MENGELWERK. Bears van Amsterdam. mm standers niot. Zy verwarren het vr\Je met het noodzakelijke en stellen wisselende vormen met blijvende beginselen op één ljjn. In dit opzicht geeft schr. een merkwaardige parallel tasschen Paus Leo XIII en Paus Pius IX. „Geen katholiek zal Roomscher willen zijn dan de Paus zelf. Ba let nu op, hoe, na Pius IX z.g., die intransigent moest zijn en met allerlei moeilijkheden te kampen had, Leo XIII ie gekomen, de man des vredes. Yoor den oppervlakkigen beoordeelaar weer spreekt de tegenwoordige Paus zijn voor ganger. Maar hy, wiens blik dieper speurt, ontwaart alras, dat, moge ook het tempera ment der beide opperpriesters verschillen, Leo XIII in geon enkele za3k van principe Pius IX verloochend heoft. Integendeel: de waarheden, die Pius verdedigde, belijdt ook Leo. Toch is er in beider optreden een groot onderscheid waar te nemen. Ea nu vr3gen wij zegt dit verschijnsel ons Diets? Is het den katholieken geen vingerwijzing, hoe zy in dezen tijd en onder de tegenwoordige omstan digheden hebben te bandelen?.... Leo XIII tracht de moderne Maatschappij en ook den modernen Staat te verzoenen met de kerk. Maar zal daarom iemand, die katholiek wil heeteD, durven beweren, dat de regeerende Paus minder beginselvast is dan Pius IX? Zijn de encyclieken „Immortale Dei" en „Li- bertas" minder katholiek, dan de „Syllabus" en „Quanta Cura"?" En hieraan knoopt schr. ton besluite voor zijn party on geloofsgenooten de volgende wenken vast: „De katholieken moeten het moderne leven ineeleveD, daar zjj anders gevaar loopen te worden uitgesloten. Zij moeten den vooruit gang niet schuwen, omdat er zijn, die van dit woord, dat ook een foit is, misbruik heb ben gemaakt. Zjj moeten niet stelselmatig toornen tegen het nieuwe, als een partij, die geen toekomst heeft. En wat in het byzonder de katholieken van Nederland betreft, zij hier nog eens herinnerd aan de niet te miskennen waarheid, datcon- possumus-politiek ten onzent den indruk maakt van een hors d'oeuvre. En ten andere, dat ons land een land is met gemengde bevolking, afkeerig van uitersten, in welke richtiüg ookl" Bij de oorlogsbegrootiDg bracht de heer Lieftinck den toestand van onze cava lerie ter sprake, die, naar algemeen bekend is, allesbehalve gezond mag heeteo. De heer Lieftinck vroeg of de Minister daar niets van wist, of de Inspecteur van dat wapen, of de opperofficieren er nooit van hadden gesproken, dat verbetering dringend noodig is. Hij laakte het, dat er opperofficieren werden gevonden, die by dat wapen bleven dieneD, weteüde, dat het in zoo treurigen toestand verkeert. Die beschuldiging heeft de gepensionneerde generaal-majonr van de cavalerie jhr. A. W. Yan der Wyck zich aangetrokken, en in de Nieuwe Roltcrdamsche Courant verklaart hy, dat by, van het begin van zyn optreden als Regimentscommandant, niet heeft opgehouden Dp een grondige verbetering van zyn wapen aan te dringen. Maar de inspecteur deed geen poging om tot verbetering te komen, integen deel ging de cavalerie aanhoudend achteruit. Men heeft, zoo schrijft de heer Van der Wfjck:-^. „Men heeft nu alleen militie, die 12 maan den bljjft, terwijl het gehalte er van hoege naamd niets ls vtrbeterd. Het verhoogen