ASTflIA EINDELIJK GENEZEN. hiervan werden 2 spoorwegbeambten gedood, 15 reizigers, 23 spoorwegbeambten gekwetst In Frankryk wordt zeer geklaagd over de duurte van steenkolen, als gevolg van do groote vraag voor de nijverheid en do Parysche tentoonstelling, waarbij nu nog ia gekomen de staging in Engeland wegena den oorlog. De Fransche Regeering tracht te helpen door by de spoorwegmaatschappijen op lagere invoervracbten aan te dringea, wat echter eerst over eile maanden kan geschieden. Tan en oyer het OorlogstooneeL Na de nederlagen, welke do Engelsche troe pen in do laatsto weken hebben geleden, zullen ze voorloopig wel tot werkeloosheid gedo3md zijn, ton einde eon weinig op ver haal te komen en, zoo mogelijk, maatregelen te nemen om een insluiting te voorkomen. De hoop van het Engelsche volk beruBtto na de beide eersto „tegenspoeden" geheel op Sir Redvers Bulier, den opperbevelhebber, doch nu ook h|j het by Colenso beeft moeten afleggen, is het wel van belang om eens na te gaan hoe spoedig de publieke moening omtrent bepaalde personen zich wijzigt. Sommige dagbladen zeiden b|jv. van generaal Bulier, dat hij „voorzichtigheid met stoutheid paarde", andere spraken van „wyze bedacht zaamheid" en schreven hem zelfs „een adelaars blik" toe. Nu, ja! dat z|ja van diealgemeene uitdrukkingen, die eigenlijk niets bsduiden, doch b|j de groote menigte voor goede munt worden opgenomen. Maar welke waarde heeft boven dien dit oordeel, dat volstrekt op geen grondig onderzoek berust en alleen door nationale ydelheid werd uitgelokt? Naar myn meening volstrekt geen; en het wordt dan ook luide weersproken door een onpartijdige beschou wing der veldheorsdadon van den generaal en door z|jn nederlaag b|J Colenso. Na dit wapenfeit was generaal Bulier op eenmaal gedaald tot „een man van zeer middelmatige bekwaamheden, die het, by de jongste manoeuvres zelfs tegen den Hertog van Con- nought had moeten afleggen, welke laatste algemeen bekend staat als een aanvoerder van weinig talent". Vragen we nu: „In welke oorlogen en expedities zyn do Engelsche aanvoerders en hun troepen geschoold?" dan is het antwoord: „Bijna zonder uitzondering in de Indische oorlogen. Zy hebben daar als tegenstandere wel is waar dappere, maar tevens zeer slecht bewapende, vyundon moeten bekampen. In de „Biack Mountains" zoowel als aan de Goudkust en in den Soedan waren het half naakte inlanders, met geweren en kanonnen van een zeer verouderd stelsel, terwyi de Engelschen, met hun moderne wapens, een Ware slachting onder die lieden hebben aan gericht en zich zoodoende van de overwinning verzekerden. By den aanval op die horden kon de hak-er maar-op in-theone ln practyk worden gebracht en de „schitterende charges" der ruitery bonevens de „ontzettende uit werking" der lyddiet-bommen om van de „van blood druipende bajonetten" niet te spreken en dergelijke hol- en fraaikliDkende uitdrukkingen meer, danken aan die vacht- wijze hun ontstaan. Nu echter zyn de hekken verhangen en komen de gebreken en de fossiele toestanden van het Engelsche leger aan bet licht. Het heeft thans als tegenstander een volksleger uit zulke buitengewone schutters samen gesteld, dat men op de geheèle wereld Zwitserland misschien uitgezonderd tever geefs naar betere zal zoeken. Terwyl men in het Engelsche leger aan vormen en regelen is blyven hangeD, zelfs daar waar deze verouderd en onbruikbaar waren geworden, scherpt in het leger der Boeren - de benaming „Burgers", die zy zichzelf geven, komt my meer gepast voor de nood den geest en dwingt tot onderzoek en eigen