MENGELWERK. Uit de Zaid-Afrikaausclie mail. Onder het ops. brilt „Na 19 jaar" sebrüll de „Volksstem": „Nu Engeland ons den onzaligen strijd op dringt; nu do „oer der Britsche kroon" eischt, dat het Gods oordeel zal worden gestreden; nu de strijd, dien Engeland wil, niet alleen de vryheid der Transvalers en Vrijstaten raakt, maar heel het Afrikanerdom, nu trof ons de lezing der zoogenaamde „Derde Proclamatie", wel nooit uitgevaardigd, omdat de vrede van '80 eenige dagen later goteokend werd, doch die niettemin een der edelste oproepingen is in heel die lange worsteling voor de vrijheid. Indi?n de ruimte het ons toeliet, zouden wij het geheels document, dat door dr. Jorissen is opgesteld en dat ook in zijn „Heriunoringen" is opgenomen, pu:liceeren. Wy moeten vol staan met enkele aanhalingen er uit te doen, cie als voor de tegenwoordige crisis geschreven zijn, wel een bewys ho9 de Britsche regeering nog onveranderd oenbt als in de dagen van '90. De proclamatie be gint aldus: „Al onze weerbare mannen staan in bet veld en overal hebben wij ons tegen de aanvallen der Brit* sche troepen te verde digen. Aan de Natalsche gr<ns staat een groote Britsche macht, die voortdurend uit Enge land versterking ont vangt en dreigt ons land Linnen te trekken. Van den aanvang van onzen strijd af zijn ons uit heel Zuid-Afrika onteloare bewyzen van sympathie betoond en bovenal ook krachtige raadgevingen gezon- een, om van onzen kant alles te doen en niets te verzuimen wat tot een vreedzame op lossing der moeilijkhe den kan leiden. Behalve de roerende, hartelijke sympathie van onze landgenooten in de Kaapkolonie is bovenal de Volksraad van den Oranje-Vrijstaat ons broederlijk te hulp gekomen door het nemen van het bekende Raadsbesluit. We hebben naar dien rajd geluisterd, ge willig om te toonen aan vriend en vijand, dat wij, voor een heilige zaak strijdend, gematigd en toegeeflijk konden z\jn. Wij zullen den krijg (weder) aanvangen. Onze God, Die ons tot nog toe geholpen heeft, zal ons niet verlaten. De Heer zal het voorzien. De proclamatie besluit met 'de volgende verklaring: De geschiedenis leert ons hoe een volk zich tegen een tiran verdedigt. Wat Willem III van Oranje, die Koning, wolke Engeland ver lost heeft van de tirannie in 1672, zeide: „Liever een bedorven land dan geen land," toen hij order gaf om de oijkon van Holland door te steken en het land onder water te ietten. Wat Rusland deed, toen het in 1812 ■Wel gaf Moskou ia brand te steken, zal leeren wat wü te doen hebben. Wü zeggen: „looien ge one land wilt hebben, neemt het; maar over ODze lijken en do puinhoopen van have en goed." En eindelijk, broeders in Zuid-Afrika, strijdt met ons. Wy roepee u nu allen op met vrij moedigheid am nevens ons te strijden. Onze strijd is van nu af een strijd voor recht en wa>rheid tegen een gemeeoschapptiyken tiran, die heden one en morgen u zal vertreden. Het is aan u te zeggen wie in Afrika zal regeeren: de Afrikaners of eeDige dwingeland in Downingstraat. Of wilt gij met gevouwen handen totzien boe wü vermoord worden? Ons geloof is het uwe. Wie zijn leven ver- liost voor de vrübeid, zal het behouden; maar wie het behoudt, zal het verliezen." Op last der Regeering te Pretoria is bekend gemaakt, dat te rekenen van den lsten October 11. Staats- en gesubsidieerde scholen tot nader order zullen beschouwd worden gesloten te zün. Aan alle gesubsidieerde onderwijzers en kweekelingen