«0. 12223 "Vrijdag 29 December. 1899 1 <§eze fgourant wordt, dagelijks, met aitzoaderiag van (Zen- en feestdagen, uitgegeven. Dj Garde was aan de rechterflank, de 93e brigade aan de linker-, terwyl de artillerie een 6telling aan beide zUd-:n opnam. LEIDSCH 1j Voor Lel clsn per 8 maanden. Franco per post Af2onderiyte Nommerp •KLUS DEZEH COUBAÏTIs t r f 1.10. r 1.40. - 0.05. PBIJS DEB AJDVERTÜN TJLKN B Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17|. Qrooterq letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. KOLONIËN. v BATAVIA, 18 28 November. Aan een van den Civielen en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegram ontleent de „Jav.-Ct." liet volgende: De in PeusaDgan ageerende colonne ver meesterde na een hardnekkig gevecht de sterke en zwaar bezette vijandelijke heuvel stolling Gló Sabil G16 Riseh, welke alleen van de Westzijde over zwaar begroeide heu vels moeilijk bereikbaar was; aan onze zijde sneuvelden oe Europeesche fuselier Jansen Jen de Amboineeache fuselier Sawatoe; gewond werden, levensgevaarlijk: de adjudant-onder- officier Weintré, de Amboineesche fuselier Suwu, zoomede drie inlandscbe marechaussees, en niet levensgevaarlijk: de onderluitenant De Thouars, de Europeesche fuseliers Ceule- mans en Hoks, de Amboineesche sergeant Heuwaë, één inlandsch en vijf Amboineesche mindere militairen. De vijand liet 33 gesneuvelden achter, zoo mede 1 Winchestergeweer, 1 Bcaumootgoweer, 80 voorlaadgeweren, 4 donderbussen, munitie, kruit en blanke wapens. Door de richting van den aanval waren drommen vluchtende vijanden genoerzokt van den Glé Riseh in de foor den r?g*n zwaar gezwollen rivier te springen, waar y nog velen gedood werden. De Hoofden en do bevolking in do vlakte van Peusangan blijven strikt neutraal; T. Maharaöja Dj- ump.i bewaard* ons vivres depot te Gloempang Pajoeng en verleent veel hulp. Tjot Pi wordt voorloopig bezet gehouden; de weersgesteldheid is slecht, er valt veel - - regen. De colonne in Bujan betrok 9 dezer een bivak te Aloeë Lho en kwam daar in vuur gevecht met een rende van Nja Dawofc, .^Waarty één inlan .sch fuselier sneuvelde en één inlands h fuseli.r Diet levensgevaarlijk gewond werd. De volgende dagen werd gepatrouilleerd, doca do bende bleek afge trokken te zijn D3 colonne ter Westkust kwam te G-eudé Meu ih aan, waar zij het tivak betrok; één Ammineesch fuselier wer i ni t levrnsgevaariyk .gewond; de vjjmd vluchtte in de ri bting van Bldng Pe ië In Meureu 09 en Pediê is alles rustig. Blijkens nader van denCivitlen en Militairen JGouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden -ontvangen telegram brachten patrouilles uit 'Tjotadi den vijand in verschillende ontmoe tingen een verlies toe van 7 ooden, terwijl onzerzijds één Amboineesch mineer militair 'lich gewon! werd. 1 Een patrouille uit Lho' Seum. wó, ondtr bevel van een kapitein der infanterie Swart, 'overviel in den nacht van 13 Nov. een vfyan- •ideiyke nederzetting in de Boelo«-stre.?k; de vyand verloor 9 cooden, zoomede oen Beau- montgeweer, 4 voorlaadgeweren, munitie en blanke wapens. By het debarkeeren eenor colonne uit Tapa' Toean bij Aloer Pakoe verliet do vijand over haast zijn stellingen zonder die te verdedigen, en vluchtte in de richtiDg vaa Meukib, waar heen hy vervolgd wordt. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgonde beschikkingen genomen CIVIEL DEPARTEMENT. O n t s 1 a g e n: Eer vol uit 's lands dienst do stadsvroedvrouw te Scmarang C. J. Van der Velde geboren Smit. Benoemd: Tot griffier van de landraden te Cheribon, Madjalengka on Koeningan S. H. L. Scicio, thans ter beschikking van den voorzitter der landraden te Koedoes en Japara; van den landraad te Ngawi (Madioen) S. Jellema, thans lor beschikking van den voorzitter van den land raad te Bangkalan (Madoera). Gesteld: Voor den tijd van zes maanden, of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn, ter