N'. 12183 A#. 1899 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gen- en feestdagen, uitgegeven Feuilleton, JALOERSCH. "Vrijdag ÏO November. LEIDSCH DAG-EI ÜLiiSJL J C3E.SÏ ryfcSc?; ET' 'PEIJS DEZKB COURANT) Voor Lalden pêr 8 maanden. i t i 1 1.10. Franco por post 1.40. é.fEonderli)ko Nommers 0.05. PBUS DEE ADVEHrEimEITl Van 1—0 fogela f 1,05. Iedere regel meer 0.17£. Grooter» letters naar plaatsruimte - Voor bet incasseerou buiten do stad wordt f 0 06 berekend. Tweede Blad. Do oorlog tusschen Engeland en Transvaal. De vraag, die by de verJere ontwikkeling der gebeurtenissen in Zuid-Afrika misschien nog het allermeest in aanmerking komt, is: hoe zal de houding zyn van de bevolking van Hollandschen stam in de Engelscbe koloüiën zelve? Daarover nu bevatten de berichten der laatste dagen eenige gewichtige aanwijzingen. De correspondent van do fDaily Mail" te Kaapstad vreest, dat de ontruiming van Storm- burg vele Boeren uit do kolonie kan bewegen zich by den vyand aan te 6luiten. Deze beweging is geenszins eerst in de laat ste dagen ontstaan, want reeds onder dagtea- kening van 17 October werd aan de Frankf. Ztg. uit Kaapstad bericht: De beweging van de Boeren der Kaapkolo nie ten gunste van hun stamverwanten in den Vrystaat en in Transvaal neemt een dreigend karakter aan. Nog voordat bet eerste schot gevallen was, waren omstreeks 800 Boe ren op verschillende punten van Becbuanaland de grens van het land hunner inwoning over gegaan en hadden zich aangesloten by de vyandelyke contingenten. De tactiek van de Boeren betoogt allereerst Mafeking en Kimber- ley te veroveren, waarmede practisch geheel Becbuanaland hun ten deel zou vallen. Vol gens schatting zou hun leger daardoor met minstens 5000 overloopers verst-rkt worden. Ook ten zuiden van de Oranje-rivier, ja zelfs in ver landwaarts ingelegen plaatsen van de Kaapkolonie, gist het geweldig onder de Bo=ren. De beweging van de Transvaal- scbe regeering scbynt zeer systematisch en fijn uitgevoerd te zyn; volgens gerucht moeten haar agenten niet minder dan 6000 hand- teekeningec van in de Engelsche koloniën vertoevende Boeren verkregen hebben, die zich schriftelyk hebben verbonden casu quo do wapenen op te vatten tegen de eigen regeering. De verovering van Mafeking en Kimberley zou bovendien groote voorraden schietoeboeften, kanonnen en proviand in handen van de Boeren doen vallen, want de Engelschen hebben deze steden in het ver trouwen op hun onneembaarheid tot stapel plaatsen van den eersten rang gemaakt. Het is dus zeer wel mogeiyk, dat zich een gezegde van pre8iieot Kruger bewaarheid, die, toen by opmerkzaam gemaakt werd op het over wicht van de Engelsche artillerie, koeltjes antwoordde: „De kanonnen brengen de Engel sohen zelf ons in het land; het eenige waar voor ik heb te zorgen is, hoe wy ze hun afnemen". Uit het gisteren vermelde officieels bericht ▼alt op te maken, dat men zich in Ladysmith geheel op de belegering gaat voorbereiden, on of een belegering wel in het belang van de Boeren is, valt wellicht te betwyf.len. Generaal Sir George "White schynt do in sluiting en de beschieting van zyn verschanste legerplaats door generaal Joubert eenigen tyd van te voren voorzien te hebben. Dat bewijst de aanwezigheid van de groote marine kanonnen in zyn linies, die slechts na lang durige voorbereiding en op in het byzonder voor dit doel gebouwde spoorwagens van Durban naar het be rdgde kamp gebracht konden worden. Over deze voorbereidingen mocht niets in de Loncensche