N°, 12226 V Maandag 1 Januari. A0. 1900 OVERGANG. Leiden, 1 Januari. Feuilleton,. =c 1 LEIDSCH 'PRIJS DEZER COTRAItTi Voor kalden per 8 maanden. Franco per post »««•-» a, Afzonderlijke Nommere V—zzzzr^A ta 1.10. 1.40. 0.05? $eze goiuant wordt dagelijks, met uitzondering ■■■•■éi1 7U (Zon- en feestdagen, uitgegeven. PBUS DEB ADVKK'I'HN'J'I MITt Van regels f 1.05. ledore regel meer f 0.17J. Grooter^ ietiers naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiten de stad, wordt f 0.06 berekend. ïlet is gekomen, het is zoooven heengegaaD, in wat tusschen die twee eindpunten ligt ten schaduw, een droom, een herinnering, »u nog levend, straks verflauwend, weldra )geheel verdwenen, op enkele trekken na, die te diep zijn gegrift in de ziel om ooit te kun oen worden weggevaagd. Dat is de voor- stelling, die velen onzer hechten aan den voortspoedenden tüdstroojn langs de oevers ▼an het leven, waar de jaarsovergangen de mijlpalen zyn. Een oogenblik stilgestaan, dan paar weer verder, rusteloos verder. Zoo vaak een jaar wordt toegevoegd aan pot verledeD, spreken wij tot elkander in dien feest. Ocb, do wet der vergankelijkheid be- poefo ons niet te worden uitgelogd; wij be grijpen haar zoo volkomen, voorgelicht door ondervinding. Ai hetgeen waaraan de ziel pch vastklemt is een immer bedreigd bezit; gat heden nog bet onze is, ontvalt ons mor gen, niets duurzaams op aarde. Met de laatste klokketonen van het oude jaar, en terwijl het nieuwe reeds zijn intrede doet, overzien wtJ zijn geschiedenis, en het zijn ▼aak recht droevige nabetrachtingen, die alsdan in hoofd en hart oprijzen. Er zijn slagen toe gebracht, die nog pijn doen, verliezen ge leden, waarvan de onherstelbaarheid nog leven dig voor den geest staat; in menigen kring werd een oog voor immer gesloteD, dat bij den aanvang des jaars nog zoo vriendelijk Wikte, alles gaat voorbij, niets bestendigs. Maar was dit toch eigenlijk wel de boste [edachte, met welke wi) afscheid namen van het verleden en de toekomst te gemoet gaan? Staat niet, naast hetgeen ons ontviel, zeer veel I dat wij mochten behouden, of dat als nieuwe gave ons geschonken werd? Wij zijn zoo licht geneigd, om vooral dat laatste te gering schatten. Toen wij, in de omgoving der nzen, het scheidend jaar herdachten, ook al kekte hét weemoedige herinneringen mocht jlan niet vérwacht worden, dat dankbaarheid en blijdschap den boventoon voerden? - Nooit is do duisternis zoo groot, dat er geen lichtstralen doorheen breken. Het leven is nu eenmaal geen wandeling langs bloemrijke dreven onder aanhoudenden zonneschijn, en er komen dagen, waarin de tocht zwaar valt, op rotsige paden en in dichte neveleo. De ^raag is maar, hoe wij leed en vreugde qp- ▼atten, en of wij er winst mede weten te poen. Winst voor onszelven, door met meer geestkracht, met meer toewijding onze dag taak te gaan verrichten; winst met betrekking tot anderen, daar wij in de gemeenschappe lijkheid der lotswisselingen een drang vinden, om ons nauwer aaneen te sluiten, en door ▼erdubbeliog van broederliefde de smart draag lijker, de vreugde levendiger te maken. Vant er is toch wel iets, dat aan de wet der vergankelijkheid weerstand biedt; ons [innerlijk wezen, opgebouwd uit en gevoed not de ervaringen des levens, moet elk jaar enemen in sterkte. Als wij in de ure der herinnering met eonige gerustheid de vraag nocht stellen, of het jaar dat heenging, door phetgeen het bracht of wegnam, onze waarde als mensch heeft verhoogd; of wij van ons zedelijk kapitaal intrest hebben gekweekt die wij, als goede financiers, weer bi) de hoofd som mogen voegen om verdere winst to behalen, tot op het tijdstip dat deAlbeschik- ker voor ons do rekening afsluit, hebben wij dan wel