. Buiten do werkplaats balde hy woe dend de vuisten, alsof by psrsoonlyk op een vreeselyks manier belsedigd was. Niemand schonk veel aandacht aan zyn heengaan. Men kende zyn toestand in de laatste tyden zeer goed en verwonderde zich dus niet. Jacques liep de straat uit en snelle de Seinebrug over, naar ,De roode Haas". Hy had den ganschen dag nog niet gedronken; dat wae, zooals hy meende, de geheele kwaal, waarvan hy zich nu radicaal wilde genezen. Het wae tamelyk donker; op den hoek eener straat liep by tegen iemand aan, die in twyfelachtlge houding op zyn piek leunende in een hoek stond; het was een sansculotte, met echte bandietentronie. Een met bont omzoomde vuils gescheurde mantel hing bem op de schouders; zyn voeten waren met lap pen bedekt; aan een broeden bandelier sleepte een voor bem veel te groote sabel. „Lotardl" riep Jacques hem aan. „Loop naar de maant" stamelde de ander. .Wat is dat, zuiplap? Is dat een houding voor een goed patriot? Wat scheelt je, Lotard?" „Al Ben jy het, Jacques, myn jongen? Kom hier en help eens. Alles om my heen draait. Ha, die kramp, die de vervloekte emigrantenwyn my veroorzaakt; ik verzeker je, de emigranten hebben mU vergiftigd." Jacques nam zyn vriend onder den arm en trok hem met zich mee. „Kom, de duivel, de emigranten en hun wynl Zuivere klare moet je drinken, Lotardl Dat is je warel" „Allons, enfants de la patrio," bief Lotard nu aan, door het loopen weer vrooiyk ge worden; maar hy eindigde met een klankloos geleuter. „Het schynt, oude, dat je bedeu niet recht by stem bent," meende Beauchêne. „Hm, het is alles hetzelfde 1" riep de be- ecbonkene. .Eenigen moeten er in de Seine, eenigen aan de lantaarn, eenigen doodgescho ten of mot wgn vergiftigd worden. Er moet afwisseling in de zaak komen. Ds duivel zou den ganschen dag voor een frank by de guillo tine staan I" Na deze woorden scheen Lotard, hoewel door Beauchêne steeds meegetrokken, op zyn beenen staande in te slapen. Gelukkig be reikten de beide vrienden spoedig „De roode Haas," waar Lotard weer ontnuchterde. Snel werden eenige glaasjes sterken drank geledigd. „Wat zou ik doen?" begon Jacques het gesprek op dien afgetrokken toon, die vaak beechonkenen eigen is. „Ik weet alles. Jo denkt misschien, Lotard, dat ik het niet zie?" „Je hebt geiyk, broeder! Ik deed ook zooi" mompelde Lotard. „Ik zie allesl" ging Jacques voort. „Morgen komt de oude uit de gevangenis. Zy waren daarover heden reeds zeer verheugd. Dan gaan zy terstond naar Francho-Comté terug, burgeres Madeleine trouwt met den graaf en ik ha, ha, ha Beauchêne, Jacques Beauchêne wordt weer geitenhoeder 1 Wat? Zou men er niet op Blaan, dat alles aan splinters vliegt?" Jacques Beauchêue sloeg op de tafel, dat het dreunde. Lotard ontwaakte daardoor uit zyn dommel en mompelde iets. „Natuuriyk," betuigde Jacques, waarschyn- iyk in de meening, dat Lotard iets gezegd had; „het komt me ook niet in het hoofd rustig toe to kyken. Wacht maar, wy spreken daarby ook een woordje meel Heb ik geen geiyk, Lotard?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 5