zal een vaste, maandelijk8che toelage worden uitgekeerd volgens onderstaand tarief: 1. Hoofd van scholen: a, gohuwd 10 pd. st, ongehuwd 6 pd. st. 2. Assistenten: a gehuwd 7.10 pd. st., ongehuwd 4 pd. st. 8. Kweekelingen: 2 pd. st. per maand. Bedoelde toelagen zullen alleen worden toegekend aan ben, die zich op een of andere wüze ten dienste van den Staat hebben gesteld. In een buitengewone „Staatscourant" is gepubliceerd een besluit van den Uitvoerenden Raad, genomen ingevolge een machtiging van den Volksraad, en bepalende, dat alle lokalen en plaatsen, gelicentieerd tot het verkoopen var. drank, wijnen of moutdranken (waaronder ook gerekend kafferbier), alsook bars in clubs, „onmiddellük" moeten gesloten worden. Inoien dit bevel niet wordt opgevolgd, zal de geheele voorraad In beslag genomen wor den en vernietigd door de ambtenaren, belast met de uitvoering van de crimineels wet, zonder dat do belanghebbenden zullen ge rechtigd zün tot schadevergoeding. Strijdlust onder de Boeren, De „Expressvertelt het volgende: Een burger, genaamd Hendrik Van der Merwe, reeds 76 jaar oud, maakte bü den assistent landdrost te Jagersfontein (O -V) applicatie voor een Mauser geweer, om ook op commando te kunnen gaan. Hü was arm en ni-.t in staat er voor te betalen, maar daar bü ouder was dan 60 jaar, was de landdrost, hoewel tegen zijn zin, gedwongen te weigeren. Gelukkig kwam dit geval ter ooren van den heer 0. W. H. Van der Post, raadslid voor da betreffende wijk, die de betaling voor 't aangevraagde roer garan deerde. Oom Hendrik was in de wolkan en was reeds een paar dagen later op pad met zün jongere medeburgers; de grüsaard zag er zoo gelukkig uit alsof bü plotseling een groote erfenis gekregen had. Ziehier een ander verbaal van het blad. Ha geldt het een Ier: Drie zoons van den heer Pat Lynch van Springfield, bü Bloemfontein, waren gecom- meesten hebben dat ook gedaan. Mün tuin wordt ovtral beplant met groenten; tusschen de rozen schieten boonen op, de ran len langs de paden woroen door bieten gevormd, wat lang niet leeiyk staat, kortom menig maal versche groenten zullen we genieten, vooral nu door het weggaan van zooveel gezinnen flink water in voorraad is, waarvoor we niet behoeven te betalen, zoodra de krygswet is afgekondigd. De nationaliteiten mengen zich onderling. (Engeland er buiten gelaten). In het Duitsche corps vinden we byvoel Hollanders. De Belgen zitten by de Hollanders, Scandinaviërs en Franschen zitten hier en daar tusschen in; de eersten hebben hier ook een afzonderlük corps. Alles wordt vereenigd door één ge- meenschappelük gevoel van haat tegen Enge- en orchideeën en narcissen. En in Amsterdam zelf, dat vertrek enfin, dat weet u al uit de kranten." „Wtrdén er nog byzondere eischen gesteld voor dezen dienst?" „Ja, we moeten Engelsch kennen. Nu, dat ging nogal. Maar een paar zusters, die er niet erg thuis in waren, wilden de enkele avonden vóór het vertrek nog nattig besteden. Het was vermakelük. Die zaten 's avonds met een themaboek vóór zich te blokken: I have, he has, I am, he is heele avonden tot de directrice zei: „'k Zou nu maar uitschei'en, want als je 't nü nog niet kent, leer je het toch niet meerl"..." „Neemt u veel mee?" „Neen, niet veel. "We mogen maar één hut koffer en een valies bü ons hebben. Ik heb natuurlek onderkleeren, van elk drie stuks, en twee blauwe japonnen om ginds te dragen, één zwarte japon voor aan boord, pantoffels