N°. 12210
Dinsdag 13 December.
A0. 1899
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zen- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 11 December.
Feuilleton.
De geest van den overledene.
LEIDSCH
MG-BIAD.
PBIJS DEZER CQUBAIÏTa
Voor Leiden pér 8 maanden. 1.10.
Franco por post v D 1.40.
Afzonderlijke Nommers - e 0.05.
PRIJS DER ADVKR'11 b!N'l'l tófft
Van 1—0 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter*
letters naar plaatsruimte Voor het incasseoren taston de stad
wordt 0.06 berekend.
Oi'liciëele KenalsgeTingen*
Hamer van Arbeid voor de
DrukkerabedriJ ven.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien do Wet op de Kamers van Arbeid en
het Kon. besluit van 6 Januari 1898 (Stsbl. No. 20)
tot vaststelling van een kiesreglement voor die
Kamers;
Herinneren de hoofden of bestuurders van do
navolgende bedrijven: de boek-, couranten-,steen-
en plaatdrukkcnjcn en de lettergieterijende bock-
binaergon, de cartonnnge- en de photograpbie-
iunchuugen, aan hunne verplichtingen om vóór
15 Januari a.s een lijst of zoo noodig lijsten op
te maken van de namen en voornamen der manne
lijke of vrouwelijke personen, die in hun bedrijf
binnen het gebied der bovengenoemde Kamer
van Arbeid («elk gebied zich alleen uitstrekt
over de gemeente Leiden) als patroons of in hun
dienst als werklieden werkzaam zijn geweest ge
durende het Jaatstverloopen kalenderjaar, en om
die lijst of lijsten vóór 15 Januari a.s. aan hun
college in te zenden.
Onder patroons verstaat de wet de hoofden of
bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste
óén persoon boven de twintig jaren tegen genot
van loon werkzaam is, en allen, die op liet beheer
der hoofden of bestuurders toezicht houdeo, be-
Eevens de procuratiehouders en de personen, die
jj ontstentenis van liet hoold of den bestuurder
van het bedrijf, dat hoofd of dien bestuurder ver
vangen.
Onder werklieden verslaat de wet alle anderen,
iie tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam
tijn, behalve degenen, die geheel of gedeeltelijk
'jezag over anderen uitoefenen.
Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij, die
vedureude bet laatstvorloopen kalenderjaar niet
finnen het gebied der bovengenoemde Kamer van
Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder
rijn werkzaam geweest.
Op do lijsten behoeven niet vermeld te worden
jij, die geen ingezetenen des Rijks ol geenNeder-
tnders zijn of op den löden Februari a.s. den
eftijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt.
Zij, die gedurende het laatslverloopen kalenderjaar
niet in liet bedrijf van betzelfde hoofd of denzelfden
bestuurder ziju werkzaam goweest, en die aan
spraak kunnen maken om op een kiezerslijst voor
bovengenoemde Kamer van Arbeid te worden ge
plaatst, zyn bevoegd daarvan vóór 15 Januari a.s.
aangifte te doen bij Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De formulieren dezer aangiftenzoomede die der
lijsten, zijn kosteloos voor belanghebbenden ter ge
meentesecretarie verkrijgbaar.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
8 Dec. 1899. VAN HEYSÏ, Secretaris.
Da heeren Drucker, Van Lidth de Jeude
en Van Rbyn, in de gemeenteraadszitting van
16 November jl. benoemd ten tlndo omtrent
het voorstel van B. en Ws. van 24 October jl.
het verslag uit te brengeD, bedoeld in art. 7
der Verordening van 5 April 1894 Bbetref-
fende bet bewo-ien Tan gebouwen, welke, als
schadeiyk voor de openbare gezondheid, voor
bewoning ongeschikt zyn", rapporteeren het
volgende:
Ten aanzien van het perceel Haaenwindsteeg
No. 1 vonden wy, by een door ons ingesteld
plaatselijk onderzoek, geheel bevestigd het
geen door de Commissie van geneeskundigen,
Directeur der Gemeentewerken en Inspecteur
der Bouwpolitie in haar verslag is opgeteekend.
