N°. 12222 Uonderdaa; 38 December. A«. 1899 feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. PERSOVERZICHT. Feuilleton. LEIDSCH DAftBLA PRIJS DEZER COTBAHTl Voor Lsldan por 8 maanden. s t 1.10. Franco per post9 AizonderlUke Nommers 1.104 0.05, PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1—# regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooters; letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.06 berekend. Tweede Blad. Het. ia zeker niot van belang ontbloot, schryft de Nieuwe Delftsche Courant, eens na te gaan, hoezeer de kosten voor het lager onderwijs in de laatste veertig jaren ztJn gestegen. "WH beginnen met 1858, het eerste jaar ca de invoering der ,Wefc 1857". In dat jaar bedroegen de gezamenlijke uitgaven, ca aftrek van alle inkomsten, 1,254,074. Dat is nog te doen, zal de lezer zeggen; en hy heeft gelijk. Dat sommetje kwam natuurlek alleen het openbaar onderwijs ten geede, want van subsidie voor het bijzonder was nog heel geen sprake. Tien jaren later: 1868. De uitgaven zijn gestegen, en niet onaanzienlijk. Alle uitgaven bedroegen ƒ3,772,012. Goed uitgerekend een vermeerdering van precies 200 pCt. Het kan schikken; maar de burgers voelden het in hun beurzen. Weer tien jaren later: 1878. Na aftrek van alle Inkomsten bleven de gezamenlijke uit gaven: 7,037,169 Hollandscho guldens. Ver geleken met tien jaren vroeger een ver meerdering van bijkans 90 pCt. Maar nu komt een tyd, waarin naar het schijnt, aan het geld geen opkomen is. De uitgaven beginnen enorm te stygen: Bijna 9 rr.iilioen in 1880, 10.2 millioen in '81; ruim 13 in '82; ruim 15 in '83. Maar in dit laatste jaar, het duurste op onderwijsgebied, dat er ooit geweest is, begint het weer een beetje te schikken. Eenboetio: want het daalt op 13.5 millioen in 1884, maar de daling gaat niet verder dan tot lij' millioen. Evenwel, de daling heeft niet aangehouden, want zooals we den lezer een poosje geleden hebben medegedeeld, zullen do gezamenlijke uitgaven voor bet openbaar lager onderwijs in 1900 pl. m. 13,500,000 bedragen. M*ar Leerplicht staat voor de deur, een liefbebberjj van minister Bergesius, die het land twee millioen zal kosten. Eq ziedaar, lezer, z\jn we weer op ons cijfer van 1883, dat jaar, waarin het niet op kon, waarin de heeren examinatoren voor de hoofdakte behalve vrije reiskosten nog ƒ12 por dag ontvingeD. Wus er nu nog gelHkheid tusschen open baar en bijzonder onderwijs! Maar jawel! De bijzondere scholen krijgen alle te zamen 1,700,000, Diets meer. O n twee redenen meent Het Huisgezin trekt de quaestie der tariefherziening veler aandacht: Vooreerst om de herziening zeff hoe zij er uit zal zien, welke artikelen zullen worden belast en hoe zwaar en ten tweede, omdat met de tariefherziening de scèiale hervormingen nauw verbonden zijn, zóó nauw zelfs, dat, mislukt die herziening, van sociale horvormingen niet ved komen kan. Daarom spolen degenen, die deze hervor mingen verlangen, maar van bescherming niut willen weten en dus tegen iedere verscherping van ons tarief van invoerrechten moeten zijn, een zonderling spel. Zö doen als een man, die een huis zou willen bouwen, maar daar voor geen materialen wil aanschaffen. Het materiaal toch voor sociale hervormingen moet geleverd worden door een ruimere opbrengst der invoerrechten. Andere middelen kunnen daarvoor, naar minister Pierson's eigen be kentenis, niet versterkt worden. Kan on8 tarief van invoerrechten zuiver fiscaal zijn? vroeg