N°. 12248 Vrijdajg 26 Januari. A0. 1900 feze tgouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Ned. Zuid-Afrikaanseke Verecniging. Leiden, 26 Januari. Feuilleton. Droeve dagen. LEIDSCH DACrBLAD. PBIJS DEZEB COtJEAMTl Voor Lel don per S maanden. 1.10. Franco per postt.40. Afzonderlijke Nommers 0.05.- PRIJS OER Au VJSRTEN TLKEf t Van l—0 regels f l.Oft. Iedere regel meer 0.17). Grootere lettere naar plaatsruimte Voor het incasseoren buiten do etad wordt ƒ0.06 berekend. Afdeeling Leiden en Omstreken. Door den Penningmeester is sinds de laatste opgave ontvangen: door bemiddeling van het Leidsch Dagblad van C. H., Oegstgeestf 2.50 N. N0.25 ▼an het fuifje bij Jozef en Maria, omdat Marietje kwaad was, voor de Boeren0.48 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of i aan het Bureel van dit Blad. Offioiëele Kennlsgeringen. De ontvanger van 's Rijks directe belas- tingen te Leiden verzoekt, om in staat te worden gesteld de aanslagen der personeele belasting voor het jaar 1900 zoo spoeoig mogelijk te kunnen uitreiken, ieder, aan wien een beschrijvingsbiljet vanwege hem is uitge reikt, dat biljet spoedig te zijnen kantore t9 c'oen bezorgen; of wel het gereed te houden om op eerste aanvrage, behoorlijk ingevuld, af te geven aan den ambtenaar, die zich daarom zal aanmelden. Leiden, De Ontvanger voornoemd, 24 Jan. 1900. F. A. J. A. VAN GALEN. Hier ter stede is opgericht een vereeni ging, die propaganda denkt te maken voor algemeen kiesrecht, mede voor vrouwen. Zy draagt den naam van „Leidsche Vereeniging ▼oor Algemeen Kiesrecht" en is aangesloten bij het Nederlandscb Comité voor Aigem. Kiesrecht. Personen van verschillenden stand en - uiteenloopende richting traden toe. Het bestuur bestaat uit de heeren A. I. Witmans Mz., A. Pannekotk, J. Kenbeek, E. J. Nieuwen- burg en mej. J. F. El.ering. Bij de gehouden aanbesteding wegens het afbreken van de perceelen aan het L-ivea- daal Nos. 22 en 24 en Barbarasteeg Nos. 14, 14a, 14b on 16 en hot maken van een fabrieksgebouw, voor do firma W. Hoogen- straaten Co. (architect de heer W. F. Van der Heyaen), waren ingekomen 8 biljetten, rl. van de heeren Job. Tb. Bik ƒ17,200; J. B. Hoogeveen f 16,900; W. U. Verbruggen, 16,780Jac. Bink f 16,725N. Kloots 16,520 D. Kooreman ƒ13,990; B. H. M. Keiler ƒ12,600; P. J. Chrlstiaanse 11,787. H&t werk is gegund aan den heer D. Kooreman voor zijn inschrijving. Hare Majesteiten zullen zich morgen by de begrafenisplechtigheid van graaf Van Ljjnden, grootmeester by het Koninklijk Huis, doen vertegenwoordigen: de Koningin door jhr. Van Pabst van Bingerden, eersten kamer heer van H. M.; de Koningin-Moeder door Haar kamerheer jhr. Van Wee ie. .Het onlangs aangekondigde examen voor commies en deurwaarder der belastingen zal, naar mea verneemt, evenals ten vorigec jare, te Arnhem worden afgenomen in de maand April aanstaande. De commissie voor het examineeren is samengesteld uit de heeren inspecteurs der belastingen J. G. Van Wicheren, te Bergen- op-Zoom, als voorzitter; J. C. Van der Meer, te Amersfoort; A. G. Van Wieringen, te Ro rmond; C. J. G. A. Van Genderen Stort, te Emmen, en F. W. J. Ligtenberg, tijdelijk te Gorkuni. By koninkiyk besluit is bepaaldDe militieplichtigen, voor de lichting 1900 bij de onderscheidene corpsen van het leger in te lyven, worJen tot eerste oefening onder de wapenen gehouden by de regimenten der infanterio en de vesting artillerie, het corps pantserfort artillerie, het