nadenken. Men bepaalt sich daar niet meer met slaafs en werk- tuigiyk na te volgen wat vroeger gedaan en door anderen verricht werd, maar men toetst alles aan de regelen van oordeel en verstand, neemt alleen het goede aan en verwerpt al bei slechte en vooral het beuzelachtige. Ren groot deel toch van de oefeningen der legers in vredestyd wordt aan haarklooveryen besteed. Veel verbeteringen in het krygs- wezen zyn dan ook te danken aan die legers, aan welke de nood der tyden niet vergunde da Instellingen van vroegere legers over te nemen. In het algemeen gaat het dus niet op om, een bevolking de bekwaamheid te ontzeggen met succes oorlog te kunnen vos- ren, alleen omdat zy niet jarenlang den sol datenrok heeft gedragen. De beide republiekon tn Zuid-Afrika hebben getoond wat een held haftige bevolking vermag, zelfs tegen een leger, dat door de eigen landgenooton als een der besten van Europa werd beschouwd. De Zuld-Afrikaansche Boer verwezenlykt het denkbeeld van den soldat-laboureur. Terwyl aan de Engelsche zyde zelfs het a b c der tactiek wordt verwaarloosd, weten de aan voerders der Boeren met wonderiyke juistheid hun stellingen te kiezen en die togen den aanval van een overmachtigen vyand te be veiligen, te verdedigen en te behouden. Zyn nu echter de nederlagen uitsluitend aan da generaals en de aanvoerders te wyten? Ik geloof het niet. Het gehalte der Engelsche troepen lykt my zeer middelmatig en de krygstuebt is, in vredestyd, niet voldoende gehandhaafd. Zie nu eens om ons tot een enkel voor beeld te bepalen - het gedrag van de „Black Watch" in den slag by Magersfontein aan de Modderrivier. Ik noem met opzet de „Black Watch", omdat dit een der beste korpsen is, een keurbende, die door de menigte als zoo danig werd geëerd en waarby het een groote eer was om te mogen dienen. Dat korps had op dien gedenkwaardigen dag de voorhoede en in plaats van nu in de nabyheid der vyandeiyke linie de gevechts formatie aan te nemen, marcheerde de troep met vieren uit de flank evemoi/jdig aan de courtinc der vijandelijke schansenvan welke men slechts 200 M. verwyderd was. Een salvo was dan ook voldoende, om het gehoele korps uit elkander te schieten en het dadelyk zoo'n groot aantal dooden en gewonden te bezorgen, dat er van stormen geen sprake was en de valide manschappen in een terreinplooi, togen het vreaselyk go- weervnur, dekking moesten zoeken. Later, toen er hulptroepen werden gezonden, schynt er nog te zyn gestormd, doch do met oordeel aangebrachte chicane-middelen en vooral de IJzerdraad-versperringen, hebben oen nadering tot de 8tellingon der Boeren bolet. Van dit keurkorps legden echter al heel spoedig 11 officieren en 112 manschappen de wapens neder en gaven zich krygsgevangen. Hoe (fit alles, in de morgenschemering, zoo snel in zyn werk is gegaaD, is tot heden een raadsel. De eenigo verklaring is, dat er, na het eerste vuur uit de verschansingen, al spoedig met de witte vlag is gezwaaid, want veel keus bleef bier niet over; 't was öf vernietiging dat is dus den heldendood sterven öf over gaaf en tot dit laatste schynt dan ook door de „Black "Watch" te zyn overgegaan. Men zou byna gaan gelooven, dat do witte vlaggen, tn het Engelsche leger, tot de uitrusting van den soldaat te velde bebooren. In geen enkelen den dood zaten te wachten. Zóó oud waren zy toch nietl Zoo gleden de dagen voorby en zoo werd het de 24ste December. „Het zal me eens benieuwen, wat ze met Kerstmis doet," had moeder al een paar weken vroeger gezegd. „Wat ze doet? Bedoel je, of ze zal over komen? Neen, dat denk ik