N°. 12199
Woensdaa: 29 November.
A0. 1899
f 1.10.
1.40.
feze gourant wordt dagelijks, met aitzondering
van «Zen- en feestdagen, uitgegeven.
Pit noiiuuer bestaat, uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Nederliiiidseli Ztiid-Afrikaansclie
Vereeoiging.
f5995.93
Leiden, 28 November.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAHT»
Voor La! don per 8 maanden.
Franco per post11 i
Afzonderlijke Nommers
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—8 regels f 1.05. tedere regel meer f 0.17J. örootar»
letters naar plaatsruimte Voor het inoasseeren builen de
wordt 0.06 berekend.
Tot hedenmiddag drie uren was ons, met
bet gisteren vermelde, op verschillende in-
teekenbiljetten een bedrag toegezegd van
Onnoodig bijna om mee te deelen, dat wy ons
voortdurend voor de toezending van ingevulde
biljetten blijven aanbevelen.
Blanco inteekeniiljetten liggen aan ons
Bureel ter beschikking.
Ofwoiëele Kennisgevingen»
Inkomstenbelasting.
Bargfmcee'er en Wotboudera jan Leiden brengen
ia herinnering, dat met SO Novomber a. e. de vijfde
termijn vervalt van do Inkomstenbelasting,
diouet 1 99, od dat alzoo op den laten December
a. s. miootena vijf zesde gedeelten van den aanslag
moeten zijn voldaan.
Zij uoodigen mitedien belanghebbenden alt, om, ter
voorkoming van vorvolgingskoston, tot de bttaling
van het Teracbaldigde ten kantore van den Gemeente-
Oatrangcr over te gaairr'
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester,
87 Nor. 1899. VAN HEY8T, Secretaris.
Ter voldoening aan het voorschrift van
art. 14 der Wet van 21 Mei 1887 bieden B.
en Ws. den gemeenteraad de navolgende ver
ordeningen ter hernieuwde vaststelling aan:
lo. VerórdeningeD, regelende de heffing en
invordering van een belasting onder den naam
▼an „liggeld" in de gemeente Leiden, tor
▼ervanging van de Raadsbesluiten van 20
April en 27 Juli 1876 en van 20 April
1876; en
2o. Verordeningen, regelende de heffing en
invordering van een belasting onder den naam
van „havengeld" in de gemeente Leiden, ter
tanging van de verordeningen van 18 Novem
ber 1897 en 27 Septomber 1894.
De in eerstgenoemde verordeningen gebrachte
wijzigingen komen, behoudens eenige redactie-
verduiJeiykiogen, in hoofdzaak op het vol
gende neer.
De belasting heeft, voor zoover z(] per dag
betaald wordt, eenige verlaging ondergaan,
daar de ervaring geleerd heeft, dat het bedrag,
per dag betaald, of de zoogenaamde dagbriefjes,
te hoog waren. Daarentegen waren do zoo
genaamde „maandbriefjes", waarby de maand
berekend werd op 5 a 7 dagen, ?eol te
gosdkoop.
B. en We. hebben daarom gemeend, even
als dit in andere gemeenten geschiedt, den
belastingschuldigen de keus te moettn laten
om per dag of per week (en dus niet per
maand) te betalen, en de weok in dat geval
te berekenen op 4 dagen. Op deze wyze ver
krijgt men voor do belastiDg, welke voor
langor dan óón dag betaald wordt, nogal
eenigo verbooging, maar tevens een veel
billijker verhouding tusschen het bedrag van
deze be'asting en vaQ die, welke per dag
betaald worjt. Voorts heeft de belasting,
verschuldigd voor het hebben van een vaste
ligplaats, vroeger afwisselende al naar de
grootte der schepen tusschen f 1 en f 5,
mede eenige verhooging ondergaan, zoodat
zil zich in de nieuwe verordening beweegt
ta schen f 1 en f 8, daar het in 1876 vast
gestelde bedrag, met het oog op de steeds
toenemende kosteD, aan de werken ten be
hoeve der scheepvaart ver onden, thans
inderdaad te laag mag worden geacht.
Overig ns is de destijds gemaakte onder
scheiding tusschen overdekte en niet-over-
dekte vaartuigen, wier bedoeling B. en Ws.
niet kunnen verklaren, uit de thans voorge
dragen verordening vervallen. Immers, waar
eenmaal de tonnenmaat der vaartuigen de
grondslag der belasting uitmaakt, dost het
er met het oog op het gebruik, dat van het
gemeentewater en de wallen gemaakt wordt,
weinig toe af, of het vaartuig al dan niet
overdekt is.
