N°. 12249
Zaterdag; 27 «Januari.
A°. 1900
i§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Leiden, 27 Januari.
F enilleton.
Droeve dagen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
«BUS DEZER GOUBAHT»
Voor MJm pér 8 maanden. I.IÖ.
Franco per post.l.iO.
éfeonderlUke Nommers 0.05.
PRUS DES ADVEETENTLËNr
VaD 1—6 regels 1.05. ledore regel meer 0.17J. Groots»
letters naar plaatsruimte Voor hei» mcasseeren bui ton óe stad
wordt 0.06 berekend.
Oflleiëel© Renuisgevlngen.
Inscbry ving voor de Rationale llllltlc.
Burgemeester en Wettioudera van Leiden herin
neren belanghebbenden nogmaals, dat, ingevolge
art. 18 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72), olleD, die volgens art. 15 dier wet voor
de Nationale Militie bebooren te worden inge
schreven (zij, die op den lsten Januari hun 19de
in ar waren ingetreden en alzoo de geborenen in
881), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tusscuen den
lsten en don Bisten Januari; dat bij onge
steldheid, afwezigheid ot ontstentenis van den
niilitieplichtige, ziju vader, of, is dezo overleden,
zyn moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd
tot bot doen van dio aangifte verplicht is; en dat
overtreding van hot aangehaalde ai 1.18, krachtens
art. 183 van voormelde wot, wordt gestraft met
boete van ten hoogste (100.
Voor hen, die verzuimden zich op de door bot
Gemeentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving
aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog ge
legenheid gegeven ter Gemeente-secretarie (Afd.
Nationale Militie en Schutterij, kamer No. 9), van
des voornuddags halfUen tot des namiddags drie
uren, op iederen werkdag tot en met den 31sten
Januari aanstaande, op weikon dag het register
van inschnjviog, des namiddags te vier uren,
voorloopig wordt gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS; Burgemeester..
16 Jan. 1900. VAN HEYST, Secretaris.
By beschikking van den Minister van
Binoenlandeche Zakon is voor het tydvak van
heden tot en met 31 Dec. 1900 benoemd tot
assistent voor de oorheelkunde aan de Rijks
universiteit te Leiden, buiten bezwaar van
'sRyks schatkist, dr. P. Th. L. Kan, privaat
docent aan deze universiteit.
Bjj de teraardebestelling op „Eik-en
Duinen" van Hr Ms. grootmeester J. C E.
graaf Van Ljjnden, oud-luitenant-kolonel der
cavalerie, werd niet alleen de laatste eer be
wezen aan den grootofficier van het Hof en
aan den vroegeren wapenbroeder, doch ook
aan den door zyn huurders en pachters zeer
geachten landheer. Wel een veertigtal pach
ters van gronden, touwooeren en bolleoteel
ders uit Lisse en omstreken waren naar de
Haagsche begraafplaats gekomen.
In den stoet bevonden zich de eerste
Kamerheer jhr. Van Pabst van BIngerden en
do kamerheer jhr. Van Weede, beiden in
ambtskostuum en gala rijtuigen, resp. als afge
vaardigden van de Koningin en deKoningin-
Mooder. Op het kerkhof waren tegenwoordig
de heeren: Du Tour vac Bellinchave, Van
Harden broek, Sirtema van Groves tins, Clif
ford, stalmeester Bentinck, Snouckaert van
Schauburg, thesaurier, H. Taets v. Ameron-
gen, W. Van Bijlandt, 0. J. v. d. Oudermeu-
len, leden van het Civiele Huis; de heeren:
Van de Poll, Van den Bosch, Van Tuyll van
Serooskerken, Van Tets en Loudon, le:en van
het Militaire Huis van de Koningin.
Onder de belangstellenden uit het leger
werden by de groeve opgemerkt de buiten
gewone adjudanten-generaal Holtius, luit. gen.
baron Schimmelpenninck v. d. Oye, lil der
E rste Kamer, kolonel Siraon, luit.-gen.
Bergansius, kol. Van Hoogstraten; voorts de
gen.-m.ijoor Römer, inspecteur der cavalerie,
met den h?m toegevoegde luit. kol. Smeding;
de oud-majoors baron Bentinck en graaf Van
der Duyo; kol Bnrmaoia Rengers ent.