der aanbrengpremien is een maatregel, die wel geld kost, maar niets uit wint, terwijl ook in het verschiet geen ver beteringen van ingrijpenden aard zijn aange kondigd. De militie zal ook in het vervolg slechts 12 maanden onder de wapenen gehouden kunnen worden. Vulgens mijn innige overtuiging is al het geld, aan zulke militie besteed, weggeworpen; zij is vclkomen onbruikbaar, kan in het minst niet in aanmerking komea ter aanvulling der ontbrekende vrijwilligers en zal in tijden van gevaar wel de getalsterkte der cavalerie ver- grooten, doch baar slagvaardigheid niet, zoodat de moeilijke taak, die aan de cavalerie in oorlogstijd wordt opgedragen, met zulke troepen ten eenenmale onuitvoerbaar is, en slechts oneer over de aanvoerders kan brengen. Met halve maatregelen komt men er niet. Met moet zich losmaken van den meerderen of minderen toeloop van vrijwilligers door by de cavalerie de militie minstens 2 a 3 jaar onder de wapenen te kunnen houden. Beweer niet, dut dit nimmer van de volks vertegenwoordigers te verkrijgen zal z\jn. Ik beken wel, dat bet moeite zal kosten, maar als de Minister met al den gloed zijner over tuiging klaar on duidelijk de noodzakelijkheid er van betoogt, krijgen ook de Kamerleden steun tegenover hun kiezers, en als men d3n steeds maar op hetzelfde aanbeeld blyft hameren, zal misschien een meerderheid be grijpen, dat het toch onverantwoordelijk is, om, zooals tot nu toe, de millioenen voor oorlog zonder eenig nut jaar op jaar weg te werpen. Tegelijkertijd beproeve men op ernstige wijze den toeloop der vrijwilligers bi) de cavalerie te vermeerderen." De schrijver doet dan een gansche reeks middelen ter verbetering aan de hand. ID© tenor Ohollet. Lodewyk XVIII zat op den vermolmden Franschen troon. Men had hem or van over tuigd, dat slechts de godsdienst in staat waa aan de revolutie deo kop in te drukken en daarom nam hij het besluit, zoowel zijn onder danen als den hovelingen een voorbeeld van Christelijken deemoed te geven door met Paachen in de kerk St. Germain l'Auxerroia opeüiyk en plechtig den dienst te gaan bij wonen. Het was een prachtige Aprilmorgen. Reeds vroeg hadden de troepen met schetterende muziek en wapperende vaandels hun kwar tieren verlaten, om den weg van de Tuilerieên tot de kerk af te zetten. Geheel Parijs was op de been en de feestelijk getooide menigte verdrong zich babbelend en jubelend in de nauwe ruimte, die achter de soldaten voor het volk was open gelaten. Men was in de meest opgewekte stemming en verbeidde met ongeduld de komst des Koning8. Eindelijk naderde deze onder het donderen der kanonnen, het beieren der klokken en het VTOoiyk gejuich der menigte, omgeven door de leden der koninklijke hofhouding. Yoor het portaal der kerk aaDgekomeD, steeg de Koning, die de jicht in de beenen had, lang zaam uit zijn koets en wilde juist de kerk binnentreden, toen de pastoor hem aan het hoofd zijner geestelijken te gemoet trad en hom begroette met een redevoering, die heel lang duurdo. Do Koning, die pijn in de voeten kreeg, wiegelde van het eene been op het andere, doch daar dit steeds zijn gewoonte was, beschouwde niemand het als een teeken van ongeduld. Reeds verscheidene malen had h\j als om hulp zoekend