N°. 12215
Maandag IS December.
4\ 1899
Seze foment wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
flederlaudscli Zuid-Mrikaansclie
Vcreeuiging.
f 3509.14*12.
Ned. Zuid-Alïikaansche Verocniging.
ROODE KRUIS.
Feuilleton,
De geest van den overledene.
IEIDSCH
DAGBLAD.
PEUS DEZEB COUBAMT»
Voor Lelden per maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers j 0.0S.
PRIJS DEB ADVEBTENTIËNt
Van 1—0 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
lettere naar plaatsruimte «- Voor het incasseerea buiten do stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Dit nommcr bestaat uit VIER
Bladen.
By den Penningmeester der afdeeling Leiden
en Omstreken is sinds de vorige opgave ont
vangen 214.92; het totaal der ingekomen
gilten bedraagt thans
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
afin het Bureel van dit Blad.
(„Wy lazen onlangs in „Het Nieuws van den
Dag", dat een Amsterdammer had gezegd
tegen de Directie van dat Blad„Telkenmale
wanneer de Boeren overwinnen ziet u my
terug om opnieuw myn gave te storten 1"
Zou zulk een goed voornemen hier geen na
volging vindon??)
Wy ontvingen heden:
Van G. H. S. van een weddenschap tusachen
hem en J. S. v. d. G. L. of het ging vriezen
of dooien 2 50;
Van een truiloftspartytje 1.20; van een ver-
jaarepartytjo 2.van een partijtje eener
121/,-jarige Echtvereeniging ƒ5.—
Van een collecte op de Sociëteit „Onderling
Genoegen" te "Woubrugge van een uitvoering
der VereenigiDg „Thalia" van Alfen a./d. Ryn
f 11.00'/,;
Van do heeren Gebrs. Berkeljon wederom
f 25.— als opbrengt van den verkoop a 10
cents der Transvaalsche Volksliederen;
Van de firma Prioux Co, te Parts, 50
francs 23.80;
Van de firma C. Angerer Göschl, te Weenen,
fl Öw. 100.-.
Sedert de opgave van 7 dezer is by den
ondergeteekende nog ontvangen van:
De familie Van D. Collecte op een verjarings-
feestje 1.30
Dr. v. V„10.—
Den burgemeester te Oegstgeost,
opbrengst van de inzameling in die
gemeente137.50
De penningmeester van de afdeeling
Leiden en Omstreken,
J. A. F. COEBERGH.
Leiden, 16 December 1899.
Leiden, 16 December.
Wy waren heden in de gelegenheid gesteld
het nieuwe kerkgebouw der Ned.-Herv. Gem.
aan de Heerengracht, alhier, te bezichtigen.
Reeds dadeiyk moet het ons van het hart,
dat het inwendige dier nieuws Oosterkerk,
waarvan het uitwendige reeds geruimen tyd
voor elk zichtbaar was, een uitstekenden
in ruk op oos maakte. Het is een net,
practisch ingericht, vriendelyk kerkgebouw,
dat 744 ruime zitplaatsen bevat, alsmede
100 staanplaatsen. Het gekleurde kathedraal
glas verhoogt zeer het liofiyk aanzien van
bet hooge gebouw. De flinke looppaden zyn met
cocos bedekt. De fraai geschilderde „Ameri-
kaansche" banken (hier te lande gemaakt,
om de binnenlandsche industrie te bevorderen),
met nikkelen leuningen, bieden ruime, zeer
gemakkeiyke zitplaatsen aan; ze zijn o. i.
bijzonder goed ingericht, ook wat betreft de
verschuifbare haken in eenige voor het
ophangen van hoofddeksels.
De verlichting want het nieuwe kerk
gebouw zal in tegenstelling met de oude
Oosterkerk, welke is overgegaan in handen der
Leidsche KatoenmaatschappU, ook 'a avonds
gebruikt worden wordt door middel van
gas verkregen. De kronen, thans van het
mooi betimmerde plafond afhangende, zfin
slechts voor tfideiyk gebruik aangebracht; dit
is ook het geval met de wandarmen.