corps pontonniers, het corps torpedisten en de compagnieën hospitaalsoldaten gedurende acht maanden; t-i) het corps genietro pen gedurende negon maanden en by de overige corpsen gedurende bet geheele eerste jaar van hun diensttyd. Met uitzondering van de laatstbedoelde militirplichtigen, worden zy tusschen 1 en 15 Maart a. s. in dienst gesteld en wordt de eerste oofeningstyd gerekend van 15 Maart 1900. De Minister van Marine vertrok heden naar Utrecht. Naar men verneemt, zal de inspecteur- generaal van het loodswezen, schout-by nacht Spanjaard wegens den ongunstigen staat zyner gezondheid weldra genoodzaakt zyn den zee dienst met pensioen te verlaten. De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat de corpscommandanten vryheid hebben, de onder hun bevelen dienende militairen, by vacature, aan te stellen in of te bevorderen tot een graad, by gebleken geschiktheid, ongeacht den duur van bun diensttyd en om bet even, of zy behooren tot de gewone ▼ry willigere, dan wel tot het reserve-personeel of tot de militie. Da thaDs geldende bepalingen blyven ge handhaafd voor militairen, dienende by het Instructie-bataljon, de instructie-compagnie en do instructio-battery. De gepensioneerde generaal Karei Van der Heyden, die sodert enkele dagen door de influenza was aangetast, ia hedenochtend op „Bronbeek", te Velp, by Arnhem, overleden. Karei Van der Heyden, gepensioneerd luit. generaal van het Ned. Oost-Indisch leger, geboren 12 Jan. 1826 te Batavia, werd als kind van twee jaren naar Nederland gezonden, waar hy op verschillende scholen van Arnhem en Oosterbeek zyn eerste onderwys ontving. Reeds als knaap van 15 jaar trad by in 1841, als soldaat voor zes jaren, zonder handgeld, te Harderwyk in Indischen dienst en by vertrok nog in datzelfde jaar als korporaal-titulair, V3n het Nieuwe Diep uit, naar Batavia. Door zyn lofftlyk gedrag klom Van der Heyden in korten tgd van den laagsten tot den boogsten rang in bet Indische leger op. Achtereenvolgens nam hy deel aan de 2de en 3de expeditie tegen Bali (1848 en '49), aan de krygsverrichtingen in het Palembangscbe (1851 en '52), aan de wapen feiten in Borneo's Zuider- en Ooster-afdeeling (1860 '65) en ten laatste aan de verschil lende krygsverrichtingen tegen Atjeh van 1874 '80, in welken laatstgenoemden kryg hy zich de grootste lauweren bevocht en door zyn ongeévenaarden moed de held by uitnemendheid van het Indische leg6r werd. Bovenal onderschei Jde by zich in de verovering van het aan Atjeh grenzende ryk van Samalan- gan (Aug. 1877) als aanvoerder van het leger. Door een kogelscbot getroffen, verloor de heldhaftige man hierby zyn linkeroog. Middelerwyi was Van der Hoyden in 1867 van een tweejarig verlof naar Nederland terug gekeerd, in 1868 tot majoor, in 1872 tot luit. kolonel en in 1876 tot kolonel bevorderd, terwyl in het volgende jaar den „held van Samalangan" de hooge eer ten deel viel van tot adjudant des Konings in bultengewonen dienst benoemd te worden (Sept. 1877). In Jan. 1878 zag hy zich tot gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden 6n tevens tot militair bevelhebber van dezen staat benoemd, wat hy bleef tot 1881, toen de Nederlanaache regeering enkel een burgeriyk bestuur in Atjeh wenschte gevestigd te zien. In 1878 tot generaal-majoor en in 1880 tot luitenant- generaal verheven, keerde Van der Heyden in Mei 1881 ten tweeden male met verlof naar Nederland, waar hy, Febr. 1882, op de meeat eervolle wyze en met de allergrootste onderscheiding uit 's lands militairen dienst ontslagen werd. 5 Nov. 1887 werd de ge pensioneerde luit.