N°. 12199 Woensdaa: 29 November. A0. 1899 f 1.10. 1.40. feze gourant wordt dagelijks, met aitzondering van «Zen- en feestdagen, uitgegeven. Pit noiiuuer bestaat, uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Nederliiiidseli Ztiid-Afrikaansclie Vereeoiging. f5995.93 Leiden, 28 November. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAHT» Voor La! don per 8 maanden. Franco per post11 i Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—8 regels f 1.05. tedere regel meer f 0.17J. örootar» letters naar plaatsruimte Voor het inoasseeren builen de wordt 0.06 berekend. Tot hedenmiddag drie uren was ons, met bet gisteren vermelde, op verschillende in- teekenbiljetten een bedrag toegezegd van Onnoodig bijna om mee te deelen, dat wy ons voortdurend voor de toezending van ingevulde biljetten blijven aanbevelen. Blanco inteekeniiljetten liggen aan ons Bureel ter beschikking. Ofwoiëele Kennisgevingen» Inkomstenbelasting. Bargfmcee'er en Wotboudera jan Leiden brengen ia herinnering, dat met SO Novomber a. e. de vijfde termijn vervalt van do Inkomstenbelasting, diouet 1 99, od dat alzoo op den laten December a. s. miootena vijf zesde gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zij uoodigen mitedien belanghebbenden alt, om, ter voorkoming van vorvolgingskoston, tot de bttaling van het Teracbaldigde ten kantore van den Gemeente- Oatrangcr over te gaairr' Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester, 87 Nor. 1899. VAN HEY8T, Secretaris. Ter voldoening aan het voorschrift van art. 14 der Wet van 21 Mei 1887 bieden B. en Ws. den gemeenteraad de navolgende ver ordeningen ter hernieuwde vaststelling aan: lo. VerórdeningeD, regelende de heffing en invordering van een belasting onder den naam ▼an „liggeld" in de gemeente Leiden, tor ▼ervanging van de Raadsbesluiten van 20 April en 27 Juli 1876 en van 20 April 1876; en 2o. Verordeningen, regelende de heffing en invordering van een belasting onder den naam van „havengeld" in de gemeente Leiden, ter tanging van de verordeningen van 18 Novem ber 1897 en 27 Septomber 1894. De in eerstgenoemde verordeningen gebrachte wijzigingen komen, behoudens eenige redactie- verduiJeiykiogen, in hoofdzaak op het vol gende neer. De belasting heeft, voor zoover z(] per dag betaald wordt, eenige verlaging ondergaan, daar de ervaring geleerd heeft, dat het bedrag, per dag betaald, of de zoogenaamde dagbriefjes, te hoog waren. Daarentegen waren do zoo genaamde „maandbriefjes", waarby de maand berekend werd op 5 a 7 dagen, ?eol te gosdkoop. B. en We. hebben daarom gemeend, even als dit in andere gemeenten geschiedt, den belastingschuldigen de keus te moettn laten om per dag of per week (en dus niet per maand) te betalen, en de weok in dat geval te berekenen op 4 dagen. Op deze wyze ver krijgt men voor do belastiDg, welke voor langor dan óón dag betaald wordt, nogal eenigo verbooging, maar tevens een veel billijker verhouding tusschen het bedrag van deze be'asting en vaQ die, welke per dag betaald worjt. Voorts heeft de belasting, verschuldigd voor het hebben van een vaste ligplaats, vroeger afwisselende al naar de grootte der schepen tusschen f 1 en f 5, mede eenige verhooging ondergaan, zoodat zil zich in de nieuwe verordening beweegt ta schen f 1 en f 8, daar het in 1876 vast gestelde bedrag, met het oog op de steeds toenemende kosteD, aan de werken ten be hoeve der scheepvaart ver onden, thans inderdaad te laag mag worden geacht. Overig ns is de destijds gemaakte onder scheiding tusschen overdekte en niet-over- dekte vaartuigen, wier bedoeling B. en Ws. niet kunnen verklaren, uit