Zy allen vormden een broeden kring rondom
het familiegraf, waarbfi zich nog vele vrienden
van den overledene aansloten, o. a. ce bur
gemeester van Haarlem, jhr. Boreel; die van
Wassenaar, baron Van Zuylen van Nyevelt;
baron Michiels Van Verdunnen; de raads
adviseur jhr. Six; de Kabinetschef aan Buitenl.
Zaken, dr. Loudon; notaris Bodaan, de heer
Ge bel e. a.
Een schat van kransen, grafkransenpalm
takken werden op de zerk nedergelegd.
Er werd niet gesproken. Alleen richtte de
oudate zoon van graaf Van Lijnden zich tot
de vertegenwoordigers der Vorstinnen met
verzoek aan QH. MM. den eerbiedigen dank
der familie over te brengen voor de afvaar
diging der deputatie en zeide hy voorts aan
allen dank voor hun belangstellende tegen
woordigheid.
De tyd voor het opmaken der kiezers-
lyst nadert weer. Een ieder die kiezer is
dient te zorgen, dat men hem niet van de
lyst laat en zy die recht hebben er op te
komen hebben te letten op hetgeen gedaan
moet worden om hun recht erkend te zion.
Men weet, dat krachtens de wet kiezers
zyn en ambtshalve op de lyst komen de
belastingbetalers, d. w. z. lo zy, die ln de
grondbelasting zyn aangeslagen tot een be
drag van één gulden (hoofdsom en ryks-
opcenten) en 2o, zy, die aangeslagen zyn in
een der andere directe belastingen (vermogens
belasting, bedryfBDelastiDg en peraooeele be
lasting), onverschillig tot welk bedrag.
Belastingkiezors loopen evenwel gevaar
geschrapt te worden indien zy hun aanslag
in een der tovenboooelde belastingen niet
vóór den lsten Februari hebben voldaan.
Men denke er dus om zyn belasting nog
deze maand te betalen. Doet iemand dat eerst
in Febr, dan is by zyn kiesrecht nog £iet
kwyt, maar, dan moet hy vóór den 3den Maart
zyn gequiteerd belastingbiljet vertoonen aan
den burgemeester, wil by nog op de lysten
komen. Die moeite kan men voorkomen door
vóór 1 Febr. te betalen.
H. M. de KoDingin-Moeder neemt voor
een belangryk bedrag aeel in de verloting
van 8chilJeryen, aquarellen enz., door den
Haagschen Kunstkling georganiseerd.
De Staatscommissie voor de samen
smelting dor officierscorpsen van hbt Neder-
landsche en Indische leger heeft dez-.r dagen
haar vergaderingen te 'b Gravenhage, voort
gezet, ten huize van het lid der Commissie
in de Zeestraat, den heer Frenkel, die door
een beenwond zich moeiiyk van huls kan
verplaatsen.
Heden, Zaterdag, wordt te Utrecht een
zeldzaam feest herdacht, het 425 jarig bestaan
van het Gymnasium aldaar.
Voor deze gelegenheid wordt van avond
in het Hollandsch opgevoerd „Miles Gloriosus"
van Plautus, naar de metrische vertaling van
mr. J. Dermout, te Scheveningen.
De afdeeling Beverwyk aer vereeniging
voor Bloembollencultuur heeft met 14 tegen
9 stemmen besloten adbaesle te betuigen aan
het besluit van den Ned. Bloemkweekersbond
op 15 Jan. 1. L te Haarlem genomen, waarojj
de wenschelykheid werd uitgesproken om te
komen tot afschaffing van de getruikeiyke,
door de kweekers te betalen, 4 pGt toetJ
en 1 pCt. potgeld. Pogingen door bet bestuur
der afdeeling gedaan, waarin eon lid van het
Hoofdbestuur zitting heeft, om dit te voor
komen, stuitten af op de noodzaktlykhei J,
die door de looen werd gevoeld, om dit ver
ouderde, onbillyke gebruik te beëindigen.
Bodegraven. Prof. dr. Baviok, van Kampen,
zal Woensdag 81 Januari a. a. in de Gerefor
meerde kerk alhier een rede houden in het
belang van het Christeiyk onaerwjjs.