-generaal tot commandant van het Koninkiyk Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronbeek benoemd, welke betrekking hy tot zyn dood bekleedde. Reeds als sergeant-majoor werd by ridder van de Militaire Willemsorde 4de klasse. Voor de heldenfeiten op Borneo ontving hy de Militaire Willemsorde 3de klasse. Na het gevecht by Samalangan volgde de bevordering tot commandeur der Militaire Willemsorde. By het neerleggen van bestuur en com mando ontving hy als bewys van 'a Konings groote tevredenheid het grootkruis van den Gouden Leeuw van Nassau. Kort voor zyn pensioneering viel den generaal nog de be noeming ten deel van Ridder Grootkruis in de orde van de Eikekroon. Het stoomschip „Laertes", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 Jan. Dunge- ness; ,de „Lawoe" arriveerde 25 Januari van Rotterdam te Batavia; de „Salak", van Rotterdam naar Java, wordt te Marseille door stormweer opgehouden; do „Soembawa", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Jan. van Southampton; de „Rotterdam" arriveerde 25 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York. Rypwctering. Aan het 24 dezer, alhier in het lokaal van den heer H. Disseldorp gehou den prysbiljarten werd door 12 spelers deel genomen, met den volgenden uitslag: 1ste prys P. v. d. Voort, van Noordwyk; 1ste premie J. v. d. Hulst, van Oud Ade; 2de premie J. R. Van Grieken, Rypwetering. Er werd prachtig gespeeld. Een gezellige geest heerschte onder de vele toeschouwers. Sassenhcim. De provinciale stierenkeuring voor het District Sassenheim zal plaats hebben op Donderdag 8 Maart 1900, te 11 uren, aan bet logement „het Bruine Paard". Wassenaar. Het lokaal, waar do afa. Wassenaar van de Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur gewoonlyk haar vergade ringen houdt, was gisteravond buitengewoon vol. Een paar leden der afd. en eonige niet- leden waren zoo welwillend geweest, de taak op zich te nemen de afde&ling een gezelligen avond te bezorgen. Het programma telde niet minder dan negen voordrachten en één blyspei. Te oorieelen naar het applaudissement, vielen vooral 1q den smaak „Muis de Schutter", „Hansworst in het verhoor", en „De verloren huissleutel". Met „De onbestorven weduwnaar" behaalde het gezelschap veel succes. De overige voordrachten liepen ook goei van stapel. In het biyspel waren allen goed in hun rol. Het spel van allen werd zeer geprezen. De meer ernstige zoowel als de meer komische rollen werden goed vertolkt. Het applaus aan het einde van het blyepel en ook na het samenspel van Arnaud du Marais en Jan Visscber was wel verdiend. Alles samenge nomen, dan mag deze gezellige avond wel geslaagd heeten en velen zullen het met den Voorzitter eens zyn, dat de heeren zich op een uitstekende wyze van hun taak gekweten hebben. Zoeterwoude. Het aantal localiteiten, waar met vergnnniog sterke drank in het klein mag worden verkocht, bedroeg 13. Het maxi mum is hiermede bereikt. Op 1 Januari jl. bedroeg het aantal houders van hondenkarren in deze gemeente 27. Het laatst uitgegeven nummer voor houder van een hondenkar is 32. By beschikking van den Minister van W., H. en N. van 30 Dec. jl. is do akte van vergunning voor het gebruik van den stoom- ket 1, onder dagteekening van 2 Juli 1881, verleend aan v. Deventer en Zn. in deze ge meente, ingetrokken. Evenals in andere omliggende gemeenten komen ook hier veel gevallen van influenza voor. Het aantal sterfgevallen is groot, sedert het begin van het jaar bedraagt het ree:s 12 op oen bevolking van ongeveer 3500 zielen. In de gehouden vergadering van het Hoofdbestuur der R.