toegangswegen was de plaats van de ramp slechts met moeite te 'cereiken, terwijl men al spoedig merkte, dat het niet veilig was te naderen van de zijde van de Van Wou- straat, omdat een der huizen nog rechtop stunj en gevaar scheen op te leveren. Aan dien kant werd dan ook spoeuig de toegang coor de politie aigezet. Ook aan den anderen kant drongen nieuwsgierigen op en het kostte later der politie in01 te ruimte te krijgen. Het eerste w^t men helpen kon, was, de gewonden te eragen in ue cirectiekeet, op een tien schreotn afstands van het werk gelegen. Daar Werden eenige voorloopige verhanoen gelegi, waarop men zoo spoeuig mogelijk de gewonnen per rytuig en per ra^eroaar naar het Binnen-Gasthuis en het O. L. Vroawe Gasthuis v.rvoer-e. Toen wy zegt het „Hbi.", ruim halfvyf do plaats ues onheils naierden, kwamen wy reeds eenige brancards te gemoet. Een stok of vyf rytuigen stomen in de Hemonystraat, waar men gewonden inhielp of indroeg. Ook het rytuig, waariu wj gekomen waren, werd «jnmia^ellyk coor ce politie gerequireerd en y.atuurlyk beschikoaar gesteld. Op het terrein, vol modder en kalk, vol boopen stecnen, stukken hout, balken en plank-.n cooreengestort, liep de bouwonder nemer rond, met bebloed gezicht, geheel bestoven kleeren, en jammerend, al maar jammerend over Let ongeval. Telkens als er een gewondo werd afgedragen naar de loods, was hij er bij om te vragen wie het was, en wat hem scheelde. Zijn grootste angst was, ot er iemand zou sterven. „Het kan mij niet schelen of ik doodga, maar o, als er maar niemaua sterft, als er maar niemand Bteritl" riep hij voortdurend. In de keet lagen drie, vier gewonden. Er waren een tweetal semi artsen uit het Onze- Lieve-VrouWfGasthuis en eenige pleegzusters. De pastoor van de St.-Williorordus kerk ver leende zyn hulp. Verband stoffen waren reeds afgevoerd; zoover het ging, wereen de wonden gewasschen en verzorgd. Stoere bran .weergasten, politie agenten, croegen over de 6malle loopplanken door de modder de slachtoffers weg naar de rijtuigen. Er ging er een voorhij op ce schouders van twee mannen, die kermde: „O, mijn arm l" Eq ai maar, van den grooten puinhoop, werden nieuwe slachtoffers aangedragen. Men stelde een toestel voor IJlicht op, dat spoe.ig een scherp, flikkerend licht wierp ovd het gebeele terrein. Met toortsen klom men oo brandgasten over de ruïne en zochten. Eerst ging het gerucht, dat er maar negen man gewond waren. Een oude timmerman deed een opgave, verward, zenuwachtig, alle menschen door elkaar, ae gewonden en de niut-gewonden. Een opperman vertelde hoe veel man er bi) zijn ploeg wareD, en de bouwondernemer voegde er bij: „O God, als ze maar niet dood zijn!" Inmiddels was meer geneeskundige hulp gekomen. Dr. C. T. Scbreve, van zijn woning aan een Amsteldük gehaald, nam met pryzens- waar igen ijver ue leidiüg in de directl.keet. E.-n paur schamele petroleumlampjes moesten het werk der l armhartigheid verlichten: den geneesheer met de twee assistenten uit het gasthuis, de twee pleegzusters met de witte kapjes, de priesters van de Willibrorduskerk. Daarbuiten zocht men nog verder, voor zichtig, belichtend met de fakkels den hoop puin, den kolossalen muur van het nog staande huis, den wirwar van balken en planken rondom. Men had nu dertien mannen in 't ge heel weggehaald. Het waren de timmerlieden Hondrik Van de Velden, Hendrik Kelderman (hoofdwond), Jan Rosegaarden (weinig gekwetst), G er rit Petersen (hoofuwono), Van Paschen (hoofden scuouders gewone); de opperlieden Johan en Horman Duffel en Jan Duits; do metselaars Arnoldus Prast, Aloert Knak, Jan en Willem BlUcnjurg, H. Van