N°. 12238
A0. 1900
<§eze <Qo\uant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Feuilleton.
Droeve dagen.
Maandag 15 .Taiiiiari.
PBJJS DEZER COURANT;
Voor Leldea per 8 maanden. 1.10.
Franco per post- 1.40.
Afzonderiyke Nommers 0.05.
PELTS DEB ADVEBTETTTIËN:
Van 1—0 regels f l.Oö. ledore regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiteD do stad
wordt f O 05 berekend.
Tweede Blad.
Do oorlog tussclicn Engeland en Transvaal.
Het volgende is uit een brief, geschreven
den 208ten Novemoer te Eianoelaagte en op
genomen in het „Utrechtsch Dagolad":
By-aankomst in het hoof dager, dat er ook
hoogst schilderachtig uitzag met al die tenten en
l wagens, ging ik dadelijk naar het kamp van
I 4en opperoevelheober, generaal Jou uert, waar
k buiten de tent de vrouw van den generaal,
met een reusachtige klapmuts op, bezig vond
met behulp van een paar Kaffermeisjes, kip
pen schoon te maken^
I Tegen etenstijd kwam de generaal zelf ook
opzetten, begeleid door verscheidene adju
danten en anaere volgelingen en het maakte
een eigenaardigen indruk, hem met een fan-
i ta3ieho=d en een jas met panden van het
paaru te zien komen.
Bi) het eten vond ik een tent vol met
Boeren, welke allen tot z(jn onmiddellijk ge
volg en familie behoorden, sans gêne aan
zitten, en ik vond dezen republiktinschen
eenvou i in sttrk contrast met het luxueuse
leven, hetwelk de Engelscbe officieren in
dezen oorlog leiden, waar, zooals in Dundee,
toen zü ia een paniek de vlucht kozen,
bleek, dat hunne tenten met zijde gevoerd
waren, en vingerdoekjes en vinger-lazen zelfs
niet ODtbraken. Dicht by ae generaalstent
was de veldUlegraphie gekampeerd, alsmede
het corps wielrijders, adjuaanten en derge
lyken, terwijl ietwat verder op het commis
sariaat, of zooals het bij het Hollandsche
leger genoemd werd, de intendance, gelegerd
was. Ik wandelde daar den gebeelen dag rond,
6i. zou dit onguwone schouwspel van honder
den paarden, trnten en wagens niet gaarne
hebben willen missen,
i Tot 's mioüags 3 uren duurde het bulóereo
der kanonnen, en jk ging op oog. 4 Eng.
mijlen van het kamp by oen redacteur van
de Volksstem, het officieuze regeeringsorgaan
hier den nacht doornrengen.
Don volgenden morgen was ik reeJs vroeg
by den generaal om myn introductie van den
heer Reitz, den staatssecretaris, te overturn
digen. Ik bleef zoowat een kwartier in zyn
tent, en hoorde allerlei verzoeken en bezwa
ren aan, welke de diverse commanJanten en
✓•mornetten uit verschillende lagers by hem
inbrachton, en werd sterk getroffen door het
huistlyk karakter van alles, wat er voorviel.
"Want wat zou men toch wel in een Euro-
pej8ch leger zeggen, als de opperbevelhebber
der troepen in tyd van oorlog lastiggevallen
werd over het uit 'eelen vao voedsel en klee
ding eer manschappen?
Daar ik geen paard bezat, zeide de generaal,
dat by my niet by het front gebruiken kon
(ieder burger brengt zyn eigen paard), en zond
my naar hier terug met een aanbeveling, om
by den beer krygscommissaris dienst te doen.