Hendrikus Va® Hulst, landbouwer te
Boskoop, heeft by het gemeentebestuur van
Bodegraven vergunning aangevraagd tot het
verkoopen van sterken drank in het klein in
deze gemeente, in het voorste gedeelte van
het huis, staande in ce Van Tolstraat, Wyk
D. Z. No. 33.
Donderdagmiddag moesten in de Wilhel-
minastraat, alhier, een brik en een tilbury
elkander passeeren. De bestuurders van beide
rytuigen schenen niet goed uit te wyken,
zoodat er een botsing kwam. Het liep met
de brik goed af, maar de strengen van het
tuig van het paard, dat voor ae tilbury ge
spannen was, braken, waardoor de tilbury
vooroverviel en het paard buiten de boomen
geraakte; het dier werd echter dadeiyk uoor
een voorbyganger gegrepen, zoodat er geen
verdere ongelukken gebeurden.
Katwyk-aan-Zee. Gisteravond heeft de
Chr. Dameszangvereeniglog baar jaarlyksche
uitvoering gegeven. Daar de meeste aanwezigen
zich nog herinnerden wat bet vorige jaar ge
geven was, was er voor dezen avond veel
verwachting. En de verwachting werd niet
teleurgesteld. De geheele uitvoering is uit
stekend van stapel geloopen.
Na het zingen van Ps. 33 vs. 2 werd de
byeenkomet door ds. Plug met gebed geop nl.
Hierna sprak ZEw. een enkel woord tot leiding,
er op wyzende waar de zang en vooral de
Cbriatelyke zang, ons heen moet voeren.
Daarna begon de eigenlyke uitvoering met
het*ziogen van „Zondagslied" en „Naar myn
Heiland".
Mej Z. T. zong, geaccompagneerd door Mej.
A. P., een solo: „De heilige Stad". Dat dit
nummer in oen smaak viel, bleek uit de
plechtige stilte en bet levendig applaus.
Om elk nummer afzonderiyk te bespreken,
zou ons te voeren. Slechts enkele zullen we
aanstippen, en wel de No3. 6 en 15: Sonate
van A. J)iaebelli en Husarenritt van Fritz
Spindler, oie door Mej. G. zeer verdiensteiyk
werden gespeeli. Jammer, dat deze nummers
soms door de achteraanzittenden niet te goed
konden gehoord worden, doordat achter in de
zaal een weinig geschommtl was.
No. 9 een solo: „Als rampspoed u zuchten
doet", werd mede zeer goed gezongen door
Mej. Z. O.
Alles te zamen genomen kunnen we gerust
zeggen, dat er mooi gezongen is. Vooral ook
hat laatste nummer: Het Transvaalsch Volks
lied", werd met aandacht gevolgd, en alien
waren het zeker eeD8 met d6. Plug, die oo 1
zangvereenlging en haar directeur, den heer
P. Kolkert, bart-iyk dankte voor het genot,
aan allen geschonken. Hierna sloot aeze do j
vergadering met dankzegging, en na het
zingen van Gezang 79 vs. 6 glog men huis
waarts.
Rynsburg. De opbrengst van de verkooping
van baggerspecie uit den Rynsburgschen Vliet,
is, van perceel 1 door J. Van Dtlft, voor 5;
van perceel 2 en 3 door J. Kromhout Dz.,
voor 13.50; van perceel 4, 5 en 6 door
H. Van Klaveren, voor 19; van perceel 7,
8, 9, 10 en 11 door H. Van Egmonvoor
ƒ25; van perceel 12, 13, 14, 16, 17, 18, 22,
26 en 27 door Slllevoldt, voor ƒ38; van
perceel 15 door H. Bogewoning, voor ƒ7;
van perceel 19, 23 en 31 door C. Van Delft Kz
voor 32; van perceel 20, 21, 29 en 30 door
J. v. d. Putte, voor ƒ26; van p-rceel 24 en
25 door G. v. d. Eykel Az., voor ƒ13; van
perceel 28 door A. Koekenbakker, voor 4.50
van perceel 32 coor W. A. Meyboom, voor
20, en van perceel 33 door Fr. Hogervorst,
voor 1. Totaal 204.
Da wintorcollecte, gehouden ten boboeve
der armen door do diaconie der Gereform.
Gemeente, beeft opgebracht de som van
ƒ243.