beschikking van den voorzitter van de land- inden te Grissee, Sidajoo en Lamongan (Soerabaia), om te worden belast met griffierswerkzaamhedon 1 hg die rechtbanken, A. M. Scheerder, thans ter 5 beschikking van den voorzitter van den landraad te Kraksiian [Probolinggo]. By de Weeskamer te Batavia, ook als zoodanig belast met de functiën van het collego van boedelmeesteren aldaar; Benoemd: Tot lsten commies de 2de commies bij die katner W. G. Gijsbers; tot 2den commies de 3de commies bij die kamer Mr. A. Modderman tot 3den commies de klerk bij die kamer H. L. Van Sornsen de Koste. Bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen: Werkzaam gestold: Als gezagvoerder op ƒ150 's maands, de ambtenaar B. J. Keizer, on geplaatst te Somarang; als verificateur der 5de kl. de ambtenaar C. A. Schaegen en geplaatst te Tandjong Poera. B e n o e m dBij de in- en uitvoerrechten en accijnzen tot opziener op ƒ100 's maands R. A. Broek; op 75 's maands V. Obdeijn en J. Landman, thans tijdelijke opzieners, met bepaling, dat zij blijven geplaatst respectievelijk te GoenoeDg Sitolï Padang, en SemaraDg. Bij hot binnenlandsch-bestuiir op Java en Madoera. Benoemd: Tot adspirant-controleur W. J. J. ©Uraan, ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende, met bepaling, dat bij geplaatst wordt in do residentie Banjoemas. Geplaatst: In de residentie Soerabaia de met de waarneming der betrekking van adspirant- controleur belasten ambtenaar H. J. Hofman. Bij het Boschwozen op Java en Madoera. Ingetrokken: De overplaatsing van den opziener J. L. Dommers van hot boschdistrict Bagelen naar het boschdistrict Probolinggo- Besoeki. Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Benoemd: Tot stationschef 3de kl. do com miezen voor den stationsdienst W. F. Ciobrant en J. D. Van Gendoron. Ontslagen: Met ingang van 2 December 1899 op verzoek eervol uit 's lands dienst, de hulpprediker ten dienste der inlandsche christen gemeente te Waai (Amboina) H. Step. By den dienst van het mijnwezen: Overgeplaatst: Van Batavia naar Mun- tok (eiland Banka), en gesteld ter beschikking van den resident van. Banka ten behoeve der tin- winning op dat eiland, de ingenieur der 3de kl. bij dien dienst E. A. Neeb. Bij den dienst van het grondoeilwezen. Ontslagen: Eervol uit zijn betrekking de tijdelijk boormeester bij dien dienst A. F. G. De Pineda. Bij den dienst der bestrijding ter zee van den opiumsluikhandel. Op verzoek eervol ontheven van do waarneming der betrekking van 2den stuurman V. P. Van Halm. Ontslagen: Op verzoek eervol do tijdelijke Isle-machinist J. Teffer. Ontslagen: Met ingang van 23 Decembor 1899 op verzoek eervol uit 's lands dienst, de onderwijzer 1ste klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen W. J. R. Zieck. Ontslagen: On verzoek eervol uit 'a lands dienst de gewezen klerk op het bureau vnn den assistent-resident voor do politic te Semarang L. G. Wijnhamer. Benoemd: Tot notaiis te Pek.ilongan, de notaris te Buitenzorg VV. L. De Wilde. Aangesteld: Tot makelaar te Soerabaia C. VV. Doder. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Ingetrok ken: Zyn overplaatsing bij het garnizoens-bataljon van de zuider- en ooster- afdeel mg van Borneo, do lste luit. bij het 2de depot-bat. J J. Middelaer. Overgeplaatst: Bi) het garnizoens-bat van Amboina en Ternale, de lste luit. bij het 15do bat. jhr. 11. C. Goldman; bij het garnizoens-bat.. van Amboina en Ternate, de 2de luit. bij het 13de bat. D Van Vunren. Geplaatst: Bij het lste depot-bat., do lste luit, van verlof uit Nederland, teruggekeerd,~3. H. C. Munter. Verleend: Een maand vei lof wegens ziekte naar Salatiga, aaD den kapitein plaatselijk adjudant te Semarang R. E. Van Dijk. Blijft geplaatst: Te Padang, op het inten dance-bureau, met intrekking der overplaatsing naar Atjeh, de kapitein intendant J. J. Hubscbor. Overgeplaatst: Van Padang naar Atjeh op het bureau van den gewestelijken intendant aldaar, de kapitein-kwartiermeester J. Van der Linden; van Atjeh naar Padang op het bureau van den gewestelyken intendant, met introkking der over plaatsing naar Batavia de lste luit.