en lage schoenen geen rüglaarzen, da's te lastig met de veters zoo in de hurrie van het Het Spoorweg-Station te Bloemfontein, mandeerd, terwül Pa zelf de noodige goederen moest leveren. De heer Lyoch was hiermede niet tevreden en zond vier zoons naar de plaats van samenkomst en zeide aan den veldkornet, dat hü bereid was ook zelf te gaan. De vierde zoon werd aangenomen, maar den vader werl verzocht naar huis toe te gaan. De heer Lynch werd toen kwaad en zond een neef, die ook in den Magato-veld- tocht heeft meegestreden. Engelsche geestdrift. „De Volksstem" schrüft: „"We hebben ons, sedert de verzending van Britsche troepen naar en in Zuid-Afrika op groote schaal be gon, geërgerd aan de opgeschroefde bescbry- ving, welke Reuter steeds pleegt te geven van het enthousiasme, waarmede onze Engel- sche vrienden het vertrek van elke stoom boot of trein opluisteren. Ten eerste omdat die geestdrift boofdzakelük gelucht wordt door menschen, die meer uitblinken door politiek geschreeuw dan door persooolüken heldenmoed en ten tweede omdat het „cheer"-en der troepen een hoogst weerzin wekkende vertooning is, wanneer Tommy voor een deel althans met geweld wordt ge sleept naar de Natalsche grens of ergens anaers in Zuid-Afrika, waar hü meent dat een büna zekere dood de kogels der Boeren of de booze invloeden van het klimaat hem wacht. AJs Tommy ontwaakt uit de roes, dio de Londensche zielverkooper hem in een der werfcantinen bezorgt, om hem des te ge- makkelüker tot zün prooi te krügeo, troost hü zich meestal met de gedachte dat hü zün dienstjaren büna zeker zal doorbrengen met garnizoensdiensten of expedities tegen onbe schaafde of slecht gewapende volken. „Nu Engeland sedert lange jaren voor de eerste maal weder voor de mogelykheJd vaneen oorlog met een blanke mogendheid staat, bezielen de Britsche soldaten natuurlijk zeer gemeDgde gevoelens over het min of meer benüdenswaardige van hun krügsmanslot. Dat Is verstaanbaar en vergeeflyk. Maar waar komt het enthousiasme van Kaapstadsche, Durbansche en andere Jingo's in als Tommy Atkins, slachtoffer van politieke bandieten gelük de Johannesburgsche millionnairs, in boeien geslagen als een slachtbeest op de spoorwegwagens wordt geladen? „Een invloedrijk bewoner van Kaapstad echrüft aan een züner verwanten hier, dat hem het hart bloedt, als hü ziet, hoe jonge Engelsche soldaten met geweld en in ketenen geklonken op de apoorwegtruks woroen ge sleept om te gaan lüden en misschien te gaan sterven voor een onheilige zaak." In een brief uit Johannesburg 8 October aan de „Zw. Ct." lozen wü o. a. het volgende: Het zal Engeland nu toch duidelijk zün, dat de tyd voor bluffen en dreigen voorbü is, dat wü hier eensgezind zonder uitzondering gereedstaan om onze onafhankelükbeid te bevechten om aan het geterg van den Brit een eind te krügen. Wat vroeger op papier stond, wordt werkelükheid. De mobilisatie is prachtig, niemand kan dat beter nadoen, de geest is uitstokend en nog eras uitstekend. Ik vraag mü dikwerf af: wat gaat Engeland in dat wespennest beginnen? Voedsel ie er voorloopig genoeg. Ik heb voor vier maanden voorraad in buis, de land, door één wensch om Engeland te ver* nederen en in Zuid Afrika te vernietigen. Het gevoel van menscheiykheid treedt op den achtergrond, de wensch om te dooden, om z(jn nevenmensch te vernietigen staat vooraan; de hartstochten zün opgewekt, alles ademt een gevoel van bloeddorst, dat de