Diet, weineenI Het is zoo'n reis in den winter. Niet, het zou wel aardig zyn, maar Trouwens, ze schryft er niets van, is het wel?" „Neen. Zo zou het om ons moeten doen. Zelf heeft ze er niet veel aan. NeeD, ik geloof ook zeker, dat ze het niet doen zal. Ik reken er ten minste maar in het geheel niet op." Neen, zy hadden goed geraden; zy kwam niet. Nu wisten zy het zeker. Een korte vacantia, zy was erg moe, had nog eon en ander te doen. Zoo stond het in den brief, 's ochtends ontvangen. De dag was nog donkerder geweest dan de vorige, builen en binnen. Er trilde iets in de atmosfeer van het woonvertrek, dat deed denken aan opgekropt leed 6n ingehouden tranen. .Zoo was het avond geworden. „Hot valt my ook tegeD," zoo verbrak vader eindelyk de stilte. „Natuurlyk, ik had het ook prettiger gevonden en ook wel half gedacht; dat moet ik je eerlyk bekennen. Ik had de treinen al eens nagekeken." Er kwam geen antwoord. Hy liep eenige malen dd kamer op en neer. „Het spyt me, dat je het je zóó aantrekt. Woet je wat? We kunnen altyd morgen ochtend nog even tolegrapheeren; dan is ie morgen tegen den middag hier. Zal ik dal doen „Neen, o neen. Als ze niet gekund hal, dan zou ik er in bernst hebben. Maar dat as liever daar alleen zit .Dat mag Je bear no weer niet al te j/' nemeD. We moeten billyk zyn. Als we het bepaald hadden gewild, dan hadden we het haar te kennen moeten geven. Nu kan ze wel denken: ocb, ze geven er toch niet om. Neen Br wordt hard gescheld. Zóó laat nog. Wat kan dat zyn? Zy zien op, kyken elkaar aan, luisteren. „Daar is zei" roept moeder. „Wat praat je nu Maar de deur vliegt al open, enJa, daar is zy; daar staat zy voor hen, buiten adem van het harde loopeD, besneeuwd van top tot teen. kom toch maar liever thuis met de vacantia, als u hot goed vindt." Een poging tot lachen mislukt. Br werd dien avond weinig meer gespro ken, en de quaestie bleef onaangeroerd. Een „ik heb gezondigd" kwam Diet over de lippen, maar het was in de harten van alle drie. Er tuide in de lacht iets van stille beloften, van md blyde boodschap. By het goeden nacht wenschen zelde zy: „Ik won wel graag lang slapen morgenochtend, ft ben zoo heel erg moe," en ging toen haastig do kamer uit. Twee dagen later ontving de juffrouw, by wto zy haar kamers had, een brieQe van den volgenden inhoud: „Mejuffrouw I Ik meld U even, dat ik morgenavond met den laatsten trein terugkom. Tevens deel ik U na alvast mede, dat ik tegen Februari myn kamers moet opzeggen. Niet omdat ik niet heel tevreden ben, maar myn onders hebben besloten tn Amster dam te gaan wonen. Ik zal n natuurlyk gaarne aanbevelen. Hoogachtend, a ur oorlog heeft men, op het slagveld althans, zooveel over het zwaaien en hyschen van witte vlaggen gelezen als in de oorlogen der Engelschen in Zuid-Afrika. Wanneer nu eeu keurkorps als bet bovengenoemde, zoo spoedig tot dien maatregel overgaat om zich krygs- gevangen te geven, dan behoeven we niet te vragen wat den Engelschen te wachten staat, als de pas aangeworven troepen den vuurdoop moeten ondergaan. Moed is aan stekelijk maar vrees niet minder, en een gevolg van het laatste is de desertie op het slagveld^ want een anderen naam voor het zwaaien met die witte vlaggen weet ik niet te geven. „We trekken er tusschen uit" schynt op dit oogenblik onder de soldaten van de Engelsche armee het wachtwoord te zyD, Ik noemde daareven de yzerdraadversper- ringen en menigeen zal wel denken, dat deze zoowat overeenkomen met die, welke by ons worden aangebracht om weilanden, erven, enz. te schoiden. Een nood-versperring kan wel