-kwartierm. J. C. Brandenburg van der Gronden; van de 4de comp. art. [4de bergbatterijl te Kotta- Radja naar het hoofdbureau der art. [IHae afd. van het departement van oorlog te Batavia] de lste luit. der art. C. J. Breton do Nijs; van de 6de comp. art. [comp. van Atjeh en Onderh.] te Kotta-Radja naar de 4de comp. art. [4de bergbatt.] te Kotta-Radja, de lste luit. der art. II. C. J. Smeets. Geplaatst: By het algemeen genio magazijn te Semarang, als beheerder, de magazijnmeester der ode kl. [2de luit.] J. C. Hoinzenknocht. Overgeplaatst: Bij de garnizoenscompagnie van Banka, de 2de luit. bij het 20ste bat. C. M. Donck. V erleeud: Een maand verlof wegens ziekte naar Fort de Koek on Pajacombo, aan den luit.- kol. bij het subsistentenkader te Padang J. Langen- bac-h. Overgeplaatst: Bij het 17de bat., do lste luit. bij het subsistentenkader te Kotta-Radja J. N. H. Louweriks. Overgeplaatst: Bij het 15de bat. de lste luit. bij het depot-bat. J. L. E. Franssen; 'van het corps genietroepen to Magelang bij den goniedionst te Semarang de kapitein K. A. R. Maier; van den geniedienst to Tiimahi bij het corps genietroepen to Magelang als adjudant do lste luitenant A. S. Rüzette. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge plaatst: Bij de gouvernements-marine. Van het stoomschip „Barito" op de „Gier" do lste machi nist W. Z. Kuchlin; van het stoomschip „Gier" op de „Barito" de lste machinist N. H. W. Jongejan. Gedetacheerd: Van het stoomschip „Reiger" op de „Barito" als chef der machinekamer de 2de machinist Ph. B. Van dor Hoeven; van het stoomschip „Albatros" op de „Reiger" de 3de machinist C. Saijers. Bij den dienst der bobakening en dekustverlichting in Nederlandsch-lndië. Op verzoek eervol ontslagen do lste machinist a/b. van de „Cheribon" H. G. Cuypers. De oorlog tusschen Engeland on Transvaal. Uit de Kaapsche Mail. De slag by Modderrivier. Omtrent den slag by Modderrivier ont- leonen wy aan „Ons Land" hot volgende ver slag van Reuter. De „Waterloo" van den veldtocht is gevoch ten en gewonnen. Een slag ongeëvenaard in hardnekkigheid voDd Dinsdag plaats te Modderrivier. Na onze groote overwinning te Enslin verwachtte men niet, dat de vyand een positie zou innemen te Modderrivier, maar het welslagen van ons artillerie-vuur deed hem de noodzakelykbeid begrijpen om echuiling te zoeken achter kopjes. Modderrivier is 24 myien van Kimberley. Het is een aaDgename badplaats en er beersebt heelwat landeiyke weelde. De stad is geheel gobouwd ten|;g:-rieve van hen, die ontspanning zotken, en ligt ten noorden der rivier. Langs dezen oever is er een aaneenloopende ry boornen en cikke bosschen voor mijlen, en een heuvelrug vóór den val der rivier be- heerscht de vlakte aan de andere zijde over een groote lengte. De vyand had bovendien loopgraven met zandzakken opgericht en allerlei eoort borstweringen. Hy had bezit genomen der buizen on op elk voordeelig punt geschut geplaatst. Hy strekte zich over vyf myien uit en was zoo uit het gezicht verscholen, dat zyn krygs kunde allen lof verdient, en men bewondering moet hebben voor h.t bedrag van succes, door onze manschappen verkregen. Wy hebben de bloem der republikeinsche krijgsmacht oen ongetwyfelcen slag toegebracht en de aanvo.r ders, de hoeren Cronjó en Albracht, moeten er wanhopig aan t09 zyn met hun gedemora liseerd troepen. De divisie werd versterkt door de aankomst der Argyll en Sutherland Hooglanders, en ver trok kort na 0 uren van Witkopslaagte. Ze werd voorafgegaan door cavalerie en artillerie en vóór de aankomst der hoofdmacht had de cavalerie een vyand besp;urd, zijnde deze in groote sterkte te Modder rivier, en toen de