Koperen (raggegraats- fractuur). Bovendien werden nog verbonden de tim merlieden Heerom en TöniDg en de patroon zelf, die zich het laatst onder behandeling stelde. Men miste nog, dat was halfzes, één per soon, een timmerman, Jan Van Gerven. Deze was doende geweest in de benedenruimte, gelijkvloers, waar zich een schaafbank be vond onder een plankendakje. De man was hardhoorig, naar men vertelde, on zou zeker geen kraken of wat ook gehoord hebben en dus onder het puin bedolven zyn. Om hem hulp te brengen, moest de gebeele massa, die op hem gevallen was, worden weggeruimd, hetgeen een werk van uren zou worden. De opzichter M. Van Vlaanderen, de broeder van den ondernemer, gat aanwijzingen omtrent de plaats, waar men had te werken. De arbeid werd begonnen. Het was de branc.weer, die deze taak verrichtte. Tot juist inzicht van het verloop van het reddingswerk oiene de volgende beschrijving van de ingestorte gebouwen vóór en na de ramp. Het doel was het bouwen van vier huizen van vier verdiepingen, waarvan drie met een gemeenschappelijk onderhuis gelyk- straats. Deze laatste drie hulzen waren inge- 'stort, vermoedelijk wegens onvoldoende con structie van bet benedengedeelte. Met de beide middelste muren was de buitenmuur aan de Am8teldi)kztJde ingestort, terwijl aan den anderen kant de balken, ter halve steens- breeite in den muur van het nog staande perceel ingelaten, waren uitgetrokken. Voor- en achtergevels waren natuurlijk meegevallen, als een kaartenhuis recht naar beneden, niet naar een bepaalde richting buitenwaarts. Gelijk gezegd is, stond nog hot huis aan de Van-Woustraatzyde met een uitbouw achteruit langs de ruïne. Deze uitbonw zag er vooral van boven gevaarlijk uit: de kosijnen waren uitgezakt en de gemetselde dammen daartusscben afgebrokkeld. Een balk stak een eind naar buiten uit, steunend op losgewerkte stoenen. Men vreesde ieder oogenblik, dat dit gedeelte zou instorten ea nieuwe ongelukken veroorzaken onder de redcers. En was de timmerman Van Gerven, een man van vijftig jaar, beneoen aan het werk geweest aan ae schaafbank Zooals gezegi, stond uie in het ge^aenschapptlyk onder buis onder een planken afdakje. Men trachtte nu allereerst deze plek vrij te krijgen. Daartoe moesten eerst voorzichtig alle bal ken en stukken hout van covenuf worden opgeroimd. Met manden begon men toen het puin weg te halen, het puin, waarv«n geen twee steunen op elkaar zaten^ v. aarvan een heele muur vlak op een grond lag als een coor elkander geworpen spel domino- steenen. De roode klinkers waren alle heel gebleven, en alle geheel en al schoon van kalk. Riet het minste korstje zat er aan vast, en waar een hoekje grauwe specie zichtbaar was, kon men dat zoo met den vinger aiwriJven. Die steenen nu moesten één voor óón worden losgehaald uit de vuilgrijze massa, die onder den naam kalk tot bindmiddel voor ce muren had moeten dienen. Uren en uren lang moest men graven maat zeilde groezelige poeder, een vochtige substantie, aanvoelend als „Brussdsche aarue." Men kon bet niet wegscheppen aoor de klinkers: het moest woraen opgegrabbeld met de handen en met ae handen in de mandjes geworpen. In het gele hebt der toortsen, waartusschen do gele straal van het IJ-licht oplichtte, telkens doovend tot een vuilbruine smook, zag men ze staan, rijen van bilnkend- gehclmdo brandwachten, uie elkaar de manaj.s aangaven, tot de laatste ze leegstortte tusschen binten en balken. Het zal acht uren geweest zijn, dat men zoover genaderd was, dat de verdiepings vloer zichtbaar werd. De planken werden losgerukt, de balken, schots en scheef door elkaar, werden