recht om in hetgeen voorbü is gegaan niets meer te zien dan een droom? Die winst, zoo zij in waarheid behaald werd, komt geheel ten goede aan de gemeenschap, waarvan wü deel uitmaken, waDt zverhoogt onze geschiktheid voor de maatschappelijke taak, maakt de samenwerking gemakkelijker. Wat aan één mensch geschiedt, heeft waarde voor do historie der menschheid. Wanneer van een natie in ruimeren, van een gemeente ia engeren zin kan gezegd worden, dat zij vooruitgaat, dan moeten twee dingen wèl onderscheiden worden. Ten eerste do oorzaken, dio onafhankelijk zijn van den wil dergenen, die er bi) betrokken zijn; er doen zich verschijnselen voor, welke wij niet hebben kunnen afweren, waarvan dikwijls het oorzakelijk verband aan odzo waarneming ontsnapt, en die wij slechts ontdekken door hun uitwerkiDg op den bestaanden toestand. Maar in de tweede plaats hebben wij te letten op oorzaken van vooruitgang of van verval, die in onszelven liggen. Het zijn de fiienschen, die de geschiedenis maken; de geest, die hen bezielt, openbaart zich in de feiten. Het jaar, dat achter ons ligt, heeft in dit opzicht veel te denken gegeven, wij hebben er veel in kunnen leeren. En nu moge het waar zijn, dat één mensch slechts een droppel is in den Oceaan, even waar is het, dat do Oceaan uit niets anders dan droppels bestaat. Noem het een noodlottigen samenloop van omstandigheden, die gemaakt hebben dat in twee der meest beschaafde landen van Europa het onrecht heeft gezegevierd, zij die bet ploegden zijn toch geen willooze werktuigen, gedreven door een onweerstaanbaren drang, maar menschen gelijk wij, geleid door de iDblazingen van hun eigen hartstochten, aan gezet door hun eigen begeerlijkheden. In het tweede dier gevallen, dat zeker in onze Oude jaarsavond-herinneringen de ruimste plaats zal hebben ingenomen, omdat van dat óóne onrecht het aantal slachtoffers reeds zoo ver schrikkelijk groot is, hebben wü van harte medegejuicht toen het aanvankelük succes, aan do egoïstische politiek des veelgenoemden Britschen Staatsmans ten deel gevallen, zoo deerlijk werd afgebroken door den kloeken weerstand van die kleine, geminachte Repu blieken, welker burgers vastberaden de wapens aangordden om met hun leven de duurge kochte nationale vrijheid te verdedigen. En laten wij nu even opmerken, welke begrippen van zedelykheid in de allerhoogste kringen gehuldigd worden. Met deernis aanschouwen wü de geëerbiedigde figuur van Engeland's hoogbejaarde Koningin; de nederlagen van baar legers hebben haar diep geschokt, zelfs haar gezondheid wordt bedreigd, want slechts noode had zü tot'den oorlog haar toestemming gegeveD, omdat men haar gezegd had dat de strüd spoedig beslist zou zün Dus, indien zü had geweten, dat het onrecht op tegen stand zou afstuiten, zou zü het niet hebben laten doorwerken. Niet de zedelykheidsquaestie werd gesteld, maar die van het welslagen. Of het kwaad was, is de vraag niet. Hare Majes teit is diep geschokt, omdat het plegen der slechte daad zooveel moeite kost! Stel daar tegenover wat wü gerust mogen noemen een ontploffing van verontwaardiging over heel de wereld, bü alle eerlüke lieden, van elke nationaliteit. Dat gevoel is zoo algemeen als wel nooit zal zyn voorgekomen; het uit zich in allerlei vormen. Wü gelooven dat deze winst, als oen onvervreemdbaar goed, voor de gansche menschheid, wel als batig saldo van het vertrokken jaar mag worden geboekt. Voor het overige neemt ons vaderland in de geschiedenis van het afgesloten jaar een bescheiden plaats in. Wü bleven ons verheugen in het genot van den vrede en mochten de vredesconferentie, over welker resultaten misschien het nageslacht eens zal kunnen oordeelen, in ons midden ontvangen. Onze