Rypwetering. Deze week, Dinsdag en
Donderdag, gaf de tooneel- eo zangTereeni^iDg
„Door oefening beter" alhier in bet cafó
„De vergulde Vos" een uitvoering. Opge
voerJ werden het drama „Caranza", in 3
bedryven, welk stuk speelt in de Spaanscbe
stad Grenada, tusschen 1540 en 1550, en
„Incognito", kluchtspel in éón bedryf. Het
eerste stuk werd met vuur en gevoel ge
speeld, vooral de hoofdpersonen Oaranza,
Spaansch edelman, en Jobann de Deo trach
ten door hun wel ingestu eerde rollen het
der werkeiykbeid nat-y. Ook de kleine Fer
nandez, broeder van Velasques, beelt met
ware kinderlyke onschuld den hardvochtiger.
Caranza om genade voor zyn broeder g< smeekt,
en al de overige personen in ait stuk voor
komende hebben getoond wel op de hoogte
te zyn waar en hoe zy bun woorden e~i
handelingen moasten doen uitkomen.
Het kluchtspel „Incognito" heeft door z(jn
kojdigo en verkeerde opvattingen en teleur
stellingen algemeen de lachspieren in bewegirj;
gebracht. De beide avonden werden onJer de
uitstekende leiding van den heer J. R. Van
Grieken, directeur van bet zaDggezelschap,
met eenige feestliederen opgeluisterd, en Jot
slot volgden nog eenige komische en drama
tische voordrachten, waarvan de opvoerders
eveneens niet dan met lof zullen hoorei,
spreken.
Door al het genotene bezield, gevoelde het
algemeen geachte hoofd der school op den
eersten avond zich gedrongen als tolk der
aanwezigen een woord van dank te brengen
aan het gezelschap „Door oefeDlng beter",
dat op zoo'n gepaste en leerzame wyze het
publiek weet bezig te houden, met den
wensch dat Dog menigmaal zoo'd onschuldig
prettige avoncr den ingezetenen van K$p*
Wetering worde verschaft. De 'w o d
w.is bet de weleerwaarde kapelaan te deze
I laats-, die esn zelfde woord van oank
tracht en het publi k voorhield in gepaste
hou ing, zoo'n uitvoering waardig, huiswaarts
te gaan, waaraan het voldeed, na eerst nog
een „lang zullen zy leven" aan het acres
van h t zanggezelschap te hebben gezong»n
Voorschoten. Lionderdagavond hield de heer
J. Bruin wold Riedel, algemeen secretaris van
de maatschappij tot Nut van het Algemeen,
een propuganda-voordracht. Nu ook in onze
afdeeling stemmen opgaan om meer dan lot
dusver werkzaam te zyn tot bevordering d r
volksbelangen, was de heer Riedel uitge-
noodigd over den werkkring van h«-t Nut een
I zing te komen bomen. H t publiek er
waren in ruime mate uitnoodigingen ook aan
niot-lbden verzonden was niet bfizonder
talryk. Laten wy de afwezigheid van zoovol nf
cie wy er zoo gaarne hadden gezien, op
rekening stellen van de ook alhier veel
beerscbende ziekten.
Do aanwezigen volgden met aandacht de
boeiende improvisatie van don begaafden spre
ker, oie alles, wat bet Nut gedurende zoovele
jaren heeft tot stand gebracht, aan het oog
liet voorhygaan en uincigde met een warme
opwekking om io onze aagen van ontwakend
gemeenschapsgevoel, nu de schotton en sctiot-
jes in onze maatschappy hoe langer hoe
meer eginnen te v«lli-n, nu het democratisch
he-ynsel meer on meer op den voorgrond
t edt, co: in kleine afdeeliogen van bet Nut
aan de Lew ging tot vernelfing van h t volk
in gelaelyken en stoffelyken zin meer te gaan
deelnemen.
A.m den spreker viel een warm applaus
ten oeel.
Het tweede deel van den avond was gewijd
aan een uitvo ring van de Leiosche wtrk-
liedon-zangvereeniging „Kunst na meid",
directeur ue beer Fm Rans Azn. wykun..«a
niet anders zeggen, dan dat hetgeen ce 2<mg-
vereeniging t^n geltoore bracht, in alle
opzichten getuigde van degeiyke studie <n
van een geschooldheid, die wy in meoscb«n,
die zoo weinig vryen tyd hebben dubbel op
prijs moeten stellen.