De preekstoel en het flinke klankbord zien
er zeer netjes uit. Het nieuwe orgel voor
deze kerk is nog niet gereed en zou toch,
al ware het dit reeds, thans in het nieuwe
gebouw nog niet geplaatst zyn. Vooreerst zal
een hulporgel by de godsdienstoefeningen
dienst coen. De consistorie is ruim en goed
gemeubileerd; de kamer van den dienstdoen-
den predikant, welke uit de Langestraat gemak
kelijk is te tereiken, is doelmatig ingericht.
Aan laatstgenoemde straat, tegenover de
kerk, naast „Geloof, Hoop, Liefde1', staat de
kosterswoning.
Kerkgerouw, by de ingangen omgeven door
tochtportalen, consistorie en predikantskamer
worden alle verwarmd door middel van centrale
verwarming. Zoowel de warmte oneer de voeten
der bezoekers als die der omgeving in het
kerkgecouw kunnen afzonderlek geregilJ
worden; ook in den preekstoel is een kraan
aangebracht, waardoor de temperatuur er kan
geregeld worden. Een thermometer wyst den
graad der temperatuur in de k.rk aan.
Alle eer van hun werk hebben de heer
W. C. Mulder, architect, en de opzichter de
heer Brouwer, die uageiyks by de werkzaam
heden tot den bouw tegenwoordig was, alsmede
de heeren J. I. Planjer en I. Van der Kamp,
aannemers, en de heer J. A. Verhoog, op
ziebter over de getouwen van het Ned.-Herv.
Kerkgenootschap, die vooral zorg droeg voor
do nette meubilcoring van het kerkgebouw
en zyn aanhoorigheden.
Inderdaad, de H.rv. Gem. alhier is, door
de goede leiding barer Commissie en de
zorgen der genoemde vakmannen, een fraai
kerkgebouw ryker geworden, dat in het
gebruik zeer zal voldoen.
Gisteravond werd het, in tegenwoordigheid
der Gemeente Commissie, aanvaard en be
zichtigd door den kerkeraad, het college van
notabelen en predikanten der Ned.-Herv. Gem.
Ook do architect en de opzichters waren
daarby aanwezig en menig ernstig, opbeurend
en van waardeering getuigend woord werd
by die gelegenheid gesproken.
Heden was de kerk voor belangstellenden
te bezichtigen.
Morgen wordt het nieuwe bedebuis in
gebruik genomen. De eerste godsdienstoefening
beeft er des morgens plaats. De ouoste
predikant der Gemeente, dg. 3. H. J. De "Wolff,
zal haar leiden.
In de Kunstzaal van het Gemeente
museum is thans gc-plaatsfc het scbileery van
Dominicus Van der Pluyra, in het voorjaar
te Wesel aangekocht en daarna gerestaureerd.
Van dezen meester, neef van Rembrant en
voogd van diens zoon Titue, geruimen tyd
hoofdman van het 8t.-Lucasgtld alhier, is dit
het eenige bekende werk, een fraai stukje,
1655 gedateerd, dat sterk den invloed van
Rembrant verraadt.
Onlangs is door tusschonkomst van dr.
Hofstede de Groot een schil lerytje van een
anderen Leidsch meester der |17do eeuw ver
kregen, van Jacob Van Torenvliet (1635—1719),
oio tot dusver in het Museum niet vertegen
woordigd was.
Al is de tyd nog verre dat dit laatste ge
zegd kan worden een volleoig beeld te geven
der Leidscbe schil ierschool, is daartoe tóch
weer een stap nader gekomen.
Een Rembrant, een Gerard Dou zullen wel
licht steeds daarby ontbreken, maar juist de
schilders, die in groote musea door die
meesters van den eerstén rang worden over
schaduwd, zijn in hun vaderstad op huo plaats
en kunnen er waardeering vinden. Moge by
legateering en schenking van kunstwerken
dit bedacht worden l
In de Woensdag 20 December a. s., des
avonds te halfacht, te houden vergadering
van de afdeeling Leiden en Omstreken der
Hollandsche Maatschappy van Lanobouw, in
bet Café „Bellevue" van mej. B>rgerding,
zullen de diploma's worden uitgereikt aan
hen, dfe met goed gevolg den cursus in
HoefbesLg hebben gevolgd.