middelen van bestaan, bronnen van volkswei- waart, verkeerden in bevredigenden toestand; inzonderheid de landbouw echünt de kwade jaren een weinig te boven te komen. De onderwerping van Atjeh maakte vorderingen maar ia nog niet ten einde gebracht. Op wetgevend gebied hebben we, behou dens goedkeuring door de Eerste Kamer, de totstandkoming van de Ongevallenwet te registreeren. Ook onze gemeente ging het goed; in haar uiterlük voorkomen onderging zü menige ver fraaiing. Wü wenschen het Gemeentebestuur, met den goachten Burgemeester als Hoofd, lust en ü*er to9 om met krachtige hand verder aan de openbare belangen te arbeiden, mede ter vervulling van billijke wenschen, waaraan tot dusver niet kon worden voldaan. Dat inzonderheid de bewoners van de laatst aangehechte stadsgedeelten van diea arbeid de goede resultaten mogen ondervinden I Wü hebben, als altyd, weer smartelüke verliezen aan to teekenen van ingezetenen, die op byzondere wüze de publieke opmerk zaamheid verdienden wegens hetgeen zij ons boden op het gebied van kunst of wetenschap, van openbaren dienst of van het verenigings leven, en die wü met droefheid grafwaarts begeleidden. De Universiteit verloor een harer sieradeD, prof. dr. P. J. Cosün, als weten- schappelük man en als mensch hoog geacht de medische prektyk de doctoren W. P. Wee- bers en A. Nykamp. De oud-hoogleeraar dr. P. L. Rijke ontviel ons op hoogen leeftüdook den boroemden his- torieschrüver, den oud-hoogleeraar R. Fruin, moesten wü afstaan. De muzikale kunst zag twoe in wijden kring bekende en geachte beoefenaars ten grave dalen, de heeren A. J. Wetrens en B. J. De Goey; het gemengd koor „Melosophia" verloor haar president, den heer A. Francken Jr.; het bestuur der Chriatelü'ke Scholen haar secretaris, den heer J. P. Visser; de kerkeraad der Ned.-Herv. gemeente den heer Phil. Van der Heyden Azn., die büna 25 jaar als diaken zün medelid was geweest. Vele nuttige instellingen leden een groot verlies in den persoon van den heer H. Van de Veldede Spaarbank van het Nut verloor haar üverigen boekhouder, #den heer Adr. De Haas. Ook de oudste der Leidsche typographen, den heer A. Van der Haas, ontviel ons reeds in den aanvang des jaars. Onder de hoogbejaarden, voor wie na een werkzaam leven de tüdelüke en welverdiende rust overging in die, waaraan geen einde komt, noemen wü nog onzen oud-ijker, chef van dienst, den heer D. Visser, en den oudsten der Leidsche bloemisten, den heer J. Mater Sr. Uit Leiden8 geschiedenis vermeiden wü het groote feit: de opening van „Het Leidsche Volkshuis". Moge die instelling in ruime mate bijdragen tot verheffing van het peil onzer bevolking en alzoo beantwoorden aan bet schoone dofl, waarn o !o het gesticht werd. Evenzoo kwam „Patrimonium" in het bezit van een nieuw gebouw. Het perceel, bestemd voor het eigen huis van den R.K. Volksbond, nadert de totstandkoming van zün herbouw en de nieuwe Oosterkerk werd .plechtig in gebruik genomen. Verheffing en veredeling, bet ons aller leuz3. In Wc Ik an stand, onder welke omstan digheden gc plaat, t, op weke wüze work- zaam, laten wij arbeiden met volle kracht, met algeheele lo wü 'ing. Zegeno God ens land ea en se Koi ngin, onze gemeente en haar B.stuur; d^t Zyn hulp ons nabü zü in voor- en tegenspoed. Moge voor al onze lezers 1900 een goed jaar zün! Het bestuur van de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlanüsche Maatschappü tot Bevordering der Geneeskunde bestaat voor 1900 uit de heeren prof. dr. J. Veit, voor zitter; dr. W. T. M. Weebers, secretaris, en dr. A. Hartevelt H.Cz., penningmeester. Met ingang van 1 Januari is aan den heer P. J. De Witt, te Amsterdam, secretaris van het bestuur der „Liberale Unie", op zftn