eens zoo worden aangelegd, maar gewooniyk zien ze er toch eenigszins anders uit. De ge- heele verspsrring beslaat een breedte van 3 4 Meter en wordt op de zwakke punten der stelling of by de accossen aangelegd. Daartoe worden palen van 10 cM. dikte en 1.7 M. lengte zoodanig in den grond ge slagen, dat ze de hoekpunten van gelykzydige driehoeken vormen, welker zyden ongeveer 2 M. laDg zyn. De koppen der palen staan nu afwisselend 40 cM., 80 cM. en 1.2 M. boven den beganen grond en worden met prikkeldraad omwikkeld. Op die wyze worden niet uitsluitend horizontaal-liggende vlakken verkregen, daar de ondervinding heeft geloerd, dat de vyand met behulp van planken de versperring wist te overbruggen, wanneer name- lyk de koppen der palen alle even hoog boven het maaiveld stonden. De geheele ver sperring moet onder het werkzaam geweervuur liggen en men zal nu wel begrypen, hoe ongenaakbaar de stelliDgen der Boeren zyn. Het zal nog heel wat bloed kosten, eer bet den Engelschen gelukt die schansen mei de bajonet the cold steel 11 te nomen en er de Transvaalsche vierkleur of de Yrystaat- sche vlag neer te halen 1 O. J. L. Lbiden, 23 December 1899. RECLAMES, a 25 Cents per regel. Or. R. hl Ham au bewijst z|)n geloof in zijn geneesmiddel door het gratis ie geven. Dr. RuJolph Scbiffmann is een erkende autoriteit wat betreft de strot- en longziekten en beeft ongetw-yield ge-urende een praktyk van meer dan eer tig j reo, meer asthma-ge- vullen tn aanverwante ziekten behandeld en genezen dan eenig ander ookt«r in de wereld. Hy maakt beken), dat by einieiyk een ge neesmiddel verbeterd heeft, dat niet alleen aan de ergste gevallen terstond verlichting geeft; maar duizenden van zoogenaamd „onge neeslyke gevallen" heeft genezen. Dr. Scbiff mann heelt het volste vertrouwen in zyn geneesmiddel en ten ein.e anderen van zyn waarde op d» snelste en zekerste wyze te overtuigen, verzoekt hy uit blad bekend te willen maken, dat hy gratis een monster- pakje van Dr. „Schiffmann's Asthma Cure" gejurenio drie dagen na datum van dit blad franco aan elk persoon zendt, ciie hem zyn naam en adres auidelyk op een briefkaart geschreven toezendt. Hy gelooft, dat een dusdanige proef te nemen, de meest over tuigende en inderdaad de eenige weg zal zyn om het natuurlyke vooroordeel van uuizenden asthmalyaers t9 bestryaen, die vroeger te vergeefs verlichting gezocht hebben. Alhoewel zyn geneesmiddel ln Nederland seuert ver scheidene jaren is verkocht geworden, vreest de dokter, dat er nog personen zyn, oie er nimmer over hebben hooren spreken, en het is met het oog om hou te bereiken, dat hy dit gratis aan od aoet. Een gelegenheid, om zonder kosten een zoo beroemd en zooveel zekerheid belovend geneesmiddel te beproeven, moet door ieder lyaer met graagto worden aangegrepen. Adres: Dr. R. Scbiffmann 13, Palelsstraat, Amsterdam. 10701 42 KOLONIËN. BATAVIA, 1828 November. De onderwyzer der lste klasse by het Europeesch onderwys L. P. Ch. Roskott heeft overplaatsing gevraagd by het inlandsch onderwys. De onderwyzer 2de kl. te Tegal EL H. Buys heeft wegens gezondheidsredenen over plaatsing gevraagd naar een oroog klimaat. De onderwyzer lste kl. te Magelung J. Kastelyn heeft overplaatsing gevraagd naar Batavia. Van Makassar weet men ons mede te deelen, dat de onlangs derwaarts voor de tweede maal ingedeelde kapitein óerin£Leyh den militairen oienst zal gaan verlaten, zoodra hy aanspraak op pensioen zal kunnen doen gelden. De herhaalde overplaatsingen, waaraan hy ln de Uatste jaren heeft blootgestaan, den laatsten keer na een zeer kort