N°. 12210 Dinsdag 13 December. A0. 1899 <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zen- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 11 December. Feuilleton. De geest van den overledene. LEIDSCH MG-BIAD. PBIJS DEZER CQUBAIÏTa Voor Leiden pér 8 maanden. 1.10. Franco por post v D 1.40. Afzonderlijke Nommers - e 0.05. PRIJS DER ADVKR'11 b!N'l'l tófft Van 1—0 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter* letters naar plaatsruimte Voor het incasseoren taston de stad wordt 0.06 berekend. Oi'liciëele KenalsgeTingen* Hamer van Arbeid voor de DrukkerabedriJ ven. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien do Wet op de Kamers van Arbeid en het Kon. besluit van 6 Januari 1898 (Stsbl. No. 20) tot vaststelling van een kiesreglement voor die Kamers; Herinneren de hoofden of bestuurders van do navolgende bedrijven: de boek-, couranten-,steen- en plaatdrukkcnjcn en de lettergieterijende bock- binaergon, de cartonnnge- en de photograpbie- iunchuugen, aan hunne verplichtingen om vóór 15 Januari a.s een lijst of zoo noodig lijsten op te maken van de namen en voornamen der manne lijke of vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen het gebied der bovengenoemde Kamer van Arbeid («elk gebied zich alleen uitstrekt over de gemeente Leiden) als patroons of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest ge durende het Jaatstverloopen kalenderjaar, en om die lijst of lijsten vóór 15 Januari a.s. aan hun college in te zenden. Onder patroons verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste óén persoon boven de twintig jaren tegen genot van loon werkzaam is, en allen, die op liet beheer der hoofden of bestuurders toezicht houdeo, be- Eevens de procuratiehouders en de personen, die jj ontstentenis van liet hoold of den bestuurder van het bedrijf, dat hoofd of dien bestuurder ver vangen. Onder werklieden verslaat de wet alle anderen, iie tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam tijn, behalve degenen, die geheel of gedeeltelijk 'jezag over anderen uitoefenen. Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij, die vedureude bet laatstvorloopen kalenderjaar niet finnen het gebied der bovengenoemde Kamer van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder rijn werkzaam geweest. Op do lijsten behoeven niet vermeld te worden jij, die geen ingezetenen des Rijks ol geenNeder- tnders zijn of op den löden Februari a.s. den eftijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, die gedurende het laatslverloopen kalenderjaar niet in liet bedrijf van betzelfde hoofd of denzelfden bestuurder ziju werkzaam goweest, en die aan spraak kunnen maken om op een kiezerslijst voor bovengenoemde Kamer van Arbeid te worden ge plaatst, zyn bevoegd daarvan vóór 15 Januari a.s. aangifte te doen bij Burgemeester en Wethouders voornoemd. De formulieren dezer aangiftenzoomede die der lijsten, zijn kosteloos voor belanghebbenden ter ge meentesecretarie verkrijgbaar. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 8 Dec. 1899. VAN HEYSÏ, Secretaris. Da heeren Drucker, Van Lidth de Jeude en Van Rbyn, in de gemeenteraadszitting van 16 November jl. benoemd ten tlndo omtrent het voorstel van B. en Ws. van 24 October jl. het verslag uit te brengeD, bedoeld in art. 7 der Verordening van 5 April 1894 Bbetref- fende bet bewo-ien Tan gebouwen, welke, als schadeiyk voor de openbare gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn", rapporteeren het volgende: Ten aanzien van het perceel Haaenwindsteeg No. 1 vonden wy, by een door ons ingesteld plaatselijk onderzoek, geheel bevestigd het geen door de Commissie van geneeskundigen, Directeur der Gemeentewerken en