Met goeden uitslag hebben voldaan aan
de vereisebten voor reserve-sergeant by het
4de regiment infanterie:
De restrve-korporaals W. F. Van Heems
kerk Düker van het lste A. Stoop en B. Kraal
van het 3do J. H. Van Hasselt van het 4de-,
D. Van Tol en J. Van Noothoven van Goor
van het 5de bataljon.
Één reserve-sergeant, die examen deed voor
den graad van vaandrig, en één reserve
korporaal, die examen aflegde voor reserve-
sergeant, trokken zich in den loop van het
examen terug, terwyi 5 adspiranten voor
reserve->sergeant werden afgewezen.
Gedurende de lste helft der maand
December zyn aan het postkantoor alhier en
de daaronder beboorende hulpkantoren bezorgd
de volgende brieven en briefkaarten, welke,
door onbekendh id der geadresseerden, niet
besteld konden worden:
Briefkaarten: Gordo, niet vermeld; G.
Filippo, v.Noort, Amsterdam; A. v. Eelde, Apel
doorn; mej. Schreuder, J. Sweder, Peug, J. Plat-
teel, 's-Gravenhage; N. Van Dongen, Leiden.
Brievenv. d. Zwaag, AmsterdamDen
Vrit8, Groningen; W. Moeno, Haarlem; P.
Pieters, Hazerswoude; Honing, Hoorn; J.
v. Eeperen, Leiden; Horstman, S. Knaap,
B. Schenk, Rotterdam; Gruotes, Westzaan;
Van Oegstgeeat: J. R. Van Dyk, Lei ien.
Naar het buitenland: Blanjaar (Duitsch-
land), Carlo Brancacus, Nice; J. Greatmetser,
Londen.
De sergeant-ziekenverpleger v. k. W. J.
Groenenberg,behoorende tot de rol van
Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, is met
ingang van heden gedetacheerd b(j de Kweek
school voor Zeevaart alhier.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. Gem. te Goudswaard door den
heer M. Van Grieken, cand. te Woerdeo.
Onaer groote telangst. Hing, voornameiyk
uit de beide instellingen, waarvan by de hoog
geschatte president was: de Teekenacaoemie
en de Ambachtsschool, had gisteren op de
algemeene begraafplaats te 's-Gravenhage de
teraardebestelling plaats vao het stoffeiyk
overschot van den heer A. P. Godon, oud
assistent-resident van Indië. Achter den rouw-
wagen werd de plaats der cragers ingenomen
door een langen stoet van leeraren, leerlin
gen en ou j leerlingen der Ambachtsschool
en Academie. Ont lbare kransen dekten de
baar. Aan de groote verdiensten jegens
beide instellingen en de liefde voor pbilan-
thropie en beschaving van den ontslapene werd
aan de groeve hulde gebracht door den kunst
schilder Bisschop en den directeur der Aca
demie, den heer Van Delden; door jhr. De
Stuers en den heer H. L. Boersma, onder-voor
zitter en directeur der Ambachtsschool, en door
den executeur-testamentair, den beer Karsten,
die do leden bedankte voor de belangstelling.
B. en Ws. tan Amsterdam steil n voor,
met ingang van 15 Januari 1900, te benoemeD
tot directeur der Publieke Werken den heer
J. Van Hasselt, directeur van de gemeentelyke
waterleiaiogen, en hem tegen derizelfüen
datum eervol van deze laatste betrekking te
ontheffen; te bepalen dat de jaarwedde van
den heer Van Hasselt zal worden bepaald op
ƒ8000 en dat zal worden gehandhaafd het
besluit, genomen by zyn benoeming tot
directeur der Gemeenteiyko Waterleidingen,
ten aanzien der ten zynen behoeve loopvnde
levensverzekering, zoodat de titularis niet zal
vallen onder de Gemeentelyke Pensioen-
verordeniog.
Voor tydelyk leeraar In Latynsche taai
en oude geschiedenis aan het Gymnasium te
's-Gravenhage worden aanbevelen: 1. dr. W.