verbiyf te Magelang, syn oorzaak, dat hy er de byl by wil gaan nederleggen. (Bat, NbL) Tw verdediging van Java. Naar aanleiding van een vinnig en uitval van de Ptnang Gazette: „dat het tusschen na en JLeretmie nog tyd genoog ia, om de Engelsche vlag te hyschen op heel Sumatra, Java en andere Indische eilanden" schryft Sinjo Djan het volgende aan het „B. N.": „De schry ver van dat stuk heeft zeker geen rekening gehouden met het feit, dat, behalve tusschen de 30,000 en 40,000 soldaten, die Indië heeft, nog pl. min. 20,000 Indische jongelui zyn, die evengoed schieten als de Transvaalsche Boeren, en die by een even- tueelen oorlog op Java met een andere mogendheid, zeer zeker Nederland zullen steunen. „Onverschillig welke mogendheid ook Java wil inpalmen, zal zy, eenmaal aan wal zynde, een harden dobber hebben. Wy, Indische jongelui, gehard tegen het klimaat, immuun tegen malaria, bekend met het terrein, goed met inlanders kunnende omgaan (daar wy evengoed hun taal spreken als zy zeiven) gewend aan ontberiogen (gewone ryst met dengdeng of ikan terle smaakt on6 evengoed als Franscho liflafjes), gewapend door Neder land met de moderne vuurwapens, en geleid door „papa" Rooseloom, „oom" Van Heutsz, „neef" Scheuer en andere kranige „oomes" en „neefjes", en geposteerd op onze diverse „Spitskoppsn", zyn geduchto tegenstanders voor den vyand, Bew|1s: de Philippynsche jongelui. „Wanneer zy zich hadden geschaard aan de zyde van Spanje, dan was het lot van Amerika hetzelfdo geweest, als tot nog toe dat der Engelschen in Zuid-Afrika is. Geeft ons de gelegenheid, evenals in Transvaal, goedkoop van het gouvernement geweren te koopr.n, dezelfde soort als de soldaten hebben, zooeat ty een eventueelen oorlog op Java wy allen een uniform wapen hebben, dan heeft het gouvernement slechts te zorgen voor ammunitie. „Nederland, gy rekent in de ure des gevaars op onzen steun, ik ben er zeker van, dat u die steun ook verleend zal worden, doch wees ook een beetje billyk voor ons in vredes tyd en ontneem ons de verschillende onder wys inrichtingen niet. Gy hebt ons reeds de militaire school ODtnomen en zyt nu druk bezig zulks eveneens te doen met de afdeeling B. van het gymnasium Willem III. Als motief voor het eerste gaaft gy op: lste: dat die militaire inrichting te duur was, en 2de: dat het goed voor de moreele ontwikkeling is, als a. s. officieren hun opvoeding in Nederland krygen. „Wat het eerste punt betreft, de kosten dier inrichting betaaldet gy toch niet? Als Inaiö 30 jaren lang den Atjeh-oorlog kan bekos tigen, wat beteekent uan de uitgave voor die militaire inrichting? En de Inaische jongelui, die daar tot officieren zyn gevormd, zyn dat geen bruikbare mannen voor het leger? „Slechts één voorbeeld uit vele: wat zegt gy van den gesneuvelden luitenant Vis? Hy was ook op de militaire school te Meester Cornelis geweest en had Holland nooit gezien; was hy niet bruikbaar? Wat het 2de punt betreft, kan ik u niet geheel en al ongeiyk geven, doch in tyd van oorlog kunt gy geen salonjonkera gebruiken. „Gy ontnaamt ons de goedkoope gelegen heid om officier te worden en zyt bezig ons ook te beletten bi.r gevormd te worcen tot "ambt-naar B. B. Negen tienden onzer ouders bezitten de middelen niet ons een dure Euro- peesche opvoeoing te geven. Daarom Neder land, nog eens: weest billyk en rechtvaardig tegenover ons; wat hebt gy er aan ons syste matisch achteruit te stellen. Gy moet ons meer gelegenheid geven om ons te ontwikkelen. Richt op Bandoeng en Djokja hoogere burger scholen op met 3 of 5-jarigen cursus; ook machinisten- en landbouwscholen, respectLve- ïyk als in Amsterdam en de R. L. B.