stukgezaagd. En ook daar weer het grijze puin, overal het grijze puin, de metselspecie zone er eenigen samenhang, zelfs geen samenhang door het vocht. Daar mede was gemetseld met vriezena weer en doolweer, afgewisseld Langzaam, heel langzaam vorderde bet werk. Een brandwacht kreeg kalk in de oogen, moest worden weggeleid naar den dokter, dr. Scbreve, die nog altijd met zijn helpers klaar stond om te helpen als hulp mocht noorig zijn. Het geval was niet ernstig. Ernstiger gevaar scheen to dreigen van omhoog, waar do balk nog steeds hing uit het dak van den uitbonw, steunen J op losse steenen. Er kwam wat wind tusschen de regenbuien on men meende den balk te zien echaaden. Sommigen verzekerden, dat bij reeds tien centimeter uitgezakt was. Plotse ling ontstond een paniekje en allen stoven weg, den puinhoop af, vreezend dat de in storting komen zou. Doch er geoeurae niets. Aan omhalen van de dreigende gobouwen kon niet gedacht worden, omdat men aen man daar beneden, den ongelukkige, die mis schien nog leefde, niet mocht blootstellen aan een nieuwe puinstorting. Voort dan maar weer, de levenden in gevaar voor.... Want de vrees, dat men slechts een lijk zon opdelven, werd hoe langer hoa grooter. Er was geen sprake van ruimte tusschen de balken- en plankenlagen, waardoor de man misschien zou kunnen behouden zijn. Alles was opgevuld met het grijze poeder, de kalk, die niet aan de steenen en niet aan zichzelf hield. Te negen uren was men er in geslaagd het schaafbankzoldertje bloot te leggen en te lichten. Er werden gereed schappen gevonden: een schaaf, een beitel, een hamer. Een hoop krullen was verder alles wat men zag anders niets! Verschillende gissingen werden nu ge maakt. De opzichter meende, dat de man lete gehoord kon hebben en weggeloopen zou zjjn. Vóór kon hy niet uit, want daar was alles aichtgespykerJ; hy moest ia dat geval dus naar achter gegaan zijn. Het beet was, in die richting te zoeken. Dit nu waa ge-n gemakkeiyko ar:eid. "Want achter lagen nog alle balken en kozijnen overhoop, sooals zQ gelegen hadden. Doch men con centreerde de krachten: tien, twintig brand gasten to gclyk aan den gang. Een uur later tegen tien uren, had men het spoor gevonden. Een cichte kring men- 8chon stond, geleund op elkaar, te kjjken in een kuil, waar balken in alle richtingen doorheen staken. Slechts een paar brand- wachts konden bier werken, omdat do ruimte te klein was. De andere hielden toortsen by voor bet licht. Het publiek buiten, in alle tuinen en op alle erfjes van Ceintuur baan en Hoeden makersstraat, drong aan om ook wat te zien. De politie had moeiiyk werk. Aller aandacht was gespanneo op dat gat, dat droevige gat daar tusschen ce balken. Hog steeds moesten daar steenen en kalk met de handen uitgekrabbeld worden en weggedragen in mandjes. Grauwe, korrelige specie, zonder houvast. De balken werden doorgezaagd, de een na den anderen. En dan had men weer ruimte om te grabbelen, te grabbelen met de handen naar de losse ■Utnen. Een brancard stond naast de directiekeet. Doch men haalde een ander transportmiddel: de lykenmanJ. Er was geen twyfel of er zou een doode zyn. Men had hem feeds zien liggen: een Engelsch-leeren broek, een schou der met een gestreept boezeroen. Nu zag men hem ook van ronuom. By lag op de Jinkerzyde, met de beentn gekromd. Het hoofd was nog verborgen. Een dtr gravers raakte do beenen aan het was of ze zelf bewogen. Maar neon, er kon geen twyfel zyn. Dichter arong ae kring op, honderd hoofden in het rose licht der fakkels. Men dacht niet meer om den balk, die daarboven hing, niet meer om de muren, die oreigden te