Meerum Terwogt Jr!; 2. cr. K Hofstee.
In 1898, by de viering van het 50 jarig
1 bestaan van het Delftsch Studentencorps, bood
de heer W. Waltman Jr. het D. S.-C. een nieuw
corpsbeeld aan, ontworpen door den heer E,
Lacomblé. Ongelukkig werd de heer Lacomblé
ongesteld en kon het werk niet geheel uit
gevoerd worden.
Nu echter heeft de héér L. Lacomblé, zoon
van den ontwerper, het beeld afgemaakt, zoo
dat bet Delftsch Studentencorps zich mag ver
heugen in een corpsbeeld, dat fraai gedacht
en uitstekend uitgevoerd is.
Fier staat de slanke Godin der Wetenschap,
oe ketenen van den dwang nut Go ten
vertrs mnd, in de rechterhand den spiegel der
wysheid, in de linker de emblemata jer Inge
nieurswetenschap, terwfjl op het roetatuk ge
beiteld is do spreuk: „Inspice etcautur oris."
Een der wielen van het rytuig, w .ar-
mede H. M. de Koningin Moeder zicb Don
derdag-avond by het verlaten van den Haag-
schen schouwburg naar het Paleis begaf,
geraakte bekneld tusscbeo de tramrails in
het Voorhout. Het rytuig werd onklaar en
H. M moest in een d?r hofkoetsen van het
gevolg overstappen.
Als advocaat en procureur bü den Hoogen
Raad is gisteren beöeaigd mr. H. Oelo, te
'a-Gravenhage.
In overeenstemming met de commissie
voor de plaatselijke werken en eigendommen
bobben B. en Ws. van Den Haag den Raad
voorgesteld te besluiten tot de overklaizing
van een gedeelte der Nooresingelgracht, ge
lagen naby hot punt van samenkomst van
Anna-Paulowna-straat, Piet Hoin 6traat en
Elandstraat, waardoor wordt verkregen een
plein van ongeveer 90 M. by 115 M., waarop
da bovengenoemde straten uitmonden.
De kosten van het werk worden geraamd
op ongeveer 45,000, waarby gerekend is,
dat het plein met keien wordt bestraat.
Naar het „H. Dagbl d" meldt, kan bin
nenkort de benodmiog worden verwacht van
een Commissie, waaromtrent thans tnsschen
de Departementen van Oorlog, Marioe en
Koloniën ov-.rleg wordt gepleegd, die belast
zal worden met de veraere bewerking van
de verzamelde gegevens en met de formu
leering van voorstellen, daarmede verband
houdende, om zoo mogeiyk te komen tot da
oprichting van een Pensioenfonds voor weduwen
en weezen van militairen benedon den rang
van officier.
Wecerom ontnam de dood aan's-GraVon-
hage een hoogst bekwaam en werkzaam
medeburger. Na een kortstondige ongesteld
heid, die echter eenige dagen geleoen zoo gotd
als geweken was, overleed gisterochtend mr.
H. J. A. Mulder, lid van den gemeenteraad,
een man, die een groot gedeelte van zyn leven
faf aan de openbare zaak.
Ia 1862 te Deventer geboren, promoveerde
hy den 23sten Mei 1889 aan de Leidsche
universiteit tot doctor in de rechtswetenschap
op een proefschrift: „De Raad van State, een
historisch-staatsrechtelyke proeve van ver-
gelykende rechtsstudie", tot beoefening van
welke hy als student eenigen tyd verbiyf
hield te P^rys ter raadpleging van verschillende
rechtsbronnen.
In Den Haag gevestigd, nam hy eenigen
tyd als advocaat de rechtspraktyk waar, maar
wendde hy verder zyn uitgebreide kennis aan
hoofdzakoiyk tot bevordering van de belangen
van de industrie.
Met het oog hierop werd hem de leiding
of het medebestuurscbap toevertrouwd van
verschillende verenigingen op nyverheids- en
maatschappelyk gobied.
