nette, eeefoMlce Menscdei
Heeren Veehouders!
De oorlog tusschen Engeland en Transvaal.
De „Köln. Ztg." bevat het volgende over
zicht van de Engelsche strijdmacht in Zuid-
Afrika:
In bet laatst van October 1899, d. w. s.na
aankomst van de eerste versterkingen, die In
de laatste helft van September uit het moeder
land, uit Egypte, Malta, Kreta en Indië naar
Zuid Afrika gezonden waren, beschikte Enge
land over 17,200 man goregelde troepen, met
inbegrip van de non-combattanten; daarvan
stonden er 12000 in Natal, en 5200 in de
Kaapkoloni©. Met deze stry macht en eenige
vrijwilligerskorpsen moest bet eerste gedeelte
van den oorlog gevoerd worden.
Voor het tweede deel van den
veldtocht werden daaraan toege
voegd, tusschen 11 November en
10 December, ongeveer: het gemo
biliseerde l6te legercorps, 39,900
man en de te gelyk beschikbaar
gestelde étappetroepen, 9400 man;
voorts twee landingsdivisiën van
omstreeks 2500 man to zamen,
en koloniale corpsen (Canada,
Austnliê) ter gezamenlijke sterkte
van ongeveer 1000 man. Bijeen
genomen 70.000 man aan geregelde
troepen Deze werden versterkt
door vrijwilligerscorpsen, cie tot
in het begin van December in
Natal 3500, in de Kaapkolcnle en
Rbodesië misschien 8000 man
telden, totaal 81,000 man Daaren
boven maakten de Engelschen nog
ge-ruik van de diensten van blan
ken en inboorlingen als wagen
menners en opzichters over de
trekdieren.
Maar dit hooge cijfer moet aan
zienlijk vermindord wor en, waar
het er op aan komt, de sterkte
van de troepen, die in de eerste
linie gebruikt kunnen wordtn, te
bepalen. Van de 70,000 man ge
regelde troepen moet in de eersto
plaats minstens '/a afgetrokken
worden voor de non combattanten
pioniers, treïo, ziekendragers,
ambul.ince-persoDeel, enz. Voorts
bleken de étappe-troepen onvol
doende ter bescherming van de
vier spoorwegen (drie in de Kaap
kolonie, een in Natal), dio beveiligd
moesten woroen alsof men zich
in een vijandelijk land bevond;
omstreeks 15000 man moeten
daarvoor in rebeDing gebracht wor
den. Met 9000 non-combattanten
en een verlies aan dooden, ge
wenden en krijgsgevangenen van
ongeveer 7500 man, gaan dus van
het leger 31500 man af, en slechts
50,000 man blijven beschikbaar
voor de krijgsverrichtingen te velde.
deze berekening is nog niet
gelet op do vermindering, wegens
ziekte, maar daartegenover staat,
dat in den loop van December
verscheiden transportschepen met
^nnvallin.'Stroepm, waarvan de ge
zamenlijke sterkte Diet na te gaan is, naar
Afrika gezonden z(jn.
Do 50,000 man, die voor den dienst in de
voorste linién beschikbaar zijn, moeten in vier
Of vijf afzonderlijke legertjes gesplitst worden:
Bulier met ongeveer 19,000 man, White met
9000, Methuen met 12,000 en Gatacre en
French met 10,000 man. Eet spreekt vanzelf,
dat bet, behalve in het geval van White,
mogelijk is, deze afdeelingen uooront looting
van de étappe-lijnen tijdblok met een paar
duizend man te versterken, gelyk bijvoorbeeld
g33<hiedde met Methuen, na oiens zwar#
verliezen aan do Modderrivier.
Voor het derdo gedeelte van den veldtocht
heoft Engeland vier oivisiëD, de 5de, 6de, 7de
en 8ste, uitgerust of opgeroepen. De vjjfde
divisie (White's leger is de 4de) zal thans op de
plaats van bestemming aangekomen zijn, de
61-3 bevimt zich op zee en kan tusschen 8 en
18 dez-r 6© Kaapstad zijn; de 7de wordt tus
schen den 4den en den 11 en iDgescbeept,
ei kan 21 tot 25 aagen later in Zuid-Afrika
l.ndoD; de 8ste wordt pas georganiseerd.