Inspecteur der Bouwpolitie in haar verslag is opgeteekend. Met deze Commissie zyn w\j van oordeel, dat dit perceel niet geschikt is voor bewoning en dat de gebreken niet vatbaar zijn voor verbetering. Wel is het mogelyk, dat door de veranderingen, die namens de eigenares zijn aangegeven, iets meer licht in de woning zou worden gebracht. Doch alle overige gebroken zouden llyven bestaan en zijn, ook naar onze meening, niet weg te nemen. Wat aangaat het perceel Geerestraat No. 7 zijn een aantal verbeteringen opgenoemd; degenen, cie Damens de eigenares voor ons verschenen, hebben daarop gelezen. Wy hebben ernstig de vraag overwogen, of wy in staat zouden zyn, U in overweging te geveD, zoodanige verbeteringen voor te schryven, dat daarcoor de woning In voor be woning geschikten toestand werd gebracht. Doch het is ons voorgekomen, dat, wanneer nauwkeurig werd nagegaan en omschreven wat aan vlotr, muren, dak en verdere onder- deelen zou moeten geschieden, dit practisch op hetzelfde zou neerkomen als afbraak van den opstal. Het is daarom, dat wy ons ook met betrekking tot dit perceel vereenigen met het advies der Commissie van genees- kun igen, enz. Op grond van een en ander wordt den ge meenteraad in overweging gegeven het volgend besluit ts nemen: De Raad der gemeente Leiden verklaart, dat de perceelen Hazenwincisteeg No. 1 en Geerestraat No. 7, behoorende aan de Wed. J. O. Ds Vries-Filippo, als schadelyk voor de openbare gezondheid, ongeschikt zyn voor het bewonen, en dat de gebreken, waardoor die ongeschiktheid wordt veroorzaakt, niet vatbaar zijn voor verbetering. Bepaalt dat deze perceelen door de be woners moeten worden ontruimd binnen zes weken, te rekenen van den dag, waarop afschrift van dit Raadsbesluit, blykens proces verbaal van den door Burg. en Weths. daarmede belasten beambte, aan de eigenares en aan den hoofdbewoner van ieder perceel zal zyn medegedeeld of aangeboden. Ten gevolge zyner gebrekkige constructie is een gedeelte van den walmuur aan de Aalmarkt onverwachts over eon lengte van 15 Mr.ter bezweken. Uit het door de Com missie van Fabricage ingesteld onderzoek is echter gebleken, dat een vernieuwing over een lengte van 80 Meter noodig is, ten einde te voorkomen, dat de muur binnen korter of langer tyd iets verder opnieuw zou instorten. De kosten, aan de uitvoering van dit werk verbonden, zullen circa 80 per strekkenden Meter en dus in het geheel pl. m. 2400 bedragen. B. en Ws. geven den gemeenteraad daarom in overweging hen te machtigen tot een trit- gave van f 2500 voor het herstellen van -rbe- doeld gedeelte walmuur, de kosten te dekken uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog 7320.50 beschikbaar zyn, en tot de vaststelling van den desbetreffenden staat van af- en overschry ving op de begrooting, dienst 1899, over te gaan. - Blykens een aan den gemeenteraad over gelegd adres wensebt J. Belt het grasgewas van het Plantsoen, bet Park, de kleine plant soentjes en den Yestwal na 1 Januari a. s. wederom voor den tyd van 2 jaren te pachten, echter niet voor 100, maar voor 80 per jaar. Met de Commissie van Fabricage komt het B. en Ws. voor, dat tegen inwiliging van dit verzoek geen bezwaar bestaat. J. Belt is nooit in gebreke gebleven het gemaaide gras ty Jig weg te halsn, zooJat de goede gang der werkzaamheden van de tuinlieden door de verpachting in geenen deele werd verstoord. En ook de door adressant voor verminde ring der pachtsom aangevoerde gronden komen B. en Ws. juist voor, nl.: dat het de laatste twee jaren, door het koude voorjaar en den daarop volgenoen drogen zomer weinig gras opgeleverd'heeft; dat aoor 't jaarlyks grooter wor .en eer boomen het gras in gehalte en