pers gemeld worden, zoodat het ingryp^n van deze gewel dige brommers in het artilleriegevecht van Maandag den Engelschen lezer niet minder verrast heeft dan de Boeren, die van de aan komst van de blauwjassen onder commando van Lambton niets gehoord schynen te hebben. De zwaarste stukken geschut bobben nog niet eens aan den stryd deelgenomen. De vier zevenduims snelvurendo, 16 voet lange stukken, die het belegeringsgeschut van de Boeren tot zwügen gebracht zouden hebben, zyn afkomstig van den kruiser „Philomel", die acht van zulke stukken voert, waarvan olk minstens twee en drie ton weegt. De door hen geslingerde 40 pond zware bom is met 12 pond korJitkruit gevuld, en aan de monding van het geschut is de aan vankelijke snelheid 2150 voet in de seconde. De van den kruiser 1ste klasse „Powerful" afkomstige zesduims snelvuurkanonnen waren Dinsdag nog niet opgesteld. Zy werpen een 100 pond zware, met ldl/i pond kordit geladen bom, die aan de monding oen aan vankelijke snelheid van 2200 voet heeft. Zy kunnen 16 schoten in 3 minuten afgeven, die op een afstand van 2000 yards een 10- duim dik pantser van smeedyzer kunnen doorboren. Zulk een geschut weegt zeven ton en om ze te vervoeren moesten de aan boord van den „Powerful" aanwezige handworkers bijzon dere spoorwagens maken. Geen van deze projectielen is met lvddit gevuld, over het gebruik waarvan generaal Joubert zich In een schryven aan generaal White beklaagd zou hebben. Lyddit is zoo ongeveer hetzelfde als h*t by de Fransche artillerie gebruikte rneli- niet. Voor de eerste maal werd het in den slag van Omdurman tegen de Derwischen gebruikt. Terwyi het in do behandeling by het vuren en by het verzenden geheel onge- vaariyk is gebleken, is zyn werking als ont- ploffingsstof vreeseljjk, omdat het barstende projectiel in een ongelooflijke menigte kleiue splinters en stukken wordt geslagen, die op het punt, waar het projectiel aankomt, drie- a viermaal zooveel verwoesting aanricht als met zwart kruit of kordit geladen granaten. Dat Joubert's protest tegen het gebruik maken der artilleristen van lydditegranaten voorloopig nog geen gunstig gevolg heeft, blykt wel uit het bericht, dat drie batterijen van de Howitzer-Brigade Zaterdag het be richt ontvingen, dat schepen gecharterd waren om ze over te brengen. Ingescheept zullen worden 10,000 5 inch lydditegranaten, elk wegende 59 pond. Daarby wordt als beschry- ving gevoegd, djt elke granaat, die te midden van de vyandelyke gelederen neervalt, 300 man doodt, zooal niet door zyn splinters dan toch door den luchtdruk. Vogels, die op een myi afstands vliegen, tuimelen dood omlaag en zelfs arenden en andore roofvogels, die het leger volgen, zyn niet bestand tegen de vreese- ïyke uitwerkingen van de lydditeschoten. Volgens den „Standard"-correspondent werd het artilleriegevecht voor Ladysmith Donder dagochtend vroeg hervat. De Boeren hadden zich byzonder versterkt op de heuvels, welke de stad in een balven cirkel insloten. De beroemde „Lange Tom", de groote Trans- vaalsche veertigponder, was opgesteld in een geïmproviseerd fort, zoodat het beveiligd stond voor de vyandelyke schoten. Het zware ge schutvuur der Boeren werd gesteund door het geschutvuur uit gewone -kanonnen, die opge steld stonden by Lombard's Kop en Umbulwani- berg, die drie myi zuidoostelyk van Ladysmith ligt. Het vuur was voornameiyk gericht op de verschansingen der Engelschen en op de 4.7 kanonnen van de „Powerful!", die door de Naval Brigade bediend 'werden. Gedurende