de thans voorge dragen verordening vervallen. Immers, waar eenmaal de tonnenmaat der vaartuigen de grondslag der belasting uitmaakt, dost het er met het oog op het gebruik, dat van het gemeentewater en de wallen gemaakt wordt, weinig toe af, of het vaartuig al dan niet overdekt is. Eindtiyk meenen B. en Ws. nog te moeten wijzen op de nieuwe bepaling van art. 5, waar een omschrijving worct gegeven van de wyze, waarop het laadvermogen van de vaartuigen wordt bepaald. Dit voorschrift, Het laadvermogen wordt bepaald overeen komstig den van kracht zijnden Rijksmeetbrief of daarmede krachtens wettelijke bepalingen gelijk gestelde dooumenten, een en ander met inacht neming van denzelfden voet van herleiding, als in verband met de bepalingen van de artt. 2 en 4 is een uitvloeisel van de nieuwe voor schriften omtrent de meling van binnenvaar tuigen, vastgesteld by Kon. Besl. van 20 Juli 1899, waare'ü de inhoujsgrootte dor vaartui gen als grondslag der meting werd vervangen door hun laadvermogen. Ten gevolge der bovengenoemde wijzigingen moest uit den aard der zaak ook de invor- deringsverordening eenige wijziging onder gaan. Maar ook overigens werd zij eenigszins omgewerkt, ten einde haar inhoud meer in overeenstemming te brengen met dien vap andere invorderingsverordeningen. Wat nu in de twee je plaats de verordeningen op de heffing en invordering van havengeld betreft, het kwam B. en Ws. niet wenscbelyk voor, bfi behoud van het tegenwoordige st-lsel dier belasting, in de laatstelijk den 18den Nov. 1897 vastgestelde verordening ingrijpende wyzigiDgon te brengen. Zy hebben zich daarom slechts bepaald tot die wy-Jgingen, welke noodig bleken om by do gewyzigde voor schriften omtrent de ryksmeting van vaar tuigen, welke ook aan dezo belasting ten grondslag ligt, een even hooge opbrengst der belasting te waarborgen. Daartoe was het voldoende het abonnementstarief eenigszins le verhoogen voor vaartuigen, wier laad vermogen 10 ton of meer beoraagt, en die bestemd zyn voor het vervoer van personen. De nieuwe meting maakt toch slechts verschil voor de vaartuigen, die terzyde van venster gaten voorzien zyn, omdat deze niet meer gemeten worden tot het dek, maar tot den onderkant dier vensterg. ten, zoo Jat hun tonnenmaat een belangryke vermindering ondergaat. Dit nu is echter uitsluitend het geval met de vaartuigen, bestemd voor Let vervo r van person n, en aangezien deze vaartuigen weer zon er uitzondering geabon neerd zyn, kan worden volstaan met voor hen het abonnementstarief eeDigszins te ver hoogen. Het is dan ook voor deze vaartuigen voor ilko ton loven de 9 ton gebracht op f 0.75 in plaats van op f 0.50, het bedrag, dat tot dusver werd geheven en vau de andere vaartuigen ook in het vervolg zal blyven worden geheven. Een tweede wyziging van eenig belang is deze, dat B. en Ws. den gemeenteraad voor stellen aan de vaartuigen en houtvlotten, welke met gebruikmaking van de zoogenaamde provinciale vaart de gemeente doorvaren, een verbiyf in de wateren, by de gemeente in beheer en onderhoud, toe te staan van ten hoogste 2 uren (ten einde inkoopen te kunnen doen voer huishoudelyk gebruik, mits door hen in dien tyd ni.t worde gtlost of geladen), zonder dat zy door dat verbiyf in de belasting zullen worden betrokken. In den laatsten tyd werd een dergelyke ruimere opvatting van de uitzonderingsbepaling van art. 5d der Ver ordening, geiyk bekend is, stilzwygend ge huldigd. Het komt intusschen wenschelyker voor, ook met het oog op een gelykmatige toepassing, dat de verordening zich uitdruk- keiyk omtrent dit punt uitspreke, en dat de ty j, gedurende