de heer Van Assendelft de Coningb, burgemeester van Leiderdorp en een der weinige liberalen, die de vrijhandel- doctrine durven afkeuren. Ja, zegt Het Huisgezin, bet kaD, wanneer men, evenals in Engeland, artikelen treft, die iQ ons land niet kunnen worden voortgebracht, en verder tegenover elk invoerrecht een even hooge accijns staat, zoodat buitenland en binnenland op voet van gelijkheid worden behandeld. Gogel, in het begin dezer eeuw agent van Financiën, later, onder Napoleon, intendant- generaal der Financiën, heeft dit beproefd, maar die proef is mislukt, en het is niet waarschijnlijk, dat ze zal worden herhaald, daar het Diet aangaat ons tot artikelen te bepalen, die hier niet worden voortgebracht, en het even onmogelijk is, de velerlei artike len, die ons tarief noodzakelijk moet treffen, allo met accijDS te bezwaren. Aan een zuiver fiscaal tarief, dat niet afhangt van de hoogte van het recht, maar welks kenmerk hierin ligt, dat tegenover elk iovoerrecht, waarvan de binnenlandsche industrie voordeel kan trekkeD, een accijns staat, kan dus zelfs een vrijbandelaar als minister Pierson niet denken. Hó 'zal, gaarne of niet, op het bestaande moeten voortbouwen en de zeer matige bescherming van nu moeten' versterken in de richting der Belgische, Fransche en andere tarieven. Daar nu de hoer Pierson verklaard heeft, dat de opbrengst na de herziening „vrij hoog zal wezen, ligt het voor de hand, dat de herziening een tamelijk sterk protectionistisch karakter zal moeten hebben, al zal de minister wellicht ook beweron, dat hij enkel een fis cale herziening op het oog had. Nu, het is ons onverschillig welken naam het kind draagt, mits maar de schatkist een aanzien lijke bate ontvangt en d9 vaderlandscho nijverheid in haar strijd togen de ovormach- tige concurrentie uit den vreemde gesteund wordt. De Hollander (anti-rev.) zegt onder het hoofd: „De Tweede Kamer naar h u i s", het volgende: De Tweede Kamer ging weder uiteen. Denkelijk tot half Februari, om alsdan de Leerplichtwet te behandelen, benevens andere belangrijke wetsontwerpen, waaronder de Boterwet en zoo mogelijk ook de wetsontwerpen van Minister Cort van der Linden betreffende jeugdige kinderen en de ouderlijke macht. Langer dan anders vergaderde de Kamer uitmaal. Men weet, dat de Ongevallen-wa daarvan de oorzaak was. Of ze evenwel, bij al haar zwaren en afmattenden arbeid, reden heeft om tevreden over zichzelve te wezeD, mag naar onze overtuiging worden betwijfeld. Men kent daaromtrent onze gevoelens, en dus behoeven we niet in herhaling te treden. Slechts zij nog oods gezegd, dat behalve by de anti-revol. party, alle party-verhoudingen in den regel zoek waren, dat meestal in het wild werd gestemd, dat van party-leiding geen sprake was en dat zóó de party bande loosheid haar boogty vierde. Uit een constitutioneel oogpunt waren het inderdaad donkt re dagen vóór Kerstmis. Geen principiéele strijd van de christelyke partyen tegen de partyen der revolutie; geen etryd ook van de voorstanders der democratie tegen het conservatisme. Het was beelemaal geen etryd. Er werd gemopperd, er werd soms geprotesteerd; maar het slot van de zaak was, dat, als het Ministerie dreigde, de blaffende honden op eens zachtaardige beeetjes werden. En zoo boog de Kamer, hoewel de meerderheid Inwendig toornde. Een gewoon ver$chynsel; of liever een noodwendig gevolg. Ais het party wezen kwijnt, als naar begin selen Diet meer gevraagd vrordt, ala er abso