het uitwisselen der gebonden werd het vuren onderbroken, doch daarna werd het spoeaig hervat. Het schieten der Boeren bleef zonder resultaat; slechts twee Engelschen werden gedood, terwijl de schade gering was. In den nacht van Donderdag op Vrydag werd niet geschoten, doch Vry Jagochtend to 6.20 werd het bombardement hervat, levendiger nog dan den vorigen dag. De Boeren hadden dezelfde opstelling gehouden, maar schenen beter te treffen. Het boofekwartier beleefde bange oogen likken en een schot van „Lange Tom" verwoestte een kamer by het „Royal Hotel", waar een dagbladcorrespondent zyn bureau had ingericht. Het gerucht gaat te Colesberg, dat 3000 Boeren uit Pretoria vertrokken zyn om de zuidelijke grens van den Oranje-Vrijstaat te beschermen met een sterke afdeeling Duitsche artillerie met snelvuurgeschut van groot kalib r. E b t c o u r t, 6 November (11 u. 'sm.):De Natalsche artillerie beeft het kamp verlaten, vergezeld door afdeelingen Imperial Light Horse, karabiniers en veldtroepen der Natal sche politie. De bestemming van deze troepen is nog ni t bekend. Vanmorgen werd schieten gehoord in de richting van Colenso. De vyand heeft ongetwyfeld het bombardement van Ladysmith hervat. Pargs, 8 November: Uit Londen wordt aan de „Temps" gemeld, dat volgens de „Evening News" h<.t 2de en 3de legercorps dadelyk gemobiliseerd zullen worden. Tien duizrni man worden zoo spoedig mogelijk uitgezonden. De „Westminster Gazetto" merkt op, dat de particuliere depeches van Engelsche oorlogs reporters buiten Laoysmith, melding makende van Britsche zegepralen Donderdag en Vrydag, geheel onvereenigbaar zijn met de offlciéele depeches, rechtstreeks afkomstig van Lady smith, die geen zware verliezen van de Booren vermelden. Intusschen erkent de oorlogscor respondent van de „Times" te Pietermaritz- burg, cie Zondag telegrapheerde, dat ook de Engelschen zwaar verlies leien, Vrydag, naar hy zegt ten gevolge van het verraad der Boeren, dat zy ook gepleegd zouden hebben door een artillerie officier, als hospitaalsoldaat vermomd, naar Laoysmith to zenden om de opstelling van het Britsche geschut te weten te komen. De correspondent van de „Times" zegt, dat de Engelschen niet in staat waren de battery, dor Boeren boven Colenso te ontdek ken, aangezien de Boeren rookzwak kruit bezigden. Toch voegt de correspondent er by, dat de Boeren ten zuiden van Ladysmith een ernstige nederlaag leden, en genoopt waren terug te trekken van de Coleuso lijn, waar herstel van het verkeer spoedig te verwachten zou zyn. Het „Wiener Tageblatt" zwaait grooten lof toe aan de Boeren, die zich handiger en knapper in de krijgskunde toonen dan de Engelschen. Het trotsche Albion moet eindeiyk overwinnen, maar de overwinning zal den zedeiyken indruk van de jongste nederlagen niet wegnemen: alle natiën ter wereld weten nu hoe kwetsbaar Engeland is. Volgens de „Nationai-Zeitung" te Berlijn heeft het bestuur der Berlynsche afdeeling van de Duitsche Koloniale Vereeniging be sloten om aan haar groote sympathie met ae Boeren uitdrukkiog te verleenen door 1000 Mark ter beschikking te stellen van het cen trale comité der Duitsche vereenigingen van het Roode Kruis. De Nieuw-Yorksche „World" maakt een interview met den Russischen gezant te Wash ington, Cassini, openbaar. Deze verklaarde den oorlog tegen de Boeren te bejammeren, maar overtuigd te zyn, dat er geen samenspanning van continentale mogendheden bestaat om in Zuid Afrika tusschenbeide te komen. De heer Leroy-Beaulieu