Deze verzocht my echter om hier als post
meester op te treden, en ziedaar my reeds
sinds eenigen tyd geïnstalleerJ als bekleder
eener waardigheid, waar ik zeker wel nooit
aan gedacht had. De spoorwegmaatsohappy
hoeft my nu een kleio gebouwtje op het
platform van dit station gegeven, waarvan
de wanden op 4 plaatsen coor bommen ooor-
boord zyn, doch die ik van binnen met plank
jes heb dicht gespykerd, en waar ik nu tevens
kantoor en woning gemaakt heb uit het eene
kamertje, waaruit het bestaat
Uit de leoige huizen in ait plaatsje schar
relde ik eenig meubilair op, zooals een bed,
stoelen, tafel, etc., etc., en brak een der ruiten
uit het raam, hetwelk nu als brievenbus
dienst doet. Een Britsch-Indische koelie wtrd
als helper gecommandeerd, die nu de post
zakken uit de treinen haalt, water voor myn
koffie kookt en dergelyke kleine diensten
verricht. Ik moet hier de brieven sorteeren
en naar het hoofdlager zenden, van waar zy
verder naar Pretoria verzonden worden, by
aankomst der treinen de postzakken in ont
vangst nemen, en voor verdere doorz-nding
zorg dragen; over het geheel genomen een
makkelyk leventjo, doch hetwelk my, helaas!
ge»-n gelegenheid aanbiedt om iets van een
oorlog zeiven te zien, want het hoof. lager
naby Lauysmith is, zooals ik r«ecs zei ie,
pl. m. V/i uur van hi r, m slechts nu en
dan hoor ik het getulder van het geschut,
zonder zelf deel te nemen aan den stryd.
Den dag na myn terugkeer hier van 't hoofd
lager, ging ik in gezelschap van den heer
Von Kretscbmar en eenige andere heeren,
welke in eerstgeno mde's salonrytuig (hy is
cirecteur van de N d. Z -Afrik. Spoorweg-MU.)
hier aanwezig waren om te trachten het lyk
Ven den gesneuvelden dr. Coster te vinden,
een lang9 wandeling over het slagveld maken,
waar ne massa doode paar en, patroon hulzen,
la ige valiezeD, kleedirigstukken, beschimmelde
eetwaren, ge.' roken wagens en verscheurde
ttnten, waarmede de grooa als bezaaid was,
maar al te <uid lyke sporen vtrtooncen van
een bevigen stryd,'welks hier gestreden werd.
Er beerschte natuurlyk een afscbuwelyke
la- ht, en men kon uit ue aanwyzingen van
onz n gi Is slechts .1 te goöd bemerken wtlk
een nacht die menscben hier gehad hebben,
met het kou :e, natte weder, en aan alle kanten
door Engelschen bestookt. S.n s ons bezoek
zyn er reels een historicus en een kunst
schilder gearriveerd om data te verzamelen
\oor huu respectieve werken.
De Engelsche Maden publiceeren tal van
brieven van officieren en manschappen aan
het front.
Een genie-soldaat by lord Methuen's colonne
schreef na den slag t.y Magersfontein
„Sommige officieren van een geneeskundigen
dienst vraagden om vrijwilligers om de dooden
te tegraven. Een twintigtal van ons bood
zich aan. Het eerste graf werd dertig voet
lang en drie voet diep gegraven en we legden
er 53 Schotten iD 34 alleen- van do „Black
Watch". Het was yselyk en wy allen knielden
ondtr ons werk. En toen de lykoienst werd
gehouden, nadat we ze tr allen in gelegd
banden, vielen er drie of vier flauw, terwyl
de anr.eren zoo hard builden, dat de predikant
nauweiyks te verstaan was."
In een anderen brief uit generaal Gatacre's
icamp komt h:t volgende voor over oe neder
laag by S ormberg:
„Ik scbryf u, nadat ik dertig uur geloo-
pen en gevochten heb. Wy verloren den slag
en werden teruggeureven. Het was een tweede
Majoeba. Na een geforceer >en marsch naar
Stormberg openden de Boeren, tot onze ver
rassing, het vuur van de heuvels. Zy maai
den ons weg als gras. Toen wy trachttrn.de
heuvels te beklimmen, vielen onze maDnen
onophoudelijk. Ons regiment verloor 380
man en de „RifUs" 491 Wy hadden g^en
ty i om de gewonoen weg te halen. We moes-
ton vechtenoe wyken on we Waren zwak en
afgemat na dertig uur stryuen. Wy moesten
om ons leven loop n, om dekking te vinden,
want de Boeren bestormden ons met kogels,
toen we de heuvels afliepen. De generaal
huilde als een kind en riep: „Mijn Goi,
wend Uw oogen niet af van myn arme
mannen I"
In de laatste telegrammen der vorige week
omtrent generaal Buller was sprake van Pot-
ghtersdrilt oy de Tugela, waar hy den zuiier-
oever zou bezet hebben en front had genomen.