-K. Klesvereeniging alhier werd na lezing der notulen rekuning ea ver- autwooruing gedaan over het afgeloupen jaar. Daaruit bleek, dat de ontvangsten over het afgeloopen jaar 1899 waren 80, terwyl de uitgaven bedroegen ƒ49.18, zoodat in kas was een bedrag van ƒ30.82. Vervolgens werden tot leden van het Hoofd bestuur gbkozen de heeren W. De Jong, W. G. Streefkerk en P. v. d. Salm, resp. met 11, 9 en 8 van de twaalf uitgebrachte stemmen; terwyl tot gedelegeerden voor de vergaderingen der R.-K. Centrale Kiesvereeniging in het district Katwyk werden gekozen do heeren J. Pieterse, P. v. d. Salm, M. Th. Kompier en W. A. Zandvliet. Ten 6lotte werd besloten de voorgenomen lezing, indien het mogelyk is, te doen plaats hebben op Dinsdag 13 Februari a. 8., des avonds te 7 uren by L. Angenent. De vergadering werd daarna door het oudste aanwezige lid, den heer W. De Jong, gesloten. Zwammerdam. Gisteravond om vyf uren was het in ons dorp buitengewoon druk. W t toch vras er te doen? Een Eva had zooveel aan Bachus geofferd, dat haar beenen haar den dienst langer weigerden en zy aan de lage zyde een schuilplaats vond. Deze schuilplaats was ook spoedig door een menigte jongens ontdekt, die met baar toestand begonnen te spotten. Door het ge schreeuw dier jongens kwamen er ook ouderen by, die het beter oordeelden, dat zy onder „dak" werd gebracht. De gemeente-veldwachter werd er mede in kennis gesteld, kwam op de plaats, waar „Madame" lag, en herkende in haar dezelfae juffer, die voor eenigen tyd op de Llende met haar „man" des avonds te elf uren aan het liefkoozeo was, zoo zelfs, dat zy moord riep. Nu zy due geen vreemdelinge bleek te zyn, moest h3ar toch een „eeredienst" worden bewezen, en daar het wel wat lastig was haar te dragen, kwam men overeen haar te ryden. De heer v. d. K. liet een kar balen, welke door een vriend van „Vermaak" moest gereden worden. Na de came met haar kazemat er op gelegd te hebben, ging het door ae Brugstraat naar het arrestantenhok, waar zy baar roe9 kon uitslapen. Zoetcrmeer. Het aantal localiteiten, waar met vergunning sterke drank in het klein mag worden verkocht, bedraagt in deze gemeente 4. Aan vergunningsrecht werd in 1899 ontvangen f 125. Zegwaard-Zoetenncer. Op 31 December waren alhier ingeschreven in eerstgenoemde gemeente 25 houders van hondenkarren met 27 karren, in laatstgenoemde gemeente 19 houiers met 20 karren. De cirectour der directe belastingen te Rotterdam heeft aangewezen voor het doen van de noodige opnemingen tot vaststelling der huurwaaroe van perceelen voor de per soneels belasting voor het jaar 1900 in deze gemeenten, de heeren Jhr. S. Trip, inspecteur der oir. bel. te Delft, en J. M. De Jong, deur waarder der dir. bel. te Voorburg. