N°. 12245 Dinsdag 23 Januari A0. 1900 feze feourant wordt dagelijks, met aitzo&denng van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. fled. Zuid-Afrikaansche Verecniging. Leiden, 23 Jannari. Feuilleton. Droeve dagen. LEIDSCH PRIJS DBS5KE GOmBAUT» 'Voor Löldon par 8 maanden; s Franco per post Afzonderlijk© Nommerp A 1.10. 1.40. 0.05, PHUS DER A ïivKM'i'HNVi KW; Van 1—6 rogels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. letters naar plaatsruimte wordt ƒ0.06 berekend. latere Voor het tocasseeren buiten do stad Afdeeling Leiden en Omstreken Door den Penningmeester is sinds de laatste opgave ontvangen: van een promotiepartjj, ter navol ging f 25.25 van een Duitscha firma 0 10. door bemiddeling van den Hoog leeraar Dr. Kamerlingh Onnes en zijn assistenten van verschillende buiten- l.ndsche geleerden (behalve f 24.85s rechtstreeks toegezonden en reeds Yermelu)89.92 door bemiddeling van den heer Van Rossum du Chattel van een Duitsche firma Mark 2011.75 van Mevr. J.2.50 van den heer H. E. d' O. 1. door bemiddeling van het Leidsch Dagblad van iemand op zgn 54sten verjaardag den 20sten Januarif 0.63 gecollecteerd met Nieuwjaar van het verjariogspartfitje M. Post aan de Kaag3.45 O. P. Z. E. T. G. H0.05 voor de Boertjes van de Domino tafel 9 1.15 overschot van een cadeau f 2.25 gecollecteerd op een gezellige byeen- komst ty Dlkkie door jongejuflr. L. H. 3.265 eenige bezoekers van café „De Pool" 1.07 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Uffidëele Kemilsgeytngpin, Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 25 Januari 1900, dos namiddags te twee uren. Pui tm ter behandeling 1°. Verzoek van Mej. M. Van dor Hoeven—Fraai, om continuatie in de betrokking van Stads-vroed- vrouw. (18) 2°. Verzoek van Mej. C. Japikse, om eervol ontslag als 3de onderwijzeres aan de Meisjes school 1ste klasse. (15) 3°. Verzoek van Mej. M. J. Van der Harst, om eervol ontslag aLs 1ste onderwijzeres in de hand werken aan de school 3de kl. No. 5. (17) 4°. Verzoek van de Wed. Dr. P. Harting, om viijstelling van de betaling van schoolgeld, Mid delbaar Onderwijs. (19) 5'. Verzoek van Prof. Dr. C. C. Uhlenbeck, om restitutie van schoolgeld, Middelbaar en Lager Onderwijs. (26) 6°. Rapport van de raadscommissio in zake onbewöonbaarverklaring van de perceelen Zuid singel 25 en 2de Looierstraat 73 en 75. (16) 7'. Voorstel omtrent de levering van schoenen en laarzen voor de agenten van politie en de brugwachters. (24) 8°. Verzoek van J. H. Sundermeyer c. s. tot goedkeuring van het stratenplan voor hot terrein aan den Maredijk en de Aloölaan, kadastraal be kend Sectie L. No. 526, gemeente Leiden. (27) 9\ Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor een voortgezet onderzoek Daar den toestand dér woningen in deze gemeente. (25) 10°. Voorstel tot verhooging van den prija van het gas. (23) 11°. Voorstel tot wijziging van de vorordening van 11 Juli 1895 (Gemeenteblad No. 5) op bet bouwen on sloopen. (20) 12°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter verkrijging van plannen voor de oprichting van eene Electrisqhe Centrale. (14 en 21) NATIONALE MILITIE. BORDZE SPAANSTRA, vader van den militie plichtige HEINZE BORDZE SPAANSTRA, ge boren te Amsterdam, don lsten Juli 1881, wordt verzocht zjjn tegenwoordige verblijfplaats op te geven of zich te vei voegen am het bureau der afdeeling Nationale Militie en Schutterij, kamer No. 9, ten Raadhuize