welken de vaartuigen zich in bovenbedoelde wateren mogen ophouden, worde bepaald op 2 uren. De schippers zullen dan ruimschoots gelegenheid hebben, om hun huisboudeiyke behoeften bier ter stede in te koopen. Meenen B. en Ws. alzco thans met de hier voorgedragen wyzigingen der verordening te mogen volstaan, zy blyven inmiddels over wegen of niet door een wijziging van het stelsel dezer belasting kan worden tegemoet gekomen aan de bedenkingeo, laatstelijk nog wter by de behandeling van de gemeente- begrooting voor het jaar 1900, geopperd tegen den overlast, welken de voetgangers van het drukke vaartverkeer midden door de stad onder vinden. Immers by behoud van het tegenwoor dige stelsel, zeggeu B. en Ws., is bet niet wel mogeiyk de bestaande grieven weg te nemen. Ook do belasting op het bruggeld zou daarvoor krachtens wettelijke bepalingen door het Rijk is voorgeschreven. Bij gemis van een meetbrief kan het op de ijkplaat aangeduide laadvermogen tot grondslag voor de heffing dienen. Bij gebreke van een en ander of bij weigering om den meetbrief te vertoonen, wordt het laadver mogen van het vaartuig door den ambtenaar, met de invordering der belasting belast, geschat en is de belasting naar die schattiüg verschuldigd, tenzij de schipper of eigenaar verkiest, dat het vaartuig te zijnen koste door een deskundige, door B. en Ws. aan to wijzen, worde gemeten volgens de regelen daarvoor bij het Rijk vastgesteld of nog vast te stellen. Wanneer do belasting naar schatting is geheven on binnen twee maanden na de betaling een Rijks- meetbrief wordt aangeboden, wordt, tenzij de schatting het gevolg was van weigering om bet stuk te vertoonen, bet te veel berekende terug gegeven. - behooren fco worden gewUzlgd. En aangezien nu de bestaande verordening op de haven gelden mtt 31 December 1899 ophoudt te gelden, rest B. en Ws. te weinig tyd om ceze zaak thans met den noo igen ernst te overwegen. In den loop van het volgend jaar zal zich echter de gelegenheid daartoe vanzelve voordoen, aangezien de-verordening op de heffing van bruggelden, waarvan de heffing tot den 31sttn December 1900 werd goedgekeurd, dan opnieuw zal moeten worden vastgesteld. B. en Ws. zullen dan overwegen of aan de bestaande grieven door een alge- hoele wfiziging van het stelsel dezer belastin gen kan worden te gemoet gekomen, en wanneer dit blykt noodig te zyn, daartoe strekkende voorstellen by den gemeenteraad indienen. Inmiddels geven zy in overweging tot de vaststelling der thans voorgedragen verorde ningen over te gaan. Het nieuwe gebouw der Leidsche af- deeling van het Nederlandsch Wtrklie:en- verbor.d „Patrimonium" (Vaderiyk Erfdeel) aan do Hoo^landsche Kerkgracht, werd gister avond in gebruik gesteld. Daarmede ging eenige plechtigheid gepaard. De leden en buit-ngewone leden waren met genoo bigden op gekomen, onder welke laatsten ook behoorden de burgemeester mr. F. Was en de wethouder dr. M. O. Dekhuyzen. Tot inleiding van deze ure in de grooto benedenzaal werd gezongen het 1ste vers van Psalm 103, waarna door den president van het bestuur, den heer J. Bosch, gelezeu wtrd de gehaele 103de Psalm (onberymo) gevolgd door geoed. De beer Bosch ri p daafop allen een hartelyk welkom toe en wees er op welke behoefte er bestaat om God te danken voor alles wat we tot nu toe van Hejn hebben verkregen. Spr. herinnerd» er daartoe aan, boe den 6 jen Maart van oit jaar 'a avonds in het toen gebruikt wordende lokaal terzelfder plaatse, e-m vergadering zou worden gehouden, als 's morgens de mare van den brand zich deed hooren, en welke gewaarwordingen zich daar door van