D zo fier division beteekenon eon versterking
van bet Engelsche leger in Zuid-Afrika met
ongeveer 37,380 man, da3r iedere divisie ten
nu*6tenoij 9750 man, waarvan 9345 com
battanten. telt, welk© geheel in de eerste
liniGn gel ruikt kunnen worden, daar voors
hands geen versterking der étappe troepen
noodig schijnt.
Na aankomst vm al deze divisiën wordt
dus do sterkto van de Engelscho legermacht
t» vel ie (tenz j White intusschen capituleert)
o g vetr 87,400 man, aangenomen dat er ten
g volge van ziekte niet zoo groote leemten
ontstian, dat ze door het zenden van aan-
vullingstrospen uit het moederland niet gestopt
kunnen worden. Het geheele aantal manschap
pen, met iooegrip van artillerie uit Gibraltar
en uit Engeland zelf, zou dan stagen tot
119,500 man.
Daarmede is echter bet aantal niet bereikt,
dat Engeland op de been zal brengen. Reeds
thans is bepaald, dat vereer nog beschikbaar
worden gesteld: De Imperial Yeomanry met
3000 man (volgens sommige berichten zelfs
8 tot 10,000 man), het vry willigercorps der
City met 1400 man; voorts met inb?grip van
de 8ste divisie 84 x 110 9240 man vrij
willige bereden infanterie (voor elk bataljon
Infanterie, dat in Afrika dienst doet of zal doen,
een compagnie van 110 man), Australische
1050 man, het 16de lanciera uit Indië 500
man, drie houwitser battery en 500 man, een
belegeringstreln, 300 man, enz. De hier opge
somde corpsen geven als men de Yeomanry
op 8000 man schat een versterking van
17,000 man, waardoor de geheele strijdmacht
nominaal op 137,000 man gebracht wordt.
En buitendien is de overheid in de Zuid-Afri-
kaanscbe koloniën nu gemachtigd, vrijwilligers
corpsen uit de koloniën op te richten. By een
soldy van 5 shillings per dag met kostelooze
verpleging van man en p.iard, zal het niet
moeilyk zyn, op die wyze nog 10,000 man
op de been te breDgen.
Uit het voorafgaande biykt welk een onver
wachte uitbreiding de oorlog in Zuid-Afrika
„Hbl." den inJruk gekregen, dat ze niet de
bewyzen van de rechtstreeksche medewerking
van Chamberlain on zyn alter ego, Fairfield,
chef van de Zuid-Afrikaansche sectie aan bet
departement van koloniën, aan de beraming
en de voorbereiding van den inval van dr.
Jameson behelzen. Maar wel blykt daaruit
ondubbelzinnig een misdadige samenspanning
van beide ambtenaren van de Britsche regee-
rin», althans van den heer Fairfield, dia in
dezen ook wel niet op eigen gezag gehandeld
zal hebben, om de schuldigen aan de rechters
in zake de enquête-commissie uit het Lager
huis te onttrekken. Zoo wordt byv. in
e=n brief van 7 Mei 1896 van Fairfield aan
Rhodes' advocaat, Hawkesley, aangedrongen
Voor wie uit het bovenstaande de mede
plichtigheid van lord Grey, die destyds pas
was afgetreden met het kabinet-Rosebery als
onder-minister van buitenlandsche zaken, niet
duideiyk is, diene de brief, van Hawkesley
van 20 Febr. 1897 aan lord Grey, waarin hy
dezen op de hoogte houdt van wat er voor
valt voor de commissie van enquête.
Het „HM." geeft thans nog een briefje aan
Hawkesley van de schoonzuster van minister
Chamberlain, mevr. R. I. Chamberlain
„Harteiyk dank voor uw brief. Ik wist, dat
ga even goed als ik zoudt gevoelen, dat wy
aan Allingham veel verplichting hebben en
den broeder, zooveel in onze maebt staat,
moeten helpen. Ik zal hem zeggen, dat hy een
HET NOORDEN EN NOORDWESTEN DER KAAPKOLONIE.
