N°, 12215 Maandag 18 December. A*. 1899 $eze gourant wordt dagelijks, met aitzoaderiag van (Zen- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 December. F9 euilleton. De geest vau ilea overledene. LEIDSCH PBIJ3 DKZEB COUEAHT» Voor Lddon per 8 maanden, «••••stag.*/ Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05. PBUS DEB &XT7EHTEHTI3Sff! Van 1-8 rogeb f 1.05. Iedere regel meer 0.174. örooter» letters naar plaatannmte - Voor het incasseeren buiton de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Wanneer begint de 20ste eeuwf Naar aanleiding van de door de „Amst. Ct." opgeworpen vraag (zie ons vorig Persoverzicht) heeft genoemd blad zich gewend tot eenige professoren in den lande, met het verzoek om hun gewaardeerd oordeel te mogen ver nemen. Uit de ingekomen antwoorden, die hieronder volgen, zal bljjken, dat de geleerden het over de quaestie ook niet eene zyn. Men oordeele: Prot H. 3. Polak, te Groningen, ant woordt „Zooveel als ik, geen astronoom en geen mathematicus, over het vraagstuk wanneer eigenlek de twintigste eeuw gezegd mag worden to beginnen oordeelen kan, sluit ik me zonder voorbehoud aan by diegenen, die van meening zyn, dat dit begin moet gesteld worden op 1 Jan. 1901. Natuurlijk wat den burgerlOken tijd, ni&t wat den astronomischen betreft. Mijn overtuiging dienaangaande baseert zich op deze rodeneering. E9n mensch is één jaar oud, wanneer 365 dagen van zijn leven zijn voorbijgegaan. Den daarop volgenden dag begint zyn tweede levensjaar. Evenzoo is een mensch één volle eeuw oud, wanneer htJ volle honderd jaren, de schrikkeljaren inbegrepen, doorleefd heeft. Met den aanvang van het honderd-eerste jaar begint voor hem de tweede eeuw. Hetzelfde moet mijns inziens gelden van de telling van een aantal jaren na Christus' geboorte. Het is bekend, dat omtrent de vaststelling van het geboortejaar van Christus zelve zeer uiteenloopende mceningen hebben geheorscht. Maar één dier berekeningen, toegeschreven aan Dionysius Exiguus, is in dien strijd der meeningen zegevierend gewèest. Practisch i3 het volkomen onverschillig of deze opvatting juister of onjuister mag heeton dan eenige andere: zij is nu eenmaal overal in Europa de vaststaande en eeüig aangenomeno. Welnu: aangenomen, dat het thans 1899 jaren is geleden sedert Christus geboren werd, is het eerste jaar daarvan verloopen na 365 dagen; met den 366ston dag begint het tweedejaar. Do eerste eeuw na Christus' geboorte is dus ten einde na 100-maal 365 dagen, de schrikkel- jarên meegerekend en inbegrepen. De tweede eeuw begint dus met het jaar 101 na Chr., de 11de eeuw met hot jaar 1001, de twin tigste evenzeer met het jaar 1901, enz. enz., en eindigende met het jaar 2000. Ik zie niet in waarom wy by het vaststellen dezer be palingen een anderen grondslag moeten laten golden dan by elke andere zaak, die tot tellen en meten wordt teruggebracht. Één gulden is eerst compleet by het byeenbrengen van volle honderd centen; honderd gulden volkomen vormen het perste honderdtal; het tweede begint pas by den lOlsten gulden, golyk de tweede gulden eerst begint by de 101ste cent. Even zoo begint hot tweede duizendtal guldens by den lOOlsten guldon. Wie zou er genoegen mee nemen, wanneer men het tweede-honderdtal guldens liet aanvangen, na 99 guldens te hebben neergelegd? Of het twintigste honderd tal na 1899 guldens? Waarom is dan de negentiende eeuw ten einde na volle 1899 jaren? Interessanter is het, na te