Eindtiyk meenen B. en Ws. nog te moeten
wijzen op de nieuwe bepaling van art. 5,
waar een omschrijving worct gegeven van
de wyze, waarop het laadvermogen van de
vaartuigen wordt bepaald. Dit voorschrift,
Het laadvermogen wordt bepaald overeen
komstig den van kracht zijnden Rijksmeetbrief of
daarmede krachtens wettelijke bepalingen gelijk
gestelde dooumenten, een en ander met inacht
neming van denzelfden voet van herleiding, als
in verband met de bepalingen van de artt. 2
en 4 is een uitvloeisel van de nieuwe voor
schriften omtrent de meling van binnenvaar
tuigen, vastgesteld by Kon. Besl. van 20 Juli
1899, waare'ü de inhoujsgrootte dor vaartui
gen als grondslag der meting werd vervangen
door hun laadvermogen.
Ten gevolge der bovengenoemde wijzigingen
moest uit den aard der zaak ook de invor-
deringsverordening eenige wijziging onder
gaan. Maar ook overigens werd zij eenigszins
omgewerkt, ten einde haar inhoud meer in
overeenstemming te brengen met dien vap
andere invorderingsverordeningen.
Wat nu in de twee je plaats de verordeningen
op de heffing en invordering van havengeld
betreft, het kwam B. en Ws. niet wenscbelyk
voor, bfi behoud van het tegenwoordige st-lsel
dier belasting, in de laatstelijk den 18den
Nov. 1897 vastgestelde verordening ingrijpende
wyzigiDgon te brengen. Zy hebben zich daarom
slechts bepaald tot die wy-Jgingen, welke
noodig bleken om by do gewyzigde voor
schriften omtrent de ryksmeting van vaar
tuigen, welke ook aan dezo belasting ten
grondslag ligt, een even hooge opbrengst der
belasting te waarborgen. Daartoe was het
voldoende het abonnementstarief eenigszins
le verhoogen voor vaartuigen, wier laad
vermogen 10 ton of meer beoraagt, en die
bestemd zyn voor het vervoer van personen.
De nieuwe meting maakt toch slechts verschil
voor de vaartuigen, die terzyde van venster
gaten voorzien zyn, omdat deze niet meer
gemeten worden tot het dek, maar tot den
onderkant dier vensterg. ten, zoo Jat hun
tonnenmaat een belangryke vermindering
ondergaat. Dit nu is echter uitsluitend het
geval met de vaartuigen, bestemd voor Let
vervo r van person n, en aangezien deze
vaartuigen weer zon er uitzondering geabon
neerd zyn, kan worden volstaan met voor
hen het abonnementstarief eeDigszins te ver
hoogen. Het is dan ook voor deze vaartuigen
voor ilko ton loven de 9 ton gebracht op
f 0.75 in plaats van op f 0.50, het bedrag,
dat tot dusver werd geheven en vau de andere
vaartuigen ook in het vervolg zal blyven
worden geheven.
Een tweede wyziging van eenig belang is
deze, dat B. en Ws. den gemeenteraad voor
stellen aan de vaartuigen en houtvlotten,
welke met gebruikmaking van de zoogenaamde
provinciale vaart de gemeente doorvaren, een
verbiyf in de wateren, by de gemeente in
beheer en onderhoud, toe te staan van ten
hoogste 2 uren (ten einde inkoopen te kunnen
doen voer huishoudelyk gebruik, mits door
hen in dien tyd ni.t worde gtlost of geladen),
zonder dat zy door dat verbiyf in de belasting
zullen worden betrokken. In den laatsten tyd
werd een dergelyke ruimere opvatting van
de uitzonderingsbepaling van art. 5d der Ver
ordening, geiyk bekend is, stilzwygend ge
huldigd. Het komt intusschen wenschelyker
voor, ook met het oog op een gelykmatige
toepassing, dat de verordening zich uitdruk-
keiyk omtrent dit punt uitspreke, en dat de
ty j, gedurende welken de vaartuigen zich in
bovenbedoelde wateren mogen ophouden,
worde bepaald op 2 uren. De schippers zullen
dan ruimschoots gelegenheid hebben, om hun
huisboudeiyke behoeften bier ter stede in te
koopen.