verzoek, eervol ontslag verleend. Met de waarneming van het •secretariaat beeft zich het lid van het bestuur de heer C. A. Zelvelder, te Utrecht, belaöt. Volgens den provincialen almanak van Limburg voor het jaar 1900 telt die provincie thans 102 kloosters en 5 missiehuizen. Sedert het vorig jaar is het getal kloosters met 2 en dat der missiehuizen met 1 vermeerderd. De n i.iister van financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat eerlang, op nader te bepalen plaats en tyd, zal woTden gehoudena. een vergelükeud examen voor de betrekking van kommies vierde klasse der directe bclastiogen, invoerrechten en accünzen op een belooning van f 480's jaars, voor 100 plaatsen, welke ia 1900 of later mochten opoovallen; b. een examen, als bedoeld bü 3 en 4 der resolutie van 2 October 1888, N°. 7 (Verzameling N°. 111), voor de betrekking van deurwaarder der directe belastingen voor ten hoogste vijf plaatsen. De verzoekschriften om toelating tot do voorschreven examens moeten vóór 15 Febr. 1900 bü het departement van financiën zfio ingekomen en kunnen worden ingezonden door tus8chenkomst van de inspecteurs der directo belastingen, invoerrechten en accijnzen, bü wie ook nadero inlichtingen te bekomen zyn omtrent de verdere vereischten en omtrent de stukken, welke bü de verzoekschriften moeten worden overgelegd. De minister van financiën maakt in de „Sts. Ct." bekend, dat van 5 tot en met 12 Januari 1900, van negen tot één uur, ten kaa- tore o. m. van de betaalmeesters in de hoofd plaatsen der provinciën, kunnen worden ingeleverd inschrüvingen tot het bekomen van schatkistbiljetten, rentende vier procent 's jaars. Aan schatkistbiljetten zal worden uitge geven een totaal bedrag van ten hoogste vüftien millioen gulden. Do schatkistbiljetten z(jn groot f 1000. Zy worden pari uitgegegen voor één jaar. Zü zullen op 1 Januari 1901 opvorderbaar zün. Formulieren van inschryving zyn kosteloos verkrügbaar aan de in den aanhef dezer be doelde kantoren. Wü ontvingen weder een aantal almanak ken, enz., oie bü de intrede des jaars een korte aankondiging vragen. Bü de firma H. D. Tjeenk Willink Zoon to Haarlem zag de „Nederlandsche Almanak" het licht. De titelprent is aan den oorlog in Zuid-Afrika gewü'J. Zy geeft nl. eenigen der voornaamste staatslieden en legerhoofden uit den Engelsch-Zuid-Afrikaanschen oorlog. Ook het overzicht van de voornaamste gebeurte nissen in het afgeloopen jaar bevat velerlei illustratiën en v^ngt aan met de Vredes conferentie. Verder vindt men in den kalender, als altijd, portretten van eenigen der Neder landers, in 1899 overleden, die op een of ander gebied uitblonken, met kort levensbericht. De omslag geeft ditmaal een beeld van wat de nieuwere richting in de schilderkunst vermag. Warendorf'e „Geïllustreerde Familiekalender" geeft ou ;ergewoonto een aantal novellen, waaronder ook een van Justus Van Maurik: „Een landgenoot". Minder aangenaam zijn de advertentiën tusschen den tekst, dio het lezen eenigtrmate lastig maken. By den kaleoder is een kleine portefeuille almanak, als altyd. „De Goede Raadgever", almanak voor drank- bestrydng, uitgegeven door de „Nederlandscho Vereeniging tot afschaffing van sterken drank", is een oude tekende onder de drankbestrüders en bevat, behalve het mengelwerk, allerlei statistieke gegevens, waaronder een ïystje van onthouders-koffiehuizen. Ook een oude bekende, maar voor een ander publiek, is de almanak „De Liefde sticht", die bü de firma Van Holkema en Warendorf het licht zag en waarin men kleine ver haaltjes, gedichten en spreuken aantreft. Da Levensverzekering-Maatschappü „Dor drecht" zond een wandkalender, in fraaie kleuren gelithographeerd, en waarop men ziet een afboelding