luut van leiding geen sprake meer is dan wordt de Regeering alvermogend, dan kan zy er alles door krijgen, dan wordt de troep kakelende en keffende leden stil en gehoor zaam by het eerste dreigement. Groen heeft dat alles ons reeds voor jaren geleerd en do stemmingen en tooneeltjes in de jongste Kamerzittingen hebben ods weer levendig aan zijn coosötutieneele lesson her innerd. Oader deze •msteuidigkeden is het hoei natuurlek, dat de Ongevallenwet er zonder groote ongelukken kvraa; is het zelfs te ver wonderen, dat o»ee Club ea de heoron Druckcr c. s. nog min of m«6r gewichtige wyzigingen or in konden brengen. Heel natuuriyk ©ok, dat de Kamer partij koos voor Minister De Beaufort en tegen Dr. Kuyper, boewei ze wist, dat de overgroot© meerderheid v&a het Nederlandscbe volk de politiek van dien Minister veroordeelt en dus ^p dit punt aa« de zijde van Dr. Kuypor staat. Heel natuuriyk niet minder, dat do anti- militairistieche Kamer van verleden jaar opeens inilitairistisch was geworden, dat zij tonnen gouds toestond, waar zy die verleden jaar beslist weigerde; en d&t dus de Ministers van Marine en Oorlog heel sterk stonden. Van zulk een Kamer is niet voel meer to verwachten. Ze zal ook Borgesius wel helpen om zyn Leerplichtwet er door te krijgen. Alles een gevolg van de beglnsellooze wyze, waarop in 1897 met valsche leuzen zoovele kiezers werden misleid. Sinds geruimen tyd dringt men, schrijft De Standaardvooral uit het Noorden, aan op w y- ziging van art. 243 onzer Gemeen te- wet, die de progressie by het hc-ffon van hoofdeiykon omslag beperkt. ln deze agitatie een ongezond elem&nt schuilt, geven we toe. „By niet weinigen toch bestaat de toeleg, om door de meerderheid der onvermogende kiezers den Raad te bezetten met leden, die, eens gekozen, de meergegoeden onder den vorm van belasting te ïyf zullen gaan, om van gemeentewege te voorzien in allerlei nood van den minderen maD. Onder den naam van armverzorging, school- voeding enz. wil men uit de gemeentekas laten zorgen voor allerlei huiselykon nood van de ml .vermogenden on de Gemeenteraad zal daar toe, by manier van progressie, het geld moeten nemen uit den zak der meorvermogenden. Socialistische egalisatie alzoo door den druk der gemeentebelasting. Eeo stelsel, dat slechts met eenige consequentie behoeft te worden doorgevoerd, om de winste, van wie wat over won, te doen vlooien in de kas van wie te kort komt. Yorliten daa de meergegoeden de gomeente en sliafct daardoor de kas, dan moet het Ryk door extra schooUub&idie, enz. te hulpe komen en zoo wordt het plunderingssysteom van boven tot beneden georganiseerd. Doch al volgt hieruit, dat togen al zulk misbruik deor de wet behoort gewaakt te worden toch volgt hieruit ia het minst niet, dat art. 243 biyven ksa zoo»4s hot is. De gemsenteiaad van Eascbedae heeft dit in oen request aan de kiezers zoauokli.ar aango- toosd? Gevolg toch van dit artikel zal daar zijn, dat wie nu vrt.s aangeslagen voor ƒ10,000, zal «aaien op 6800; wi dat wie stond op 2 76, zal komen op f 5 33. Naaaat man al aan, dat de aanslagen dusver van boven iets te Loog, on naar iota t» zwak waren, toch swingt iu hot oog, dat do verschillen, geiyk. z» nu uitfcoaen, voel te kras zyn. Watr' de éón byö-t do Tïëïft daalt, eo de ander bjjna as bel ft klimt, ontstaat «es-onge zonde toestand. En een toestand, die wel tot on tevredenheid moet lalden, zoo uvea bedenkt, dat eicchts een enkele ontlast wordt, terwyi het gatal dergenea, die