storten. Men dacht alleen aan uien man daar, ai«n vreemden, liggenaen werkman, aan wien geen spoor te zien was, dut by zoo vre^selyk be dolven gowecst was. Doch het hoofd kwam los men zag ae pet platgedrukt er op. het gezicht lag naar beneden. Opeens hief men het lichaam uit. De kykers struikelden do puinhelling af, naar beoeden. Weldra werd by vooroyge ..ragen Jan Van Gerven, vaier van zes kinderen, echtgenoot van een vrouw, die misschien nog niet. wist wat haar had getroffen. Ze woonde in een winkeltje aan de Reinwardt- straat. Het lichaam werd gedragen coor una mannen naar de direcliekeet. In een zware vouw hing het lyt neer tusschen de mannen oie droegen. Dr. Str&ter van bet O. L. Vrouwegast- huis constateerde üen aoodschedelbreuk met een fractuur aan de kaai;. Het gezicht was onkenuuar, het eenige lichaamsdeel waaraan bloed was, vreeseiyk veel bloeu. Op de borst een paar blauwe vlekken, doch schynoaar zonder btteekems. De brancard werd Diet gebruikt de mand was noo.ig. De mand werd uitgedragen oa.r de Hemonystraat tusschen de kyfcende menigte coor. Het onheil was afgewikkeld. Voor den nacht werd niet aan verder ruimen gedacht. Het was ballclf geworden. En dan vervolgt het „Hol." aldus: De brandweer heelt een moeilyk, gevaar- ïyk en pynlyt werk met groote plichtsbe trachting volbracht. Haar mag daarvoor een welverdiende hulde niet worden ODthouden. Ook de politie bad een zware taak en vol bracht oie naar behooren. Zy was onmid- deliyk gereed met midaelen tot vervoer der g- won jen en had daardoor een belangrijk aanaeel in de redoing van zooveel ongeluk- kigen, die verpleging behoefdeD. Ia het Biauen-Gasthui9 zyn opgenomen Johan Duffel, Hendrik Van de Velde, Jan Duits, ArnoLus Prast, Jan Biyenburg, Knak; in het Onze-Ueve Vrouwe Gastbois Herman Duffel, Van Pauken, Van KopsrcD, Hendrik Kil jerman, Gerrit Petersen, Jan Rozegaaroen, "Willem Biyenburg. De toestand eer gewonden is betrekkelyk goed te noemen, de meeste hebben lichte wonden aan hoofd en armen gekregen, alleen een oergenen, die is opgenomen in het Onze- Lieve-Vrouwe Gasthuis, is ernstiger gewond: hy beeft het borstbeen gebroken en een der ruggewervels, toch is ook voor hem de prognose gunstig. Knak kon, na verbonden te zyn, het Binnen Gasthuis verlaten, ook een der ge wonden uit het O.-L.-Vrouwe-Gasthuis kon huiswaarts kieren. De wethouder Blooker liet een voorloopig onderzoek naar de oorzaak van het ongeval iastellen. Daaruit is gebleken, dat de bouwer de onvoorzichtigheid heeft gehad by afwisse lende dooi en vorst door te boawen, hetgeen natuurlyk aanleiding tot ongelukken moet geven. Dat de bouwer niettegenstaande het afwisselend weer bleef doorwerken, is iets, waartegen de bouwpolitie niets vermag te doen. Nog gisteren was een «Ier bouwopzichters dezen bouw wezsn inspecteeren ea had toen niets opgemerkt dat kon doen vermoeden, dat zulk een ongeluk aanstaande was. Uit de „Staatscourant"» Konink. besluiten. Benoemd: tot hoofd verificateur voor den actieven dienst der direote belastingen, invoerrechten en accijnzen, J. i. Kisseeuw, thans verificateur der 1ste catagorie; tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Krabbeudijke, N. G. Servaas, thans klerk der posterijen en telegraphic van de 1ste klasse. Eervol ontslag verleend aan J. M. Breedveld, op verzoek, als tijdelijk klerk bij het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut; aan L. E. J. F. Mollerus, op verzoek uit zjjn betrekking van inspecteur der registratie en domeinen van de tweede klasse. Pensioen verleend: aan den kapitein M. J. baron Van Boetzelaar, van het corps pontonniers, met ingang van 15 Februari, ƒ1278 'sjaars. Eervol ontslag verleend, met toekenning van pensioen aan den generaal-majoor, laatstelijk chef van den generalen staf van het leger in Nod.