om zich heen gezien, doch tevergeefs. Eindelijk kreeg hy den hertog van Birry In het oog en wenkte hem nader te komen. „Wat duurt dat verschrikkelijk lang, Berry," begon hy. „Ja, Sire," fluisterde de hertog. „Ik kan mij nauweiyks meer overeind houden. Is er geen middel om dien stroom van welsprekendheid te stuiten?" „Niets gecuakkeiyker dan dat, Sire," ant woordde B^rry op gedempten tooD, „wanneer gy my maar do vrye hand laat." „Yan harte gaarne, maar laat niet merkeD, dat ik er do oorzaak van ben." De hertog van Berry ging een paar passen achteruit, wenkte een officier der ïyfwacht tot zich en fluisterde hem een paar woorden in, waarop deze zich verwyderde. De pastoor sprak nog maar steeds door. Opeens roffelden de trommen, donderden de kanonnen en onder het gelui der klokken en het gejuich der menigte stapte de Koning den verbaasden geestelyke voorby en de kerk binnen. De kerk was geheel vol. Al watParysaan ouden en nieuwen adel binnen zyn muren bevatte, was daar byeen, om den kerkgaDg des Koninga meer luister by te zetteD. Zoodra Zyne Majesteit had plaats genomen, begon de dienst. Lodewyk zat onbeweegiyk In zyn leunstoel, aan alle kanten door kussens omgeven, om hem de buigingen, die het rituaal voorschryft, zoo gemakkeiyk mogeiyk te maken. Da vlak tegenover den Koning zich bevin dende koorbanken waren byna geheel bezet. Juist vielen de zangers in, toen plotseling de deur dor sakristie openging en een magere, in koorhemd en soutane gekleede gestalte daaruit te voorschyn kwam, om haastig op een der opengebleven plaatsen in het koor toe te treden. Daar gekomen, keerde hy zich naar het altaar en boog zyn knie, waarby een breede sabel onder zya soutane zichtbaar werd. Wel is waar haastte de jonge man zicb, het onder het vreedzamo gewaad van den priester ver borgen wapen aan de oogen der omstanders te onttrekken, doch te laat; men had het reeds opgemerkt. Met een van schrik doodsbleek gelaat gaf de hertog van Berry bevel de kerk met een compagDie grenadiers te bezetten. De zyschepen werden ontruimd, en daar, waar zoooven nog het vrome gezang weerklonk, kletterden nu geweerkolven op het marmeren plaveisel. Verbaasd vroeg de Koning naar de oorzaak van dat tumult. Aarzelend fluisterde men hem toe: „Een priester bedreigt Uwer Majesteits leven." Inmiddels had men om den prefect van politie gezonden. Spoedig was deze ter plaatse, en eer nog de niets kwaads vermoedende zanger eenig begrip had van de reden der heerschende verwarring, werd by plotseling door twee stevige grenadiorsknuisten beetge pakt en naar de sakristie gesleept. Deze waa vol soldaten, en de hevig ont stelde jongeling werd voor eeQ heer gebracht, die door zyn witte sjerp den rechter verried. „Gy hebt wapens by u?" „Neen. Ik beb slechts myn sabel 1" „Waarom draagt gy die zoo zorgvuldig onder uw soutane verborgen?" „Omdat het geen gebruik is die over het priestergewaad te dragen." .Mgn hoer, spaar uw grappenl Bedenk, dat uw hoofd op het spel staat 1" „Myn hoofd?" Beiden, zoowel de rechter als de beschul digde, keken elkaar verbaasd aan. Eindeiyk vervolgde de eerste: „Uw beroep?" .Ik ben korist by de groote opera en tevens hoornblazer by de nationale gardebovendien nog koorzanger in deze