-school te Wageningen. Vergeet ook niet onze bruine broeders, die in bange uren ons onschatbare hulp kunnen verleenen, ontwikkelt hen. „Indië, eenmaal tot een hoogeren trap van beschaving gekomen zynde, is ni-t alleen een krachtige steunpilaar van het Koninkryk der Nederlancen, doch ook het scbooosto sieraad aan de kroon van dat Ryk. Met ESanka-opstooiJe. De „Java Ctr." meldt: Blykons een van den resident van Banka en onderhoorigheden ontvangen telegram heeft de voortvluchtige hoofdaanlegger van de in April jl. te Pangkal Pinang ontdekte samen spanning, genaamd Lioe Ngie, met gedroste sinkehs en eenig slecht volk uit de mynen, te zamen 100 a 150 man, in den nacht van 17 op 18 dezer de koogsiehulzen van de mynen nos. 5, 19, 8, 24 en 10 verbrand en geplun derd. De plundertocht begon in de verst ver- wyderde myn no. 15, waar een boormanuoer en de opziener 8de klas by het mynwezen G. Burgen vermoord werden; by de myn No. 10 stuitte de bende op een inmiddels van Pangkal Pinang uitgerukt detachement, sterk 25 mao, dat eeu salvo afgaf, waardoor eeu Chinees gedood en verscheidene gewone werden, doch door den grooten afstand, waarop het detachement van de muiters verwyderd was, wisten deze te ontkomen en in zuideiyke richting naar het gebergte te vluchten. By hun achtervolging werden vyftien belhamels, waaronder met rooJe sjerpen, gevangenge nomen; zy verklaarden tot de bende v»n Lioe Ngie te bebooren en op roof te zyn uitgogaan.' In de mijn no. 10 werlen twee lyken van Cbineezen, en in myn No. 24 een onthoofd iyk gevonden. De nooaige voorzorgsmaatregelen zyn ge nomen. Een nader bericht van den resident van Banka meldt, dat de mynopziener Busgon niet vermoord is, doch slechts gewond. Een Woesteling. 1 De „Sem. Ct." brengt de volgende feiten' onder de aandacht der justitie. Ais ze waar zyn, mogen ze zeker schandeiyk worden ge noemd. Eenigen tyd geleden, misschien 6 weken,' werd een der neven van een desahoofd over dag door den administrateur van een koffie- onderneming ln een residentie naby Semarang' met een met hagel geladen goweer zwaar verwond ln zyn zitvlak, een wond van dien aard, dat voor zyn leven werd gevreesd. En is toen daarvan aangifte gedaan aanj het desahoofd, maar de verwonde is de zoon] van een weduwe zonder geld en het desa- hoofd werd door middel van eenige ryks- j daalders het zwyg6n opgelegd. De jongen was buiten den koffietuin bezig gras te snijden. Getuigen in die zaak zyn voldoende voorhanden. Hort daarop werd een man op 9 plaatsen middels een geweerschot aan zyn slaap, rug en nek verwond. Ook die zaak is door de politie in den doofpot gestopt. Ongeveer 14 dagen gelecen werd weder oen man met een geweerschot door denzelfden administrateur verwond. Die zaak schyot b(j de politie echter te zyn aangegoven; naar men verneemt, worct dat ook getoetospfc. Den dag na bovenstaande verwonding kwam dezelfde administrateur twee vrouwen tegen op een binnenweg. De jongste, eeD vrouw van 18 19 jaar,( scheen hem zoodanig te charmeeren, dat hy haar wilde lielkoozen, waarop zy niet was' gesteld en hard wegliep. De andere vrouw, haar grootmoeder, verweet hem zyn handel-1 wyze en moest het toen ontgelden. Met een( schop en een vuistslag lag oe bes zoo lang zy was op den groad. Niet tevreden trapte by haar nog op de borst en cod buik, zoodat de vrouw half cood van oaar naar den aesistont- wedono werd ge-ragen. Van daar is zy naar het hospitaal getransporteerd. Beide vrouwen zyn uit de desa van dezelfde koffie-onderneming. Het desahoofd vraagt hulp om recht voor zyn zusterskind. Men heeft den assistent- wedooo het gebeurue verteld met verzoek de gewonde in zyn huis op te zoeken, de wonden te constateeren en een onderzoek in te stellen. Men weet echter zeker, dat hy dat niet heeft gedaan. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-IndU zijn de volgende beschikkingen genomen: By den landraad te Beogkalis [Oostkust van SumatraJ. CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Wegens vertrek, eervol als lid, L. J. Crooy, offio. van gez. 2de kl. onder dankbetuiging voor de door heiu als zoodanig bewezen diensten. Benoemd: Tot lid, S. Amesohot, offio. van gez. 2de kl. aldaar. Bij den dienst van het loodswezen van de Oostkust aau Borneo- Benoemd: Tot loods, W. Stoker, thans met de waarneming dier betrekking belast. Bij de staatsspoorwegen op Java. Gedetacheerd: Bij de exploitatie der Wester- lijnen de tijdelgke onderopzichter 2de kl. van den i aanlegdienst R. L. O. Van Haasen. B|j don waterstaat on 's lands B. O. W. Bepaald: Dat de iDgemeur zde kl. A. Vroesom de Haan wordt belast met het doen van voorbe- reidende werkzaamhedeu in het belang der watert, voorziening van de hoofdplaats Soerabaja. Toegevoegd: Aan den chef der 4de water- staatsaideeling in het belang der voorbereidende werkzaamheden ton behoeve der watervoorziening van de hoofdplaats Soerabaja de aaspirant-ingenieur W. J. Steup en de ambtenaar ter beschikking, dienstdoende adspirant ingenieur C. A. E. Vaa Leeuweu. G e 8 161 dTer beschikking van don hoofd inspecteur, chef van den spoorwegdienst en tevens van den dien9t der koienontgmniug ter Sumatra's Westkust, de opziener bij het boschwezen op Java en Madoera, L. H. Verleije, met bepaling, aat hij in verhand daarmede bij zijn korps wordt gevoera h la suite. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens ziekte een jaar verlof naar Europa, aan den lsten luit. der inf. R. J. Kesner. Wegens langdurigen dienst éón jaar verlof naar Europa, aan den officier van gez. late kl. A. H. Van der Weerd. Bevorderd: Tot magazijnmeester 2de klasse [lste luit.J by het wapen der artillerie, de magazya- meester 3de kl. (2de luit.) P. J. Vau Luiik. Overgeplaatst: Bi) het 6de bataljon [ge- detacheerd gedeelte te Kedang KeboJ, de late luit. by het lste depot-bat. L. J. Kijubende; b|j het lste reserve-bataljon de 2de luit. by het 13de bat. F. Piekema; bij het 5de bat., de 2de luits. bij het 6de bat P. Te Wechel bij het 13de bat., de onderluit. bjj het lste reserve bat. J. Posthumus, algem. stamboek no. 22228. Wordt bij aankomst geplaatst: by het l3de bat., on by het 6de bat., de 2de luits. nit Nederland verwaoht wordende, zijnde bestemd voor den dienst hier te lande, F. H. A Brans en J. Oudsburg. Overgeplaatst: Van MakassernaarTjimahi/ de officier van gezondheid lste kl. dr. H. Groothoff; van Tiimahi naar Magelnng, de off. van gez. lste kL ar. F. W. Stammeshaus. G e p 1 a a t a t: By aankomst in Indië te Makasser, j de off. van gez. 2de kl. J. Van Heel, beetemd voer den dienst hier te lande. Berichten over JEfcijnlancl's boezem, gedurende de week van 1723 Dec. 1899. Btsnl van don boezem to Leiden. Idem te Oude-Wstoring Werking der stoomgemalen WeierlooMng langs natuaxlyken weg. Waterlnletiag Befcmval In mM, 17 Deo. 18 Deo. 19 Deo. 80 Deo. 21 Deo. 22 Deo, 28 Deo. 48 68 48 47 47 47 47 om.—AP 47 47 48 6 6 67 47 44 oim— A.P 8 p urn dam tl, Halfweg u* Gouda u., KaWflk tü Katwyk nj Bpaarndam tl, Halfweg tl, Gouda Door de al ais te Gouda tl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 6