Meenen B. en Ws. alzco thans met de hier
voorgedragen wyzigingen der verordening te
mogen volstaan, zy blyven inmiddels over
wegen of niet door een wijziging van het
stelsel dezer belasting kan worden tegemoet
gekomen aan de bedenkingeo, laatstelijk nog
wter by de behandeling van de gemeente-
begrooting voor het jaar 1900, geopperd tegen
den overlast, welken de voetgangers van het
drukke vaartverkeer midden door de stad onder
vinden. Immers by behoud van het tegenwoor
dige stelsel, zeggeu B. en Ws., is bet niet wel
mogeiyk de bestaande grieven weg te nemen.
Ook do belasting op het bruggeld zou daarvoor
krachtens wettelijke bepalingen door het Rijk is
voorgeschreven. Bij gemis van een meetbrief kan
het op de ijkplaat aangeduide laadvermogen tot
grondslag voor de heffing dienen.
Bij gebreke van een en ander of bij weigering
om den meetbrief te vertoonen, wordt het laadver
mogen van het vaartuig door den ambtenaar, met
de invordering der belasting belast, geschat en is
de belasting naar die schattiüg verschuldigd, tenzij
de schipper of eigenaar verkiest, dat het vaartuig
te zijnen koste door een deskundige, door B. en
Ws. aan to wijzen, worde gemeten volgens de
regelen daarvoor bij het Rijk vastgesteld of nog
vast te stellen.
Wanneer do belasting naar schatting is geheven
on binnen twee maanden na de betaling een Rijks-
meetbrief wordt aangeboden, wordt, tenzij de
schatting het gevolg was van weigering om bet
stuk te vertoonen, bet te veel berekende terug
gegeven. -
behooren fco worden gewUzlgd. En aangezien
nu de bestaande verordening op de haven
gelden mtt 31 December 1899 ophoudt te
gelden, rest B. en Ws. te weinig tyd om
ceze zaak thans met den noo igen ernst te
overwegen. In den loop van het volgend
jaar zal zich echter de gelegenheid daartoe
vanzelve voordoen, aangezien de-verordening
op de heffing van bruggelden, waarvan de
heffing tot den 31sttn December 1900 werd
goedgekeurd, dan opnieuw zal moeten worden
vastgesteld. B. en Ws. zullen dan overwegen
of aan de bestaande grieven door een alge-
hoele wfiziging van het stelsel dezer belastin
gen kan worden te gemoet gekomen, en
wanneer dit blykt noodig te zyn, daartoe
strekkende voorstellen by den gemeenteraad
indienen.
Inmiddels geven zy in overweging tot de
vaststelling der thans voorgedragen verorde
ningen over te gaan.
Het nieuwe gebouw der Leidsche af-
deeling van het Nederlandsch Wtrklie:en-
verbor.d „Patrimonium" (Vaderiyk Erfdeel)
aan do Hoo^landsche Kerkgracht, werd gister
avond in gebruik gesteld. Daarmede ging
eenige plechtigheid gepaard. De leden en
buit-ngewone leden waren met genoo bigden op
gekomen, onder welke laatsten ook behoorden
de burgemeester mr. F. Was en de wethouder
dr. M. O. Dekhuyzen.
Tot inleiding van deze ure in de grooto
benedenzaal werd gezongen het 1ste vers
van Psalm 103, waarna door den president
van het bestuur, den heer J. Bosch, gelezeu
wtrd de gehaele 103de Psalm (onberymo)
gevolgd door geoed.
De beer Bosch ri p daafop allen een hartelyk
welkom toe en wees er op welke behoefte
er bestaat om God te danken voor alles wat
we tot nu toe van Hejn hebben verkregen.
Spr. herinnerd» er daartoe aan, boe den
6 jen Maart van oit jaar 'a avonds in het toen
gebruikt wordende lokaal terzelfder plaatse,
e-m vergadering zou worden gehouden, als
's morgens de mare van den brand zich deed
hooren, en welke gewaarwordingen zich daar
door van allen meester maakten, terwyl
we nu, 27 November, reeds weer in het
nieuwo gebouw vereenigd zyn.