hoeveelh.id afneemt; dat er met het oog op de lustrumfeesten weder minder gras zal wezen door werkzaamheden, welke er op het Park verricht moeten worden. Daarbij is het eenmaal 's jaars meer maaien van het gras, waardoor de gazons er fraaier uitzien, natuurlyk nadeslig voor den pachter. De Commissie van Fabricage acht daarom een pachtsom van 80 onder de gegeven omstandigheden alleszins billyk. Ten gevolge van de hooge rente, welke reeds sinds geruimen tyd van het opgenomen kasgeld moet worden betaald, is de daarvoor op de gemeentebegrooting onder volgn. 152 uitgetrokken post, ten bedrage van 5000 geheel uitgeput. Blyft, zooals B. en Ws. mogen onderstellen, die rente ook gedurende de laatste maand van het jaar even hoog, dan zal alsnog een bedrag van 1135.765 voor rente en bijkomende kosten teDoodigd zyn. B. t-n Ws. geven den gemeenteraad daarom in overweging tot verbooging van het des betreffende begrootingsartikel met ƒ1135, te besluiten en tot de vaststelling van den over- gelegden staat van af- en overschry ving over te gaan. Op den post voor Onvoorziene Uit gaven is thans nog een bedrag van ƒ4820.50 beschikbaar. In den loop van dit jaar werd ter uit voering van het Besluit- van den Raad van 13 Mei 1897 door de voormalige eigenaren van „Vrtewyk" een bedrag van 1710.38 in de gemeentekas gestort, als derde termyn van de aan de gemeente verschuldigde tegemoetkoming in de kosten van bestrating en rlolêering. Blykens haar rapport wenscht de Commissie van Fabricage deze gelden te besteden voor de verleügiDg van de trottoirs, gelegen vóór die psrceelen op „Yreewyk", welke by de overdracht der straten reeds bestonden, zoo dat de trottoirs zich dan zullen uitstrekken over de volle lengte van die perceelen, met de da^rby behoorende aan de straat grenzende tuinen. Da kosten van dit werk, met wtlks uit voering B. en Ws. zich geheel kunnen ver eenigen, zullen bedragen pl. ra. 1585. Zy geven den gemeenteraad mitsdien in overweging hen te machtigen tot een uit gave van pl. m. 1585 ?oor het doortrekken van trottoirs op „Vreewyk", tn tot de vast stelling van den overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, dienst 1899, ten bedrage van ƒ1710.38 over te gaan. Naar aanleiding van dit voorstel deelen zy voorts nog mede, dat van de in bet vorige jaar betaal 'e eerste twee termyoen, ten be drage van 3420.77, by Raadsbesluit van 1 Decern'er 1898 een som van ƒ2795 ter hunner beschikking werd gesteld voor de verbetering van de bestrating op „Yreewijk", terwijl biervan slechts zyn verwerkt ƒ2316.705. Dientengevolge is het batig saldo der gemeente- rekening over 1898 1104.065 grooter geweest, dan wanne.r de beide eerste termijnen ten volle voor het do6l, waarvoor die gelden be stemd zyn, waren aangewend. Evenzoo zal ook thans weder, aannemende dat de boven genoemde som van 1585 geheel verwerkt wordt, de derde termyn een overschot laten van 125.38. Het ligt echter in den aard der zaak, dat deze voorloopig niet gebruikte gelden, te zamen 1229.445 bedragend, niettemin voor het aangegeven doel bestemd oiyvcn. By adres is door den heer A. Van Donkelaar een plan ingediend voor den aanleg van een straat op het terrein aan den Mare- singel, kadastraal bekend onder Sectie K No 164, gemeente Leiden. In afwyking van het gevoelen der Commissie van Fabricage, ontwikkeld in haar in de Leeskamer ter inzage liggend Rapport, komt het B. en Ws. voor, dat er bezwaar bestaat om tot de goedkeuring van dit stratenplan over te gaan, aangezien do breedte van 7y2 Meter der ontworpen straat onvoldoende moet worden geacht. Trouwens, deze laatste meening wordt ook door de Commissie van Fabricage gedeeld, maar zy is tevens van oordeel, dat