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd: Tot offToier in de orde van Uranje-Nassau, S. C. J Heerma van Voss, voorzitter der Vereeniging van beetwortel suiker fabrikanten in Nederland; tot ridder in do orde vaD Oranje-Nassau, de geponsionnoerde Oost- Indische ambtenaar J. Molenaar, laatstelijk gezag hebber 2de kl. bij de gouvernenients-marine. Eervol ontslag verleend aan J. De Haan, officier van gezondheid te Utrecht, op verzoek, als plaats vervangend lid van den geneeskundigen raad voor Gelderland en Utrecht en in zijn plaats als zoo danig benoemd J. A. Wijnhoff, arts te Utrecht. Vei gunning verleend: Aan den luitenant ter zeo 2do kl. G. L. Heoris, tot het waarnemen van eeu particuliere betrekking buiten bet zeewezen, voor den tijd van een jaar, ingaande 1 Fobruari 1900, onder stilstand van nou aotiviteitstrakteraent en zonder opklimming in de ranglijst. Schalk istbilj ett en. De minister van financiën maakt bekend, dat liet restant schatkistbiljetten ad f 1,953,000, waarop de inschrijving was heropend, is toegewezen aan de betreöëudo inschrijvers, zoodat het oorspron kelijk aangeboden bedrag van /"15,000,000 ten volle is geplaatst. Wat ging er in deze oogenblikken in het gemoed van den man om? Niemand kon het zeggen, hyzelf misschien niet. Maar steeds tras het hem, als riep een inwendige stem hem toe: „Dat is uw werk, daarom hebt gy «chuld, gy en uw domheid en uw verraderlyke misdadigheid l" Burggraaf Etienne had daar den ganschen tyd op water en brood gezeten; al het andere had hem ontbroken. Voeg daarby de zorg voor zyn kiuderen, de voortdurende doods angsten; zyn jammeriyke toestand was traariyk geen wonder. Thans zag Jacques Beauchéne, hoe Made leine hem heimeiyk een handvol banknoten toestak. Wanneer zy het niet kon doen, zou hy het zeer zeker hebben gedaan, hoezeer zyn voorraad ook geslonken was. „Wie is dat daar?" vroeg burggraaf Etionne plotseling en wees op Jacques. „Hy is onze geleider geweest van uit ons j kasteel De Leuronsac naar hier, vader!" ant woordde Madeleine; „kent gy hem niet? Het (is Jacques Beauchéne, uw vroegere geiten- (hoeder." Burggraaf Etienne scheen te schrikken, i Daarna wenkte hy hem met de hand naderby (te komen. „Wilt ge myn kind beschermen, Jacques Beauchéne, zooals gy het tot dusver hebt gedaan?" vroeg by zacht, met sidderende, byna vleiende stem. Jacques Beauchéne wilde iets zeggen, maar een wonderbare ontroering snoerde hem de keel. „Heer!" bracht hy eindoiyk uit. „Stil, stil! Ik ben burger Etienne en gy zyt burger Beauchéne, niets meer. Wilt gy haar beschermen?" „Zoo goed ik kan." „Ook wanneer ik dood ben?" „Ik zal haar beschermen, tot gy het weder zelf kunt doen, heer." Burggraaf Etienne reikte hein sidderend de hand, waarop Jacques Beauchéne eerbiedig een kus drukte. Toen trad by weder terug en de burggraaf zoi tot zyn dochter: „Gy kunt hem vertrouwen, Madeleine, ik ken myn lieden I" Ook dat hoorde Jacques en het was, als werd hy er rustiger door. Daar klonk plotseling een tromgeroffel. Men moest afscheid nemen. Weinige minuten later stond Madeleine met nog betraande oogen weder buiten op het kleine plein voor de Conciergerie, midden onder het drinkende on zingende volk, dat in wilde sprongen de carmagnole danste. XI. Madame Tallien was een krachtvolle, schoone vrouw, met een hartstochtelykheid, die baar reeds menige booze part gespeeld had. Jaren geleden hadden eenige onbedachte uitiDgen tot baar gevangenneming geleid, en, ofschoon vryge8proken, vlamde de haat over de vernederingen, die zy toen ondergaan bad, nog immer in haar hart op, en die haat gold voornamelyk Robespierre. Ongetwyfeld had Robespierre destyds het bevel tot baar gevangenneming onderteekend, omdat hy tot het Comité van Openbaar Welzyn behoorde. Het was echter een dwaling van haar te gelooven, dat persooniyke rede nen tot haar gevangenneming hadden