gaan, hoe de omgekeerde meening, dat inderdaad de 20e eeuw met 1 Januari 1900 aanvangt, ontstaan is en zich meent te kunnen rechtvaardigen. De meeste daartoe strekkende argumenten zyn sofismen, die mg te hoog gaan. Zoo bet door in uw nummer van 11 dezer medege deelde argument. Zeker: 19-maal 100 is 1900. Maar is op een eersten dag van het jaar 1900 het negentiende honderdtal jaren com pleet? Integendeel: het begint pas; en eerst wanneer 19 honderdtallen volkomen achter den rug zyn, begint het twintigste honderdtal. Ik voor my geloof, dat er ook schuld ligt by suggestief werkende verandering van het eeuwcyfer. Men heeft zich zonder veel naden ken gewend, een willekeurig cyfer van 1800 te noemen het zooveelste jaar der negentiende eeuw. Welnu, redeneert men, alweer zonder nadenken, als het eeuwcyfer niet meer 18, enz. maar 19 aanwyst, is de negentiende eeuw ten einde. Waar het concrete, tastbare dingen betrof, geld b. v., iou men wel nauwkeuriger toekijken. Hiermede meen ik naar myn beste weten de my gestelde vraag beantwoord te hebben." Prof. J. D. f. d. Waals, to Amsterdam, geeft als zyn meening te kennen: „In antwoord op uw schryven van 11 Decem ber jl. deel ik u mede, dat dezelfde vraag betreffende het begin der 20ste eeuw onlangs aan de Wis- en Natuurkundige Afdeeling der Koninklyke Academie van Wetenschappen is voorgelegd en dat de Afdeeling daarop tot het besluit is gekomen, dat het geen welen- schappelijke quaestie is. Het is nóch een mathematische, nóch een astronomische, nóch een physische quaestie. Hoogstens zou het een quaestie van tyd- rekenkundigen of historischen aard zyn. Iets, dat gy trouwens zelf reeds opmerkt. Daarenboven lag aan dat besluit zeker ook wel ten grondslag do meening, dat het er in den grond weinig toe doet, of men 1900 be schouwt als het eerste jaar der 20ste, of als het 8luitjaar der 19.1e eeuw. Dat ook de historici zich weinig over deze quaestie uitlaten, zal zeker wel ook daaraan liggen, dat men op het oogenblik, toen dj Christeiyke Tydrekeniog werd ingevoerd, even als nu, niet volkomen zeker was hoeveel jaren sedert de geboorte van Christus ver loopen waren. Maar gesteld, dat er toen zekerheid was, en dat, als er byv. 283 jaren en een fractie verloopen waren, het toen loopende jaar 284 is genoemd, dan ben ik geheel van uw meening, dat eerst 1 Januari 1901, de eerste dag der 20ste eeuw is." Prof. P. JBlok, te Leiden, zegt: „De zaak is zeer eenvoudig. Een eeuw is een tydvak van honderd volle jaren (Jahr- hunderldus begint de nieuwe eeuw met 1900. De andere redeneering is foutief, omdat ZU verwart tusschen het begrip: „eerste jaar" en „eerste verjaardag". Evenals een tiental alleen vol is met 10 nummers is een honderd tal alleen vol met 100 nummers, maar die nummers wyzen op het einde van het jaar. Het begin der jaarrekening is 0." Van hst „Woordenboek der Nederlandscht Taal" is beden van bet vyfde deel verschenen do 14de aflevering, behandelende de wooroen Hanepoot Haring, bewerkt doordr. A. Beets. De sergeant ziekenverpleger v. k. K. D. Villerius, gedetacheerd by de Kweekschool voor Zeevaart albier, is met ingang van heden op zyn daartoe geaaan verzo-k, wegens lang- durigen dienst uit Hr. Mt. zeedienst ontslagen, met to-kenning nn pensioen. Terwyi het sanatorium voor do onderwy- zere te Lur.teren in aanbouw is, en de Ver- eeniging voor Volkssanatoria voor longiyders in Nederland besloten heeft haar gebouw te Hellenooorn te stichten, zal