kerk. Ik wachtte het etede der redevoering van den pastoor af. Toon hy zoowat op de helft was, kregen wy bevel een fanfare te blazen, en daar alles gauw giDg, had ik geen tyd genoeg om ■ag te verkleeden en was lk wel gedwongen dese soutane over myn uniform aan te trekken." Ka deze verklaring werd het verhoor ter atoid opgeheven. De rechter verwyderdp zich en het volk werd weer in de zyschepen der kerk binnen gelaten. Eerst na het eindigen van den dienst ver nam de Koning de grappige aanleiding der opschudding en nauweiyks kon hy zyn lachen bedwingen. Toen hy de kerk uitging, viel de rustverstoorder hem in het oog en een genadig kDikje stelde den ongelukkige voor den uit- gestanen angst schadeloos. Den volgenden dag zond de Koning hem, om geheel te be komen, tweehonderd franken. Deze, op zicbzelve nietige oorzaak, had voor den armen zanger, die niemand anders was dan de later zoo beroemde tenor Chollet, de gewichtigste gevolgen. De Koning verloor hem niet meer uit het oog en gaf hem by iedere gelegenheid nieuwe bewijzen van zyn wel- willendheïc^ die hy tot het einde van Lodewyks regeering bleef genieten. 5 Jan. 1900. Staatsleningen. Vor. Koers pCL koera. Loden Ned., Cort. Nat. W. Schuld 2* 79% 80 dito Obl. dito 3 92* dito Cort. dito8 Ooetcnr., Obl. Pap. Mei'Nov. 5 92^ 81* 92* 61% 81* dito ZDv. Jan.'JnlL 5 81^ Portugal, Obl. 1853/1384 mot tickot t 100 .8 Rub!and, Binncol. 1894. 4 22% 91% 95 >6 22% 62* 95* W* 62 ditolSS9bij Rothsebüd Rb.625 4 dito Hop©Co. 188990 Rb. 625 4 Spanje, Perp. Schuld Baitenl. 4 61% Turkijo, Ge p. Coov. L 1890 .4 89X dito Douane ObL 18365 93* 22* 24* 37* 57* dito Gcconv. Leening Serie D dito dito 0 Mexico, Binnenlandsch.5 Brazilië, Obl. 1889. 4 2?% 25* 83% 67* Ind. en Fin. Ondernemingen. Koloniale Bank Aand. 62* 84* 149* N.-I. Handbk. Aand. KT Ned. Handolm. Aand. Socr. Bank II. lea.A. OM, Tabafcsondcrocmingen. Amst. Deli Comp. Aand. - 679 676 Amst. Sum. Cult.-MJj. Arendslmrg Certificaten. 128* 618 123 Dcli Batnvia-Mpjj. Aand, 326 330 80* Besoeki Tabak Mij. dito Cultncr-Mpij. Aand. 89* 96 Dcli-Maatschappij Aand. 419 420* d° Langk. C.v.A- Nom.gar.kap. Langk&t Tabak-MQ 128* 130 Mcdan Tabak-Mpij. Aand.. 247 Rottcrd. Doli-Mpij. Aaud. 230* 419* 234 Sencmbah Mpp. Aandeden. 422 Scrdang Tabak-Mft. A- 314 218 Fabrieken. Delft. Dist. Gist ca S.-Fabr. A. dito Obligatiën N. Venn. Glast en Kolenm. A. K. N. Beiersch Bierbr. ObL 4 Kon. Mpg. de Scheld© Obl. 101* Ned. Gist- Spiriltufabr. A. dito dito Oblig. 99 Stoomb.hr. 't Hasntjo Aand. 149 Wester Suikerraffiaad. Aand. 196 195* Z. H. Bierbr. Hjtj. Oblig. 5 102 Scheepvaart-Maatsch. Holl- Stoomboot-Mij 132 Kon. Ned. Stb -Mpïj Aand. 161 Kod. Pakotvaait-Mpij. Aand. 166* 166* Kon. Weat-Ind. Maild. Aand. 114* Ned. Amer. Stoomr.-Mpg. A. 103* mm Ncd. Scheepvaart Mij. Rottcrd. Lloyd Aandeden 138 187 Stootnv.-Mpij. Ncderl. Aand, 178 171* Stoomv. Mij. „Ooirtzeo'' Stoomv. Zeeland Aand dito dito dito pref. dito 20 Stoouir. Zooiand Oblig.. 67 Petroleum. Amst. Ram. Petr.-Mij. 60 63 60 Dordttcho Pc(r. My. Pref. A. 123* 83 122 El rasser Petrolmim-Mpij. A. Petroleum-Mij. „Galiciö" A. HolL Rum. Potroleuro-Mij. A. 63 Kon. Ned. Mjj. t. Ex. Petr. br. A. 276 384* 133* „Moeara Enim" Aand.r. 180 M.t Ex. Oliebr. in Hannover, A. 60 Maatsobap „Panolan" Gert. f 280 Nodcrl. Petroleum-Mpij. A. 13 dito Rum. Petrol.'Mij. A. 40 Schibaieff PotroL-Mij. 108 108 Sumatra Palciubang i 85 85* Mijnbouw. Guyana Goud 246 mm Ned.