voorloopig met een breedte van 7'/2 Meter kan worden genoegen genomen, aangezien de mogelykheid, dat de straat later op een breedte van 15 Meter wordt ge bracht, niet is uitgesloten. Daargelaten nu iu hoeverre de goedkeuring van een halve straat zich met de bestaande voorschriften op het touwen rymen laat, komt het B. en Ws. toch voor, dat het volgen van dezen, tot dusver een enkele maal ingeslagen weg, geen aanbeveling verdient. By ervaring toch is B. en Ws. ge'olekeD, dat ae moeilykbeden in dergeiyke gevallen eerst recht ontstaan, wanneer later tot de bebouwing dier tialvo straten aan de andere zyde zal worden over gegaan, en door de latere bouwers bezwaar wordt gemaakt een even groote strook gronda voor straat te bestemmen of hun aan:eel in de koeten van bestrating en rioleering by te dragen. Ten einde echter het bouwen, ook dan, wanneer niet een volledig stratenplan wordt ingediend, niet geheel onmogelyk te maken, komt het B. en Ws. voor, dat in het vervolg een andere weg zou kunnen worden inge slagen, waarby aan de gemeente later by eventueele bebouwing aan de andere zyde een krachtiger standpunt wordt verzekerd. Zoo meenen B. en Ws., dat in het onder havige geval tot het bouwen der 6 huizen overeenkomstig het ingediende plan vergun ning zou kunnen worden verleend, mits door adressant van de door hem ontworpen straat van 7 '/a Meter over de volle lengte dier straat een strook gronds, ter breedte van een '/i Meter, aan de overzyde der huizenry ge legen, aan de gemeente in privaat eigendom wordt afgestaan. De gemeente zal het dan t^n allen tyde in haar macht hebben lateien bouwers aan de andere zyde den toegang tot die straat al dan niet te verleenen, en daaraan dus ook zoodanige voorwaarden te verbinden, als haar in het belang der gemeente nooaig schynt. Tevens zal dan, om ook de bebouwing van het achterliggend land te beheorschen, aan het einde der ontworpen straat een strook groQds, ter breedte van een Meter, met de helft van de daaraan grenzende 6loot in het privaat eigendom der gemeente moeten overgaan. Het oordeel van de Commissie van Fabricage, dat de gemeente hetzelfde doel even goed kan bereiken door later de rooilyn aan de andere zyde te bepalen op een afstand van 15 meter vaa de gevels der thans te bouwen huizen, komt B. en Ws. onjuist voor. Behalve toch, dat het begrip rooiing by die opvatting h. i. verre buiten zyn eigeniyke beteekeDis wordt uitgebreid, zou een dergelyke handelwyze ook wettelyk niet geoorloofd zyn, evenmin als men thans, wat dan in ieier geval veel een voudiger zou zyn, de breedte der straat zou kunnen bepalen op 15 meter en dus een volledig stratenplan vaststellen, daar'oy be» schikkende over niet aan adressant toebehoo renden grond. Op grond van het bovenstaande geven B. en Ws. daarom in overwegiDg: lo. 's Raads goedkeuring te ontbonden aao het door adressant ingediende stratenplan; 2o. aan adressant vergunning te verleenen tot den bouw van 6 huizen, overeenkomstig het door hem ingediend situatieplan, onoer bepaling, dat de hoogte der straat dezelfde zal moeten zyn als die van de kruin van bet Singelpad naby de straat en mits door hom over de volle lengte en aan het uiteinde van de door hem ontworpen straat een strook gronds ter breedte van l/j Meter aan de over zyde van de te bouwen huizen en voorby het laatste huis, benevens de helft van de daaraan grenzende sloot, aan de gemeente kost-Hoos in privaat eigendom worde overgedragen. Door de eigenaars van de perceelen 21, 23, 25, enz. tot en met 43 aan den Hoogen Ryndyk is by adres het verzoek ingediend om te mogen overgaan tot de demping van de vóór aio perceelen gelegen sloot en om den coor demping verkregen grond tot tuintjes