colonne voortrukte, vond men, dat bei^e zyd9n van de rivier krioelden met Bo ren. De Scbotsche Garde op het uiterste der rechterflank rukte voert door deft-ouden dam, en zoodra ze uit de bedekking te voorschyn kwam, werd een wanhopig geweervuur op haar geopend, terwyi de Hotchkiss op de Maxim met wonderlijke juistheid vuurde. Het co o 'de den bevelvoorenden sergeant, wondde d.n o.'ficier en stelde deq..Maxim buiten gevecht. Dit was een slecht bsgin van een ontzettend gevecht. De infanterio ging ne'derliggen en strékte zich byna langs het geheele front van den vyand uit. De kanonnen van de Boeren openden vuur uit alle richtingen, en op de uiterste rechter flank van de halve maan kwam de cavalerie en bereden infanterie in het gevecht. De Boeren werden van huis tot huis ver jaagd, en de Bo .renplaats, waar bun geschut stond, werd met den grond gelyk gemaakt oor de 75ste battery. Drie goed gerichte schoten vi ltn tusschen den vyand vóór hiln geschut met groote juist heid antwoordde. Hun eerste schot viel achter onze battery, -h:t tweede viel onder het getuig en doodde eonige paarden. Intusschen was een ontzettend geweervuur begonnen. Onze mannen waren gedekt door een kleine hoogte in den grond die naar den rivieroever afging. De eene zyde kon de andera niet zien, maar er was een gedurig gedreun, gelyk aan het ontploffen van ontelbare vootzo kers. Het was verschrikkelijk om te hooren. Van geen van beide zyden werd toe gegeven en het vuur hield geen oógenblik op. Vyf uren lang wierp onze artilleris tonnen van kartetsen op den vyand, en het geschut vuur van den vyand werd op een aantal punten tot zwygen gebracht, maar met geen ander ge volg dan dat hy het van uit een andere stelling heropende. De Boeren hadden geen geschut op de uiterste linkerfl nk en de 18de battery slaagde er in zyn positie te doen ontruimen en dreef hen stap voor 6tap terug. Terwyl lord Methueu op de linkerflank was, werd hy door een kogel ia de rechterdy ge raakt en van het slagveld gedragen, waarop majoor-generaal Colville het bevel overnam. Juist op dieu middag bedaarde do kogelregen, maar een kwartier later werd het vuur met hernieuwde kracht hervat. De kogels van den vyand maaiden alles weg op de vlakte voor hun stelling over een afstand van tien myien. Niemand, die zich op de vlakte bevond, was buiten s:hot en de vreeselyke ernst van het gevecht werd gezien toen het nieuws van den dood van dappere officieren bekend werd. De ammunitie der manschappen begon op te raken en de wagens en manschappen waren verplicht naar de vuurlinie op te rukken onder een hagel van kogels, maar gelukkig volvoerden de ammunitiedragers hun taak met succes. De dragers der draagbaren vonden het onmogeiyk naar het front te komen, en in de weinige gevallen, waarin zy de gewonden konden verzorgen, moesten dezen van uit de liniên kruipen als ze konden. Het wae tusschen deze kogels, dat de ambulancewagens gedurig hun vlaggen toonden zonder eenig voordeel en keer op keer werden zy teruggedreven om buiten ge zicht beschutting te zoeken. De Boeren gaven niets om eenige erken e wet van beschaafd oorlogvoeren. Dum-dum- kogels werden gebruikt en z[j mikten op elk paard op de vlakte in de hoop den ruiter te treffen. De Engelsche artillerie ging voort met uit stekend werk te boen en bom na bom viel net op de loopgraven van den vfland. Met den achtermiddag kwam er geen vermindering in de hitte van het gevacht, zooals dit sedert den morgen gevoerd werd, en men zag in, ^at slechts door wanhopige pogingen de vyanden uit hun loopgraven konden worden verjaagd. Kol. Co ..rington en kapitein Fiel iog van de lste Coldstream Garde, met kapt. Selheim van de Queensland staande macht, en twintig man gingen rechts de rivier door. Gedurende den geheelen tyd werd op hen geschoten, en toen zy den anderen oever bereikten, werd het Hotcbkiss-kanon op hen gericht. Daar zy niet ondersteund