(Ter toelichting van de stellingen van Methuen, Gatacre en French).
heeft verkregeD. Ten naastenby 150,000 man
aan Eogelands zyde! Intusschen geldt voor
een derde deel van die troepen, dat gewapende
mannen nog lang geen soldaten zyn.
hulptroepen ter sterkte van 1500, Canadeeacha
BU de bespreking van de inbeslagneming
▼an Duitscbe schepen in de Zuid-Afrikaansche
wateren, wordt in de Duitscbe pers van ver
schillende zyden aan d© Duitsche ryksregee-
ring oen verwyt er van gemaakt, dat zy de
zaak te lankmoedig behandelt. Tegenover deze
voorbarige verwyten behandelt de officieuze
Berlynsche „Post" de zaak met opmerkelyke
kalmte. Dit blad verklaart, dat de redenen
van do inbeslagneming der schepen nog niet
vaststaan, en voegt hieraan toe:
„Men zal verdere berichten moeten afwach
ten, voordat men het geval naar alle kanten
opbelaeren kan. Van Duitscbe zfide zal natuur-
lyk alles gebeuren om de zaak zoo spoedig
mogelyk af te doen; intusschen zJ het over
leg met het Lon ensche kabinet hierdoor wat
Vertraagd worden, dat dit de aankomst van
de berichten uit Durban moet aiwaebten. In
ieder geval kan men er zeker van zyn, dat de
Duitsche regeering de inbeslagneming van de
Duitsche schepen zal behandelen met volledige
inachtneming van alle belangen, die bierby
ter sprake komen. Wanneer oe Fransche pers
naar aanl ioing van de jongste voorvallen
reeds goedvindt een conflict tusschen Enge
land en Duitscbland te verkondigen, uan moet
zich aan een bedenkelyke dwaling over
geven, want op dit oogenblik is er zelfs niet de
geringste aaoleiuing, waarom de belde betrok
ken staten niet op vriendschappeiyko wyze,
zooals past oy de bestaanae goo.e betrekkin
gen, het eens zouden worden over het bedoelde
geval. In ieder geval bewyst het slecht ver
heelde leedvermaak aan oe Seine echter weer
eens, hoo weinig ontwikkeld het soli-'arit-its-
gevoel van de continentale staten tegenover
Engeland is. En toch toonden onlangs zekere
lleaen niet weiDig lust, in het vertrouwen op
den „continentalen bond", den degen t© krui
sen met het Britsche ryk."
Chamberlain en Jameson's inval.
De officiöele bescheiden, die de „Ind. beige"
geeft ov.r ce samenspanning met het Britsche
dep artemont van koloniën on de raiders van
do „Charteren", beslaan met haar vertalingen
b(jna een bladzyde.
Uit de telegrammen en briefen heeft het
op Rhodes' aftreden als directour van de
„Chartered Company", zoo riet, dan zou
minister Chamberlain de Maatscbappy niet
kunnen redden.
In een brief, den 22sten Joli d. a. v. door
mr. Hawkesley gezonden aan den heer Fair
field, vraagt de schryver, of het waar is, dat
de regeering heeft toegestemd in de benoe
ming van een enquete-commissie voor het
onderzork naar den Jameson-inval. Zoo ja,
dan beveelt by alvast drie leden dier com
missie aan, die voor de raiders zyn. Van
deze drie werden inderdaad twee benoemd,
de derde werd ter zyde gezet „omdat hy te
onafhankelyk was".
Vorder trekt de aandacht een brief van
19 Febr. 1897, toen bet onderzoek reeds
in gang was, door Hawkesley gezonden aan
den heer Maguire, een Ier, die voor RboJes
naar Lobengula ging, om van dezen con
cessies te verkrygen voor mynen, waarvoor
de „Chartered" zich borg had gesteld. (N.B.