schryft in het „Journal des Dóbats" over de oplossing der Transvaal quaestie. Volgens hem zou het beste zyn, dat Johannesburg in politiek opzicht los werd gemaakt van Transvaal,, en dat aan dit district een administratieve autonomie gegeven werd, met een politiewacht, gerecru- teerd uit onzydige staten. Hot district moest de beschikking hebben over de opbrengst van al zyn belastingen en hulpbronnen, behalve etn jaariyksch aandeel voor Transvaal. Leroy-Beauiieu hoopt, dat de Engelschen, als zy eenige malen een ernstig succes hebben behaald, o&n regeling van dien aard zuilen aaönemen. De Franschen en Duitschers, die teg-nwoordig meer dan de Engelschen geïn teresseerd zyn by Transvaal, zouden zulk een oplossiDg gaarne willen. Gemengd ISieuws. Majoor Esterhazy komt voor een oogenblik, geiyk men weet, weder op den voorgrond, juist niet tot zyn eer. Men zal niet vergeten zyn, hoe by zyn argeloozen jongen neef Christiaan voor een aanmerkelyke som gelds oplichtte. Terwyi nu deze zaak in het begin dezer week eindeiyk voor de Parysche rechtbank in behandeling kwam, werden curieuze brieven des majoors by deze gelegenheid voorgelezen, waarin hy zyn neef, in verband met pogingen om dezen een ryke vrouw te bezorgen, o. a. aanried zyn blond haar donker te verjon om tr ouder, uit te zien en hem afried zich nut journalistiek in te laten, wat hy niet eeltig vond. Politiek, staathuishoudkunde enz. achtte hy voor het jongemen8ch vtrkieslyker. Christiaan moest vooral op een ernstig voorkomen zich toe leggen, alles vermyden wat hom in opspraak brengen kon. Later, als de ryke vrouw binnen was, „kon hy zyn schade inhalen en doen wat by verkoos." Ook mo st by zich voor Koningsgezind uitgeven en trachten zich te vertoonen met aanzienlijke lieden. Er was maar één middel oen tot een ryk huweiyk to komen, schreef de sluhtelyke oom een andermaal, „den lieden zanu in oo oogen te strooien: laat ons het kind maar by den naam noemen." Daar de edele man san de dagvaarding geen gevolg had gegeven, is hy, „le cher commandant" van Mer i r, De Ptllieux en Zurlinden, by verstek wegens oplicbtery, ge- ïyk gemeld, veroordeel j tot ne jaar gevan genis, 50 fr. boete od Lruguet.ÜDg van de ontfutselde 33,500 fr. Schrjlo troost voor zyn, slachtoffer, dat er wel nimmer een centime van zien zall Joseph Reiuaeh plaatst in de „Siècle" een artikel, waarin by wyst op de nooozakelyk- heid, om, nu Esterhazy tol vermelde straf veroordeeld is, zyn uitlevering ie vragen, wanneer men niet de betreffende Verdragen wil verscheuren. Eenmaal in de gevangenis, zal Esterhazy praten en zal er gelegenheid zyn, hem als getuige te hooren in de processen van Zola en Reinach-Henry. „Zy werkt ook met het e i." Deze woorden leest men ten onzent nogal een8 aan het eind van waarzegsters-advertenties. In Amerika heeft iemand óók „met het ei gewerkt", Diet ten behoeve van bygeloovige dwazen echter, maar voor zichzelf. Een trouw lustige landbouwersdochter namelyk, Grietje GehJ, ergens in Illinois, mosst verleden jaar eioren inpakken ter verzonding. Er was een byzonder groot ei by en zy kwam op deQ inval daarop baar naam en adres te schryven wie weet, het mocht eens een minnaar do n opdagen. Het ei kwam te Boston in handen van een kok, zekeren Dully, die het schrift zóó aantrekkeiyk vond, dat by het meisje oen brief zond. Zy antwoordde, maar van een ontmoeting kon niets komen, want Duffy moest met een regiment naar Porto-Rico. Toen by als zegevierend held terugkwam, trok hy onverwyld naar