betere ge voelens op zjjde stelt, dat af zal breken wat jaren noodig heeft om op te bouwen. Is het niet verschrikkelijk? En heden heeft de ge heele Engelsche natie, de zich noemende Christeiyke natie, zich gebogen voor den Almachtigen God met de bede ongetwüfeld om hen te helpen dra verdrukten uitlander hier aan de slavernij te ontrukken. Het mag zijn aot hebben in verband met het laatste te moMra, dat er werkelük een uitlandergrief bestaat, en wel sinds eergisteren, want de Regeeriag [zie boven] heeft alle drankgelegenheden, ook die in sociëteiten, gesloten, zoodat do Engelschman z(jn whisky niet gemakkelijk meer krijgt. Uit een brief van den heer S. Van "Wük, vroeger hoofd der Christelyke school te Heeren veen, thans hoofd eraer school in Transvaal, biykt, dat zün hoogste klasse jongens van 12 tot 14 jaar mee uitgerukt is naar het slagveld. Het hoofd voegde zich ook bü het commando der Boeren en zeer waarscbyniyk is hü de S. Van Wyk, die onder de gewonden by Glencoe voorkomt De heer Van Wyk ver trok het vorige jaar naar de Z.-A. Republiek. Dienende liefde op deZnid-Afrikaansche slagvelden. Één der pleegzusters, die tot de eerst-uit- gezonden afdeeling van het Roode Kruis be- hoort, is een Rotterdamsche dame, mejuffrouw A. E. Schipper, die ook haar opleiding in het stedelük ziekenhuis te Rotterdam ontving. Mejuffrouw Schipper is met de afdeeling zelve niet meegereisd van Amsterdam, Zater dag l.L Zy zal eerst Zaterdag (heden) ver trekken en over land reizen naar Napels, waar zü, met de pleegzuster mej. Metelerkamp, professor Korteweg en de doctoren aan boord zal gaan. Iemand had het genoegen dit wakkere meisje to ontmoeten ten huize van haar oom, den heer W. J. Spruyt W.Jzn., penning meester van de Rotterdamsche afdeeling van het Roode Kruis. Zü is vol goeden moed, haar groote taak zal zü aanvaarden met overtuiging en liefde. „Het kwam eigeniyk zoo plotseling op, vertelde zü o. a., ik had me wel aangegeven om mee te gaan, maar omdat ik de jongste pleegzuster ben aan het Roode Kruis, had ik eerst met de tweede afdeeling kunnen ver trekken. Maar toen werd één van de zusters ziek en ik kreeg, verleden Vrydag, het verzoek om mee te gaan. Zoo maar dadeiyk reeds den volgenden dag vertrekken. Dat was natuuriyk vrywel ramogeiyk en ik kreeg dan ook gemakkelijk verlof om over land te gaan Ja, ik beo Zaterdag óók met m(jn medepleegzuster uü DeD Haag naar Amsterdam gespoord. Het waa een mooie betooging voor ons, indrukwekkend, onvergeteiyk. lomand, die familie in Zuid Afrika heeft, liet elk van ons een grootea bouquet aanbieden van rozen slagveld. Ik heb mün schoenen goed met ijzer laten beslaan, want er is geen gelegenheid om ze te laten repareeren en dan zou ik al gauw barrevoets loopen. O ja, en dan nog een lucht kussen, want bedden zullen er dikwyis niet wezen. Dan blaas ik dit kussen op, ik doe mijn rotonde aan die gaat óók mee en zoo zal ik, als er tyd is, wel wat slapen. Neen, we zullen niet veel gelegen heid vindon om te slapen. Heele nachten zullen we aan het werk moeten wez-m. Of ik tegen de vermoeienis op zie? Weineen l Voor één ding heb ik wel een beetje angst, ja, als er zoovéél te doen is, als je niet weet wie je het eerst helpen zal, als je Diet weet wóAr te beginnen hier een, die zoo erg bloedt, dat zyn wonden vlug afgebonden moe ten worden, maar daar een, die zoo akelig kermt, omdat by zoo'n pyn heeft. "Wie moet er d&n vóórgaan? Hoe kun je in zooveel bitter ïyden een keuze doen? Ja, daar zie ik wel tegenop, een beetje, maar niet zoo erg. NeeD, zoo heel lang biyven wü niet weg. Zes maanden denk ik. 