-lnd. Expl 87 80 Mijnbouw 83* 85* Noord Celebes 99* 99* Mijnb. Mij. „Socmalata" A. 210 220 220 Diversen. Mpg. Krasnapolsky Aand.. dito dito Oblig. 4 Wink.-Mij- „Eigen Hulp" A. Spoorweglecningen. HolL IJzercn-Spw. Mg. Aand. 109 O. ObL dito3 w* 98* M. t. ExpL v. St. Spw. Aand. 1(L* Italic, Z.-Ital. Spw. Obl. A-H 3 Polen. Wars.-Ween en Eb. 625. 4 169* Rusl., Balt. Spw -AancL. 3 Fast. Spw.-Mij. Aand. 5 Weickacl Lit. Aand.. .5 ■o Wlodiltawkas Obl. Rb. 125 4 95* Amerika, Atchison Top.O.T.A. 19 2t> Pref. Aand. dito 68% 61* dito Alg. Hyp. ObL 4 9.* 26* Adjnatm. Oblig4 78 Control PaciGo Aand. .4 Denver Rio Grande 0. y. A. 17% 18% Eno-Sp.-Mjj. Aand. 11* 11* Cluo Erie lo Hyp. ObL 109* Kans. City Belt-sharw Lornsv. Naahv. Cert v. Aand. 7'* 79* Mina. Kans. Toxaa C. y. A. 10* 10* South. Pao. Co- gerr. A. 86* 37* Uuion Pao. C. A. 45* 47% Canadian PaciGo C. v. A. 92* Premiolconlngen. NederL, Stad Amsteru. /TOO 8 uo* 110* Turkye, Deoiung 1870 - 29* 29* Spanje, Madrid 1868,8 pet. 34* 34* De Ilarz ia winterloilet. Een stadgenoot, die een uitstapje naar den Harz maakt, heeft eeDige indrukken op papier gebracht. Na zyn reis daarheen en enkele andere zaken verteld te hebben, als mede hoe prettig het hier en daar is, vervolgt hy aldus: Aan alles komt een eind, dus ook aan gezellig 8amenzyn, zoodat ik bly was toen ik tegen één uur in myn warm bed lag. Nadat ik den volgenden dag in Hannover myn zaken had afgedaan, ging ik na den middag via Braunschweig naar Hartzburg; zooals velen welbekend, geeft het traject tusscben B. en Vienenburg niet veel natuurschoon, doch nauweiyks Vienenburg achter den rug, heeft mes by heldere lucht reeds een beeriyk ge zicht op de bergen en de bosschen. Toen ik dan ook in Harzburg uitstapte, JBbest lk eerst eens om my heen zien en van het heeriyk natuurschoon genieten. De Buttenberg, waarop men ziet als men te H. op het perron staat, was niet te beschryven mooi, en dan de Herzog-Wflhelmstrasse Ingaande, dat heeriyke gezicht op den Burgberg en omgeving! Velen van uwe lezers zullen Harzburg wel in den zomer hebben gezien, maar laat hen toch eens in den winter een paar weken hier komen; Kurhaus en Actienbótel zyn natuur- lyk gesloteD, en wil men het gewimmel van oen badplaats zien, dan moet men niet komen, maar wil men de natuur, het bergwinter- landschap in al zyn pracht, kom dan in den wintertyd als hier dikke sneeuw ligt: die bergen en bosschen als door een grooten suikerstrooier bestrooid, en kan men niet in Kurhaus of Actionhótel logeereD, Herr Assche heeft zyn Hótel Lindenhof steeds geopend voor de vele vreemden, die hier 's winters uit Hannover, Beriyn, Maagdenburg en andere Duitsche steden komen. Ik ben voor 25 jaren ongeveer een jaar bier geweest, dus heb ik den Harz in alle jaargetyden gezien, maar de Harz in den winter spot met alle beschrijving. Nu weet ik zeer goed, dat het elk niet past om, dag in, dag uit, door de sneeuw te waden om berg- toeren te maken, doch de ar is hier het middel van vervoer, waardoor het beduidend goedkooper is dan