-IndiÖ, C. P. J. Van Vliet, thans met verlof in Europa. Eervol ontslag verleend: aan den heer mr. S. C. Henriquez, op verzoek, uit zijn betrekking van procureur-generaal in de kolonie Curasao; en verder benoemd tot procureur-generaal in de kolonio Curasao mr. Th. J. A. Nuyens, thans lid van het Hof van Justitie aldaar; en tot lid van het Hof van Justitie in de kolonie Curasao mr. J. B. Gorsira, thans advocaat-geneiaal bij dat college. lAczrUelijlcc Bcrichton. V oorschoten. Ned.-Herr. Gemeente. Zondagmorgen te tien uren, ds. VanWybe, predikant te Voorhout. Do oorlog tusschen Engeland en Transvaal. Eindeiyk heeft dan die benauwende stilte van het oorlogsterrein opgehouden. Nu zijn de berichten gekomen van verschillende kanteD, en het zal, hopen wy, zoo biyven voortgaan. Do Engelsche autoriteiten bobben niets wil len berichten, vóór zy iets gunstigs, iets ver- biydends mee konden doelen. Nu men daartoe in staat was, nu het Engelsche volk weer eenmaal ia de bly-verwachtende stemming gebracht is, nu zal er waarschyniyk zoo nu en dan wat minder aangenaams tusschen door sluipen, een herziene Jyst van de in Ladysinith op 6 Janurai geleden verliezen uy v., of andere üingen die daarna nog geschied zyn. De telegrammen van nu kunnen slechts onder voorcehoud aangenomen worjen. Want de verscbiilenae medodeelingen spreken elkaar zoo tegen, dat men eer aan een serie Kaffer - berichten mag deoken. Generaal Warren zou vyf myi Westelyk van Potgietersdrift een ponton hebben geslagen van vyf en tachtig yards lengte en zoo over de snelstroomende Tugela rivier zyn getrokken. En de Boeren lieten dat stil toe, hebben niets van bet slaan van de Lrug bemerkt en zullen toestaan, dat Warren nog vyf myi uieper het land intrekt! En Bullar zou by Potgietersdrift met kanon nen en houwitsers naar ae overzyde zyn getrokkon en dat ondanks het vuur uit de geweren en kaDOonen uer Boeren. Hier zyn drie veronderstellingen mogelyk. De Engelsche generaal heelt werkeiyk een meesterstuk van oorlogstactiek geleverd en zoo opeens de reputatie van de Engelsche generaals in Zuid-Alrika hersteld. De overtocht is slechts ten deeie volvoerd en de Engelschen verzwygen bun verliezen. De Boeren laten Buller en Warron heiden in een ral loopen en binnenkort wenscben de EDgelschen zich weder naar den veriaten vloed terug. Dat de Boeren generaal Boller en Warren zonuer sterken tegenstand een rivier zullen laten passeereo, welker overtrekking door bet Engelsche ontzettingsieger voor Ladysmitb zulk oen voor hen ernstige veranaering in den toestand der beide oorlogvoerende par tyen zou brengen, stryut met alles wat tot nu toe van het beleid aer Repuolikeinsche strydmaebt is bekend geworden. Het is waar, Bull?r is nu in staat tot een veel grooter machtsontwikkeling, dan wanneer Warren oen Oostelyke omtrekking uitgevoerd had, maar by vere.nvou-Jigt nu ook den stryd op belangrijke wyze voor de Boeren, die nu het gevaar niet meer loopen op drie, vier plaatsen tegelyk te worden aangevallen. Wy kunnen er op vertroawen dat de Boe ren, by hun zoo uitstekend ingeriebten spion- nagedienst, volkomen op ae hoogte zyn ge weest van BnlLrs bewegingen. Die bewegin gen zyn héél langzaam uitgevoerd, meer aan acht dagen zyn er voor noodig geweest. Joubert had cus allen tyd om zich behoorlyk voor te bereiden, om zyn stelling te verplaatsen naar de behoeften van het nieuwe gevecht. Als ait werkeiyk zoo is, dan zal het nieuwe gevecht geen