ByZonoer ecboon en gevoelvol vraa de
uitvoering van het „Wiegeliedje" van Brahms,
terwyl het geestige van „O Pepita", van
Müller, zonder overdrijving gezongen, volkomen
tot zyn recht kwam. Alles op te nemen zou
ons te ver voeren. Vermelden wy nog. „Stille",
van C. M. Von Weber, en „Een huisje kleen",
van J. Worp, welke bei ju nummers o. zeer
verdienstelijk werden uitgevoerd.
Natuurlijk werd de avond besloten met
het volkslied van onze Transvaalscbe helden,
waarna een geestdriftig applaus volgde en
e n welverdiend woorj van dank aan direc
teur en leden den avond besloot.
Onder de welgeslaagde Nutsavouden mag
zeker ueze in d.e eerste plaats genoemd worden.
Woubru£ge. De lysten der Stemgerechtigde
Ingelaouen van den Oudeouykscben en den
Veender Polder onder deze gemeente voor
het jaar 1900, bevatten respectievelijk de
23)
„G(j dwaalt, burger Danton," zei ze op
ernstigen, kalmen toon tot hem, „wanneer
gy denkt, dat Robespierre u Diet aandurft.
Ik Virzeker u, dat hy geen lafaard is. Houdt
hem, waarvoor ge wilt, maar een lafaard is
hy niet."
„En wanneer hy het doet, wat dan? Ik
b9n even machtig als hy; laat hem slechts
komen."
De kloeke vrouw zag hem scherp aan.
Toen zeide zy op een eigenaardigen toon,
die Danton, trots zyn opgewondenheid, trof:
„Ik weet niet, burger Danton, in hoever gy
reden hebt zekere verklaringen van Robespierre
te vreezen, maar wel weet ik, dat Robespierre
op de redenaarstribune van een mug een olifant
kan maken, en dat by hetgeen gy thans voor
bedachtzaamheid houdt, een misdaad kan
vinden, die met den dood moet worden gestraft.
Laat u daarom overreden de botsing te ont-
wyken zoo lang het nog tyd is."
„Ook gy meent, dat ik vluchten moet?
Voor hem vluchten?"
Burgeres Rialmout trad nog meer in den
hoek terug en fluisterde nog zachter en
geheimzinniger: „Hoor naar my, Danton,
want ik bedoel enkel wat goed voor u is. Gy
zyt genoeg in myn ïetrekbiogen ingewyd, om
te weten of to vermoeden, hoe ik tot den ge
vangen burger Etienne De Leuronsac sta. Het
kan u daarom niet verwonderen, wanneer ik
u zeg, dat ik bereid ben u voor zyn invry-
heidstelling de som van honderd duizend
franken te geven
„Burgeres....!" stoof Danton op.
„Wees bedaard, burger Danton, luister tot
ik gesproken heb. Honderd duizend franken
is een mooie som en gy kunt daarmee overal
buiten Frankryks grenzen met uw jonge
vrouw een aangenaam leven leiden aan
den Ryn of in Piemont, in het schoone Italië,
lacht u dat niet toe, burger Danton?"
„Neen."
„Of vreest gy onrecht te doen? Gy kent
toch het proces van burger Etienne De Leu
ronsac en moet als man van helder oordeel
toegeven, dat het geen onrecht is hem vry te
laten, wyi daarmee weer een onrecht wordt
goedgemaakt."
„Still" viel Danton haar bevelend in de
rede. Na eenige oogenblikken voer hg voort,
zachter en vriendelyker: „Ik wil niets ge
hoord hebben, burgeres Rialmont; dat is alles,
wat ik daarop antwoorden kan. Ik wil u
uw men8cbeiyk gevoel niet tot een misdaad
aanrekenen; maar dit moogt gy niet ver
geten, dat, zoolang ik minister van justitie in
Frankryk ben, dergelyke onregelmatigheden
niet zullen voorkomen. Ik wil u zelfs geen
verwyt doen. Gy hebt gedacht, my heden
tot zulk een handel meer geneigd te zullen
vinden, wyi ik voor een zwaren atryd sta;
maar ik wys uw aanbod beslist af, burgeres
Rialmont!"
De laatste was zichtbaar beangst en teleur
gesteld. Zy had er zoo zeker op gerekend onder
de huidige omstandigheden met haar aanbod
geluk te zullen hebben en nu scheen het, alsof
zy haar zaak meer geschaad dan gebaat had.
„Zoo heb ik een vyand, waar ik een vriend
meende te vinden?" vroeg zy.