allen meester maakten, terwyl we nu, 27 November, reeds weer in het nieuwo gebouw vereenigd zyn. Spr. herinnerde aan diegenen, die gedurende deze acht maauden het bestuur met raad en daad hebben byge&taap, door o. a. gelegenheid te bieden tot berging van het uit den brand geredde meubilair, door het beschikbaar stellen van een lokaliteit tot bet tydelyk houden der vergaderingen, door het deelnemen in de open gestelde geldleening, ten einde de Doodige middelen te verkrijgen tot stichting van een nieuw gebouw, zoo Jat weldra de aanbesteding kon worden uitgeschreven. Hulde werd gebracht aan den architect, den heer Jac. Yan der Heyden, door wiens genie cie afdeeling Leiden, niettegenstaande de beperkte middelen, nu over een zóó doeltreffend gebouw beschikt als met geen andere afdeeling het geval is. Ook de opzichter Hassdbach en do werklieden, wien geen enkel ongeluk overkwam, werden geprezen. Woorden van dank werden gericht tot den burgemeester voor de tydena den bouw van het Dageiyksch Bestuur ondervonden mede werking, alsmede tot nog veel anutre perso nen, w. o. de leden der commissie van advies. „Het Vaderiyk Erfdeel" zal nooit vergeten wat deze allen er voor hebben gedaan. Maar bovenal erkentelijkheid tegenover God, aan Wien wy alles te danken hebben, Die ons met Zyn zegeningea móór heeft ge schonken dan wy hadden. Er rust nu echter op het gebouw nog wel een schuld van een goede f 9000, en er zou thans wel een collecte worden gehouden om die schuld ook op deze wyze te doen ver minderen, maar er waren nu gasten, en daarom zou aan de deur aan hen, die van plan waren een gave te schenken, daartoe do gelegenheid worden gegeven. Het voornemen is ook om tot styging van de inkomsten de lokalen voor vergaderingen, enz. te verhuren, terwyl eveneens een grooter aantal leden daartoe kon medewerken. Nu het gebouw gereed is, vraagt het be stuur, dat met de commissie van advies samenwerkte, daarvoor geen dank van de leden, maar hun vernieuwd vertrouwen. Op welsprekende wyze trad spr. vervolgens in beschouwingen over het doel van „Patri monium" en de werkzaamheden daarvan op maatscbappciyk gebied. Al wordt daarby de Bybel beschouwd als het Wetboek, zoo wordt daarom de wetenschap volstrekt niet ver worpen. Integendeel. Spr. herinnerde er daar toe slechts aan hoe na de opheffing der gilden, tydens de Fransche overheersching, waardoor de onderlinge verstandhouding tusschen patroon en werklieden werd ge schaad reeds gedurende 25 jaren is aange drongen geworden op wetteiyke bepalingen tusschen werkgever en arbeider, op tot-stand- koming van een arbeids contract, maar tot nu tevergeefs. Daarom zyn de leden van „Patrimonium" nog geen sociaal-democraten, want zy erkennen het privaat bezit en eerbiecigen de tegen- wooroige Overheid, waar spr. de Staats- almacht tegeoover stelde. Het staatssocialisme zal ons klemmen in een knellend pak, dat ons alleen zal doen bewegen als marionetten. In verband met zyn redt sloeg spr. tevens een blik op de ballingschap ln Egypte, op het ronctrekken der Israëlieten in de woestyn, alvorens zy, gehard tot aen stryd, het be loofde land binnentrokken; op denjstryd, cien Nederland zelf tegen Spanje gestreden heeft, on op dien, welken de Zuid-Afrika&nsche republieken thans strydon tegen Engeland ter verkryging van vryheid tegenover tyrannie. Spr. eindigde met den wenscb, dat de Heer Zyn zegen op den arbeid van „Patri monium" geve. Vervolgens gaf de heer H. J. Blommendaal uiting aan de gevoelens, welke er by hem omgingen in deze oogenblikken, nu de leden in het nieuwe gebouw vereenigd waren, en ging by na de verschillende