De vroegere secretaris by hetTurksche
gezantschap te 's Gravenhage, Réchid-bey, is
door Z. K. M. den Sultan van Turkye be-
17)
Mevrouw Hélène had intus3Chen, zooals zy
hem vrymoedig bekende, moeite gedaan om
iets naders omtrent haar toekomstigen schoon
zoon to vernemen. Vaders houden dat in hun
grootheidswaanzin als scherpzinnige geesten
dikwyis voor overbodig. Maar vrouwen weten
gaarne tot in de kleinste byzonderheden, welk
soort van man het is, aan wien zy hun dier
baarst kleinood voor altyd toevertrouwen.
„Gy moet my dat niet kwaiyk nemen,
waarde schoonzoon," zeide zy schalkscb.
„Daar Flandrine schreef, dat gy het grootste
deel van uw leven in Dresden hadt door
gebracht, ben ik zoo vry geweest, om infor
maties omtrent u by myn kostschoolvriendin,
Alma Ssboltendorf, in te winnen."
„De vrouw van den Minister?"
„Dezelfde. Wy waren als jonge meisjes te
zamen in Brussel by madame Lagrève. Nu,
mevrouw Sebottendorf kent u toevallig immers
pereooniyk
„Zeker. En zy heeft my altyd met de
grootste voorkomendheid behandeld. Ik behoef
dus niet bang te zijn
„"Wilt gy haar brief lezen?"
„Wanneer u denkt, dat ik daar goed aan
doe....?" zeide Willibald met een verlegen
glimlach. De inval van de overmoedige vrouw
bracht hem ietwat van zyn stuk.
„Waarom niet?" vroeg mevrouw Crmius.
„Zoo iets kweekt de zelfkennis aan."
Dat zeggende stond zy op en begaf zich naar
de aDdere kamer, waar zy haar schryftafel
opende.
„Daar, Flandrine, lees voor 1 Dat maakt nog
meer indruk. Ik weet dan ook zeker, dat de
heer Menz niets overslaat."
„Maar ik bid ui" mompelde hy zacht.
„Nu, myn Hemel, kleur maar eens een
beetje 1 Dat maakt niets uit en in het diepst
van uw hart doet het u immers toch genoegen,
wanneer gy hoort, hoe men u ophemelt 1"
Flandrine las:
„Liefste Hélónel
„Je brief, welken ik vanmorgen met
de eerste post ontving, beantwoord ik
met den gewonen spoed. En wel wensch
ik je in de eerste plaats van harte geluk.
Gy kunt je zelve met dezen schoonzoon
gelukwen8cheD. Hy is verstandig, degelyk,
oen knap, aangenaam menach, met goede
maDieren, zeer welgesteld en een respec
tabel karakter. Wat hem hier in de oogen
van veel jongedames een byzonderen
stralenkrans verleent, is zyn kranig, kalm
en tactvol optreden in een conflict met
iemand, die hem op bepaald schandeiyke
wyzo beleedigd heeft. Het duel, dat op
die bewuste beleediging volgde, heeft,
helaas, een treurigen afloop gehad, waar
onder de heer Menz een tydlang zeer
gebukt heeft gegaan, ofschoon het vol
strekt niet in zyn bedoeling lag, zyn
tegenparty te dooden. Maar het diep go-
voelde leedwezen daarover doet zyn hart
toch alle eer aaD. In elk geval bezit by
nu eerst recht de sympathie van allen,
die fijn voelen. Wat de familie betreft.
En nu volgden nog eenige onverschillige
inlichtingen, welke Flandrine op een wenk
harer moeder zeer bereidwillig afbrak.
Willibald had niet gebloosd, zooals mevrouw
Hólèno verondersteld had, maar wel was zyn
verloofde het bloed naar de wangen gestegen.
Het voorlezen van dezen vertrouweiyken brief
bad haar zeer tegen de borst gestuit. Maar
vooral pynlyk vond zy het feit, dat zy reeds
van dit duel afwist, zonder er echter met
haar ouders over gesproken te hebben. Zy
was te oprecht, om nu de verbaasde te spelen,
zeide dus geen woord en keek met een vuur
rood gelaat voor zich neer.