aan bet Veluwache dorp Putten de eer te beurt vallen van de eerste inrichting van dezen aard in ons land gevestigd te zien. Onder leiding van de artsen Haentjens 6n Huykman zal aldaar in het begin van 1900 een Herstel lingsoord voor longlijders geopend worden voor gegoede patiënten, die om de een of andtre reden niet willen of kunnen vertrek ken naar een buitenlandsch sanatorium. Het voornemen bestaat de Brehmer-Dettweiler- sche rust- en openluchtkuur toe te passen. Tot directrice van dit herstellingsoord is benoemd mej. R. Van de Sande Bakhuyzen te Lei Jen. Te 'b Gravenhage is overleden de heer D. Post, in leven oud-assistent der posteryen. Hy maakte eertyds deel uit van het gewezen keurcorps van wyien Koning Willem II, het kranige late en 2de regiment lanciers, waar van nog slechts weinigen in leven zyn. -- De nieuwbenoemde Jagermeester van de Koningin in Zuid Holland, Baron Van Zuylen van Nyevelt, is de burgemeester van Wassenaar. H. K. H. Prinses Elisabeth van Waldeck is gisterochtend per Staatsspoor uit Den Haag naar Duitschland vertrokken, uitgeleid door HH. MM. de Kooingio en de Koaingin-Moeder. Als betuiging van instemming mot het denkbeeld van den heer J. P. Knapp, om de wreedheden van Engelsche soldaten wereld kundig te maken, is o. a. een schryven ont vangen uit BuurmaUen, voorzien van 93 handteekeningen. De door den heer Knapp ontworpen ver gadering zal in het begin der volgende week gehouden worden. Maatschappy tot bevordering der Toon kunst. Afdeelingsuitvoeringen. Afd. 's-Gravenhage, Woensdag 20 Dec., te halfacbt. Geb. voor K. en W. „Die Schöpfung", Jos. Haydn. Solist.-n: mevr. A. Oldenboom- Lntkemann (A.mst.), sopraan; de heer C. Van Humalda (Leipzig), tenor; de heer H. W. Fenten (Mannheim) bas. Begeleidingdoor het Utrechtsch SteJelyk Orkest; directeur de heer A. B. H. Verhey. De luitenant ter zee der 1ste klasse C. C. Zegers Ryser, gedetacheerd by het depar tement van marine en toegevoegd aan de chef der afdeeling personeel, is met 13 December jl. eervol van aio betrekking ontheven. De officier van administratie der lste klasse H. W. Bauer, geplaatst in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, worat met 18 December a. 8. op non-activiteit gesteld. In de te Delft gehou.en vergadering van den Gemeenteraad is goedgekeurd een verzoek van de firma Ribbink, Van Bork Co tot overdracht der concessie voor den aanleg en exploitatie van een telephoonnet in die gemeente op een naamlooze vennootschap en een voorstel tot uitbreiding van het exploitatie- kapitaal der gasfa1 riek met 15,000 voor de aansluiting van 250 perceelen volgens het muntgasmeterstelsel. Bodegraven. Maandag 18 Dec. a. s., des avo.ds te halfacht, zal in de afdeeling „Bode graven en omstreken" van de Hollandscbe Maatschappy van Landbouw als spreker optre den de heer J. P. M. Camman, Rykstuinbouw- leeraar te Tiel. De lezing worot gehouden in het hotel „Van Haaften" en is voor ieder fcoegankelyk. De beer C. Dekker, arts alhier, zal Donderdag 21 Dec. a. s. als spreker optreden in een openbare vergadering van het Nuts- departement Bodegraven. De heer Dekker zal alsdan een vervolg geven op zyn in het vorige jaar gehouden voor.racht over „Eerste hulp by ongelukken". Na de pauze zal de sprekt-r het een en ander mededeelen over de Trans vaal, waarby lichtoeel Jen vertoond zullen worden, terwyl door de zaDgvereenlging „Harmonie" eenige Transvaalsche lisderen zullen worden gezongen. De toegang