werden, moesten zy terugtrekken. Op hun terugtrek verdronken byna tw69 der manschappen, maar de klomp sloeg de handen in elkanJer, maakte hun „putties" aan elkander vast, en bereikte in veiligheid den oever. Aan de andere zyde werd een dorgeiyke beter geslaagde pogiog gedaan door de Northumberlands en Argylls, en 300 man btreikten den oever en deden een aanval in de flank van den vyand, roaar ds oen kon den ander niet uit zyn loopgraven verjagen. Ia den namiidag kwam de 62sto battery, onder majoor Grant, aan, hebbende die de reis van Oranjerivier in 28 uur gedaan, en zonder verzuim kwam zy in het gevecht. Al de bat- teryen zonden dood-verspreidende granaten in alle richtingen, en de Boeren zag men bun dooden en gewonden van de loopgraven weg- orageir. Twee en twiütig stukken geschut waren in het gevecht en zy vuurden gemid deld 200 schoten elk. Toen de zon aan het ondergaan was, ver minderde het vuur, maar toen het donker werd, hield het geweervuur n >g aan. Onze manschapp n trokken terug en een kamp werd opgeslagen naby het slagveld. De vyand had er genoeg van en in den nacht begon hy weg te trekken. De cavalerie ging toen de rivier over on de Argylls trok ken over. Toen de eerste compagnie het huis voorbygiog, werd op hen gevuurd. De tweede compagnie omringde het huis en vond een klomp Boeren, die hun loon kregen voor hun verraad. De aanblik op de boeronzyde der rivier waa vrte8eiyk. De winkels en huizon, die de boeren als bedekking hadden gobracht, waren door de granaten door oord, on in de weinigo huizen, die ik binnen ging, vond ik dooJe boeren. Geen poging was gedaan om hun wonden te verbinden. Eenige der buizen waren als hospita len gebruikt en zy waren gevuld met gewonden. Hun loopgraven waren onkwetsbaar voor geweorvuur, eu het was de bttere staat onzer artillerie, die ons de overwinning gaf. De boeren trokken terug in de richting van Jacobsdal, terwyl sommigen naar Langberg gingen. Hun verlies was zwaar en zy begroeven velen hunner dooden waar z[j gevallen waren. Onze verliezen worden geschat op 471, in sluitende 17 officier.n. Kol. Stopford, 2de Grena cier Garde, werd gedood, terwyl hy zyn man schappen aanvoerde, krygende hy den kogel in den nek. Da geheele plaats is mot kogels bedekt, en de muren van sommige huizen zyn als ziften. De winkel van Restall was zoo vernield, ~en zoo zwaar gebombardeerd, dat een der muren Inviel, terwijl ik er naar keek. De vlakten aan beide zyden der rivier waren met doode paarden bedekt. Kol. Northcott van den staf werd doodelyk gewond en stierf verleden nacht. Lord Methuen wenschte de troepen geluk met hun zwaar verdiende overwinning. Da troepen rusten te Modderrivier en hebben een goeden geest. Het geheele transport is de rivier doorgegaan. Lord Methuen heeft weder het bevel aan vaard. In een particuliere correspondentie uit Pretoria dd. 19 November aan de „N. R. C." lozen we o. a. het volgende: By het vertrek zag men menig aandoeniyk tafereel, aan een afscheid, dat voorgoed kan zyn, verbonden. Ook andere tafereelen zag men, die het volk kenschetsen. Een moeder ziet baar zoon van 17 jaar aan het station, als een trein met een commando menschen zal weggaan. Hy zegt baar, dat hy nu maar meegaat, liever dan later, waarop de moeder leukweg: „Dat is best." Over de vechtkracht der Boeren liepen de meeningen eerst uiteen. Dat zy nog bestond, hebben wy met Jameson's inval bespeurd, doch in hoeverre zy in het algemeen hoog mocht worden gesteld, wtrd nog door velen betwyfeld. Die twyftl, vooral aan Engelsche zyde gevoed, heeft nu opgehouden te bestaan. De energie, de goede wil, de snelheid van bewoging zyn onmiddellyk by de mobilisatie gebleken. De juistheid van het schot mag Diet meer zoo groot- zyn als in de dagen der voortrokkers, zy is dan toch zeker niet sterk verminderd en de Mauser in de handen van den Boer heeft den Engelschman getoond welko gevaren daaraan voor