Rhod'S gaf later aan Parnell 10,000 pond
sterling, om voor Maguire een zetel te ver
krygen in het Lagerhuis). Deze brief geeft
de namen van de mannen, die met Rhodes
den raid beraamden en uitvoerden (ook lord
Gr-y's naam vindt men daaronder) en de
data van hun telegrammen. Het blad laat dien
brief in zyn geheel volgen:
„Zoover ik heienavond kan nagaan
maar ik heb niet nauwkeurig alles nage
zocht seinden gy en Harris aan Rhodes
op 13 Augustus 1895, Harris en Beit op 17
Augustus. Beit seinde den 26sten en 28sten
November en natuuriyk herinnert ge u uw
telegrammen van 20 en 21 December. Ik
geloof, maar ik ben er niet zeker van, dat
Grey en Harris beiden een telegram zonden
op 2 Aug. 1895, en ge herinnert u, dat den
4den Nov. 1895 Grey een telegram adres
„Gothical" opgaf, dat naar Kaapstad werd
geseind. Ik weet niet of Rhodes na de ont
vangst van dit telegram adres ooit rechtstreeks
aan Grey seinde. Ik behoef niet te zeggen,
dat veel telegrammen, hoewel ze door Harris
werden verzonden, eerst na gemeenschappelijk
overleg werden aangeboden, ook al werden
zy ten slotte alleen door Hams geteekend.
„Ik zal deze zaak tegen Maandag nader
onderzoeken."
De in dozen brief genoemde telegrammen
maken deel uit van de stukk n, welke de
Regeering der Z.-A. Republiek beeft over
gelegd en waaruit do samenzwering blykt.
dag bepaalt om u te ontmoeten. Hy vertrekt
in het begin van de volgende mamd.
„Ik ben volkomen met n eens, dat er voor
het oogenblik althans niets of weinig gedaan
kan worden met J. C. (Chamberlain). Hy
weet Wdt hem te wachten staat en zal tyd
genoeg hebben om er over te denken totdat
C. J. R. (Rhodes) komt. Zoolang gy het voor
C. J. R. on m ogely k maaktet Jameson op
te geveD, zal hy hem trouw blyven; maar
ik ben er zeker van, dat Rhodes cr op zeker
oogenblik gedacht heeft den doctor op te
offtran. De ar. moet dit nooit weten en als
iemand Rhodes op den rechten weg kan
hou:en, kunt gy het. Ik moet eens met u
praten over den dr., om te booren wat gy
denkt van myn plan, dat hy al heeft goed
gekeurd.
„Gy weet niet hoe dankbaar ik u ben voor
alles, wat gy voor bem gedaan hebt, maar
ik geloof, dat gy maar gedeeltelyk zult kunnen
begiypen wat het voor my zegt, dat hy een
vriend heeft gekregen als gy.
„Kan ik eens op een ochtend om half-
fcwaalf komen bezoek n
UUlTKiM^AND.
Frankrfilr,
De minister van oorlog, generaal De Gallif-
fet, heelt aan alle bevelvoerende generaals een
rondsi bry ven gezonden, om in herinnering te
brengen het verbod op het Lzen van oproerige
bladen on geschriften. „Onder deze pu lica-
ties", schryft by, „zetten de eonen de sol iaten
op tot ongehoorzaamheid aan bun chefs, en
ruien de anderen de chefs op tot ongehoorzaam
heid a«n de gestelde machten. Beide soorten
zyn in het verooi begrepen."
Generaal Gallieni, de gouverneur gene
raal van Madagascar, verto -ft thans te Parys
en heeft daar een paar dagen geleden een
voordracht gehouden over een nieuw stelsel
van kolonisatie, dat onder zyn bestuur op
Madagascar is aangewend en reeds goede
resultaten heeft gegeven. De geheele zaak
bestaat hierin, dat soldaten vi;D bet be
zettingsleger tot kolonisten worden ge
maakt. De soldaten, die van huis uit land-
boawers zyn of voor den landbouw aanleg
hebben, krygen ia bun laatste oienstjaar
een stuk grond van 100 hectaren in gebruik.
Zy blyven vau de legeradmiuistratie voa iDg
en kleeding genieten, zoolang zy nog sol
daat zyn; zoo oooaig wordt hun ook wat
geld voorgeachoteD, maar moeatal is dit niet
noodzakeiyk, daar do soldaten van hun ruime
soldy wel zooveel hebben kunnen overleggen,
om een eigen gedoe op to zetten. Het
groote voordeel van dit stelsel Is, dat men
kolonisten krygt, die het land kennen en
aan het klimaat gowend zyn, terwyi de ge
wone kolonisten dikwerf te gronde gaan door
het gemis van bolde of van een van beid»
eigenschappen.