Het was toen nog niet dadelyk bekend waar
Potgietrrscrift eigeniyk lag, daar er op de
kaarten tevergeefs naar werd gezocht. Thans
echter is het ontdekt.
Potgietersdrift (vyftien mylen ten westen
van Colcnsoj ligt achttien mylen van Lacy-
smith en huewel de overzlchts hryvers in de
Engelsche bladen het niet ronduit zeggen,
zien zy de to-pen van White reeds ontzet en
Jouberts leger op de vlucht gedreven. Slechts
oe „Uaüy Graphic" hee t ten minste zooveel
geleerd uit het verloop van den oorlog, dat
zy haar lezers w.arschuwt om niet te gauw
te gelóoven, dat één of twee, of zelfs drie
Britse-hé overwinningen de generaals Buller
en White tot Ik ander zullen brengen.
Generaal Buller bevindt zich, voor zoover
uit zyn bericht is op te maken, nog -aan den
zui;elyken oever van de Tugela en moet
dezen siroom dus nog overstek-n.
Er zyn, naar de „Times"-correspon ent in
Natal aan zyn blad schreef, drie driiten ovor
de rivier t9n westen van Colenso, de Maritzers-
drift (16 K.M. westelyk). de Potgietersdrift
(24 K.M. ten westen) en de Trichardts-drift
(32 K.M. van Colenso). Of deze driften door
waadbaar zullen zyn, nu de rivier sterk ge
zwollen is, is twijfelachtig, maar zelfs al is
dit het geval, dan moet de Britsche generaal
niet denken, dat de Boeron hem ongthin itrd
de driften zullen laten overtrekken. In den
brief van den „Times"-correBpondent, waar
naar wy toven verwezen (gedagteekend 7
December) wordt verder gezegd
„Wy zullen geen dezer driften kunnen
overtrekken zonder op tegenstand te 6tuiten,
want de Boeren die van Colenso westwaarts
zyn getrokken, hebben niet minder dan acht
stellingen langs de rivier versterkt. Behalve
deze stellingen hebben de Boeren den berg
Tabanyama vry sterk bezet. Deze hoogte
ligt ongeveer 24 K M, west-zuiJ westelyk van
Ladysmith en beheerscht de toegangen lot
Ladysmith zoowel van Pofgietors- als van
Trichardtsdrift en dekt in geval van een
nederlaag den terugtocht naar de westeiyke
passen."
Men ziet, dat de Boeren dus ook op de
nieuwe omstandigheid, die zich tbane heeft
voorgedaan, waren voorbereid en zich voor
alle mogtiyke gevallen hebben gedekt. Zy
zyn gereed om generaal Buller ook op hun
rechterflank een gepaste ontvangst te be
reiden.
Onder de 14 Britsche officiereD, die by den
aanval der Boeren op Ladysmith zyn ge
sneuveld, zyn niet minder aan 4 hoofd offi
cieren, waaronder de overste der Hooglanders
Dick Cuningham, bekend uit het gevecht t.y
Elandslaagte. Tot de 27 gewonde officieren
behooren 5 hoofdofficieren.
Lord Ava, do oudste zoon van den mar
kies van Dufferin en Ava, is ty den aanval
gekwetst en aan zijn wonden overleden. Lord
Ava was 36 jaar oud en ingedeeld by den
staf van generaal White.
Een bericht in de „Kcilnische Zeitung"
schynt to btwyz n, dat de Potgietersjrift
inoerdaad in de groote Tugela ligt. Iemand,
van wien het heet dat by het terrein in oie
buurt kdiit, geeft nl. een uitvoerige beschry-
ving van die drilt. Hy noemt haar een der
geviarlykste in heel Natal. De oever is da .r
hoog, een soort natuurlyke öyk, en dan gaat
het zeer steil naar beneden, naar de rivier.