Spr. herinnerde aan diegenen, die gedurende
deze acht maauden het bestuur met raad en
daad hebben byge&taap, door o. a. gelegenheid
te bieden tot berging van het uit den brand
geredde meubilair, door het beschikbaar stellen
van een lokaliteit tot bet tydelyk houden der
vergaderingen, door het deelnemen in de open
gestelde geldleening, ten einde de Doodige
middelen te verkrijgen tot stichting van een
nieuw gebouw, zoo Jat weldra de aanbesteding
kon worden uitgeschreven.
Hulde werd gebracht aan den architect,
den heer Jac. Yan der Heyden, door wiens
genie cie afdeeling Leiden, niettegenstaande
de beperkte middelen, nu over een zóó
doeltreffend gebouw beschikt als met geen
andere afdeeling het geval is. Ook de opzichter
Hassdbach en do werklieden, wien geen
enkel ongeluk overkwam, werden geprezen.
Woorden van dank werden gericht tot den
burgemeester voor de tydena den bouw van
het Dageiyksch Bestuur ondervonden mede
werking, alsmede tot nog veel anutre perso
nen, w. o. de leden der commissie van advies.
„Het Vaderiyk Erfdeel" zal nooit vergeten
wat deze allen er voor hebben gedaan.
Maar bovenal erkentelijkheid tegenover God,
aan Wien wy alles te danken hebben, Die
ons met Zyn zegeningea móór heeft ge
schonken dan wy hadden.
Er rust nu echter op het gebouw nog wel
een schuld van een goede f 9000, en er zou
thans wel een collecte worden gehouden om
die schuld ook op deze wyze te doen ver
minderen, maar er waren nu gasten, en
daarom zou aan de deur aan hen, die van
plan waren een gave te schenken, daartoe do
gelegenheid worden gegeven.
Het voornemen is ook om tot styging van
de inkomsten de lokalen voor vergaderingen,
enz. te verhuren, terwyl eveneens een grooter
aantal leden daartoe kon medewerken.
Nu het gebouw gereed is, vraagt het be
stuur, dat met de commissie van advies
samenwerkte, daarvoor geen dank van de
leden, maar hun vernieuwd vertrouwen.
Op welsprekende wyze trad spr. vervolgens
in beschouwingen over het doel van „Patri
monium" en de werkzaamheden daarvan op
maatscbappciyk gebied. Al wordt daarby de
Bybel beschouwd als het Wetboek, zoo wordt
daarom de wetenschap volstrekt niet ver
worpen. Integendeel. Spr. herinnerde er daar
toe slechts aan hoe na de opheffing der
gilden, tydens de Fransche overheersching,
waardoor de onderlinge verstandhouding
tusschen patroon en werklieden werd ge
schaad reeds gedurende 25 jaren is aange
drongen geworden op wetteiyke bepalingen
tusschen werkgever en arbeider, op tot-stand-
koming van een arbeids contract, maar tot
nu tevergeefs.
Daarom zyn de leden van „Patrimonium"
nog geen sociaal-democraten, want zy erkennen
het privaat bezit en eerbiecigen de tegen-
wooroige Overheid, waar spr. de Staats-
almacht tegeoover stelde.
Het staatssocialisme zal ons klemmen in
een knellend pak, dat ons alleen zal doen
bewegen als marionetten.
In verband met zyn redt sloeg spr. tevens
een blik op de ballingschap ln Egypte, op
het ronctrekken der Israëlieten in de woestyn,
alvorens zy, gehard tot aen stryd, het be
loofde land binnentrokken; op denjstryd, cien
Nederland zelf tegen Spanje gestreden heeft,
on op dien, welken de Zuid-Afrika&nsche
republieken thans strydon tegen Engeland
ter verkryging van vryheid tegenover tyrannie.
Spr. eindigde met den wenscb, dat de
Heer Zyn zegen op den arbeid van „Patri
monium" geve.
Vervolgens gaf de heer H. J. Blommendaal
uiting aan de gevoelens, welke er by hem
omgingen in deze oogenblikken, nu de leden
in het nieuwe gebouw vereenigd waren, en
ging by na de verschillende lokalen, waarin
„Patrimonium" achtereenvolgens sedert de
oprichting vergaderde. Er blykt daaruit, dat
steeds geklommen is, onder 's Heeren zegon,
van sport tot sport, met oirbare middelen,
ton nutte ook der on Jerafdeelingen, al3 daar
zyn de Zondagsschool, de zangvereeniging, enz.