dezer gemeente, dagelij'<s, uitgezonderd Zondags, geopend van 's voorinidd iga 9 tot 's namiddags 4 uien. Leiden, De Burgemeester van Leiden, 22 Jan. 1900. F. WAS. Door B. en Ws. wordt den gemeenteraad overgelegd een door den heer J. H. Sunder meyer, te Hilleger8berg, c. b. ingediend stratenplan voor het aan den Maredyk en de Aloëlsan gelegen terrein, kadastraal bekend onder Sectie L. no. 526, gemeente Leiden. By de Commissie van Fabricage bestaat tegen het thans overgelegde plan, dat het resultaat is van verschillende door deCommissie met den heer Sundermeyer gehouden bespre kingen, nog slechts dit bezwaar, dat daarby geen gelegenheid geopend wordt voor den toekomstigen aanleg van een verbindingsstraat van den Maredyk met den Stationsweg. De commissie acht dan ook het plan alleen dan voor goedkeuring vatbaar, wanneer de rooilyn aan den Noord-Oostelyken boek van het terrein zoodanig getrokken wordt, dat een driehoek ter grootte van 105 M1. onbebouwd zal bly?eo. Billykheidshalve zal dan de gemeente to zijner tjjd de bestrating van dien driehoek voor haar rekening moeten nemen. Voorloopig zal het echter voldoende zyn, dat by kosteloos in het privaat eigendom aan de gemeente worde overgedragen. Overigens bestaan bfi de Commissie tegen de plaats, richting en afmetiogen der aan te leggen straten geen bezwaren. De Maredyk zal op een breedte worden gebracht van 15 meter, terwjjl de Aloölaan en de beide daaraan evenwydig loopende straten een breeate zullen erlangen van 10 meter. De hoogte der straten zal moeten overeenkomen met de hoogte der bestaande wegen, waarmede zy voor een ae&l zullen samenvallen, of waarop zy zullen uit komen. Voorts is de Commissie met B. en Ws. van oordeel, dat het in den Maredyk te leggen riool van gemeentewege behoort te worden aangelegd. Niet alleen toch zou de gemeente linaen enkele jaren by verbetering van de algemeene rioleering der gemeente, toch tot den aanleg van een riool in den Maredyk, die een bestaande weg is en waarin tot dus verre nog geen riool ligt, voor eigen rekening moeten overgaan, maar ook overigens is dit een niet onbillyke tegemoetkoming aan adres santen, waar deze bereid gevonden zyn met niet onbelangryke opofferingen van terrein den Maredyk op een breedte van 15 meter te breDgen, een eisch, welken de Commissie van Fabricage niet meende te mogen laten varen. Eindeiyk is B. en Ws. nog by onderzoek gebleken, dat adressanten, hoewel dit niet uit het overgelegde plau biykt, het voornemen u .bben ook aan de Westzijde van het terrein huizen te bouwen met den voorgevel naar het WesteD gekeerd. Die huizen zouden dan komen te staan aan een straat van 5 meter breedte, een halve straat, die mettertyd cp 10 meter zal moeten worden gebracht. Op de in hun vroeger Rapport aangegeven gronden maken B. en Ws. bezwaar die halve straat als onderdeel van het plan goed te keuren. Om de meJe daarin vermelde motieven meenen zy echter ook weer in dit geval tot den bouw der huizen vergunning te kunnen verleenen, mits een strook grond ter breedte van i/7t Meter over de volle lengte van de westelijke grens van bet bouwterrein kosteloos aan de gemeente in privaat eigendom worde overgedragen. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over het eerste vervolg op hun Verslag van het Woningonderzoek in deze gemeente, betreffende de bouwblokken III en IV. Het onderzoek in de bouwblokken V en VI wordt inmiddels voortgezet. Wanneer ook de daar verzamelde gegevens geheel als die van de eerste 4 blokken zullen zyn bewerkt, zal de voor dat doel by Raadsbesluit van 6 Juli 1899 toegestane som uitgeput zyn. Het komt B. en Ws. intusschen hoogst wenschelyk voor, dat hst onderzoek ook in de overige gedeelten der gemeente worde voortgezet, zoowel omdat het onderzoek, naar mate het vollediger is, in waarde toeneemt, alsook met het oog op de te verwachten woningwet, by wier in-werbing-treiing de reeds door B. en Ws. verkregen gegevens vjn onschatbare waarde zullen blyken te zijn en later veel werk zullen besparen. Trouwens, wanneer ook bet onjerzoek in de wyken V en VI zal zyn afgeloopen, zal een belangrijk gedeelte van den arbeid verricht zym Immers de bouwblokken IVI beslaan ongereer de helft van het aaneengebouwde gedeelte der gemeente: ongeveer 3600 woningen met 16000 bewoners zullen dan zyn onderzocht. Bedenkt men nu, dat in het andere gedeelte der gemeente, bevattende de wyken I, IV en VI geheel en de wyken II, III en VII gedeelteiyk, het aaDtal woningen van 1 tot 3 kamers naar evenredigheid veel geringer is, dan blykt hieruit, dat het onder zoek in het aaneengebouwde gedeelte der gemeente reeds belangryk gevorderd ls. Ten einde B. en Ws. nu in staat te stellen met het onderzoek in de overige stadsgedeelten voort te gaan, geven zy in overweging alsnog een som van f 1000 ter hunner beschikking te stellen en tot de vaststelling van den overgelegden staat van af- en overscbryving over te gaan. Op don post voor Onvoorziene Uitgaven zyn thans nog f 37,312 beschikbaar. Tot leeraar in het bouwkundig teekenen aan de Ambachtsschool te Haarlem is benoemd de heer H. W. Brouwer, te Leiden. By het seminarium der Remonstranten te Leiden hebben de candióaten A. C. De Regt en H. Van Asseodelft het voorbereidend proponents-examen afgelegd. De Nederlandsche Botanische Vereeniging zal baar wintervergadering houden op den Sden Februari in 's Ryks Herbarium te Leiden. riet rapport van de commissie van beoordeeling over de ingekomen herbaria, mededingende naar de door de Vereeniging uitgeloofde pry- zen, zal dan ter tafel gecracht worden. By de gi6teren alhier gehouden verkooping van cokes in partyen van 50, 10 en 5 B.L. waren de pryzen f 26, ƒ5.30 an 2.65. Zaterdag avond overleed te '6 Gravenhage de weleerw. pater Petrus Jacobus v. d. Goor- bergh S. J., oud-pastoor der St.-Theresiakerk aldaar. In 1878 was by pastoor Eisen-S. J. opgevolgd, maar reeds in 1882 werd hy door zyn toenemende doofheid verplicht, de herderlyke bediening neer te leggenhy bleef evenwel ia de pastorie van genoemde kerk vertoeven. Pater Van der Goorbergb, ia 1823 te Breda geboren en dus ontslapen in den ouderdom van 76 jaar, deed zyn Latynsche studiën aan het Seminarie Oud-Hageveld en trad in 1844 in de Sociëteit van Jesus. Na 6 jaar in het gymnasium te Katwijk werkzaam te zyn geweest, werd hy in 1863 priester gewyd. Iq 1857 werd by benoemd tot directeur te Katwyk, wat hy 7 jaren bleef. Vervolgens werd hy geplaatst te Oosterhout en te 's-Gravenhage, van welke laatste stad by in 1872 als overste van „De Krytberg" te Amsterdam vertrok. In ce hoofostad heeft hy een groot aandeel gehad by de oprichting der vereeniging „Gtloof en Wetenschap" en ook zeer geyverd voor de oprichting der Ignatius school. In 1878 vertrok de Ijverige priester weder naar Den Haag, waar hy op het zangkoor zyner kerk een grondslag legde voor den bloei, welken de palestryosche muziek thans op de meeste koren geniet. Pater v. d. Goor bergb was ty de parochianen van St.