By laag water ligt de rivier 12 M. beneden
dien dyk; zy is caD nog half zoo breed als
ae Ryo ('iy Keulen waarscbyolyk) en stroomt
Dog zeer snel. De drift loopt met een bocht
door de rivier; het is een rotsbodem en er
naast is het plots ling zeer oiep. Aan den
overkant, een noor eiyken oever, staat er een
heuvel door Kaffers bewoond, verder is het
land op weg naar Ladysmith vlak. Potgitters-
hoevp, dat ten zuiaen van do rivier ligt, heelt
oen naam van de drift gegeven. Volgens dezen
schryver is dus de overtocht daar zeer ge-
makkelyk.
PARIJS, 13 Januari. (R. 0.) De „Temps"
heeft een telegram uit Londen, waarin
wordt gezegd, dat de oogenschijnlijke werke
loosheid van generaal Buller verklaard
wordt door een uitgebreide omtrekkende
beweging naar Springfield.
Deze manoeuvre schijnt handig volbracht
te zijn.
Het voorwaarts gebrachte kamp van Chie-
veley maskeerde blijkbaar het doel der
Engelsche operatiën. Waarschijnlijk heeft
het groote leger van generaal Buller zich
over den weg van Frere naar Sprinfield
verplaatst.
In allen gevalle schijnt het zeker, dat
op de geduchte verschansingen bij Colenso
geen hoofdaanval zal worden gedaan.
LONDEN, 13 Januari. Aan Laffana
Bureau wordt uit het kamp aan de Modder-
rivier bericht, dat president Paul Kruger
Dinsdag te Bloemfontein is aangekomen
om kracht bij te zetten aan Cronjé's ver-
toogen tot een aanval op de stelling der
Engelschen onder generaal Methuen.
Enkele commandanten verzetten zich en
bepleitten volharding bij het defensieve
optreden.
Uit het legerkamp bij Frere wordt be
richt: Dinsdag werd uit Ladysmith gemeld,
dat eenige Boeren, die bij den aanval van
Zaterdag 1.1. gewond werden en nu ver
pleegd in het hospitaal te Ladysmith, ver
klaren, dat commandant Villiers en een
aantal van de beste burgers van Oranje-
Vrijstaat gedood werden.
RENSBURG, 13 Jauuari. Een sterks
troepenmacht rukte heden, onder bedek
king van de Britsche artillerie, voorwaarts
en sloeg een kamp op op de oostelijke
flank van de Boerenstelling. De vijand
deed een vruchtelooze poging om de-
positie te veroveren.
LORENgO-MARQUEZ, 12 Jan. (R. O.)
Een telegram uit het kamp der Boeren te
Colenso van 11 Januari meldt:
Alles duidt aan, dat dezer dagen een
groote slag aan de Tugela zal geleverd
worden.
Dezen morgen hield reeds een groote
afdeeling Hooglanders een spiegelgevecht
met cavalerie en kanonnen.
Gedurende de laatste twee nachten
werden uit Ladysmith vuurpijlen opge
laten. Men meent de bedoeling der Engel
schen te begrijpen, maar men is er niet
zeker van.
LONDEN, 14 Januari (R. O.) De bladen
publiceeren een telegram uit Durban van
12 Januari, waarin wordt gezegd, dat
generaal Warren gisteren (Donderdag) hefe
kamp bij Frere verliet met een vliegende
colonne om de beweging van Buller te
ondersteunen.
Het gerucht loopt, dat een groote slag
op drie punten te gelijk aanving.
LONDEN, 13 Jan. (R. O.) In sommige
militaire kringen liep hedenavond het ge
rucht, dat generaal Buller opnieuw een
nederlaag had geleden, maar het depar
tement van oorlog had daaromtrent om
halftwaalf in den avond nog geen be
richten ontvangen.
Berichten over Rijnland's boezem,
gedurende de week van 713 Jan. 1900.
811114 van den boezem te Leidon.
Idem te Oade-Weterink
Werking dor stoomgemalen
Watorloozing laDga natuurlijken weg.