Ojk hy einuigde met de hoop, dat God
„Patrimonium" ten zegen zou doen zyn voor
land en volk.
De heer A. E. Van Kempen wees er op,
hoe er uit het ongeluk van den brand
voor „Patrimonium" een geluk is ontstaan,
w. nt daardoor is het oude, leeiyke ge.ouw
verdwenen en een beter er voor in de plaats
gekom- n. Toen spr. van den trand hoorde,
had hy zich dan ook eigeniyk wel eenigszins
verheugd, want nu deden da krachten der
natuur datgene, waartoe menschen misschien
niet zoo spo dig waren overgegaan.
„Patrimonium" was bescheiden in zyn
eiscben en daarom heeft bet wat in het
leven meermalen het goval is meer ge
kregen dan waarop het had kunnen hopen.
Spr. gaf nogmaals to kennen, dat „Het
Vaderiyk Erfdeel" zyn byzondere sympathie
heeft, wenschte het daarom geluk met het
nieuwe gebouw en hoopte, dat dit den leden
veel lieve, leerryke avonden onder Gods zegen
zou schenken.
De voorzitter zeide den heer Blommendaal
dank voor de gesproken woorden en den
heer Van Kempen met diens broeders t oven
dien voor den milden geldeiyken steun, naast
ai-.n van zoovele andere geachte stadgenooten,
warop een luid applaus volgde.
De plechtigheid eindigde mtt het zingen
van Psalm 150 vers 1, het uitspreken van
de dankzegging door den beer De Jong, het
oudste bestuurslid, en het spelen op bet
orgel van het „"Wilhelmus", dat werd meege
zongen.
Daarop werden de aanwezigen in de ge
legenheid gesteld het gebouw te bezichtigen,
dat bestaat, behalve uit het beneden vergader-
lokail, waar de opening geschiedde, uit
een even groote zaal daarboven, een bestuurs
kamer beneden, nog een klein kamertje boven
en de woning van den concierge.
Er blykt van de ruimte, met het oog op
de bestemming van het ook inwendig een
voudige gebouw, een goed gebruik te zyn ge
maakt Men was vol lof voor den bouwmeester.
De firma D. Sala en Zonen, alhier, expo
seert een zestal landschapjes, waarop wy
gaarne de aandacht vestigen. Zy zyn geschil
derd door een jeugdigen stadgenoot, C. Van
der Windt, die zonder eenige opleiding en
oneer min-gnnstige omstandigheden zich op
het schilderen beeft toogelegd. Het werk heeft
veel goeds en belooft voor de toekomst.
De heer J. A. W. Aalbertsberg, van Leiden,
is geslaagd voor het examen in de Handels
wetenschap (boekhouden, handelsrekenen en
handelsrecht) vaBwege den Nationalen Bond
van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland
te Amsterdam. Hy is leerling van de vereeniging
„Kennis is Macht" alhier.
By de familie te Haarlem ia bericht
gekomen, dat de heer Hendrik Van Cittert in
het gevecht by Elandslaagte gesneuveld is.
Hy was de zoon van den vroeger in Haarlem
welbekenden bouwkundige Jan Van Cittert
en bereikte den ouderdom van 37 jaar. In
het begin van dit jaar woonde hy nog te
Velp. Den 20sten April vertrok by weder
naar de Transvaal, m6t zyn vrouw, vfif
kinderen en zwager, nadat hy byna twee en
een half jaar in Nederland gewoond had.
Vóór dien tyd was hy reeds ruim negen jaar
in Transvaal gevestigd geweest.
Nadat reed3 twee paarden onder zyn
lichaam doodgeschoten waren, weri hy, voor
de derde maal, zelf getroffen door een bom
en gedood.
By de familie te Tholen is naar de
„N. R. C." meldt bericht ontvaDgen, dat
ae heer S. Linohout uit die gemeente by
het gevecht te Elandslaagte gewond ie. De
wonden, hoewel niet gevaarlyk, zyn erg
pymyk, wyi het lanssteken zyn. In het bjj
de familie ontvangen schryvoo, gedateerd 23
October, gewaagt de heer L. van de goede
verpleging.
Mej Dyksterhuis te Groningen heeft Zondag
bericht ontvangen, dat haar zoon in aen
slag te Elandslaagte in de zyde door een
schampschot verwond is. Hy werd door de
Engelschen opgenomen.