-Theresia nog altyd zeer gezien en geacht. Woensdag te 9 uren geschiedt de plechtige lykdienst, waarna de begrafenis. (Tijd.) By de Gereformeerde kerk te Exmorra en Allingawier is beroepen ds. J. Koning, te Mijdrecht. Aaa professor J. Van 't Hoff is door den Duitschen Keizer de Kroonorde 2de klasss verleend. Ds. C. Van Wyngaarden, pred. by de Herv. gem. te Kamperveen, die het beroep naar Voorschoten heeft aangenomen, hoopt 26 Febr. a. s. zyn afscheidsrede te houden. Benoemd is tot directeur van de am bachtsschool te Winschoten tie beer H. B. Van Laatum, onder-directeur van de ambachts school te Utrecht. Dr. H. P. N. Muller, consul-generaal van Oranje-Vrystaat, heeft van de drie Vry- 6taters, die te Amsterdam studeeren, ver nomen, dat zy veilig in de republieken zyn aangekomen. De heeren Pretorius en Du Tolt, behoorende tot dat drietal, zyn tnaar den Vry- staat, terwyi de beer Hjalmar Reitz naar Ladysmith is vertrokken. Dr. Muller heeft tevens aan het hoofd comité van het Ned. Roode Kruis, namens zyo regeering dank betuigd voor het zenden van elf kisten ambulance-materiaal. Naar aanleiding van het bericht, dat mr. C. Fock tegen 1 April a. 8. ontslag heaft aan gevraagd als Commissaris der Koningin in de provincie Zuid Holland, herinnert het „H. Dagblad" er aan, dat aife ree >8 lang als gerucht in 's-Gravenhage ging. BovenoieQ werd toen reeds beweerd, dat mr. C. J. E. graaf Van Bylandt, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en van de Tweede Kamer, en mr. A. J. Roest, Commissaris io de provincie Zeeland, als opvolger in aan- marking zouden komen. Voor Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland werden gisteren weder een paar militiezaken behandeld betreffend-) ae vraag, wie van twee broeders, die in hetzelfde jaar geboren zyn, tot oen dienst moest worden aangewezen, wanneer er ge<n overeenkomst dienaangaande coor hen is tot stand gebracht en hij, wie het laagste nummer heeft getrok ken, wegens lichaamsgebreken of gemis aan de gevorderde lengte als anderszins moet worden vrijgesteld. De militiffiad in het eerste district had in dit geval deDgene aangewezen, die het hoogste nummer heeft getrokken, waartegen de militiecommissaris zich in hooger beroep voorzag. Het lid van Gedep Staten mr. Graaf Van Bylandt, die over de betrekkelyke zaken rapport uitbracht, adviseerde tot handhaving van de uitspraak van den Militieraad, niet tegenstaande de quaestie vroeger oy Koninkiyk besluit in anderen zin is uitgemaakt. Hy achtte het Kon. besluit in stry - met art. 52 der Militiewet, bepalende, dat van een of meer broeders, die in hetzelfde jaar geboren zyn, de helft voor den dienst moet worden aangewezen, daar volgens het Kon. besluit in het onderhavig geval geen der oeide broe ders zou moeten dienen. Het overlyden wordt gemeld van J. C. E. graaf Van Lynden, grootmeester van het Huis van H. M. de Koningin, na van 17 November 1885 dezelfde betrekking by do Hofhouding van wijlen den Koning te hebben bekleed. Alvorens als groot officier by het Kon, Huis te zyn opgetreden, diende graaf Van Lynden t>y het wapen der cavalerie. De Kon. Mil. Academie in 1852 verlaten hebbende, was by achtereenvolgens tweede luitenant by bet 4de reg. dragonders, ordonnaoce-officier, ritmeester in 1867 en tien jaren later majoor by het 4de reg. huzaren. Den lOdon Maart 1884 werd hy als lult.