Met deze Commissie zyn w\j van oordeel, dat
dit perceel niet geschikt is voor bewoning
en dat de gebreken niet vatbaar zijn voor
verbetering. Wel is het mogelyk, dat door de
veranderingen, die namens de eigenares zijn
aangegeven, iets meer licht in de woning zou
worden gebracht. Doch alle overige gebroken
zouden llyven bestaan en zijn, ook naar onze
meening, niet weg te nemen.
Wat aangaat het perceel Geerestraat No. 7
zijn een aantal verbeteringen opgenoemd;
degenen, cie Damens de eigenares voor ons
verschenen, hebben daarop gelezen. Wy
hebben ernstig de vraag overwogen, of wy
in staat zouden zyn, U in overweging te
geveD, zoodanige verbeteringen voor te
schryven, dat daarcoor de woning In voor be
woning geschikten toestand werd gebracht.
Doch het is ons voorgekomen, dat, wanneer
nauwkeurig werd nagegaan en omschreven
wat aan vlotr, muren, dak en verdere onder-
deelen zou moeten geschieden, dit practisch
op hetzelfde zou neerkomen als afbraak van
den opstal. Het is daarom, dat wy ons ook
met betrekking tot dit perceel vereenigen
met het advies der Commissie van genees-
kun igen, enz.
Op grond van een en ander wordt den ge
meenteraad in overweging gegeven het
volgend besluit ts nemen:
De Raad der gemeente Leiden verklaart,
dat de perceelen Hazenwincisteeg No. 1 en
Geerestraat No. 7, behoorende aan de Wed.
J. O. Ds Vries-Filippo, als schadelyk voor
de openbare gezondheid, ongeschikt zyn voor
het bewonen, en dat de gebreken, waardoor
die ongeschiktheid wordt veroorzaakt, niet
vatbaar zijn voor verbetering.
Bepaalt dat deze perceelen door de be
woners moeten worden ontruimd binnen zes
weken, te rekenen van den dag, waarop afschrift
van dit Raadsbesluit, blykens proces verbaal
van den door Burg. en Weths. daarmede
belasten beambte, aan de eigenares en aan
den hoofdbewoner van ieder perceel zal zyn
medegedeeld of aangeboden.
Ten gevolge zyner gebrekkige constructie
is een gedeelte van den walmuur aan de
Aalmarkt onverwachts over eon lengte van
15 Mr.ter bezweken. Uit het door de Com
missie van Fabricage ingesteld onderzoek is
echter gebleken, dat een vernieuwing over
een lengte van 80 Meter noodig is, ten einde
te voorkomen, dat de muur binnen korter
of langer tyd iets verder opnieuw zou instorten.
De kosten, aan de uitvoering van dit werk
verbonden, zullen circa 80 per strekkenden
Meter en dus in het geheel pl. m. 2400
bedragen.
B. en Ws. geven den gemeenteraad daarom
in overweging hen te machtigen tot een trit-
gave van f 2500 voor het herstellen van -rbe-
doeld gedeelte walmuur, de kosten te dekken
uit den post voor Onvoorziene Uitgaven,
waarop thans nog 7320.50 beschikbaar zyn,
en tot de vaststelling van den desbetreffenden
staat van af- en overschry ving op de begrooting,
dienst 1899, over te gaan.
- Blykens een aan den gemeenteraad over
gelegd adres wensebt J. Belt het grasgewas
van het Plantsoen, bet Park, de kleine plant
soentjes en den Yestwal na 1 Januari a. s.
wederom voor den tyd van 2 jaren te pachten,
echter niet voor 100, maar voor 80 per jaar.
Met de Commissie van Fabricage komt het
B. en Ws. voor, dat tegen inwiliging van dit
verzoek geen bezwaar bestaat. J. Belt is nooit
in gebreke gebleven het gemaaide gras ty Jig
weg te halsn, zooJat de goede gang der
werkzaamheden van de tuinlieden door de
verpachting in geenen deele werd verstoord.
En ook de door adressant voor verminde
ring der pachtsom aangevoerde gronden komen
B. en Ws. juist voor, nl.: dat het de laatste
twee jaren, door het koude voorjaar en den
daarop volgenoen drogen zomer weinig gras
opgeleverd'heeft; dat aoor 't jaarlyks grooter
wor .en eer boomen het gras in gehalte en
hoeveelh.id afneemt; dat er met het oog op de
lustrumfeesten weder minder gras zal wezen
door werkzaamheden, welke er op het Park
verricht moeten worden.