't Is een zware arbeid, dien wü te vervullen hebben, dus over een halfjaar, misschien wat later, lost een andere afdeeling ons af. De zusters, die weg zün, waren ook heel opgewekt; vol moed voor hun mooie taak. Ik heb ze moeten beloven, dat ik kranten voor ze mee zou brengen in Napels, nu, er ligt al een heele stapel klaar. Ze weten daar nog van niets wat zullen ze opkyken van de overwinning der Boeren. Heeriyk zullen ze het vinden. Natuuriyk helpen we Engelschen evengoed als Boeren. Kom, het is immers te dwaas en te wreed, om er maar aan te denken in het uur van nood, of de man, die daar hulpeloos ligt, een Transvaler is of niet. En de menscheD, die andere denken, meeneu hot niet ze moesten zelf maar eens in het geval wezen 1 Een moeiiyke taak? O zeker, men mag er niet licht over denken. Maar men zegt, dat vrouwen er zoo goed voor berekend zün, en dat is ook zoo. Vrouwen zün sterker van zenuwen als het moet. In de hospitalen gaat er zelden een verpleegster by de eerste operatie, die zü bywoont, flauw.en de studenten gaan er bykans allen minstens éénmaal aanl „U hebt nog heelwat te doen gehad?" „Ja, nogal. Do tyd was zoo kort en eer alles klaar is o, al is het niet veel, het moet toch in orde zün-" De zustere van juffrouw Schipper waren druk aan den arbeid, aardig-bedryvig, sneden uit rood laken kruisen, en naaiden die op de styf-witte arm opslagen, het insigne van de zustere der dienende liefde, dat op de slag velden, zelfs in het heetst van den stryd, ontzag en eerbied heeft. „En ik had nog zooveel afscheidsbezoeken te brengen. Van heel veel menschen heb ik briefjes en briefkaarten meegekregen. Die hebben familieleden in Transvaal en misschien, zoo zeiden ze, vindt ge ze wel. Ja, daar is kans op. Er kwamen ook veel cadeautjes voor me, veelal versnaperingen en boeken, beel veel en heel aardig." „Weet u al zoo ongeveer, hoe uw arbeid gaan zal?" „Wel, we hebben een ambulancekar. Daar h de directrice by. De gewonden worden et heen gedragen door de hospitaalknechts, dio mee zün gegaan, of door soldaten of misschien wel door de doctoren. En dan verbinden wü ze. In de ambulancekar is alles, wat we noodlij hebben, en aan onzen gordel hangt een trousse kyk hier ia het, een leeren etui met een rood kruis er op, dat tevens spet^' denkussen is, en daarin een schaar, een pincetto en andere kleine instrumenten." „De wondeD, die u te verbinden krügfj zullen u wel vreemd zün?" „Och, zóól In Rotterdam geeft de chirurg gische afdeeling heelwat te leeren. Ik heb daar herhaaldeiyk wonden te verbinden geha^ van lui, die een zwaar stuk yzer op de hand gehad hadden en wonden van dien aard. Eu voor zoover de zusters uit andere plaatsen komen, zullen ze het wel spoedig leeren 1 We komen ongeveer half December aan. Dan moeten we, als de sporen vernield zün, op muilezels verder. Ja, we hadden eigeniyk moeten leeren paardryden, maar daar is het niet van gekomen I Hoe het na gaan moet, weet ik niet ze zullen ons zeker op de muilezels vastbinden Zoo praatte het opgewekte en toch weer zoo ernstige jonge meisje over de taak, die haar wachtte. Zy gaat de zwarte velden der ellende in, zy en haar zusteren, als engelen van dienende liefde, om de felle smart, die de slagvelden doorgiert, te stillen. Gelaten in algeheel® opoffering