te mogen inrichten. Bi) de Commissie van Fabricage bestaat tegen de demping der 6loot, welke voor de helft aan de gemeente toebehoort, geen be zwaar. Daarentegen kan zy zich, met het oog op den eventueelen aanleg eener tramiyo langs den Hoogen Ryndyk, niet vereemgen met het denkbeeld om den door demping verkregen grond tot tuintjes in te richten. Wenschelyker schynt het haar, dat op het terrein tusschen de gevels der huizen en het hart van de gedempte sloet een trottoir worJe aaDgelegd, afgesloten met hardst9enen trot toirband. B. en Ws. kunnen 2ich met het gevoelen der Commissie zeer wel vereonigen, mits tevens bepaald worde, dat het trottoir voor den openbaren dienst bestemd worde. In dak geval echter zal het tevens billyk zyn, 8) Tijdens de zes weken tU88cben bet nood lottige duel en de torechtzitting bad Menz alle moeite gedaan, om zijn bijna voltooid werk over de toekomst der landhuishoudkunde al te krijgen. Op den Xönigstein had bg er echter niete meer aan gedaan. Da vastgestelde ter mijn begin Maart - was immers nu toch eenmaal verstreken 1 Doch nu, in zgnbehaag- lijke studeerkamer, mot de booge ramen en den ouderwetschen grooten haard, wierp hij zich met vernieuwden ijver op dit kleino opus, dat hem een groote uitbreiding en vervorming waard scheen. Hg liet uit de bibliotheek te Dresden, uit Straateburg en Heidelberg stapels boeken komen, die meer of minder kostbare waar bevatten, en maakte omvangrijke uit treksels en aanmerkingen. Menigmaal zat b(j tot diep in den nacht op en legde pa3 de pen Deer, wanneer hg huiverig begon te worden. Tot ontspanning maakte Willibald Menz in de middaguren meestal een rit door het bosch, hetzg naar Groszbandeck of naar Góhlan. Hg ging met niemand anders om dan met den rentmeester en den vicaris en ook deze omgang beperkte zich slechte tot een spelletje écarté af en toe 's avonds met een dor beide heeren, wat juffrouw Flöbm altgd zeer jnimeerde, daar zg vreesde, dat Willibald Menz op den besten weg was om zich te overwerken. Meermalen kwamen er van de naburige landgoederen uitnoodigingen tot groote drgf- jachteD. Da rentmeester nam daaraan taer- haaldelgk deel en trachtte ook Willibald te overreden, zgn diklgvige boekdoelen eens een enkele maal in den eteek te laten. Willibald bleef echter beslist weigereD, voorgevend, dat zgn wetenscbappelgk werk hem daartoe geen tgd liet. Maar de waarheid was, dat hg absoluut niet besluiten kon een wapen ter band te nemen. De gedachte, een levend wezen met kruit en lood te moeten dooden of ook maar het dooden daarvan mede aan te zien, bad voor hem sinds dat ongelukkig schot op de Dreadener beide iets onbeschrgflgk weerzinwekkends. Zoo verstreken de eerste maanden tamelgk eentonig. De studie over de toekomst der land huishoudkunde was gaandeweg het fundament van een ernstig, in geenen deele onbeduidend werk geworden. Willibald Menz ondervond in groote mate den zegen van don arbeid. Hg kon nu zonder wroeging aan bet gebeurde van den voiigen winter denken. Om de waar heid te zeggen, hielden Willibalds gedachten zich nog slechts booget zelden daarmee bezig. Met hart en ziel was hg bg zgn weten- schappelgk werk, dat, naar zgn idee, ook in do praktgk veel waarde zou hebben. Het gezelschap der wereld miste hg niet. Hem, die zoo inspannend werkte, verging hot verlangen naar luidruchtigheid en vermaak. Docb plotseling bracht een advertentie in de jDresdener Anzeiger" hem uit deze blg- moedige en tevreden gemoedestemming. Het was het doodbericht van mevrouw Klothilde Von Enkenborg, de moeder van den ongeluk- kigen luitenant. Over de identiteit van de persoon was geen twgfel mogelgk. Er was in Dresden en zelfs in geheel Saksen maar één