by ons; voor een mooie ar, ruim zitplaatsen biedende voor 4 personen, moet men bier 16 17 mark betaleD, dus f 10. Maakt men nu zulk een reisje met 2 of 3 personen, dan kan men voor weinig geld heel- wat genieten. Is men eehtor een goed voetganger en wil men voetto.ren maken met den ransel op den rug, toeren by v. van 2, 3 of meer dagen zoo als wy hier maken, dan geniet men natuurlyk meer, daar men door bosschen komt, die men per ar niet kan bereiken. In het laatste geval moet ik iedereen aanraden twee paar goede schoenen met dikke zolen mee te nemeD, eenige paren kousen (waarvan één paar wollen), een potje met zinkzalf on een doosje, waarin naal den, draad en knoopen, daar het voorkomt, dat men by uitglyden de pantalon of mouw scheurt, die men dan kan herstellen. Eét by borgtoeren geen warm eten of drink spiritua liën dit maakt loom, doch leef alleen van brood met een stuk worst en een slok rooden wyn, dat men in zyn ransel medeneemt. Komt men dan 's avonds na den dagtoer in zya hotel, bestel dan een kuipje of emmer met louw warm water, neem een voetbad en na de voeten goed droog gewreven te hebben (niet gewoon afdrogen, maar flink droog- wryven) wryft men ze goed met zinkzalf ïd, een paar wollen sokken en een paar pan toffels aan en dan aan het middagmaal, dat in dien tyd gereedgemaakt is; na den eten een goede sigaar en eon glas bier of groc en dan om een uur of tien naar bed. Ik verzeker u, dat menigeen, die anders niet of moeilyk in slaap kan komen, dan al slaapt vóór by nog good ligt; en boe? slaapt men na zulk een lichaamsbeweging en de longen vol met die heeriyke berg- en boschlucht. Is men niet geneigd groote toeren van eDkele dagen te maken, dan kan men in den omtrek van Harzburg, eenige dagen eiken dag een mooien toer maken, om 's avonds weer in H. in zyn hotel te komen; men heeft dan dit voor, dat men dan geen ransel met bagage al is het ook nog zoo weinig heeft te dragen. Men begint dan met kleine toeren, als: Burgberg, Molkenhaos, Bebrenstein, Senn- hutte, Wolfsstein, etc. en strekt die later als men aan het bergen stygen wat gewoon geraakt is tot heele dagtoeren uit. In het begin van myn brief schreef ik over het geld verzamelen voor de Boeren; in elk plaatsje, hoe klein ook, heeft men voor de Boeren geld samengebracht en by elke gelegenheid doet men dit nog. Yoor eenige dagen kreeg ik een uitnoodiging om deel te nemen aan een drijfjacht eu toen we aan het Rendez-vous kwamen, deelde ons onze gast heer mee, dat hy voor elk schot, dat door de hoeren zou worden gemist, 5 pfenningen zou laten betalen ten voordeelo der Boeren; by hot einde der jacht bleek bet, dat er 12,15 mark by elkaar was, toch werden er dien dag 217 hazon geschoten. Dat de jachten hier nogal wat opleveren biykt uit het volgende: in Runateat werden er 104 geschoten, in Som- merstoif 185, in Wackersleben 295, in Aus- lsben 188 en laatst op een dryfjacht by den heer Wrede in Orschersleben 648. Yoor ods schynt dat ongolooflyk, doch ik zendubierby de uitknipsels van de officiéele opgaven. De jachttoestanden zijn hier dan ook geheel anders dan by ons. Ten eerste staat op stroopen een zeer zware straf en ten tweede verpacht niet elk grondeigenaar zyn jacht, maar de jacht van