van de bureau's der Maat schappü en het zinnebeeld van verzekering. Geheel in de nieuwo kunst bowerkt is ook do wandkalender van „The Continental Bo *«ga Hoe wy op 1 Januari 1920, 1930 of 1940, misschien nog wel later, zullen schrijven. Dank zy ons geacht Gemeente-bestuur on der vereeniging Leiden's Belangen bovendien dor medewerking van büna alle burgers, zoo wel rük als arm, jong als oud, is Leiden ge worden wat het thans ie, nl. een plaats, waar ieder met genoegen woont, werkt, of rustig leeft. Steeds wordt er bügebouwd, fraaie villa parken, doch ook goede werkmans-woningen, om toch maar te kunnen voldoen aan alle i aanvragen om huizen. De onderlinge Leidsche Hypotheek- en Voor schotbank maakt het dan ook den bouwonder nemers gemakkelük, en niettegenstaande do lago rente, die berekend wordt, heeft de Bank altyd gold beschikbaar, omdat veel kapitalisten er de voorkeur aan geven hun gelden daar te doponeeren, liever dan ze te beleggen in Amerikaansche SpoorwegfondseD, waarvan men niet eens weet of ze wel bestaan. De onderlinge Leidsche Verzeker ing-Maat schappij staat reeds op een goede hoogte. De afdeeling Brandverzekering berekende zeer lage premiëc, dank vooral de goed georganiseerde brandweer met haar kleine stoomspuiten, door automatische kracht in geringen tyd gebracht daar, waar een begin van brand ontstaat. De afd. Glasverzekering had af en toe eenige jüe jioor ongelukken ge broken waren. Slechts een enkelen keer kwam het voor, dat uit balddadigheid schade ontstond, doch de daders werden door burgers achter volgd, aan de politie overgeleverd en ver oordeeld tot betaling der schade. Tot belooning hadden ze al vast van het publiek een ge ducht pak slaag opgeloopen. Dit schünt er zóó den schrik in gebracht te hebben, dat na dien tyd geen enkele ruit meer moedwillig gebroken werd. (In een verslag van het jaar 18 stond een post van ruim ƒ800 voor het herstellen van gebruken ruïteD, in school lokalen en openbare gebouwen.) Het reservefonds der afd. Levensverzekering wordt steeds grooter, nu het sterftecüfer lager is. Verschillende doctoren schryven dit lage cüfer in hoofdzaak toe aan de strenge keur op levensmiddelen, de gezonde woningen, en niet het minst aan de goede nieuwe rioleering, waardoor geen vuil water en andere miader welriekende stoffen in de grachten komen. Het water in de grachten, singels, vüvers en slooten ia dan ook helder, frisch en zeer vischrük. De Politie had een gemakkelyke taak en behoefde niet uitgebreid te wordeD, al nam de gemeente in omvang toe. Het publiek beschouwt een politie-agent als een vriend en helpt, waar dit noodig is, tot krachtdadig tegengaan van balddadighedeD, als daar zün hot inwerpen van ruiteD, het opbreken van straten, het schenden onzer vele fraaie plant soenen en wandelparken, het mishandelen van dieren, het bekladden van voordeuren, enz., enz. Hierbü komt nog, dat de politie in burger- liked ing, gezeten op 2-per$gons-i\j wieleD, in staat is, als het ware overal te gelüktezün, vooral in combinatie met de stedelijke telephoon met hare vole ambtenaren of ambtenaressen, die de abonnés vlug bedienen, zelfs zoo, dat, na afloop van een gesprek, men direct opnieuw aansluiting kan aanvragen zonder den persoon, met wien men reeds gesproken heeft, wederom op te schellen. Van de gelegenheden tot nuttige ontspanning wordt een gepast gebruik gemaakt. Da vele goede concerten, tooneelvoorstellingen, lezingen en voordrachten op verschillend gebiod worden alle druk bezocht door aandachtige toehoor ders en toehoorderessen. Maar dit kan ook niemand verwonderen, als men nagaat de goede muziek, die ten gehoore gebracht, de zeden verheffende tooneelstukken, die in den Schouwburg opgevoerd, en