vrouw van dien naam. Er stond ten over vloede nog onder: Weduwe van wglen den generaal-majoor Kuno Von Enkenberg". De indruk, dien deze annonce op Willibald Menz maakte, waa onbeschrgflgk. Het stond nu bg hem vast: het verdriet over het vreeselgke uiteinde van haar zoon bad do nog voor korten tgd zoo flinke dame in bet graf gebracht. Hg was dus ook baar moor denaar, zoosle hg de moordenaar van den luite nant was geweest! Dagenlang stroed bg met kracht tegen dit idee. Zgn verstand zeide hem, dat hg zicbzelven zonder noodzaak kwelde. Die beide feiten konden immers wel m bet geheel niet met elkander in verband staan 1 De vrouw kon een ongeluk overkomen zgn of het offer van een besmettelgke ziekte zgn geworden. Ja zeker, dat was mogslgkl Maar Willibald was geneigd, tegen alle rede neeringen van het verstand in, om bet ergste te gelooven. Want al was het bgvoorbeeld ook typhus of diphtberitis goweest, zou dat dan bewgzen, dat de zielesmart van de moeder niet de hoofdrol bg dit beengaan speelde? Een organisme, waarvan het zenuwstelsel door een langdurig leed verzwakt en van streek was, was dat niet vatbaarder voor besmetting dan anders het geval zou geweest zgn Een ziek gemoed ondermgnde bet weerstandsver mogen van het licbaam. En dus zou bg foitelgk nog een offer op zgn geweten hebben. Eindelgk kwam hg tot bet besluit dokter Gesenius om opheldering te vragen. Reeds leed zgn werkkracht onder de waanvoorstel ling, dat bg ook hier voor alles verantwoorde- igk was. Misschien wist Gesenius iets nauw keurigs; misschien was het geval toch niet zoo troostoloos als Menz vreesde. Den derden dag reeds kwam hot bericht, dat Menz zich noodeloos bezorgd bad gemaakt. Mevrouw Enkenberg waa aan de gevolgen van een kwetsuur gestorven, welke zg bg bet uitglgden van een trap had gekregen, waarop bet dienstmeisje bg ongeluk olie bad gestort. De vrouw had andera niet bet minste gemankeerd! Zelfs was iedereen haar bloeiend uiterlgk opgevallen, dat bg haar zwart rouw gewaad nog meer in het oog was gesprongen dan vroeger. Dit bericht stelde Willibald Menz gerust. Doch nog wekenlang leed zgn gemoedsleven er onder. En met verdubbelde inspanning verdiepte bg zich in zgn werk. IX. Den twintig6ten Februari - juist een jaar na bet bal van de Fraterniteit moest Willibald Menz voor korten tgd deze rustelooze werk zaamheid staken. Een geldaangelegenheid met de Algemoene Duitsche Credietvereeniging maakte zgn aanwezigheid te Leipzig nood- zakelgk. Togen vier uren 's namiddags waren deze zaken afgedaan. Menz begaf zich naar het café .Reichekanzler", om een glas punch te drinken en een blik in een Leipziger illustratie te werpen. Bg ging voor de groete spiegelruit zitten, waarvoor slechts korte schuifgordgnen hingen. De eeuwenoude reuzeboomen aan den zwanen- vgver, welke geheel met rgp waron bedekt, schitterden in den glans der winterzon. Hot was een tooveracblig mooi wintertafereeL Onwillekeurig keek Willibald over bet blad heen en tuurde, nadenkend zgn punch opslur pend, naar de keurecbakeeringen en licht effecten, welke met elke minuut in pracht toenamen. Plotseling ontdekte hg Meta Ton Gaeny, die, met baar reebterhand baar donkergrgze japon omhooghoudend, juiat voor het café de straat overstak. Haar eens zoo jeugdig friscb, blozend gelaat was bleek en verouderd, de Bchalkeche trek om den mond was verdwenen. Ook schenen gaog en houding bnn vroegere elasticiteit en veerkracht verloren te hebben. Ten minste, dat drong Willibald Menz zicb zelven opZg had hem niet gezien. Lang zaam en onverschillig liep zg over de straat en zette baar weg vervolgens In de richting van het Auguetueplein voort. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1