lokalen, waarin „Patrimonium" achtereenvolgens sedert de oprichting vergaderde. Er blykt daaruit, dat steeds geklommen is, onder 's Heeren zegon, van sport tot sport, met oirbare middelen, ton nutte ook der on Jerafdeelingen, al3 daar zyn de Zondagsschool, de zangvereeniging, enz. Ojk hy einuigde met de hoop, dat God „Patrimonium" ten zegen zou doen zyn voor land en volk. De heer A. E. Van Kempen wees er op, hoe er uit het ongeluk van den brand voor „Patrimonium" een geluk is ontstaan, w. nt daardoor is het oude, leeiyke ge.ouw verdwenen en een beter er voor in de plaats gekom- n. Toen spr. van den trand hoorde, had hy zich dan ook eigeniyk wel eenigszins verheugd, want nu deden da krachten der natuur datgene, waartoe menschen misschien niet zoo spo dig waren overgegaan. „Patrimonium" was bescheiden in zyn eiscben en daarom heeft bet wat in het leven meermalen het goval is meer ge kregen dan waarop het had kunnen hopen. Spr. gaf nogmaals to kennen, dat „Het Vaderiyk Erfdeel" zyn byzondere sympathie heeft, wenschte het daarom geluk met het nieuwe gebouw en hoopte, dat dit den leden veel lieve, leerryke avonden onder Gods zegen zou schenken. De voorzitter zeide den heer Blommendaal dank voor de gesproken woorden en den heer Van Kempen met diens broeders t oven dien voor den milden geldeiyken steun, naast ai-.n van zoovele andere geachte stadgenooten, warop een luid applaus volgde. De plechtigheid eindigde mtt het zingen van Psalm 150 vers 1, het uitspreken van de dankzegging door den beer De Jong, het oudste bestuurslid, en het spelen op bet orgel van het „"Wilhelmus", dat werd meege zongen. Daarop werden de aanwezigen in de ge legenheid gesteld het gebouw te bezichtigen, dat bestaat, behalve uit het beneden vergader- lokail, waar de opening geschiedde, uit een even groote zaal daarboven, een bestuurs kamer beneden, nog een klein kamertje boven en de woning van den concierge. Er blykt van de ruimte, met het oog op de bestemming van het ook inwendig een voudige gebouw, een goed gebruik te zyn ge maakt Men was vol lof voor den bouwmeester. De firma D. Sala en Zonen, alhier, expo seert een zestal landschapjes, waarop wy gaarne de aandacht vestigen. Zy zyn geschil derd door een jeugdigen stadgenoot, C. Van der Windt, die zonder eenige opleiding en oneer min-gnnstige omstandigheden zich op het schilderen beeft toogelegd. Het werk heeft veel goeds en belooft voor de toekomst. De heer J. A. W. Aalbertsberg, van Leiden, is geslaagd voor het examen in de Handels wetenschap (boekhouden, handelsrekenen en handelsrecht) vaBwege den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland te Amsterdam. Hy is leerling van de vereeniging „Kennis is Macht" alhier. By de familie te Haarlem ia bericht gekomen, dat de heer Hendrik Van Cittert in het gevecht by Elandslaagte gesneuveld is. Hy was de zoon van den vroeger in Haarlem welbekenden bouwkundige Jan Van Cittert en bereikte den ouderdom van 37 jaar. In het begin van dit jaar woonde hy nog te Velp. Den 20sten April vertrok by weder naar de Transvaal, m6t zyn vrouw, vfif kinderen en zwager, nadat hy byna twee en een half jaar in Nederland gewoond had. Vóór dien tyd was hy reeds ruim negen jaar in Transvaal gevestigd geweest. Nadat reed3 twee paarden onder zyn lichaam doodgeschoten waren, weri hy, voor de derde maal, zelf getroffen door een bom en gedood. By de familie te Tholen is naar de „N. R. C." meldt bericht ontvaDgen, dat ae heer S. Linohout uit die gemeente by het gevecht te Elandslaagte gewond ie. De wonden, hoewel niet gevaarlyk, zyn erg pymyk, wyi het lanssteken zyn. In het