do hoeve van Grietje, met wie hy inmiddels brieven was blyven wisse len. Het paar viel elkander blykbaar niet tegen; het huweiyk zal spoedig worden vol trokken. Het Hof der Eure heeft eoa meisje, Massinot, van Beuzeville by Evreux^ tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Zy was by een dame ingebroken om te stelen en had de twee kinderen dezer laatste, die haar stoorden, trachten te worgen en hun met een sikkel afgryslyke wonden toegebracht. xi) De barones was weldra gereed. Haar eerste schreden waren wankelend. Renata moest haar steunen. Maar zy wilde sterk zjja en spande al haar krachten in. Hoog opgericht, slechts licht geleund op Renata's arm, schreed zy door het vertrek naar de deur. Opeens kwam een sombere uitdrukking op haar gelaat, en stilstaande, sprak ze op dreigenden, onheil- 'Sp'ellendon toon: „Ik ben my niet bewust ooit iemand haat te hebben toegedragen; maar de vrouw, die hy bemint en ,H mal" Renata werd doodsbleek. Hoftig bonsde haar hart. „Ik heb er veel over nagedacht, Renata," vervolgde de laroies. „Slechts een ongelukkige liefde kon E:win zóó doen veranderen. Deze vrouw moet hem in haar netten gevangen hebben, moet hem hebben verleid en hem, toen zy hem aan baar voeten zag, zonder erbarmen van zich hebben gestooten. Nu begryp ik zyn wanhoop en dat duel. De vrouw haat ikZe is myn bloedsvyandin „Wees niet onrechtvaardig, mama. U kunt immers niet weten, of die vrouw niet geheel onschuldig isZy heeft misschien volgens haar plicht gehandeld en alles gedaan om Krwin van zyn hartstocht te genezen." De barones keek, by bet hooren van deze, met van ontroering bevende stem gesproken woorden, Renata verwonderd aan. Tranen schitterden in do donkere oogen. „Renata, je weet wie die vrouw isontken het niet langer." „Ja, ik ken haar, mama, en weet, dat gy u vergist. Die vrouw is geen kokette, ze is beklagenswaardig, omdat het noodlot haar veroordeeld heeft, hen, die zy het meest lief heeft, ongelukkig te maken." „Renata, begryp ik je goed?..." „Ja, mama. Ge moet het toch weten. Ieder zyner woorden zal hem verraden. Ik ben de vrouw, dio by bemint, en nu vraag ik u, mama, of ik behaagziek ben, of ge my in staat acht myn vroegeren speelmakker, dien ik als een broeder liefheb, die zooveel jonger i3 dan ik, in myn netten te verlokken, om hem dan zonder erbarmen van my te stooten." Renata was op de knieën gezonken. „O, mama, wees overtuigd, dat ik nooit uw liefde onwaardig was; stoot my niet van u af." „Sta op, Renata," sprak de barone3 ont roerd. „Een onschuldige knielt niet en dat gy onschuldig zyt daarvan ben ik overtuigd." Met een kreet van vreugde hief de gravin zich op, „Myn Renata kan Diet slocht handelen. Ik weet nu alles en kan my ook voorstellen, boa het gekomen is. Er is maar één Renata; schrei niet, myn kind, kom aan myn hart. Het is byna een verlichting voor my, dat ik niemand behoef te baten. Laat ons ons leed te zamen dragen en God moge zich over ons allen erbarmen l" Dag en nacht zat de ongelukkige moeder aan het bed van haar zoon. Nu en dan legde zy zich wel eenige uren op een rustbed in het aangrenzende vertrek, maar haar slaap waa onrustig en door bange droomen gestoord. Onbeschryüyk aangrypend was het harts- tochteiyk verlangen naar Renata. In zyn yien gaf hy haar de teederste namen, zwoer haar eeuwige trouw, smeekte haar in hart verscheurende woorden hem niet van zich te stooten. Eén naam slechts scheen hy zich te herinnereD, één beeld zweefde hem slechts voor den geest dat van de