„Noch het een, noch het ander."
„DantOD, herinner u de tranen der weezen;
denk er aan, hoe zich Madeleine's oogen blind
zillen weenen, wanneer die van haar vader
ioj wreed gesloten worden."
Danton zag uit de nis, dat burgeres Made
leine met zyn jonge vrouw in gesprek was.
Zy waren van geiyke grootte en gestalte, zyn
vrouw mocht één of twee jaar ouder zyn.
„Stel u gerust, burgeres Rialmont. Wat
ik tot dusver heb gedaan, zal ik ook iu het
vervolg doen. Ik heb tot nu toe de akten van
burger Etienne achtergehouden, om te ver
hinderen, dat hy voor het revolutionair tribu
naal wordt gebracht, wat geiyk staat met zyn
veroordeeling ter dood. Zoo lang ik in myn
betrekking ben, zal ik verder de akten terug
houden. Ik hoop dat tribunaal door ontbinding
in zyn bloedige werkzaamheid te stuiten.
Daarna zal ik de akten aan het plaatseiyk
gerecht overgeven en dit zal vinden, dat
burger Etienne De Leuronsac meer onrecht is
aangedaan dan by bedreven heeft. Meer kunt
gy van my niet verlangen. Begrepen?"
Levendig en dankbaar drukte burgeres
Rialmont hem de hand. Danton was toch
edeler in zyn gevoelens en vrtfer in zyn han
delen dan hy schoenen men algemeen geloofde.
XIII.
Zonder eenig teeken van buitengewone
opwinding, koel en nadenkend, verliet Robes
pierre Dantons huis. Nog eer hy in zyo
woning aankwam, zei daarom zyn vertrouwde,
St.-Just: „Het schynt, dat ge aan uw woor
denwisseling met Danton geen byzondere
beteekenia hecht."
„Welke beteekenis zou ik dan hechten aan
het feit, dat wy elkaar eindelyk eens gezegd
hebben, wat toch vroeger of later gezegd
moest worden?"
„Nu, ik meen toch, dat uit Dantons op
treden tegen u menige les voor de toekomst
te trekken is."
„Zeker. De oude en toch steeds nieuwe
les, dat de wyn snapachtig maakt en den
menschen dingen doet zeggen, die beter ge
zwegen waren."
„Ik meen, dat men Danton in het vervolg
meer op de vingers moest zien."
„Bal" antwoordde Robespierre verachteiyk
en sneed daarmee elk verder gesprek af. Toen
by thuiskwam, vond by op zyn tafel een brief,
die als volgt luidde:
„Burger Robespierre l
Richt uw opmerkzaamheid op het salon
van Lucretia, waar heftige en machtige
vyanden tegen u samenzweren."
Uw vereerster en vriendin."
Het was een waarschuwing zooals Robes
pierre ze by duizenden ontving. De brief zelf
kon alzoo Robespierre niet byzonder veront
rusten. Dat dit toch geschiedde, moest dan
ook zyn oorzaak hebben in de eigenaardige
stemming, waarin Robespierre hem ontving.
Hy bevond zich alleen in zyn kamer. Langen
tyd hield hy den brief in de hand en staarde
peinzend door het venster naar de wolken.
„Hoe zal myn einde zyn?" mompelde by
eindelyk halfluid. „Het einde moet komen;
maar hoe zal het zyn?"
Geheel door zyn gedachten overmeesterd,
liet hy zich moe en zwaar op een stoel val
len. Eensklaps word de deur zyner kamer
heftig opengeworpen en met alle teukenen
van schrik en angat op het gelaat kwam
Léonore Duplay binnenstormen.
„Helpt Helpt" riep zy, sidderend van aDgst.
„Burger Robespierre, wat is er gebeurd? Wat
deert u?"
Verbaasd richtte Robespierre zich op.
„Zyt gy het, Léonore? Wat ia er dan?
Wat zou my overkomen zyn?"
Als krankzinnig vau angst en in zenuwach
tige spanning viel zy op een stoel Deer.
„O, gelukkig, gy zyt ongedeerdI Ik meende
reeds
„Maar wat dan? Wilt gy my zeggeD, wat
dit alles te beteekenen heeft? Van waar deze
angst?"
Het meisje word thans iets rustiger en
bedachtzamer.
Wordt vervolgd^