tot ceze bijeenkomst is vry. De dertienjarige A. R., alhier, dio zich vermaakte met op het ys tb glyden, kwam in botsing met een schaatsenryder, waardoor hy kwam te vallen met het ongelukkig ge volg, dat hy een been brak. De Bodegraafsche IJsclub, die zich in de eerste plaats werkverschaffing ten doel stelt, bezorgt aan vele menschen thans weder een dageiyksch broojje. De club heeft op de baan van de Goudsche Vaart verscheidene mannen aan het werk gezet, om doze goed berydbaar te houden. Oude-Wotering. In het lokaal van „Patri monium" alhier, zal op Donderdag 21 December de eerste vergadering van den pas opgerichten ring van Geref. Jongelings-Vereeni-iingen, genaamd „Oude-Wetering en Omstreken", gehouden worden. De vergadering zal geleid worden door den ring-Voorzitter G. J. B. Bontje, hoofd eener school alhier; uit om liggende gemeenten zullen onder meer inlei dingen geleverd worden door de leden B. Van der Blom, M. De Bock en J. Vromans. Ter-Aar. Door het bestuur van de Werk verschaffing in deze gemeente is een party boomen aangekocht, om te worden gerooid en gehakt. Verscheidene werkeloozen albier kunnen daarin werk vinden en gedurende het winterseizoen is dit voor hen een uitkomst. Zoojra het hout is gehukt, wor^t ha pu .1 ek verkocht. De eerwaarde heer G. Van Dyk, pastoor der Parochie Lanseraar, hoopt den 30sten April a. 8. den dag te gedenken, dat hy 25 jaren Ij pastoor in deze gemeente werkzaam is. Binne& enkele dagen zal een bijeenkomst van eenige paro.bianen worden gehouJen, ten eince te bespreken welke voorbereiding n voordeur deokiag van dien fcestelgken d. g zullen moeten worden ten uitvoer gebracht Valkenburg. Gisteravond is onze o o are bibliotheek geopend. Tot groot ger.o-x van het bestuur werd er al oaielyk en crus ge bruik gemaakt vau de gelegenheid om op zoo min kostbare wyze geschikte lectuur te be komen. Het aantal lezers toch bedraagt reeds 75, waaronder 8, die zich voor een geheel jaar abonneerden. Voorwaar een goed begin! Woubru^ge. By de Nod.-H«rv. Gom. alhier is herkozen als ouderling de heer Jb. Van der Boon en als diaken de heer C. Jonker Her kozen werden als kerkvoogden de heeren Jb. V^n der Boon en D. Molenaar. Voor de iuschrijviog voor de nationale militie van de maniyke ingezetenen gebor n in 1881, waarvoor men zich in Jaouari 1900 ten Raadbuize mo;t vervoegen, zal aldaar meer bepaald biervoor worden gevaceerd op Maandag 8 Januari e.k. 's voormiddags to 9 uren. TWEKDG HASlEn. Wijziging der begrooting van het Pensioenfonds voor weduwen <n weezen van burgerlijke ambtenaren over 1899. Daar het toegestaan bedrag van f 2000 voor kosten van uitbreiding en verbouwing van het gebouw, waarin de bureaux van het fonds zyn gevestigd, onvol loenóe is gebleken, is een verhooglng voorgesteld tot een bearag van ƒ4636.69 Hiertegenover staat, dat op het kreoiet voor dit doel ten laste vaa den dienst 1898 toegestaan, een saldo van f2713.9LYi onbescbikt ia get-leven, zoodat het saldo door de gemaakte ramingen met een som van ƒ1646.94 sal *yn overschreden. Bekrachtiging van een door de Indische Regeering getroffen dading Een wetsontwerp is ingediend tot bekrach tiging van een dading, die door do Indische Regeering is getroffen ter beëindiging van de geschillen, ontstaan naar aanleiding van een contract van aanbesteding van de exploitatie van het in de residentie Bezoeki gelegen djatibosch, perceel Boeogalan, loopende over een geldswaane van meer dan 