ge leid. Madame Tallien had hem een paar maal gezien en gesproken. Hy had toen geen goe den indruk op haar gemaakt: men kon dan ook geen schrillere tegenstelling vinden dan deze begaafde vrouw en dien bleeken man met zyn stekelige oogen, zyn nuchter gezicht en zyn koel verstand. Zy was voor hem een vrouw als honderd andere! Dat was bet juist, wat madame Tallien griefde. Heur haat wor telde in gekwetste ydelheid. Het was in den nazomer. Weinige dagen waren or verloopen sinds de mare door Parys klonk, dat een jong meisje uit Bretagne, Charlotte Corday, Marat in het bad had ge dood. Madame Tallien kwam in groote haast en opwinding thuis, wierp zich in haar salon op een zetel en liet den met moeite bedwon gen tranen van toorn en verontwaardiging den vryen loop. Haar echtgenoot trad binnen. „Wat scheelt u, Thérèse? Wat is er ge beurd?" „Een beloediging, een ongeluk, een misdaad 1" „Ik wil niet hopen „Lui8terl Zooeven kom ik uit de Wet straat, waar ik ia den winkel myner modiste stond en verschillende zaken met haar be sprak. Daar reed de bekende kar voorby „Nu, wat verder? Dat moesten we nu toch eindelyk gewoon zyn." „Ja, maar deze kar voerde een heldin, een ware patriottische, ter dood, die haar vader land een grooteren dienst bewezen heeft dan de gansche Conventie." „Wie was dat?" „Charlotte Cordayl" Burger Tallien haalde de schouders op. „Zy is eea moordenares, Thérèse. Wat zou er anders met haar moeten geschieden?" „Geen moordenares, maar een martelares 1 Zy heeft ons van een der monsters van de revolutie bevryd; wie verlost ons van de anderen?" Burger Tallien kende zyn vrouw; haar vlammend oog en wilde gebaren by deze woorden zeiden hem genoeg. Hy kon ver moeden, wat haar bewoog. Thérèse, zei hy zacht waarschuwend, „hoed u wel tegen den stroom op te roeien, die uw en myn krachten te boven gaat." „Ocb, watl Gy zyt allen lafaards en droo- mere! De gansche Conventie staat onder den invloed van een enkele stem, die slechts een halve long tot haar beschikking heeft; van een teriDgachtigen, ultgedroogden advocaat „Thérèse, pas op uw tong en op uw hoofd. Gy hebt geiyk, dat de Conventie onder een invloed staat: maar niet onder dien van een enkel maD, wel onder dien van een volks- strooming, van een storm der hartstochten, dien Robespierre wel te vooracbyn roepen, maar niet beteugelen kan. Hy ia slechts de afgod van het volk, niet de beheerscher." „Maar men brengt hem evenwel offers, zoo als Dog geen afgod ooit gebracht werden. By scharen slacht men de menschen op zyn bevel. Stad en land siddert voor hem, de Con ventie kruipt voor hem, dat het schande is en dat alles uit angst voor iemand, die flauw valt als hy een gans bloaden ziet. Gy wilt mannen zyn? Poppen zyt gy, die stroo in den kop hebt en op de plaats van het hart zaagsel draagt l" „Laat dat zoo zyn, Thérèse, maar hoor naar myn waarschuwing. Ik verzeker u, een strookop is altyd nog beter dan geen kop. Eq een hart vol zaagsel is niet zoo pynlyk als dat van Marat, het wolk Corday doorstoken heeft." „Lafaards I" riep madame Tallien met diepe verontwaardiging uit. Tallien trok de schouders op. „Wat denkt gy, wat wy doen kunnen?" vroeg by lachend. „Niets kunt ge doeH," wierp zyn vrouw, nog steeds heftig, hem toe, „en daarom moeten anderen er aan denken te doen, wat er gedaan moet worden." „Thérèse, dat gaat te verl Geen overspan ning. Zeg my, wat ge van plan zyt." (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1