Daarbij is het eenmaal 's jaars meer maaien
van het gras, waardoor de gazons er fraaier
uitzien, natuurlyk nadeslig voor den pachter.
De Commissie van Fabricage acht daarom
een pachtsom van 80 onder de gegeven
omstandigheden alleszins billyk.
Ten gevolge van de hooge rente, welke
reeds sinds geruimen tyd van het opgenomen
kasgeld moet worden betaald, is de daarvoor
op de gemeentebegrooting onder volgn. 152
uitgetrokken post, ten bedrage van 5000
geheel uitgeput.
Blyft, zooals B. en Ws. mogen onderstellen,
die rente ook gedurende de laatste maand van
het jaar even hoog, dan zal alsnog een bedrag
van 1135.765 voor rente en bijkomende
kosten teDoodigd zyn.
B. t-n Ws. geven den gemeenteraad daarom
in overweging tot verbooging van het des
betreffende begrootingsartikel met ƒ1135, te
besluiten en tot de vaststelling van den over-
gelegden staat van af- en overschry ving over
te gaan. Op den post voor Onvoorziene Uit
gaven is thans nog een bedrag van ƒ4820.50
beschikbaar.
In den loop van dit jaar werd ter uit
voering van het Besluit- van den Raad van
13 Mei 1897 door de voormalige eigenaren
van „Vrtewyk" een bedrag van 1710.38
in de gemeentekas gestort, als derde termyn
van de aan de gemeente verschuldigde
tegemoetkoming in de kosten van bestrating
en rlolêering.
Blykens haar rapport wenscht de Commissie
van Fabricage deze gelden te besteden voor
de verleügiDg van de trottoirs, gelegen vóór
die psrceelen op „Yreewyk", welke by de
overdracht der straten reeds bestonden, zoo
dat de trottoirs zich dan zullen uitstrekken
over de volle lengte van die perceelen, met
de da^rby behoorende aan de straat grenzende
tuinen.
Da kosten van dit werk, met wtlks uit
voering B. en Ws. zich geheel kunnen ver
eenigen, zullen bedragen pl. ra. 1585.
Zy geven den gemeenteraad mitsdien in
overweging hen te machtigen tot een uit
gave van pl. m. 1585 ?oor het doortrekken
van trottoirs op „Vreewyk", tn tot de vast
stelling van den overgelegden suppletoiren
begrootingsstaat, dienst 1899, ten bedrage
van ƒ1710.38 over te gaan.
Naar aanleiding van dit voorstel deelen zy
voorts nog mede, dat van de in bet vorige
jaar betaal 'e eerste twee termyoen, ten be
drage van 3420.77, by Raadsbesluit van
1 Decern'er 1898 een som van ƒ2795 ter
hunner beschikking werd gesteld voor de
verbetering van de bestrating op „Yreewijk",
terwijl biervan slechts zyn verwerkt ƒ2316.705.
Dientengevolge is het batig saldo der gemeente-
rekening over 1898 1104.065 grooter geweest,
dan wanne.r de beide eerste termijnen ten
volle voor het do6l, waarvoor die gelden be
stemd zyn, waren aangewend. Evenzoo zal
ook thans weder, aannemende dat de boven
genoemde som van 1585 geheel verwerkt
wordt, de derde termyn een overschot laten
van 125.38. Het ligt echter in den aard der
zaak, dat deze voorloopig niet gebruikte gelden,
te zamen 1229.445 bedragend, niettemin voor
het aangegeven doel bestemd oiyvcn.
By adres is door den heer A. Van
Donkelaar een plan ingediend voor den aanleg
van een straat op het terrein aan den Mare-
singel, kadastraal bekend onder Sectie K No
164, gemeente Leiden.