10,000. P. J. Joubert's verjaardag. Een onzer lezers herinnert er aan, dat do grijze generaal Joubert, den 20sten Jan. a. s. zyn jaardag viert. Zeker zyn er landgonoo- ten misschien vele die hem dien dag hun gelukwenscben willen doen toekomen Men behoort die brieven dadelyk te ver zenden. Op het adres te vermeldon: „met de eerstvertrekkende Franscbe of Dultsche mail." {A. H.) Professor Crusius was nu eenmaal op dreef en deelde Willibald in korte trekken het geheele heldengedicht mede. Willibald boorde een menigte byzonderheden, die hem in hooge mate vermaakten on boeiden. Wat echter het meest indruk op hem maakte, was het feit, dat in „Doon de Mayence" moord en doodslag by het dageiyksch brood behoorden. Een zekere vroolyke brutaliteit werd zelfs door den dichter als ridderlyk en voornaam ge roemd. Wanneer de poortwachter een held een onbeleefd antwoord geeft, dan slaat de edele ridder hem met een krachtigen vuistslag eenvoudig de hersenpan door midden. De doods wordt weggedragen en men begeeft zich weer kalm aan zyn bezigheden. Verheven, grootsche koelbloedigheid van ;de ridderschap, waarvoor een menschenleven piot half zooveel beteckende als een misnoegde J>lik uit de vurige oogen van een aangebeden ecboone. XIV. In Rome aangekomen, toog de professor onverwyld aan het werk. Drie of vier uren Uagelyks van tien uren s morgens af Was hy in het Vaticaan bezig. Den namiddag besteedde by in gezelschap van Willibald en Flandrine aan het bezien der merkwaardig heden van de stad der zeven heuvelen. Het sprak vanzelf, dat Flandrine op den duur niet tydens de werkuren van haar vader thuis bleef. In het eerst deed zy wel alsof dat met haar eigen persooniyke wenschen overeenkwam. Zy las Gregorovius on Springer, maakte plannen voor de namiddagwandeling of schreef naar huis aan haar moeder. Maar toen do lentezon zoo vrooiyk en tot uitgaan aanmoedigend in de kamer scheen, kwam het Flandrine dwaas en zondig voor om in het hotel te zitten en dingen te doen, die zij evengoed 's avonds kon verrichten, terwyl papa met Willibald Menz schaakte. De zaak werd besproken en reeds den vierden dag werd er een geheel andere schikking ge troffen. Flandrine zou reeds dadelyk na het ontbyt uitgaan en Willibald Menz zou haar op haar tochten als beschermer en gids vergezellen. In de eerste plaats besloot zy, de St.-Peters- kerk, welke men den vorigen dag had bezocht, nog eens aandachtig en op haar gemak te bezichtigen. Men bracht eerst papa naar de Citta Lsonina, nam by de zuilen van Berninis afscheid en stak de Piazza over, terwyl professor Crusius met de zwart lederen portefeuille onder den arm zich naar de bibliotheek van den Paus begaf. Willibald Menz voelde zich maar al te gelukkig, dat bet vriendelijke, verstandige meisje als het ware aan zyn zorg was toe vertrouwd. Met elk oogenblik, dat hy in haar gezelschap doorbracht, kwam zy hem een- v#adiger, verstandiger, voornamer en meer begeeronswaard voor. De grysbruine oogen met de lange wimpers kregen meer en meer een uitdrukking van oneindige goedheid, zonder toch aan levendigheid en verstand te verliezen. Wel een uur vertoefden zy onder de indruk wekkende geweiven, totdat Flandrine den wensch te kennen gaf, don koepeltoren te be8tygen. Na lange discussies keurde de koster het goed, dat zij zich hij de vyf Rynlanders aansloten, die hy juist naar boven wilde leiden. Willibald en Flandrine hadden wel geen bewys van vergunning, maar de voorspraak van de beminlyke