aan haar werk van goed-doen zullen zy door het bloed waden, over akkers vol verminkte lyken, om er nog één te vinden, die te genezen is. Gretige handen zullen gestrekt worden om hulp, hulp, die zy alleen brengen kunnen. En met hoeveel opgewektheid aanvaarden zü hun arbeid, den moeiiyksten büna, die een meDsch kan worden opgelegd! Het zy juffrouw Schipper gaarne toe- gewenscht, dat de volle kracht harer eDergia haar deel zal wezen in de vele moeiiyk® uren, die haar wachten. Eu als zy terugkomt, hopen velen voor* zeker haar in het vaderland te begroeten en van haar te hooreD, hoe het Roode Kruis op de slagvelden van Zuid-Afrika gearbeid heeft^ Tot wederziens Aarlandervcen. Door B. en Ws. is aan den heer B. Hus, troodbakker te Oudshoorn, vergunning verleend tot de oprichting van een stoom-meelmalery in het in deze gemeente gelegen perceel, kadastraal bekend in Sectie G Nos. 1882-1883. De burgemeester dezer gemeente maakt bekend, dat de aanvragen om ontheffing van den werkelyken dienst ten behoeve van geeste- lyken, enz., met de vereischte bewysstukken, by den burgemeester der gemeente, waar zty voor de militie zün ingeschreven, moeten worden ingediend tusschen 20 Januari en 1 Februari 1900. Katwyk, De collecte voor de Ned. Zuid* Afrikaansche Vereeniging heeft in deze ge meente opgebracht ongeveer f 325, zynda ruim f 200 van Katwyk-aan-Zee, wdk bedrag aan den penningmeester der vereeniging ia opgezonden. Bovendien heeft 't onderwüzend personeel aan de openbare lagere school te Katwyk- aan-Zee het besluit genomen alsnog eea bydrage door de leerlingen byeen te ver zamelen, waarvan de opbrengst aan het Rood® Kruis zal worden afgedragen. Gedurende de afgeloopen week zyn hier aangekomen 4 kommen met een vangst van 60 tot 160 kantjes. Daarentegen kwam eon groot gedeelte der vloot te IJmuiden of Vlaardingen binnen. Gisteravond kwam alhier het bericht, dat de logger K W 94 van den reeder W. Tom, was overzeild on gezonken, terwyi de beman- Ding behouden te Lowestoff (Grimsby) was aangekomen. Nadere bijzonderheden zyn heden nog onbekend. Waddingsveen. Op Woensdag 8 Nov. e. k. zal de Algemoene Vergadering der IJsclub wor:en gehouden. Alsdan zal de secretaris verslag geven over 't afgeloopen jaar, terwül de penningmeester rekeaing en verantwoording zal doen. Daar de heeren M. Geiyns en F. A. d. Torren aftreden, zullen tweo bestuurs leden benoemd moeten worden, 't Is te wen- schen, dat de Vergadering door velen zal worden bezocht. Nog vóór Kerstmis zuIIjd hier drie uit* voeringen van bier bestaande muziekgezel schappen wonen gegeven, n.l. door hetFan* farocorps „Concorlia", de zangvereeniging „De Lofstem" en het Waddingsveensch Man-, nenkoor. De gemeenteveldwachter P. v. d. Glaa zal op 1 Februari a. s den dag herdenken,' waarop hy 30 jaar geleden alhier in dienst trad. Zoeterwoudc. In de afgeloopen maand werden alhier geboren 2 joügens en 1 meisje, als overleden w^r eu ingeschreven 1 man ea 2 vrouwen, allen ongehuwd, terwyi 1 kind als levenloos werd aangegeven. Eén huweiyfe werd voltrokken. In navolging van veel andere plaatsen in ons land circuleert ook in onze gemeent® een lyat tot het verzamelen van giften voor onze Transvaalsche broederen. De bydragen zullen worden afgestaan aan het Roode Kruis,' Ieder onzer geve blymoedig z\jn ty .rage to| leniging der ellende, de onvermydeiyke g®j volgen van den oorlog.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 10