Op Willibald had echter van al deze lof
tuitingen slechts dit eene indruk gemaaktdat
een zoo verstandige, veelzydig ontwikkelde
dame als de vrouw van den Minister aan het
treurige geval, hetwelk hem zulke pyniyke
uren had bereid, zoo weinig gewicht hechtte.
Dat was immers byna als een laatste absolutie
voor zyn eigen overgevoelig gewetenDat gaf
hem een gevoel van zekerheid, hetwelk hy
sinds maanden niet gekend had. Meer nog:
het geheels gedrag van mevrouw Crusius, die
toch volstrekt Diet excentriek of ongevoelig
was, gaf te kennen, dat zy niet alleen de
opvatting van haar vriendin deelde, maar ook
vast overtuigd was, dat Willibald nu geheel
met die treurige geschiedenis afgedaan had.
En zelfs de professor, op en-top een gevoels-
menscb, opperde geen enkel bezwaar of deed
een verwyt, maar knikte slechts zwygend met
het hoofd en stak een Dieuwe sigaar aan.
Willibald keerde nu tot zichzelven in. Hoe
had zyn helder, gezond oordeel zoo beneveld
kunnen worden? Het was immers belache
lijk....! Hy had in een eeriyken tweestryd,
welke hem met geweld was opgedrongen, zyn
tegenparty gedood nog daarby zonder opzet
en maanden lang had hy er onder geleden,
totdat eindeiyk de zenuwen hem de baas
werden. Ongehoord l De frissche, vroolyke
brutaliteit van den „Doon de Mayence" schoot
hem te binnen, die den portier eenvoudig dood
sloeg, alleen wyi de arme drommel hem een
oneerbiedig antwoord gaf. Al waa deze snoode
minachting voor een menschenleven ook te
ruw en te ongevoelig, zoo ging de sentimen
taliteit van onze moderne beschaving eveneens
te ver. Hy, Willibald Menz, had niet3 anders
gedaan dan wat hy doen moest; voor het
wetboek van eer zyner tydgenooten en voor
de luimen van het toeval was hy niet ver-
antwoordeiyk.
Flandrine Crusius vermoedde niet wat er
in Willibald omging; hoe zyn trots met zyn
maniyk gevoel van eigenwaarde herleefde en
toenam. Zy meende hem te moeten ontzien.
En met groote handigheid bracht zy het
gesprek op een ander thema.
XVIII.
Den vyftienden April 's avonds nam Willibald
van zyn verloofde afscheid. Er was thuis nog
van alles te beredderen voor do komst van de
jonge slotvrouwe. Ook wilde hy geen tyd
meer verliezen om de noodigo papieren voor
het huweiyk in orde te brengen.
Den achttienden en negentiendon April
bracht hy daartoe te Dresden door. Vóór hy
de stad weer verliet, bezocht hy meer uit
beleefdheid dan wyi hy het noodig oordeelde
dokter Michaelis. De vriendeiyke dokter moest
zich toch pereooniyk overtuigen van het
gunstige resultaat, dat de tyd van ontspan
ning had teweeg gebracht.
De geneesheer ontving zyn voormaligen
patiënt met onmiskenbare voldoening. Willi
bald Menz zag er patent uit. Geen spoor meer
van die slapheid in zyn gelaatstrekken, welke
den dokter indertijd zoo had bevreemd. Ook
zyn blik scheen weer kalm en rustig. Michaelis
onderhield zich wel een kwartier met "Willibald
Menz. Herhaaldeiyk knikte hy uiterst tevreden.
Deze tevredenheid bereikte haar hoogste punt,
toen Willibald Menz van zyn verloving, als
het heerlijkste en gewichtigste gevolg van zyn
ontepanningsreis, sprak.
„Ik wensch u van harte geluk," zeide de
geneesheer. „In de eerste plaats als meDsch,
maar dan ook als dokter. Een levensgezellin
en daarby nog wel zoo'n eebt vronweiyke
natuur het kon niet beter voor n treffen.
Uw grootste vijand was bet alleenzyn. Voor
dezen vyand zyt gy dus nu beschermd. Ik
veronderstel, dat gy van den zomer nog in
het huweiyk treedt, hè?"
„De volgende maand."
Wordt vervolgd