moer znlh-n t© beulen hebben, en zvlfts veel meer, by de 2000 beloopt. Hot ni«fe wyzigen v*« dit aitikel zou een wtzcnlyke fout zgn." Gr emengd Nieu ws- Do Loidsche S c h aa k v e r e e n igin g „Sis«a" vierde Zaterdag-avond haar 2 j rig bestaan. D« feeetsiyko tyeenkomst w.rl ge- houitn in de toeneelzaal van „Hótel du Non". Ü2CO was schaars bezot, geiyk trouwins wel verwacht werd, want, zooala d© president in zyn speech epmsrkte, er bestaat over bet algomooQ weinig sympathie voor oen vereenl- ging als dc-ze. Toch was de avond zeer gezellig en werd doorgebracht mot voordrachten, tooneelstukjes en muziek, welke alle uitmuntend slaagden. Vgoral bet nummer: „Hulde aan Trans vaal", vond grooten byval. Men kan dan ook niet anders zeggen, dan dat ce leden en het bestuur van „Sissa" al nun krachten hebben ingespannen, om oen avond zoo gezellig mogeiyt to ^o»n zon. Moge ueze jonge vtreeoiging nog vele jaren bestaan, moge zy in ledental toenemen en steeds blyven wat zy is: een toonfce&ld van jeugdige gezelligh-id. Men schryft uit Haarlem: De Necerland8che student M. Van B. te Hsldel- berg, is wegens duelleren veroordeeld tot drie maan-en vt6tingstr <f. Hy is van Heidel berg gevlucht en bier aangekomen. (2V B. Ct Te Oterleek is oe boerderij, be woond door den heer d. W., geheel afgebrand. Een paard kwam in de vlammen om. De brand werd veroorzaakt coor een stallamp. Te Losser is de vrachtrydor Haarman, tie e-nigen tyd geleden onder oen wagon geraakte, waart-y by een arm brak en verschillende kneuzingen kre-g, aan de gevolgen der Terwonoing n overleden. M e j. M., te Zwolle, a i e levens- gevaarlyke bran monden bekwam, is in het Sophia ziekenhuis aldaar overleden. In den Stadsschouwburg te Amsterdam h-eft een ODgeluk plaats gehad. Vóór de tooneelopvowrlng begint, gaan twee brandwachts nog eens de verlichting na, of alles in orde is. Zoo geschiedde ook Zondag- atone. Toen nu dw 27 j rige brandwacht H. Baptist op den soloer oven de schouwburgzaal de hooge laaöer opklom, om zich te overtuigen, of de noo.J*nUara die cient, om t>y een defect aan co 1 ctrische geleiding, de zaal van li ht te voorzi n in orde was, stortte hy, byna loven gekomen, naar beneden en was byna onmiddellyk e=n lyk. In den schouw burg heeft men van dit droevig ongeluk niets vernomen. To Vole n dam wordt een werk- verschaffing in het leven geroepen door be middeling van de diroctle der Spinfabriek te Edam. De arbeid zal best^au iu bet herstellen van baalzakken. Deze week zal de arbeid aan* vangen. Dair er veel urmosje te VoLndam geleden wordt, is het gelukkig, dat deze poging wordt gedaan in het belang oer min- gegoeden. In de dorpen van Twente is het een aloul ge-ruik van den lsten Advents zondag tot Kerstnacht te blazen op houten hoorns van 2 ellen lang. Op e n uur afstan is en verder nog kan men ze booren. Zy worden mir- (midden) winti rborens genoemd; bet mondstuk, 1 a 2 cM. wyd, is meestal van vlierbout gemaakt. De hoorn, gewoonlyk van beukenhout, heeft by het mondstuk een wydte van 4 a 5 cltf., wordt langzamerhand wyder, loopt rechtuit tot J/% dtr lengte, buigt dan met een kwart cirkel en heeft op het einde oen wydte van 8 a 10 cM. In de maand October j 1. hebben op de Duil8cho Spoorwegen, uitgezonderd de Beierscho, 13 ontsporingen buiten de stations (hiervan 6 ty personentreinen) en 27 ont- sporingen nabij de stations (hiervan 9 by personentreinen), 2 botsingen buiten de sta tions (by goederen- en rangeertrei en), 31 