bjj de familie ontvangen schryvoo, gedateerd 23 October, gewaagt de heer L. van de goede verpleging. Mej Dyksterhuis te Groningen heeft Zondag bericht ontvangen, dat haar zoon in aen slag te Elandslaagte in de zyde door een schampschot verwond is. Hy werd door de Engelschen opgenomen. Mr. F. Alting Mees, president der Neder- landsche Haudelmaatschappy, vierde gisteren, onder vele blyken van belangstelling, zyn tachtigsten verjaardag. De Regeering erkende de verdiensten van den heer Alting Mees, door hem op dezen dag te benoemen tot commandeur in do orde van den Neder- ianoschen Leeuw. Het bestuur van den Nederlandschen Schaat8enrydersbond is thans samengesteld als volgt: Jhr. A. E. Barnaart, Vogelenzang, voor zitter; mr. M. Mz. Van Heioma, Heerenveen, vice voorzitter; F. J. Backer, 's Gravenha-je, eerste secretaris; mr. B. Van Eetsn, Groningen, tweede secretaris; H. W. Kehrer, Amsterdam, penningmeester; W. J. Van Vollenhoven, Rotterdam; dr. J. A. Schutter, Groningen; A. W. J. Van Lanschot, Vught; jhr. H. Van Sminia, Leeuwarden, commissarissen. (IV. S.) Het totaal der by de Ned. Zuid-Afr. VoreeDiging gestorte of ingeschreven giften, bedroeg tot 25 November f 648,519.19!/a. Reuter's agentschap te Londen verneemt, dat van het bericht, dat de betrekkingen tus schen Nederland en Engeland gespannen zouden zyn, geen woord waar is. De Britsche gezant is slechts voor een kort veroiyf uit 's Graven- hage vertrokken. De betrekkingen tusschen beide landen zyn zeer vriendschappelyk en uitstekend. Te Amsterdam is in het St.-Elizabeths- gesticht overleden mevrouw de wod. L. BongartzSmeets, een vrouw van meer dan gewone geestesgaven, oie meermalen met talent de pen heeft govoerd. Menig goedgeslaagd gedicht was van haar afkomstig. (Tel.) De voor den Indlschen dienst bestemde 2de luitenants der artillerie A. F. A. Hoog, C. H. M. H. Kies, G. C. J. Bo ide, J. B. Van der Poll, C. A. Jorisaen, A. Th. H. Winter, M. A. Snoeck, alsmede de 2de luitenants der genie S. L. LaDgendyk en P. A. Van eer Burg, zullen vóór of op den 13den Januari 1900 hun bestemming naar Oost Indiö moeten volgen. Ëlykens by het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wilhelmina der Nederlanden", onder bevel van den kapitein ter zee J. E. Sickens, 26 dezer te Algiers aangekomen. De luitenant ter zoe der 1ste klasse H. Herman wordt met 16 December a. s. geplaatst als officier-instructeur by het Koninkiyk Insti- stuut voor de marine te "Willemsoord. Do luitenant ter zee der 2de klasse G. J. Te "Winkel, dienende aan toord Hr. Ms. monitor „Krokodil", worat met 12 December a. s. op dod activiteit gesteld en vervangen door den luitenant der 2de klasse W. R. H. Van Leer- sum. De luitenant ter zee der 2de kl. C. Van der Burg worat met geiyken datum geplaatst aan boord v^n Hr. Ms. wachtschip te Am sterdam. (Sts.-Ct.) De 2 Je luit. J. G. Ryk, van het 1ste reg. inf. te Den Helder, wordt 1 Januari a.s. overgepla tst by het 4de reg. inf. te Delft; de by het 4de reg. inf. benoemde reserve- 2de-luitenant G. H. FabiU3 is ingedeeld by het 1ste bat van dat corps te Delft. In den ouderdom van 91 jaren is te Utrecht overleden de heer C. L. B. Jonquière, omer.-pred. iy de Ned. Herv. kerk. De overledene deed in 1832 zyn proponents examen en was achtereenvolgens als predikant werkzaam te Hoogmade van 183442, te Hoogoveen van 184264 6n nam 17 Oct. 1864 zyn eervol emeritaat. Het stoomschip „Ardjoeno" arriveerde 26 Nov. van Rotterdam te Padang; de „Dean" (West Ind. Maild.) arriveerde 27 Nov. van Paramaribo te Amsterdam; de „Gentral" van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1