grenzeüloos beminde vrouw, die zyn liefde versmaad had. Van zyn moeder, wier afgod hy was, sprak hy slechts zelden en vluchtig. Moer dan eens vroeg zich de arme vrouw af, of het mogeiyk zou zyn, dat haar zoon, indien hy gered werd, met dezen vertorenden hartstocht zou knnnen leven. Renata beminde hem niet, anders had zy zulk een liefde niet kunnen versmaden. De arme moedert Angst en zorgen en medeiyden hadden haar reeds lang doen vergeten, wat zy tot Renata gezegd had. Wat zy vroeger als standvastigheid prees, noemde zy thans wreedheid. Hoe slim had Renata in dat noodlottige gesprok haar gedwongen een oordeel uit te spreken, opdat zy zich geen verwyten zou behoeven te maken I Wanhopend verborg de arme moeder het gelaat in de handen. Neen, zy voelde, dat zy Renata niet beschul digen mocht! Zyzelve was in onzekerheid geweest, hoe te moeten handelen, en had daarom de meening der moeder willon hooren. Zou Erwin niet gelukkig met haar kunnen zyn, indien zy zyn liefde beantwoordde? Kon zy zich een betere schoondochter wenschen dan haar Renata, die onder haar oogen was opgegroeid Maar met eigen hand had zy de toekomst verwoest. Renata was te trotsch om ooit te kunnen vergeten, dat Erwin's moeder beslist verklaard bad, dat een vrouw van haar leeftyd een ongeluk voor oen man was. Terwyi de barones zich de bitterste ver wyten deed, stond Renata dikwyis met klop pend hart en bleeke wangen schreiend achter de deur der ziekekamer, luisterend naar de woorden en uitroepen van den gewonde, welke haar, o'schoon zy onschuldig was, ondraagiyke smart veroorzaakten. De barones had haar juist beoordeeld; naast haar liefde stond haar ODOverwiniyke trots. Noch zou Erwin noch zyn moeder te weten komen, dat er uren geweest waren, waarin zy de zoete hoop gekoesterd had, eenmaal Erwin's gade te worden. Nooit zouden zij vermoeden, hoe zy gestreden bad tegen haar liefde. Zoo verliepen de eerste dagen. Dokter Frei was niet ontevreden over den toestand der wond, maar er waren zenuwkoortsen byge- komen, die noodlottig konden worden. De ziekekamer bleef voor ieder, die niet met de verpleging belast was, streng gesloten, zoodat Renata slechts zelden uitvoerig bericht omtrent Erwin's toestand kreeg. Niemand kon zy deelgenoot maken van haar angst. Zy voelde zich als een bannelinge en dankte dagelyks den Hemel, dat de gezondheidstoestand van haar vader haar veroorloofde zoo lang op hot kasteel Bergen te vertoeven en zich nuttig te maken. Haar moederiyke vriendin was zeer koel geworden tegenover haar. Geen spoor van do vroegere vertrouweiykheid, die voor beiden sinds jaren een behoefte was gewordeD, was weer over. Zy was niet meer de dochter, maar een gast des huizes, tegenover wie men nimmer de beleefdheid uit bet oog verliest, maar die toch steeds een vreemde blyft. De barones 6laagde er zelfs in, tegenover Renata haar smart te verbergen. Vroeg zy naar, den zieke, dan kreeg zö korte, ernetigo antwoorden. Renata begreep zeer goed de oorzaak dozer verandering. Zy kon duideiyk den gedachten, gang harer pleegmoeder volgen. De oude vrouw leed, en ïyden is dikwyis oorzaak, dat wy onrechtvaardig worden. Ook Hans was ongenaakbaar. Hy vertoonde zich slechts zelden en, ontmoette zy hom, dan waren zyn woordon byna beleedigend kort. Zyn blik, zyn houding waren z66 koud, dat zy aan zyn gevoelens niet kon twyfelen. Renata begon te begrypen, dat het voor iedereen in huis een verlichting zou wezen, indien zy heenging. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5