flankaanval wezen, maar komt het een voudig hierop neer, cat oe irontaanval van Golenso worat herhaald op een andere plaats. Het moet nog blyken, of het terrein voor den aanvaller dadr geschikter zal wezen. Het aBerllner Tageblatt" verneemt, dat Rusland en FraDkryk vertrouwelijke stappen heboen voorbereid om te vernemen, hoa de overige mogendheden denken over het plan om een internationale conferentie te hou Jen ter vaststelling van het begrip oorlogseontra- bande en regeling van den handel van neu tralen op neutrale havens Te Debreczin in Hongarije ia een Engelsche majoor opgedoken om, naar verluiut vyf duizend Hongaarsche paarden voor den oorlog in Zuid- Afrika aan te koopen. White beeft geseind dat hy weer een offi cier en negen man aan typhns en dysenterie had verloren. Verder zyn twee man overleden aan de wonden die zy den 6den hadden op- geloopeo. Er wordt in Engeland een afzonderiyk corps scherpschutters gevormd, dat by de Imperial Yeomanry, het bereden vrywilligeracorps, ge voegd zal worden. Zelfs de correspondent van de „Times" te Kaapstad erkent dat de krygsgevangen Boeren, die nu op de „Catalonia" gehuisvest worden, niet zonder reden klagen over de duisternis, de volte en het gebrek aan allerlei gemakken tusschendeks, die vooral menschen moeten hinaeren gewoon om het grootste deel van hun leven buiten door te brengen. Hy hoopt dat men spoedig een goede verblyfplaats aan wal voor oie krygsgevangenen vinden zal. De Engelsche minister van binnenlandscbe zaken, sir Mathew White Ridley, besprak gisteren in een redevoering te Blackpool oe critieken op het regetrings-beleid in Zuid- Afrika. fly zeide, zoowel namens zyn ambt- genooten als namens zichzelven te kunnen verztiKtfen, dat zy de volle verantwoordeiyk- heid daarvoor aanvaarden; want bet kabinet, zoowel als de natie, syo van het begin af eenstemmig geweest. Hy twyfeldo er niet aan of, als de tyd daarvoor gekomen is, zal hun verdodiging van dat beleid afdoende zyn. Het was niet de taak van de pers of van anderen, de dappere generaals te leoordeelen, die op bet oorlogsterrein zyn. Er ia er niet een van hen, die niet bet volle vertrouwen bezit van het land en de regeering, terwyi nooit in de geschiedenis van Engeland de troepen zich bet-.r gedroegen. Het resultaat van den oorlog is can ook voor den minister buiten twyfel; het is alleen een quaestie van ty-J en geli. In „Ons Land" vraagt een van de onper-, teekenaarstors der bekende Afrikaander vrou wenpetitie aan Koningin Victoria aan de redactie van het blad: Wat is toch geworden van de vredes petitie aan Hare Majesteit door zoovele duizenden Afrikaander vrouwen geteekend en die, zooals ik versta, maanden geleden ten gouverne- mentshuize werd afgeleverd om aan de Koningin te worden gezonden? Men zegt, dat Zyno excellentie tot nog toe niet eens de ontvangst hoeft erkend en dat men er cus aan twyfelt of de petitie ooit door hem naar Hare Majesteit is gezon .en. Ik kan zulks echter byna niet gelooven. Mogelyk kan u, mynheer editeur, ons iets van de zaak vertellen. De redactie merkt daarby op: Die petitie Wcra aan het gouvernementshuls bezorgd, uoch Zyne excellentie kon den tyd niet vinden ze persooniyk te ontvangen. Nu wil de geachte correspondent wetoD, waarom de ontvangst van die petitie coor Hare Majes teit nog niet erkead is. Wy kunnen deze vraag ni=t beantwoorden. De „Daily Chronicle" verneemt dat Sif Leslie Bundle het bevel zal voeren over de 8ste divisie. Dr. Leyds heeft een medewerker van do „Etoile Beige" verklaard, dat hy allen grond beeft te vermoeden, uat alle aan hem ge richte brieven en couranteo uit Trausvaal