de gronden en bosschen, die tot een gemeente behooren, wordt elke 3 of 5 jaren publiek by inschrijving verpacht; de opbrengst wordt uitgekeerd aan de grondeigenaren naar gelang de grootte hunner bezittiogeo. Ook de manier van Jagen verschilt. Tot half December jaagt men hier voor het geweer met den staanden hond, doch van dien tyd aan vangen de dryfjacbten aan, het zoogenaamde „Kessel- treiben." Dat woord doet menigeen aan „Keteldryven" denken, doch het heeft met „Ketels" niets te maken, ik zou het liever „cirkeldry ven" vertalen om do volgende reden. Op een gegeven punt verzamelen zich de jagers, laat ik zeggen 50 schutters; daar elke schutter een dryver by zich heeft te zamen 100 personen. Nu gaat één jager links en één rechts, die natuurlyk het terrein nauw keurig moeten kennen. Zyn die jagers onge veer 100 meter weg, dan volgt rechts en links een dryver, daarop weer rechts en links een jager en zoo gaat het voort tot een groote cirkel gevormd is, zoodra de twee eerste jagers tot ongeveer 100 meter elkander zyn gena derd wat door de bergen van uit het uit gangspunt niet alt yd zichtbaar is dan gaat van daar uit het sein tot begin der jacht, dat zoo in eon oogen blik langs de schutters- en I drijverslinia loopt, en gaat alles, den cirkel langzaam sluitende, vooruit. Springt nu wild op, dan schiet men zooals men het beste kan hetzy in vf buiten den kring. Is echter do kring zoo ver gesloten, dat de jagers onderling op 100 passen staan met een dryver daar- tusschen, dan wordt het „Hincein" geblazen en al de dry vers gaan in den cirkel, het wild er uit jagende. Nu mag men om ongelukken te voorkomen niet anders schieten of het haas moet den kring verlaten hebben. Laat men nu niet denken, dat op deze wyze geen haasje ontkomt: meer dan men zou denken komt het voor, dat 4 of 5 hazen te geiyk binnen schot van een jager zyn, een doublet kan hy dan maken ja, maar de anderen ont' snappen en zorgen dan weer voor eon volgend geslacht, daar in elke jacht slechts eenmaal per jaar een „Kesseltreibe" gehouden wordt. Toen ik voor eenige dagen zulk een jacht in Lochtum meemaakte, moest ik toch lachen om de primitieve maar practische manier, waarop we naar het jachtveld worden gebracht. Het Rendez-vou3 was aan het station hier; daar stonden 4 sleden klaar, maar welke? Stel u voor groote houten bakken van een meter hoog, twee meter breed en c. 6 meter lang, liggeDde op twee dennen palen, die bak ken waren dik met stroo gevuld; twee jagers zetten zicb met den rug naar de paarden ge keerd, in het stroo met de beenen uit elkander, in die daardoor gevormde twee scharen zetten zich weer twee jagers en zoo voort tot de bak vol was; over de beenen plaids en paar dendekken en zoo ging het naar Lochtum, dat noordelyk van Harzburg ligt, gescheiden door den Butterberg. Van H. uit ging het Dorg op, natuurlyk langzaam, maar toen den Butter berg af naar Lochtum, ging het wat de paar den maar loopen konden; ik ben niet heel gauw bang, maar tusschenbeide dacht ik wel eens: Kereltje, daar kunnen jo 50 jarige knokken toch niet tegeD, als zoo'n bak want meer is het niet omslaat. Nu trof het toe vallig, dat ik met joDgelui en jonge hout vesters te zamen zat, wien het nog niet snel