botsingen naby de stations (biervan G by porsonentreinen) plaats gehad. Ten eevolge 34 ^December. Slot) Het is mooi als een sprookje. Maar toch wel onveilig, niet te weten wat daarachter zit, wat daar gebeurt. Menschen hebben toch een flinke dosis aangeboren flegma. Je gaat maar in een trein zitten, met alle mogelijkheden van gevaar om je heen, zoo kalm, alsof ongelukken alleen ergens anders kunnen plaats hebben en andere menschen treffen. Zoo nu Als daar nu eens op hetzelfde spoor van den tegenover- gestelden kant oen trein kwam aanvliegeD, met dezelfde vaart; door een onoplettendheid van Öen wiasol wachter aan hèt volgende station by voorbeeld. De machinist, hoe ook op Zjjh qui vivo, zou het niet kennen bemerken, vóór de afstand heel klein wai. Uit alle macht remmen; maarte Jaar. Da treinen torneh tegen elkaar op als dolls stierenen dan de débaclf. Do wanden der coupe naar elkaar toe gedrukt, hot houtwerk versplinterd, zy zelve neerges makt door den eersten schok en toen bekneld tusschen losgerukte en afgesleurde fragmenten. Gejammer en gekerm uit al de coupó's; een haastig geloop langs den treio van menschen met verbysterde gezichten; eerst geen ander licht dan het onzekere scbynsel van lantaarns, dan den krachtigen gloed van flambouwen, steeds meer ellende aan den dag brengend. Net zooals het altyd in de illustraties staat. Waarom zou zoo iet3 alleen maar in Frankryk of in Amerika gebeuren? En waarom, ala het gevaar toch zoo werkeiyk en naby is, kan zy er zoo bedaard over denken, er zich in verdiepen, byna met welgevalion? Dreunend en stampend gaat de trein voor waarts. Nu het venstor open is, komt het geluid helderder naar binnen. Hoor, weer die zelfde melodie in het geraas van de wielen, de oude bekende, die zy er altyd in boort, al sinds jaren; eon dans wyze van een orgel, een galop, du eens oen furieus tempo, dan weer kalmer, maar altyd hetzelfde Zy neuriet het meo in gedachten en slaapt in. V. In het ouderlyk huis was met het weggaan der dochter de vrede wedergekeerd, de stem ming op normaal peil gekomen. Maar de dissonanten, die zoo lang elk ander geluid hadden overstemd, bleven naklinken. Want het was geen vrede, bevestigd door het cement van wederzydsche offers. Er vielon nu geen harde woorden meer. Er werd dan ook in het geheel niet veel gesproken zy hadden elkaar Diet altyd wat te zeggen. Aan den groei en den bloei van zooveel Dieuws om hen heen werden zy steeds vreemder. Het jonge leveD, dat in de donkere, ouderwetscho woniog kleur, licht, lentevreugd had gebracht, was er niet moer, om hen in het leven daarbuiten te doen belangstellen. Zy zetten hun bestaan voort als menschen, die met het leven hebben afge rekend en wier eenige zorg is, dat de dag den avond haalt. Althans, zoo scheen het. Over onverschillige, alledaagsche onderwerpen liepen de gesprekken; maar steeds was er een onderstrooming van andere gedachteD, die do e8n voor den ander zorgvuldig ver- torgen hield. E n enkele maal welde die strooming naar de oppervlakte. Als er een brief was gekomen byvoorbeeld. „Zo schynt bet nogal naar d'r zin to hebben." „Ja; zs gaat veel uit. Ik hoop maar, dat ze oppast, nu het zoo guur begint te worden. Het schynt daar een koude hoek tö zyn, waar ze woont." „Hob je het haar nog eens geschreven?" „Zeker; maar je weet hoe ze is. Er diende wel altyd iemand achter haar te staao. Och, hier was dat zoo heel anders." „Ja, wat zul je er aan doen? Het was haar eigen verkieziDg. Ze moet