de belangrüke onder werpen, die besproken wordeD. Door dit alles is het Didt eens noodig de ouderwctsclie kermiè af te schaffen; het publiek heeft er thans geen behoefte meer aan om aan vuile kraampjes rommel te koopen. Da verjaardag onzer geliefde Koningin werd op gezellige wüze gevierd. Al was dit feest niet zoo schitterend als op 3 October, toch heeft ieder kunnen zieD, dat Leiden niet achter wil staan bü andere gemeenten, vooral als het betreft een Oranjefeest. LeidöD, zoo nauw verwant aan het Huis van Oranje, gaf bü de onvergetelyke inhuldigingpfeesten in 1898 hiervan zoo duidelük het bewüs. Gedurende den winter werd er zoo veel gedaan aan werkverschaffing op verschillende wüze, dat de vereeniging Armenzorg, weinig of geen zorg had. Da Arbeidsbeurs en het Dienstbodenkantoor voorzien in een lang gevoelde behoefte, nu ieder, zoowel werkgevende als werkzoekende, zich daar kan aanmelden en aan beiden information worden gegeven. Enkele huis gezinnen kunnen daardoor wel is waar geen dienstboden krügen, maar aan den anderen kant blüven dienstmeisjes minstens 3 jaar in één dienst. De winkeliers hebben zich niet te beklagen over slechte betaling, nu overal uitsluitend d contant verkocht wordt, en flesschen- tr6kkera is het niet mogelük in Leiden een woning te huren, dank zü het goede informatiebureau. Het eleclrisch licht der Stedelüke Gasfabriek verlicht de stad der wetenschap op een wüze, waarover ieder de handen ineenslaat. Werd in den beginne gezegd, dat het duurder zou zün dan gas, het omgekeerde blükt nu het geval, zoodat, werden tot nu toe alléén hoofdstraten vei lie it, thans alle straten elec- trisch zullen woruen beschenen. Da hoofdelijke omslag op het inkomen is op 1 °/0 gebracht. Voornamelük is dit een gevolg der werkzaamheden van de Commissie tot het nagaan der Inkomenswaardoor thans kan worden gezegd, dat alle inkomens juist zün opgegeven. Botsingen op straat, vooral in nauwe 6trateD, waar de passage druk ie, bc-hooren tot de groote zeldzaamheden, daar iedereen zich streng houdt aan den op zulke paden gulden regel om er niet den middelweg to towandeleD, of maar te loopen zooals het valt, maar altyd rechts te houden. De openbare slachtplaats, tot voor weinige jaren nog „abattoir" geheeten, blykt meor en meer een nuttige instelling te zün. Zelfs onze slagers roemen deze inrichting en..'., de prüs van het vleesch is, in plaats van gerezen, gedaald, zoodat de werkman thans meer en ook beter vleesch eet dan voorheen. Met genoegen en trots wüzen wü op het achoone, nu geheel voltooide Rüksgebouw, dat ia het Van-der-Worf-park staat ter vervanging van het oudo Museum van Natuur lijke Historie aan het Rapenburg. Thans goen gevaar meer voor het verbranden, beschim melen, uit elkaar of door den zolder vallen van voorwerpen uit die zoo kostbare verzameling op zoölogisch gebied, zooals in het vroegere gebouw aan hot Rapenburg, waar thans groote boerenhuizen alle bewoond zün verrezen. Van dooi varende schepen hebben we weinig last meer, nu de vaart door do Nekslais is opengesteld. Het Van-der-Worf-park is te klein geworden voor windelplaats, nu htt Museumgebcuw er is gesticht. Wü zün echter thans in het bezit van een nieuw p; rk, het liembrandtpark, liggende aan den Hoogen Ryndyk, waar eer- tyds het Raamland zich naakt en kaal voor ons uitspreidde. Het heet Rembrandtpark, omdat het standbeeld van den grooten schilder, die in Leiden werd geboren, er voor een paar jaren is opgericht. Door het aanleggen der Zoetenooudsche Straatloopende van den Hoogen Ryndyk naar den Zoeterwoudschen weg en aldaar bü het Staatsspoor uitkomende, ligt dit fark reeda vrywei midden in onze gemeente.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1