Watcrinlating
Regenval iu mM
7 Jan. 8 Jan. 9 Jan. 10 Jam 11 JaD. 12 Jan. 13 Jan.
52 58 58 57 49 57 60 em.—A.P.
61 56 66 65 43 65 58 cm.-A.P."
Spaarndam 13573 Hofweg u., Gouda éi1/, u., Katvrgk u.
Spaarndam n., Halfweg u., Gouda 8 u„ Katwyk 49 a.
Door de sluis te Gouda u.
6.G
7)
Simon Nadet stootte ongeduldig met den
degen op den vloer, zoodat het kletterde.
„Nu? Waar is myn gevangene?*'
„Burger-kapitein," zei de burggraaf, zich
trotsch oprichtende, „do burggraven De Leu-
ron8ac zyn byna drie eeuwen bezitters van
dit kasteel. Sinds drie eeuwen hebben zy het
recht, op hun eigen grond recht te sprekeD.
Dat recht laat ik my dcor geen advocaat ter
wereld, door geen Comité van Openbaar
Welzyn ontnemen. Het is...."
„Voor don duivel, wat boteekent al dat
gezwets?" viel Nadet hem in derede. „Ik wil
myn gevangenel Waar is de afgezant der
emigranten?"
Met al de waardigheid en grootheid van
den edelman keerde de burggraaf zich thans
van den burger-kapitein af en zei kortweg:
yZoek hem dan maarl"
Simon Nadat stond verstomd en wistbiyk-
baar van louter verrassing niet, wat hy
zeggen zou.
„Zyt ge dan oen duivel, burger Ethnne?"
riep hy eindeiyk. „Gelooft gy dan, dat uw
aristocratische kunsten indruk op my maken?
Ik laat uw slot steen voor steen afbreken of
in brand stekeü, als gy my den graaf niet
uitlevert."
L De burggraaf werd zeer bleek en kampte
eenige seconden met zichzelf, eer hy ant
woordde: „De graaf was mijn gast en ook
tot vóór korten tyd nog hier. Toen wü uw
nadering gewaar werden, is hy gevlucht."
„Ha, werkelijk? En gy weet niet waar hy
zich verborgen houdt?"
„Neenl"
„Gy liegt, burger Etienne! Waar hebt gy
den verrader verborgen?"
De burggraaf kromp ineen, maar bedwong
zich. „Gy hebt myn antwoord, burger-kapitein!
Zoo gy my niet gelooft, laat dan het kasteel
doorzoeken."
„Gij wilt het, burger? Goed!"
Daarmee zette Nadet zyn hoed weder op
zyn rechteroor en verliet rr jt dreunende stap
pen het vertrek.
Madtl6iue sprong haastig op en wierp zich
aan de voeten van haar vader. Zy zeide niets,
maar haar tranen vloeiden onopboudeiyk, en
met brandende lippen kuste zy dankbaar de
hand van den gryzen edelman.
„Wees bedaard, myn kind," vermaande de
burggraaf haar.
„Wanneer zy hem echter vinden, vader?"
vroeg zy bang en snikkend.
„Stil, stil! Zy komen."
De officier kwam met een aantal soldaten
terug, die terstond met veel gedruisch alle
hoeken der kamer begonnen te doorzoeken.
Daarby riepen zy elkander ruwe scherts toe.
De burggraaf zat met de hand onder het
hoofd en staarde somb3r Daar den grond.
Het slpt zyner vaderen, waarin ieder meubel
zyn geschiedenis had en van de vreugde en
de smart der familie D9 Leuronsac verhaalde,
dat slot werd nn door ruwe soldatenbenden
ontwyd. Yoor do beeltenissen zyner moeder
on zyner vroeggestorven gemalin maakten
die eenigszins beschonken lieden opmerkingen,
die hem onwillekeurig de vuist deden ballen
en waartegen hy machteloos was.
„Hier is hy niet," wendde Nadet zich thans
tot zyn lieden. „Verspreidt u door het slott
Alles moet doorzocht worden, elke hoek, elk
zolderkamertje, elk keldergat, elk meubel,
waarin een meDsch zich verbergen kan. Waar
deuren en sloten Diet geopend worden, breekt
gy ze met geweld open; in het kort: doet
wat go wilt, maar brengt my den graaf hi6r.