-kol. van het wapen gepenaionneerd. De overledene had den graad van groot kruis der orde van de Eikekroon en was ver sierd met de St.-Anna-orde 2 ie kl. van RuslaDd. Hy maakte indertyd deel uit vau een deputatie belast met een zending by het Hof to St.-Petersburg. De minister van koloniën verleent dezo week geen audiëntie. Naar het „Haagsch Dagblad" verneemt, solliciteert geen van de districts-commandanten der 3de divisie Kod. Marechaussee naar de betrekking van hoofdcommissaris van politie te -Gr 7enbage, noch die te Almeloo, noch die ts Zutfen, noch die te Zwolle. 17) Het ia esn oude ervaring, dat in woelige tijden het bijgeloof sterk op den voorgrond treedt, en derbalve behoefde het geen verwondering te baren, dat burgeres Théot, ala bekende waar zegeter, in die kringen een rol speelde, waar van men had mogen aannomen, dat ze bovon zulke bijgeloovige kunsten verheven waren. „Och, lieve Tbéot," lachte de schoons Spaansche luid en overmoedig, „dat ia niet te gelooven. Gij wilt mij foppen 1" „Burgeres," eprak de waarzegster, „geloof wat ge wilt; ik zeg u wat ik weet." „Robespierre zou bflgeloovig zijn?" „Zoo is bet. Haar gelijk bijna alle menschen gelooft bi) slechts aan die voorspellingen, welke in zijn kraam te pas komen. Wanneer ik hem morgen profeteer, dat h|j binnen vier weken gehangen zal worden, zal hij dat ver moedelijk niet gelooven. Zeg ik hem eebter, dat hij binnen tien jaar keizer wordt, wie weet, of bjj daaraan geen geloof hecht." Burgeres Tbéot was een nauwkeurige op merkster en daardoor ook een groote men- schenkonster. Zoodoende trof ze in vele ge vallen met verrassende zekerheid haar doel. De schoons madame Tallien had met ge spannen belangstelling haar mededeelingen aangehoord. „Gij wilt mjj bedriegen, burgeres Théot," zei z|j thans. „U bedriegen? U? Dat 1b my onmogelyk. Als het op bedriegen aankomt, mag ik wel by u tor school gaan." „En komt by werkeiyk nu en dan in uw woning?" „Vrosger kwam hy vaker. Thans ie hy sinds een jaar niet by my geweest." „Wat wilde hy?" „De waarzegster haalde de schouders op; toen zei ze afwerend: „Gy vraagt zooveel, burgeree Tallien." „Al moest ik de woorden met duizend frankstukken uit uw mond trekkeD," fluis terde de Spaansche in groote opgewonden heid, „gy moet my antwoord geven, burgeres Théot." Daarop scheen de andere slechts gewacht te hebban. „Ha," zei zy nu langzaam en zacht, „gy zyt er nieuwsgierig naar?" „Hier, neem aan, burgeres Théot. Haar ik wil de gebeele waarheid weten. Verstaat gy? Alles, allesI" Met deze woorden reikte zy baar ongemerkt een handvol geld over, wat de oude vrouw meesmuilend aannam. „Vraag nu, burgeres." „Wat wilde Robespierre by u?" „Hy wilde van my het lot des koninge weten." „Nu?" „Ik zei het hem. Het was op het oogenblik, toen hy my vroeg, ook niet moeiiyk meer te raden." „En verder?' „Verder wou hy zyn eigen lot vernemen." „Zoo, en wat zeidet gy hem?" Hoe heftiger en dringender madame Tallien vroeg, hoe achterhoudender de oude vrouw werd. ThaDS haalde zy weer ontwykend de schouders op eu mompelde: „Zyn lot zei ik hem." De vurige Spaansche stampte ongeduldig met den voet op den grond. „Ik heb niets meer by my, Théot, maar morgen kom ik by u. Dan zult gy epreken, nietwaar „Misschien, burgeresI Ik zal moeten oppas sen, dat ik my op deze wyze niet in myn klandizie benadeel." „Onzin, Théot! Ik verzeker u veeleer het tegendeel. Gy weet