hem verbonden zyn. Omtrent dit punt bestond bier aan onzen kant ook geen twyfel. Waar wel cegtlyk zorg over bestond was de vraag hoe de Boer zich zou houden, indien de bommen en granaten onder hen violen. Wy hadden daaromtrent wel eenigo ondervinding opgedaan met Jameson's inval, doch deze was zeer gering, en het was de vraag wat werkeiyk goed geoefende artillerie op onze menschen 20ude vermogen. Gelukkig is dit punt zeer tot bevrediging aan onze zjdo opgelost. Nu zyn duizenden van Boeren aan het hevigste artillerievuur blootgesteld geweest, doch zyn zjj niet ontmoedigd, en wat meer zegt, ae offers aan onze zyde zyn geriüg. Het moet waar zyn, dat 6f de Engelsche bommen van slechte hoedanigheid zyn, wat ik betwyfol, óf ce artillerie moet nog uit gevonden worden, die onze Boeren uit de kopjes verjaagt, wat m. i. waarschynlyker is. Een feit is het, dat het Engelsche geschut met groote vaardigheid en juistheid bediend wordt. Do bommen (granaatkartetsen), die in de lucht barsten, hebben weinig uitwerking, die, welk* ontploffen als ze tegen voorwerpen a inkomen (granaten) doen wel schade aan klip pen, waarachter de Boeren liggen, maar niet verder, of zy gaan er over heen en ontploffen waarde vffand niet is. Het is ook een feit, dat de art i lerie de grootste kracht van dtn vyand is, en wel omdat daarmede op open terrein de Boer op een afstand gehouden wordt, de eenige reden byv. waarom Ladysmith nog niet gevallen is. Het grootste gevaar voor do Boeren lag m. i. in de noo:zakeiykheid om met grooto commando's te vechten. Zoolang zy sterk zich verspreiden kunnen on den vyand af wachten op plaatsen, die zy zichzelf uitzoeken, uitstekend, maar hoe zou het gaan met groote maasa's onder commandanten, die het woord discipline niet kennen, die nayverig op elkaar zyn, die bevelen dikwerf balf uitvoeren; deze commandanten onder vechtgeneraals, van wie eonigszins hetzelfde kar» gezegd worden, dezea onder commandant-generaal Joubert, die vol gens velen niet doortastend genoeg is. Deze gevaren bestonden en bestaan nog, de uit voering van dikwerf oed doordachte plannen la t dikwerf te wenschen over, maar gelukkig, het hindert in het eind niet, want wie ten slotte het varken moet wasschen doet bet, al staan zy met honderd man, waar er dui zend bedoeli waren. Over hetgeen we achter den rug hebten kunnen we nog niet goed oordeoleo, maar een feit is het o. a., dat Dundee stukgeschoten werd door slechts 900 man oader Lukas Meyer, terwyl zyn commando by de 3000 man telt en terwyl Erasmus met zyn commando niet hielp, zooals hy had be« hooren te doen. STERKSTROOM, 22 December. Er wordt bericht, dat een verkenning op Donderdag ia de richting van Dordrecht door Brabant's be reden karabinier8 en een detachement Kaapsche politie onder bevel van kolonel Montmorency, 130 opstandelingen tegenkwam in de nabyheid van den zytak van den spoorweg naar de Indwo kolenvelden. De opstandelingen vluchtten, hun ka up met uitrusting, wagons en Martini-geweren in Engel sche handen latende. Aan Engelsche zijde werd niemand gekwetst. CH1EVELEY, 25 December. Gistoren zyn de kapiteins Kirkwood on Grenfell van do Zuid-Afrikaan9che lichte ruiterij uitgereden om patrouilles te inspecteerenzij zijn nog niet toruggekeerd. Hun paarden zijn gisteravond zonder berijders teruggekomen. Het laatst zijn de officieren gezien toen zij langs een keton van kopjes naar het oosten van de Engelsche stellingen reden. LONDEN, 27 December. Officieel is uit Kaapstad dd. gisteren vernomen: De toestand 13 onveranderd. Lord Methuen bericht, dat de vijandelijke macht is toegenomen, en bezig is zich verder te verschansen drie-en-een-halve mijl van de Engelsche verst vooruitgeschoven posten. Generaal Gatacre beproeft het verkeer met de kolenmynen te Inclwe (aan het eind punt van de spoorlyn van Dordrecht oostwaarts) te heropenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5