In afwyking van het gevoelen der Commissie
van Fabricage, ontwikkeld in haar in de
Leeskamer ter inzage liggend Rapport, komt
het B. en Ws. voor, dat er bezwaar bestaat
om tot de goedkeuring van dit stratenplan
over te gaan, aangezien do breedte van 7y2
Meter der ontworpen straat onvoldoende moet
worden geacht. Trouwens, deze laatste
meening wordt ook door de Commissie van
Fabricage gedeeld, maar zy is tevens van
oordeel, dat voorloopig met een breedte van
7'/2 Meter kan worden genoegen genomen,
aangezien de mogelykheid, dat de straat later
op een breedte van 15 Meter wordt ge
bracht, niet is uitgesloten. Daargelaten nu
iu hoeverre de goedkeuring van een halve
straat zich met de bestaande voorschriften
op het touwen rymen laat, komt het B. en
Ws. toch voor, dat het volgen van dezen,
tot dusver een enkele maal ingeslagen weg,
geen aanbeveling verdient. By ervaring toch
is B. en Ws. ge'olekeD, dat ae moeilykbeden
in dergeiyke gevallen eerst recht ontstaan,
wanneer later tot de bebouwing dier tialvo
straten aan de andere zyde zal worden over
gegaan, en door de latere bouwers bezwaar
wordt gemaakt een even groote strook gronda
voor straat te bestemmen of hun aan:eel in
de koeten van bestrating en rioleering by te
dragen.
Ten einde echter het bouwen, ook dan,
wanneer niet een volledig stratenplan wordt
ingediend, niet geheel onmogelyk te maken,
komt het B. en Ws. voor, dat in het vervolg
een andere weg zou kunnen worden inge
slagen, waarby aan de gemeente later by
eventueele bebouwing aan de andere zyde
een krachtiger standpunt wordt verzekerd.
Zoo meenen B. en Ws., dat in het onder
havige geval tot het bouwen der 6 huizen
overeenkomstig het ingediende plan vergun
ning zou kunnen worden verleend, mits door
adressant van de door hem ontworpen straat
van 7 '/a Meter over de volle lengte dier
straat een strook gronds, ter breedte van een
'/i Meter, aan de overzyde der huizenry ge
legen, aan de gemeente in privaat eigendom
wordt afgestaan. De gemeente zal het dan
t^n allen tyde in haar macht hebben lateien
bouwers aan de andere zyde den toegang tot
die straat al dan niet te verleenen, en daaraan
dus ook zoodanige voorwaarden te verbinden,
als haar in het belang der gemeente nooaig
schynt. Tevens zal dan, om ook de bebouwing
van het achterliggend land te beheorschen,
aan het einde der ontworpen straat een
strook groQds, ter breedte van een Meter,
met de helft van de daaraan grenzende 6loot
in het privaat eigendom der gemeente moeten
overgaan.
Het oordeel van de Commissie van Fabricage,
dat de gemeente hetzelfde doel even goed kan
bereiken door later de rooilyn aan de andere
zyde te bepalen op een afstand van 15 meter
vaa de gevels der thans te bouwen huizen,
komt B. en Ws. onjuist voor. Behalve toch,
dat het begrip rooiing by die opvatting h. i.
verre buiten zyn eigeniyke beteekeDis wordt
uitgebreid, zou een dergelyke handelwyze ook
wettelyk niet geoorloofd zyn, evenmin als
men thans, wat dan in ieier geval veel een
voudiger zou zyn, de breedte der straat zou
kunnen bepalen op 15 meter en dus een
volledig stratenplan vaststellen, daar'oy be»
schikkende over niet aan adressant toebehoo
renden grond.
Op grond van het bovenstaande geven B. en
Ws. daarom in overwegiDg:
lo. 's Raads goedkeuring te ontbonden aao
het door adressant ingediende stratenplan;
2o. aan adressant vergunning te verleenen
tot den bouw van 6 huizen, overeenkomstig
het door hem ingediend situatieplan, onoer
bepaling, dat de hoogte der straat dezelfde
zal moeten zyn als die van de kruin van bet
Singelpad naby de straat en mits door hom
over de volle lengte en aan het uiteinde van
de door hem ontworpen straat een strook
gronds ter breedte van l/j Meter aan de over
zyde van de te bouwen huizen en voorby het
laatste huis, benevens de helft van de daaraan
grenzende sloot, aan de gemeente kost-Hoos
in privaat eigendom worde overgedragen.
Door de eigenaars van de perceelen 21,
23, 25, enz. tot en met 43 aan den Hoogen
Ryndyk is by adres het verzoek ingediend
om te mogen overgaan tot de demping van
de vóór aio perceelen gelegen sloot en om
den coor demping verkregen grond tot tuintjes
te mogen inrichten.