het dan nu maar eens ondervinden. In ieder geval, als je schryft, dring er dan nog eens op aan." En de strooming dook weer onder. Een andere maal: „Het is vandaag de eerste van de maand. Je hebt toch wel aan den postwissel gedacht?" „Ze heeft hem al. Gisteren zelf bezorgd." „Dat is goed. Ju, dat moeten we rog maar wat volhouden." „O, wat my betreft, ze kan het geld krygen. Feiteiyk behoefde het niet meer, nu ze zelf 200 aan het verdienen is. Eu veel daDk krygeD we er ook niet voor." „Och, jo moet rekenen, gobrek beeft ze nooit gekend; daarom waardeert ze het mis schien niet. En dan, ze kon baar geld slechter bestoden dan ze nu doet. Ze zal er geen een prul voor koopon, woe3 daar zeker van." „Noen, natuuriykIk zal ook volstrekt niet tegenspreken, dat er veel goeds in haar zit. Ze is een boel meer waard dan de meesten van haar soort. Als ze maar niot zoo dwars was en zoo lastig van humeur," 0;b, een weinig toegeofiykheid" „Een mooi ding! Alsof we haar niet altyd hadden toegegeven, van kind af, bedorven zelfs. Is het waar of niet?" „Zeker, maar als ze daardoor zoo geworden is als ze is, dan ia dat onze schuld, niet de hare." „Je hebt goed pratenMe dunkt, dat ze nu toch op een le«ftyd is, dat zo haar verstand eens wat meer kon gebruiken." En ieder volgde weer zyn eigen gedaebten- gang. BodorveD, ja, dat hadden zy baar wel. Do moeder dacht terug aan den tyd, toen dit kind geboren werd en een straal van troost bracht in de groote droefenis van het huis, waar kort te voren een ander kindje, ook een meisje, de vreugde van het gezin, was heengegaan, 2acht als een engeltje, en er een loogte had achter gelaten, door de liefde van al de anderen niet te vullen. Wat al angstige zorg in de eerste levensmaanden en jaren van dit kinüjeWat al teederheid en waakzaamheid l Met bijgeloovige vrees hadden zy den leoftyd zien naderen, waarop het andere was weggenomen. God dank, dat mochten zy behouden 1 En alsof do kleine die smart had gedeeld en zy haar daar voor iets schuldig waren, zoo hadden zy haar gekoesterd, teleurstellingen voorkomen, wen- schen ingewilligd, gobreken vergoeiykt. Hid den zy met al hun zorg en toewyding dan toch iets over het hoofd gezien, haar iets onthouden? Hot kind was nooit gemakkeiyk goweest, niet zacht, niet aanbankoiyt, Diet tevredenmaar toch ook zoo goed, zoo waar, zoo oprecht. Haddon zy wel altyd getracht haar te begrypen? Dat bepeinsde de moeder op donkere middagen, als hot nog te vnrg was, de lamp aan te steken. JongeDs zyn toch vry wat gomakkeiyker op te voeden dan meisjes, zei vader tot zich- zelren. Die hebben altyd zoowat vreemds, zoo iet9, waar je met je mannenverstnnd niot by kunt. En hy dacht verder hoe goed zy het hebben kon by hen! Geen enkele zorg. Zoo veel genieten en zoo weinig werken, als zy zelf wilde. Een leven als een prinses; om altyd jong by to blyven! Hy bad een ander leventje, toen by zoo oud w^s als zy. Hy moest anders vooruit. Midden in do zorgen, hard werken, groote verantwoordelijk beid. En toch, het was het beste kind van de we reld. Geen haar kwaad. Maar die jongelui van tegenwoordig hadden zulko rare ideeën l Ge hoorzaamheid en respect waren verouderde begrippen. Maar je kunt je als vader loch niet in een hoek laten zetten. Nietals het er weer tos komen moestdan zou hy toch maar capituloeren, want soo&U het nu was, zóó stil on eentonig, dat was byna niet uit te houden. Het leek wel, alsof zy op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5