Mr. F. Alting Mees, president der Neder-
landsche Haudelmaatschappy, vierde gisteren,
onder vele blyken van belangstelling, zyn
tachtigsten verjaardag. De Regeering erkende
de verdiensten van den heer Alting Mees,
door hem op dezen dag te benoemen tot
commandeur in do orde van den Neder-
ianoschen Leeuw.
Het bestuur van den Nederlandschen
Schaat8enrydersbond is thans samengesteld
als volgt:
Jhr. A. E. Barnaart, Vogelenzang, voor
zitter; mr. M. Mz. Van Heioma, Heerenveen,
vice voorzitter; F. J. Backer, 's Gravenha-je,
eerste secretaris; mr. B. Van Eetsn, Groningen,
tweede secretaris; H. W. Kehrer, Amsterdam,
penningmeester; W. J. Van Vollenhoven,
Rotterdam; dr. J. A. Schutter, Groningen;
A. W. J. Van Lanschot, Vught; jhr. H. Van
Sminia, Leeuwarden, commissarissen. (IV. S.)
Het totaal der by de Ned. Zuid-Afr.
VoreeDiging gestorte of ingeschreven giften,
bedroeg tot 25 November f 648,519.19!/a.
Reuter's agentschap te Londen verneemt,
dat van het bericht, dat de betrekkingen tus
schen Nederland en Engeland gespannen zouden
zyn, geen woord waar is. De Britsche gezant
is slechts voor een kort veroiyf uit 's Graven-
hage vertrokken. De betrekkingen tusschen
beide landen zyn zeer vriendschappelyk en
uitstekend.
Te Amsterdam is in het St.-Elizabeths-
gesticht overleden mevrouw de wod. L.
BongartzSmeets, een vrouw van meer dan
gewone geestesgaven, oie meermalen met
talent de pen heeft govoerd.
Menig goedgeslaagd gedicht was van haar
afkomstig. (Tel.)
De voor den Indlschen dienst bestemde
2de luitenants der artillerie A. F. A. Hoog,
C. H. M. H. Kies, G. C. J. Bo ide, J. B. Van
der Poll, C. A. Jorisaen, A. Th. H. Winter,
M. A. Snoeck, alsmede de 2de luitenants der
genie S. L. LaDgendyk en P. A. Van eer
Burg, zullen vóór of op den 13den Januari
1900 hun bestemming naar Oost Indiö moeten
volgen.
Ëlykens by het departement van marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip
„Koningin Wilhelmina der Nederlanden", onder
bevel van den kapitein ter zee J. E. Sickens,
26 dezer te Algiers aangekomen.
De luitenant ter zoe der 1ste klasse H.
Herman wordt met 16 December a. s. geplaatst
als officier-instructeur by het Koninkiyk Insti-
stuut voor de marine te "Willemsoord.
Do luitenant ter zee der 2de klasse G. J.
Te "Winkel, dienende aan toord Hr. Ms. monitor
„Krokodil", worat met 12 December a. s. op
dod activiteit gesteld en vervangen door den
luitenant der 2de klasse W. R. H. Van Leer-
sum. De luitenant ter zee der 2de kl. C. Van
der Burg worat met geiyken datum geplaatst
aan boord v^n Hr. Ms. wachtschip te Am
sterdam. (Sts.-Ct.)
De 2 Je luit. J. G. Ryk, van het 1ste
reg. inf. te Den Helder, wordt 1 Januari a.s.
overgepla tst by het 4de reg. inf. te Delft;
de by het 4de reg. inf. benoemde reserve-
2de-luitenant G. H. FabiU3 is ingedeeld by
het 1ste bat van dat corps te Delft.
In den ouderdom van 91 jaren is te
Utrecht overleden de heer C. L. B. Jonquière,
omer.-pred. iy de Ned. Herv. kerk.
De overledene deed in 1832 zyn proponents
examen en was achtereenvolgens als predikant
werkzaam te Hoogmade van 183442, te
Hoogoveen van 184264 6n nam 17 Oct. 1864
zyn eervol emeritaat.
Het stoomschip „Ardjoeno" arriveerde
26 Nov. van Rotterdam te Padang; de „Dean"
(West Ind. Maild.) arriveerde 27 Nov. van
Paramaribo te Amsterdam; de „Gentral" van