Bi) de Commissie van Fabricage bestaat
tegen de demping der 6loot, welke voor de
helft aan de gemeente toebehoort, geen be
zwaar. Daarentegen kan zy zich, met het oog
op den eventueelen aanleg eener tramiyo
langs den Hoogen Ryndyk, niet vereemgen
met het denkbeeld om den door demping
verkregen grond tot tuintjes in te richten.
Wenschelyker schynt het haar, dat op het
terrein tusschen de gevels der huizen en het
hart van de gedempte sloet een trottoir worJe
aaDgelegd, afgesloten met hardst9enen trot
toirband.
B. en Ws. kunnen 2ich met het gevoelen
der Commissie zeer wel vereonigen, mits
tevens bepaald worde, dat het trottoir voor
den openbaren dienst bestemd worde. In
dak geval echter zal het tevens billyk zyn,
8)
Tijdens de zes weken tU88cben bet nood
lottige duel en de torechtzitting bad Menz alle
moeite gedaan, om zijn bijna voltooid werk
over de toekomst der landhuishoudkunde al
te krijgen. Op den Xönigstein had bg er echter
niete meer aan gedaan. Da vastgestelde ter
mijn begin Maart - was immers nu toch
eenmaal verstreken 1 Doch nu, in zgnbehaag-
lijke studeerkamer, mot de booge ramen en
den ouderwetschen grooten haard, wierp hij
zich met vernieuwden ijver op dit kleino opus,
dat hem een groote uitbreiding en vervorming
waard scheen. Hg liet uit de bibliotheek te
Dresden, uit Straateburg en Heidelberg stapels
boeken komen, die meer of minder kostbare
waar bevatten, en maakte omvangrijke uit
treksels en aanmerkingen. Menigmaal zat b(j
tot diep in den nacht op en legde pa3 de pen
Deer, wanneer hg huiverig begon te worden.
Tot ontspanning maakte Willibald Menz in de
middaguren meestal een rit door het bosch,
hetzg naar Groszbandeck of naar Góhlan. Hg
ging met niemand anders om dan met den
rentmeester en den vicaris en ook deze
omgang beperkte zich slechte tot een spelletje
écarté af en toe 's avonds met een dor beide
heeren, wat juffrouw Flöbm altgd zeer
jnimeerde, daar zg vreesde, dat Willibald
Menz op den besten weg was om zich te
overwerken.
Meermalen kwamen er van de naburige
landgoederen uitnoodigingen tot groote drgf-
jachteD. Da rentmeester nam daaraan taer-
haaldelgk deel en trachtte ook Willibald te
overreden, zgn diklgvige boekdoelen eens een
enkele maal in den eteek te laten. Willibald
bleef echter beslist weigereD, voorgevend, dat
zgn wetenscbappelgk werk hem daartoe
geen tgd liet. Maar de waarheid was, dat hg
absoluut niet besluiten kon een wapen ter
band te nemen. De gedachte, een levend
wezen met kruit en lood te moeten dooden
of ook maar het dooden daarvan mede aan
te zien, bad voor hem sinds dat ongelukkig
schot op de Dreadener beide iets onbeschrgflgk
weerzinwekkends.
Zoo verstreken de eerste maanden tamelgk
eentonig. De studie over de toekomst der land
huishoudkunde was gaandeweg het fundament
van een ernstig, in geenen deele onbeduidend
werk geworden. Willibald Menz ondervond in
groote mate den zegen van don arbeid. Hg
kon nu zonder wroeging aan bet gebeurde
van den voiigen winter denken. Om de waar
heid te zeggen, hielden Willibalds gedachten
zich nog slechts booget zelden daarmee bezig.
Met hart en ziel was hg bg zgn weten-
schappelgk werk, dat, naar zgn idee, ook in
do praktgk veel waarde zou hebben. Het
gezelschap der wereld miste hg niet. Hem, die
zoo inspannend werkte, verging hot verlangen
naar luidruchtigheid en vermaak.
Docb plotseling bracht een advertentie in de
jDresdener Anzeiger" hem uit deze blg-
moedige en tevreden gemoedestemming. Het
was het doodbericht van mevrouw Klothilde
Von Enkenborg, de moeder van den ongeluk-
kigen luitenant. Over de identiteit van de
persoon was geen twgfel mogelgk. Er was
in Dresden en zelfs in geheel Saksen maar
één vrouw van dien naam. Er stond ten over
vloede nog onder: Weduwe van wglen den
generaal-majoor Kuno Von Enkenberg".