Het denkbeeld is geenszins nieuw. Drie
of vier jaar geleden beval de wakkere helper
van generaal Gallieni, kolonel Lyantey, in
een ongeteekend artikel in de „Revue dea
Deux Mondes" het beginsel aan en dat be
ginsel had de kolonel gevonden by de Ro
meinen, die met succes bun sol
daten als kolonisten gebruikten.
Duitsohland.
De feesten ter gelegenheid van
de eeuwswieseling hebben te Ber-
ly'n, op bevel van den Keizer, met
groote plechtigheid plaats gehad.
Oudejaarsavond om kwart over
elven werden zy ingewyd meteen
godsdienstoefening in de kapel van
het Koninklyk slot. Stipt op t(ji
verschenen, voorafgegaan door de
leden der Hofbouuing, de keizer
en de keizerin. Daarop volgden de
prinsen van het Kooinklyke Huis
en de verder in B^riyn aanwezige
prinsen en prinaissm. De keizer,
die gekleed was in generaals
uniform met de keten der Orde
van den Zwarten Adelaar, ging
vlak tegenover het altaar rechts
van de koiz^rin zitten.
De opperhofpredikerdr. Dryander
hield daarop een recie naar aan
leiding van de teksten: „Jezus
Christus is gisteren en heden
dezelfde, en in der eeuwigheid",
en „daar is geen andere naam den
menschen gegeven om zalig te
worden".
Aan het slot zongen koor en
gemeente betNederlandscbe „Dank
gebed van Valerius", ondtr welk
gezang de klokken der verschil
lende kerken In Berlyn begonnen
te luioen on de kanonnen saluut
schoten losten.
Intusschen was in de feesteiyk
versierde Witte Zaal de garoe com
pagnie opgesteld, die het geweer
presenteerde, toen de Majesteiten
uit de kapel terugkwameu en
naar den troon schreden. Nadat da
opperhofmaarschalk hiertoe het
teeken had gegeven, begon bet
défilé der verschillende dames en
boeren voor oen troon, dat tot
één uur na middernacht duurde.
Nieuwjaarsmorgen om acht uren
klonk reeds het „Looft den H tr",
door koraal muziek uitgevoerd, van
den koepol van het Koninklyk
Slot. Een militaire kapel voerde
daarna een groote reveille uit.
waar y een talryke menschen*
menigte tegenwoordig was.
Tegen elf uren kwamen de verscnlllenda
veldmaarschalken en de commandeerenoe ge
neraals aan het Slot, om den Keizer hun
gelukwenschen aan t© bieden. Intusschen
waren de troepen van het garnizoen opgesteld
van het standbeeld voor Frederik den Grooten
af tot aan do Slotbrug. De keizerin met do
twee jongste prinsen en de prinses redsa in
een gala koets naar het tuighuis om daar
tegenwoordig to zyn, gelyk reeds gemeld, by
de wyoiug der vaandels.
De keizer volgde daarna, vergezeld van de
drie ouuste prinsen, te voet.
Vervolg der Advertentiën.
In de Advertentie,
verkoop ten overstaan
van Notaris COEUEIU.H
gelieve men te lezen, dat perc. I
is verhnnril tot I Mei 1900, en dat
de kijkdagen van dat perceel zijn
Woensdag en Donderdag van 2—i uren.
191 8
Voor een Depot van Artikelen van dage-
HJkscb georuik worden 6
gevraagd. Brieven Bur. t. d. Blad No. 19*.
De ondergeteekendo beveelt zich aan als
Hoereder en ftnijden van Paarden,
Varkens, Schapen, enz. 190 7
B. Ta d. POEL/,
Ciroencndyk, Gemeente Hazerswouoe.
Notaris B. L. LOEFF, te Scheveningen,
zal aan het Smidsslop, aldaar, in het open
baar verkoopen:
1. Op Woensdag, den lOdcn Januari
19QO, des voormiddags lO isren:
Titn Reepen (ongeveer 30 Touwen), tien
Rytuigtouwen, vyf Viscbnetten met vyf
Kuilen, Koksgoed, Lichters en Seinvurent
70 Breels en Joons, Ankers, eenig Zeilwerk,
Rondhout en hetgeen verder ten verkoop zal
worden aangeboden. 183 14
2. Op Woensdag, den 17den Januari
1900, des voormiddags lO ureo*
120 Haringnetten, Spoerreepen, sax.