Voorwaarts 1"
Onder luid gejoel snelden de manschappen
voort. Zy zagen in de woorden van hun aan
voerder een bevel tot plundering. Deze „aristo
craten-executies", zooals men zulke tochten
noemde, waren by de troepen zeer geliefd.
By weinig gevaar leverden zy gewoonlyk ryken
buit op, en nadat men ze in Parys eerst
geleerd had, bracht men ze in de provincie
spoedig in toepassing.
Men zocht uren lang. Het waren uren van
vertwyfeling en smart voor den burggraaf en
zyn dochter. Doch men vond den jongen
graaf niet. Dat was een troost in deze baDge
oogenblikken.
Simon Nadet was razend van woede.
„Men roepe den burger Jacques Beauchêne
bierl" beval hy.
Jacques kwam.
„Burger," sprak de officier hem aan, „gy
hebt u borg gesteld voor de aanwezigheid van
giaaf De Miraye op dit slot!"
„Ik geef myn hoofd, burger-kapitein, wan
neer het zyne hier niet is."
„Hy is nergens te viDdon! Burger Etienne
zegt, dat hy reeds vóór onze komst het slot
verlaten heeft."
„Dat is niet waar. Dag en nacht heb ik
rondom het slot geslopen als een vos. En
daarom, burger-kapitein, zeg ik nogmaals:
„Myn kop, als de zyne hier niet is."
Simon Nadat dacht een oogonblik na. Wat
zou bij met den kop van dien eenvoudigen
boer doen? Men zou hem uitlacheu, als hy
daarmeo terugkeerde. Doch deze uiting van
Jacques Beaucbóne scheen hem op een denk
beeld te brengen, waarmee hy zich eenige
minuten bezighield.
„Burger Etienne," zei hy na een poos,
„hoor goed toe, wat ik u thans zeg. Het
gerecht verlangt een kop. Of gy levert my den
graaf De Miraye uit, öf ik houd my aan u."
De burggraaf sprong ontzet op en staarde
den officier aan. Hy kon van schrik geen
woord uitbrengen. Hadden de waarschuwingen
zyner vrienden dan toch reden van bestaan?
Bestond er in Frankryk geen gerechtigheid
meer? Was hy vogelvry, de prooi van ieder?
„Kiesl" riep Nadat hem weder toe. „Zyn
kop of de uwe?"
Madeleine viel met een luiden kreet haar
vader om den hals, en deze omhelsde snikkend
zyn kind en kuste haar op het voorhoofd.
Thans was het oogenblik daar; nu moest de
verschrikkeiyke kous tusschen leven en dood
gedaan worden. Da burggraaf waggelde aia
gebroken eenige schredon naar de verborgen
deur; iu koortsachtige spanning volgde zyn
dochter hem met do oogen.
„Nu, burger Etienne?" herhaalde Nadet.
„Kiosl Wy kunnen niet eeuwig op u wachten."
De burggraaf richtte zich, by den muur
gekomen, fier op en zei op doffen toon: „Ik
heb gekozen, burger-kapitein."
„Nu! Welken zal ik hebben?"
„Neem dezen."
Dit zeggende, wees do burggraaf op zyn
hoofd.
Simon Nadet stampte woedend met dea
vo9t op den grond.
„Gy hebt het gewild en zult uw zin heb
ben, burger 1 Bindt hem!"
„Vader! Vader!" schreide Madeleine ia
den angst haars harten. „Wat wordt er van
my, als gy gaat?''
„Wees rustig, kjnd," troostte de burggraaf
zacht, „men zal my geen leed doen. En zoo
men dit wel doet, wat komt het er dan ten
slotte op aan? Ik geef myn oude grys hoofd,
dat zich reeds naar het graf buigt, voor een
jong, bruiogelokt. Vlucht naar Turyn en leef
daar gelukkiger dan gy het hier kunt."
De soldaten nadorden en bonden hem de
handen op den rug.
Nu wierp Madeleine, toen zy zag, dat hetj
ernst was, zich aan de voeten van den burger
kapitein*
(Wordt vervolgd.)