worden teruggehouden. Chamberlain en Duitschland. Do Berlynsche correspon-iont van de ffN. R. C." seint aan zyn c)ad het volgende: Door de Duitscbe pers gaat het volgende bericht van een biad to Leipzig, dat ree:s dikwyis zeer goed ingelicht geweest is over staatkundige zaken, en zoo hier en daar twy fel wordt uitgesproken, het bericht vinut toch geloof by de meeaten, en wekt dan ookuoel verontwaaraiging. Het lui a t De he^r Chamoerlain heeft, den 12den aan een diplomatiek oiner, voor zyn vertrek uit Londen naar Birmingnam, zich er op bero&md bewerkt te hebben dat Duitschland ae beiee- aiging die het Engeland aangedaan haeft, ingepeperd weru. Het vastelana van Europa waar men zich byna zonder uitzondering verlustigt in beschimping van Engeland, moet maar eens voelen dat Engeland nog een groote mogendheid is. Duitacbland was het eerst aan de beurt geweest, hoofdzakelijk omdat dezo voor Engeland niet onbelangryke staat, die zich helaas meest tegen zyn eigen belang verzet, cat alleen in een samengaan met Engeland ligt eerst goed moet begry- pen wat voor waarae cat samengaan heeft. In Duitschland moge het publiek opgewonden zyn, maar dat beteekent niet veel: by de vredelievende gezinobeid der Duitscbe regee ring blyven de betrekkingen tusschen Enge land en Duitschland „all right 1" Hieroy maakt byv. ae „Berliner Neueate Nacbrichten" de opmerking, dat dit „inpepe ren" de Engelsche regeering in elk geval zeer unur te staan zou komen, en in Duitschland niet vergeten zou worden. De roekeloosheid waarmede Chamoerlain het op oorlog aange stuurd heeft, komt overigens overeen met die bonding. Aangehouden, „De Standaard" schrijft: „Volgens door het „Hand." ontvangen be richt, zou de gewezen officier der artillerie, de heer Keulemans, die zich naar Zuid-Afrika begaf, en die zich als oorlogscorrespondent aan ons blad had verbonueD, op de „Herzog" te Durban ztyn aangehouden. „Men late op grond hiervan den moeJ niet zinken. Wie in tyd van oorlog zulk een waag stuk onderneemt, moet op alles, ook op aan houding, vooroereid zyn. Maar de jager, oio één haas ving, vangt daarom nog niet allo hazen. Het veld blyft open, en, voor wie geen schot van den jager vreest, vry. „Yan hoog gewicht is intusschen de vraag van internationaal recht, die almeer aan do orde komt, of een particulier (en dat was do heer K. na zyn ontslag) als „contrabande" mag worden aangehouden. „In den Krimoorlog, waarin Engeland party tegen Rusland was, is zelfs een heel „vreemdenlegioen" tegen Rusland in het veld gebracht. „En sterker nog springt de willekeur in hot oog, nu zelfs een „man van de pers" niet meer vrij bleek te zyn. „Is Engeland het neutraliseeren van man meer waard dan zyn goeden naam, oo& op het terrein van het journalisms PARIJS, 18 Jan. ROUit Londen wordt aan do „Temps" geseind: Een telegram uit Kaapstad van beden venr meldt opnieuw bet geruebt dat Ladysmitb. ontzet zou zyn. Aan bet departement van oorlog werd dit geruebt niet bevestigd. In de best ingeliohte kringen, heoht men niet meer zooveel waarde aan bet overtrek- ken van de Tugela wegens de langzaamheid, waarmede de omtrekkende beweging is uit gevoerd. Men erkent dat sedert aebt dagen generaal Joubert zqu gevecbtsplan beeft ge wijzigd, zoodat Buller geen flankaanval, maar een frontaanval moet doen. MOUNT ALICE 15 Jan. (B. O.) De voor- waartsche beweging voor het ontzet van Lady smitb begon Woensdag uit Frere en Cbieveley. Een paar mijlen voorbij Frere in de richting van Springfield trokken de troepen langs schaven, voorstellende een legermacht aanruk-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 2