hoofdpersoon van het kleine gezel schap, die op Willibald8 beleefd verzoek dadelyk verklaarde: „Ja, die heer en dame behooren by onst" had in verband met het tien-frank-stuk, dat Willibald offerde, de gewenschte uitwer king. Ea de tocht begon. Herbaaldeiyk bleef Flandrine uitgeput staan. Zoo kolossaal had zy zich ondanks de erva ringen, welke zy reeds beneden in het schip der kerk had opgedaan de afmetingen van dit reusachtig gebouw niet voorgesteld. Eindeiyk betrad men de binnengalery. Over den rand der borstwering heen, welke die omgaf, zag men vol verbazing in de blauw achtig glinsterende diepte en maakte de honderd voet hooge tabernakel van daar uit den indruk van een Neurenberger stuk speel goed. Onwillekeurig greep de jonge man de hand van zyn gezellin, alsof hy haar van de bouwvallige balustrade wilde wegtrekken. Een vluchtige duizeling gleed hem als een nevel voor de oogen, welke zich eenige seconden sloten. Daarop liet hy Flandrine haastig weer los cn verzocht om verontschuldiging. Zy scheen zyn plotselinge ontroering zeer begrfjpeiyk te vinden. Het zag er werkeiyk meer dan gevaarlijk uit, en niet in de verste verte kwam de gedachte aan een opzettelyke vertrouwelykbeid by haar op. Willibald haalde sneller adem. Zyn vreeso- lyko droom schoot hem weer te binnen, de droom van de afschuwoiyke afdaling met Richard Von Enkenberg. Tot zyn groote blydschap nam Willibald waar, dat by zich dezen droom nu herinneren kon, zonder, zooals nog voor korten tyd, een angstig-beklemmenden druk te gevoelen. De genezing van zyn ziekeiyk overspannen ge moedstoestand bad dus groote vorderingon gemaakt en waaraan en aan wie had hy dat te dankon? Niet alleen aan de afwisselende natuurtafereelen, niet aan de balsamieke lucht, welke hy, sinds hy de Alpen was overge trokken, met waren wellust inademde! Ook niet aan den omgang met den beminlyken, opgewekten professor, maar vooral en in de allereerste plaats aan het lieflijke wezen aan zyn zyde, wier warme, welluidende stem als zacht ruiscbend Paaschgelui tot zyn hart drong; wier echt vrouwelijke, beminlyke aard zulk een weldadigen invloed op hem oefende, dat bet verleden zyn kwellende herinnering voorgoed voor hem verloor. Ja, voorgoed 1 Hy voelde dat! En wat hy er aan ketfi doen, zou gebeuren, om zich het byzyn van dit beminlyke wezen voor altyd te verzekeren. Iedereen had nu zijn onschuld erkend. De koning had deze welwillende meening van het publiek door zyn kwyt- 8chelding van straf als het ware bezegeld. Wanneer Flandrine hom nu ook nog liefderyk vergaf, wat hy to biechten had, en hem de band tot oen eeuwige verbintenis reikte, d n was hy voor altyd een gelukkig mensch en zou zyn gemoedsrust hem niet weer verlaten. Zonder haar, dat was hem in een oogenblik duidelyk geworden, bestond er voor hem geen toekomst meer. In zijn borst klonk met kracht een stem: „Ik heb haar grenzenloos lief en wil haar de myne noemen 1" XV. Den volgenden dag wandelde Menz mei Flandrine naar het Forum. Ook bier was men reeds eenige malen met den professor geweest. Ietwat verstrooid beschouwde men de zuilen van deu Saturnustempel, slenterdo over de Via Sacra en betrad eindelyk het Colosseum. Na wat rondgeslenterd te hebben, gingen beidon op een van gebakken steen gemetseld blok zitten en lieten hun oogen peinzend over de groote open ruimte met haar wee moedig grootsche omheining van pulnboopen dwalen. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 9