toch, dat ik beter betaal dan de teringachtige Robespierre I Wanneer gy my dus invloed op bom kunt verschaffen, ie my geen som te hoog." Burgeres Tbéot merkte aan de opgewonden heid en warmte, waarmee madame Tallien sprak, dat deze het meende. Evenwel vroeg zy nog aarzelend en voorzichtig: „Ik weet niet, burgeres, hoe ik u invloed kan verschaffen op den machtigeten man van geheel Frankryk." „Eenvoudig door hem te voorspellen wat ik u zeg." „Bnrgeres, bedenk wel, dat het een man betreft, die ons beiden met één pennestreek onder de guillotine kan brengen." „Wat doet dat er toe? Gy weet toch, bur geree Théot, dat, hoe machtiger een man is, des te gemakkelyker men'hem zyn wensch kan voorspellen." De oude vrouw scheen thans met haar last- geefeter tevreden te zyn. Zy knikte meer malen en zei eladeiyk„Kom morgen, burgeres Tallien, ik zal u wachten en wy zullen het zeker eens worden." Daarop scheidden zy en traden uit de nis in het salon. Hst kon zoowat twee uren 'a nachts zyn. Hst wae een acboone, zachte nacht en in de salons van burgeres Lucretia had men wegens de hitte de ramen open gezet, zoodat de koel9 lucht binnenstroomde. Plotseling ontstond er een geheimzinnige stilte. Toen vernam men eenig schril geroep, en eindeiyk hoorde meo, boe de stormklokken vree8eiyk dreigend door do stad klonken en de slapenden wekten. Vragend zag men elkaar aan, maar men durfde niet spreken. Velen werden bleek en hadden zich gaarne stilletjes verwyderd. Toen roffelden de alarmtrommen door de straten, de nationale gardes en sans culotten snelden schreeuwend naar hun ver- zamelingspo8tenruiters draafden io vollen galop de straten door. Hen kende in dien tyd het alarmgelui zeer goed. Het was gewooniyk de inleiding tot bloedige botsingen en straatgevechten. Na eenigen tyd hoorde men voortdurend aan groeiende benden door de straten trekken. Toen vernam men ook den bruiaenden revo lutiezang der woelige menigte: de Marseillaise. Dat klonk geheel anders dan zoo straka het gezang van burgeres ÏUilmont. Het bruiste ala de (golven eener ontketende zee, al8 een orkaan van menscbelyke hartstoch ten. Ofschoon de toonmalige Paryscha gezel schappen aan dergelyke verschrikkingen gewoon waren, las men toch vrees op de aan gezichten van hen, die in het salon van bur geree Lucretia byeen waren. Wat wae er gebeurd? Wat zou er gebeuren? Het raadsel achtige vergrootte nog aller schrik en spanning. Van al de aanwezigen bewaarde slechts één zyn kalmte, dat waa Danton. Hy was blykbaar met de zaak op de hoogte. Het een tevreden lach zag by, boo de kleine, teere burgeres Madeleine zich doodsbleek op een sofa had laten vallen. Zelfs de altyd slag vaardige burgeres Rlalmont verloor voor eenigen tyd haar kalmte. „Vrees niet, dames," zei Danton eindeiyk lacbend tot haar, „bet is slechts een kleine macht8vertooDing van de majeeteit des volks tegenover de Conventie. Wanneer gy echter een scboon, verheven schouwspel wilt zien, verzuimt dan niet morgenvoormiddag op de tribune in de Conventie aanwezig te zyn." IX. Den volgenden morgen blonk de gansche omgeving der Tuilerieén van wapens. Op het groote plein lagen de nationalo gardes; in de Wetstraat tot in de zgstraten stonden bataljon aan bataljon: do sansculotten. Vah uit do Wetstraat zou de wettige regoenng dea landB overweldigd worden, zoo ze tot een besluit worden gedwongen, dat oen misdaad was. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1