De indruk, dien deze annonce op Willibald
Menz maakte, waa onbeschrgflgk. Het stond
nu bg hem vast: het verdriet over het
vreeselgke uiteinde van haar zoon bad do
nog voor korten tgd zoo flinke dame in bet
graf gebracht. Hg was dus ook baar moor
denaar, zoosle hg de moordenaar van den luite
nant was geweest! Dagenlang stroed bg met
kracht tegen dit idee. Zgn verstand zeide
hem, dat hg zicbzelven zonder noodzaak
kwelde. Die beide feiten konden immers wel
m bet geheel niet met elkander in verband
staan 1 De vrouw kon een ongeluk overkomen
zgn of het offer van een besmettelgke ziekte
zgn geworden. Ja zeker, dat was mogslgkl
Maar Willibald was geneigd, tegen alle rede
neeringen van het verstand in, om bet ergste
te gelooven.
Want al was het bgvoorbeeld ook typhus
of diphtberitis goweest, zou dat dan bewgzen,
dat de zielesmart van de moeder niet de
hoofdrol bg dit beengaan speelde? Een
organisme, waarvan het zenuwstelsel door
een langdurig leed verzwakt en van streek
was, was dat niet vatbaarder voor besmetting
dan anders het geval zou geweest zgn Een
ziek gemoed ondermgnde bet weerstandsver
mogen van het licbaam. En dus zou bg
foitelgk nog een offer op zgn geweten
hebben.
Eindelgk kwam hg tot bet besluit dokter
Gesenius om opheldering te vragen. Reeds
leed zgn werkkracht onder de waanvoorstel
ling, dat bg ook hier voor alles verantwoorde-
igk was. Misschien wist Gesenius iets nauw
keurigs; misschien was het geval toch niet
zoo troostoloos als Menz vreesde.
Den derden dag reeds kwam hot bericht,
dat Menz zich noodeloos bezorgd bad gemaakt.
Mevrouw Enkenberg waa aan de gevolgen
van een kwetsuur gestorven, welke zg bg
bet uitglgden van een trap had gekregen,
waarop bet dienstmeisje bg ongeluk olie bad
gestort. De vrouw had andera niet bet minste
gemankeerd! Zelfs was iedereen haar bloeiend
uiterlgk opgevallen, dat bg haar zwart rouw
gewaad nog meer in het oog was gesprongen
dan vroeger.
Dit bericht stelde Willibald Menz gerust.
Doch nog wekenlang leed zgn gemoedsleven
er onder. En met verdubbelde inspanning
verdiepte bg zich in zgn werk.
IX.
Den twintig6ten Februari - juist een jaar na
bet bal van de Fraterniteit moest Willibald
Menz voor korten tgd deze rustelooze werk
zaamheid staken. Een geldaangelegenheid
met de Algemoene Duitsche Credietvereeniging
maakte zgn aanwezigheid te Leipzig nood-
zakelgk.
Togen vier uren 's namiddags waren deze
zaken afgedaan. Menz begaf zich naar het
café .Reichekanzler", om een glas punch te
drinken en een blik in een Leipziger illustratie
te werpen.
Bg ging voor de groete spiegelruit zitten,
waarvoor slechts korte schuifgordgnen hingen.
De eeuwenoude reuzeboomen aan den zwanen-
vgver, welke geheel met rgp waron bedekt,
schitterden in den glans der winterzon. Hot
was een tooveracblig mooi wintertafereeL
Onwillekeurig keek Willibald over bet blad
heen en tuurde, nadenkend zgn punch opslur
pend, naar de keurecbakeeringen en licht
effecten, welke met elke minuut in pracht
toenamen.
Plotseling ontdekte hg Meta Ton Gaeny,
die, met baar reebterhand baar donkergrgze
japon omhooghoudend, juiat voor het café de
straat overstak. Haar eens zoo jeugdig friscb,
blozend gelaat was bleek en verouderd, de
Bchalkeche trek om den mond was verdwenen.
Ook schenen gaog en houding bnn vroegere
elasticiteit en veerkracht verloren te hebben.
Ten minste, dat drong Willibald Menz zicb
zelven opZg had hem niet gezien. Lang
zaam en onverschillig liep zg over de straat
en zette baar weg vervolgens In de richting
van het Auguetueplein voort.
(Wordt vervolgd.)