genoeg scheen te gaan, want hier en daar hoorde ik de opmerking: „die Gaulen geben ja wie Schneckenl" Eeriyk gezegd was ik bly, dat wy op onze bestemmingsplaats waren. Ifc had wel primitief, maar lekker warm gezeten, niettegenstaande een koude van 12 graden Reaumur. Of de angst voor omslaan daar ook het zyne toe had bygedragen, durf ik niet ontkennen. Onze dryvers stonden reeds allen om een groot houtvuur zich te warmen, en nauwe- lyks uit de slede gestapt zynde kwam er een van hen naar my toe, een oude bekende, dien ik in de laatste jaren als dryver „op zyn verzoek'" by my kroeg, hetgeen wel in hoofd zaak toe te schryven was aan zyn wetenschap,' dat ik altyd goede Hollandsche tabak en sigaren en beste klare (Hartevelt) by my heb. Na de eerste begroeting liot ik hem dan ook maar dadelyk eens stoppen (toevallig? was zyn pyp leeg) en schonk hem een Hinken borreé voor de koude voeten in en met een: „Na Herr HollA ider aul den Todt von den Eretenl gaf J de brave Germaan zyn hoofd de noodigo L helling en liet den inhoud van den beker v-alks- kanker met een virtuositeit achter zyn vestje vordwynen, die een Hollandsche matroos hem 1 zou benyden. Op bet oogenblik, dat ik dit scbryf, Zater dag 30 Dec., regent het, dat het giet, by hevigen wind. Mogeiyk scbryf ik u later nog eens een en ander over het winterfeest in Andreasberg, dat 21 en 22 Januari a.s. plaats heeft Als het echter gelukken zal, moet het weer duchtig gaan vriezen, anders valt hot met recht ia het water. En nu wensch ik u en uw lezers (en lezeressen natuurlyk) een gelukkig nieuw jaar en hoop ik, dat ik met deze regelen by menigeen den lust zal hebbeQ opgewekt om oena een kykje te gaau nemen ln „den Harz in Wintertolle t". Koord-Zoid-llollaadsclie Stoomtramweg- Maatschappij HaarlemLeiden. O pbrenget in December. 1898. 1899. Yeract!L Reizigersf €244.72 6284.28 lO.ii Ooodeien1118.42» 1S86.05 443.61» Diversen531.03 433.6S 36.U6 To 1352.76' 6336.31 SI! 1*1 Vorigo miMiden 103768.69» 1388U2..7' -I-ƒ3043.68 Tol. opbrenget ƒ11 711-43 fill 9 .15' ƒ3340.70' Por dsg-kUom. 1U.58' 11.'8» .23» UITLOTINGEN. l-pOts.-OosteDrgliBobe Loten v 1861 a fl. 260. SerieëDtreuking van 2 Januari 1900. Preooióntrekkiog 2 April 1900 17 68 117 14» 204 286 310 317 378 415 417 428 440 528 616 661 695 702 826 883 974 1062 1100 1168 1197 1226 1344 1350 1360 1408 1426 1466 1656 1691 1723 1781 1803 1812 1814 1827 1847 1804 189U 1946 1968 1966 2050 2064 2304 2394 2639 2066 2667 2668 2744 2753 2830 2902 2923 2937 2949 2993 303S 3190 3192 3230 3364 3632 8639 264S 8904 391. 3941. Ooatenr. Oredietloten Y. 1868. a fl 100200 kronen, Irekklng ».n 2 Jnnn.ri 1900, betaalbi.r t Juli 1900. Geirokken oarieëu: 178 302 320 421 1051 1066 1138 1230 1369 1720 1772 ,942 2082 2160 2245 2360 2629 2790 2931 8166 3418 3461 361» 3685 3689 3700 3109 3806 8817 3846 3917 899» 4052 4147. Hoof iprpzen: 300,000 kronen serie 3709 n. 83, 60,000 kr. e. 1369 n. 56, 80,000 kr. e. 1138 n 78, elk 10,00(1 kr. e. 178 b. 76. 8418 n. 66; elk 4000 kr. e. 1369 n. 6, 3998 n. 22; elk 3000 kr.B.316» n. 29, e, 3461 n. 1. a. 3519 n. 60; elk 2000 kr. a, 1720 n. 88, e. 8418 n. 79, 3636 n. SI. Verder» prjjaeD van 800 en 400 kr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 6