i 12175
Woensdag X November.
A°. 1899
gourant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Burgerlijke Stand van Leiden.
Feuilleton.
Haar Stiefmoeder.
LEIDSCH
PRIJS DEZER GOTOAHTi
Voor Leidon pér 8 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommors t a
r i.io.
1.40.
0.05.
PRUS DER ADVERTENTIËIi:
Van 1—0 regels f 1.06. ledore regel meer f 0.17J. Grootero
lettors naar plaatsruimte Voor het incasseeren binten do stad
wordt f 0 06 berekend.
Tweede Blad.
KOLONIËN.
BATAVIA, 27 Sept.—3 October.
De eigenlijke overneming tan bet bestuur
door den nieuwen van den aftredenden Gouver
neur Generaal had plaats in de troonzaal van
hot groote huis, aan bot Wuterlooplein ge
legen, met gesloten deuren.
Iumiddols werden de ruime galerijen van
het Gouvernements hotel op Rijswijk gevuld
door een dichte menigte van io schitterende
uniformen gekleode civiele en militaire ambte
naren on officieren.
De fraaie uniformen der officieren, de met
;goud en zilver versierde staatsierokken der
civirle ambttnaren vormden een schril contrast
met de zwarte toga's der rechterlijke ambte
naren en der predikanten en R.-K. priesters
j en met de zwarte rokkon der particulieren,
die in grooten getale waren opgekomen.
Hi r en daar zag men geheel vreemde
staatsiegewaden, de hoeren consuls, en prachtig
•gekleode inlandsche ambtenaren.
De zalen prijkten met fraaie versieringen.
Rechts van den troon werden de militaire
officieren opgesteld, links de civiele ambtenaren
'•n particulieren.
Met klokslag 10 uren hoorde men buiten
de trompet stoken cn kwamen de beide
gouverneurs-generaal aangereden, voorafgegaan
©d gevolgd door een peloton cavalerie, door
officieren gecommandeerd.
Aan de trap stond de commissie van ont-
.Tangst; een oogenblik later klonk door de
Mijne heeren, de afgetreden eQ de opge
treden gouverneurs-generaal!
Zij traden tusschen de rijen door op den
troon toe, waarachter het portret van H. M.
do KoQingin, en plaatsten zich voor de zetols,
de nieuwe gouverneur aan de rechterhand
▼an den afgetredenen. Links en rechts van hen
do leden van den Raad van Iniie, de gouver
nements secretarissen en de adjudanten.
Jhr. Van der Wfick nam nu het woord en
heette zjjn opvolger met een hartelijk woord
■welkom. Hij wees op de zware taak, den
gent raai op do schouders gelegd, cn" uitte de
,hoop, dat zi)n bestuur, gesteund door de
ambtenaren, voor Indió zegenrijk zou zijn.
Do gouverneur-generaal Rooseboom beant-
IwoorJde deze met hartelijkheid en innigheid
juitgesproken woorden met een korte rede,
fwaarin hjj vooral deed uitkomen, hoe zyn
▼oorganger, zelfs ondc-r de moeilijkste om-
itandigheden, steeds meer dan zijn plicht had
igedaan.
Hjj zeido het bestuur aanvaard te bebbeD,
In het vaste vertrouwen, dat zijn ambtenaren
ifaem zouden steunen en gehoorzamen en
'deed een beroep op hun ijver en trouw.
Ook van particuliere zijde zou b\j gaarne
'adviezen ontvangeD, indien ze degelijk waren.
De gouverneur-generaal Rooseboom spreekt
'mot gemak en goed. Z(jn rijzige figuur en
'militaire houdiog, zijn flinke grijzende kop,
aijn verstandig gelaat en vriendelijke oogen
.maken oen alleraangenaamaten indruk.
Daarop had de voorstelling plaats. De chefs
van diensten en afdeellngen traden achtereen
volgens met hun ondergeschikten tot voor
den troon, en noemden de namen van enkelen.
Ejn buiging, en men maakte plaats voor
onderen.
De zilen werden leeg, eindelijk trad de
de resident van Batavia voor met de aan
wezige particuliere ingezetenen van zjjn ge
west, en met de voorstelling der inlandsche
ambtenaren werd deze plechtigheid besloten.
De meesten stroomden toen naar buiten,
de sigaren werden te voorschijn gehaald, men
praatte en lachte, de rijtuigen kwamen voor,
men reed naar huis en verwisselde het
schitterende staatsiegewaad met de koele Indi
sche kleeding.
Nadat nagenoeg allen het Hotel verlaten
hadden, werd door een deputatie van de Ned.-
Ind. Maatschappy van Landbouw en Nijver
heid gehoor gevraagd bij jhr. Yan der Wjjck,
den afgetreden Gouverneur-Generaal.
Bij monde van den heer J. Dinger, daartoe
uitgenoodigd door de andere leden der depu
tatie, werd den heer Van der Wijck medege
deeld, dat ook handel en nijverheid zich ge
drongen gevoelden, by zijn heengaan, hun
dank uit te spreken voor wat tijdens zijn
bestuur tot bevordering van welvaart en
nijverheid was tot stand gebracht; dat de
Ned.-Indische Maatschappij van Landbouw en
Nijverheid, behoefte gevoelend ook harerzijds
den afgetreden Gouverneur-Generaal een blijk
van hulde aan te bieden, daarom besloten
heeft een gedenkpenning te doen slaan en
daarvan een oorkonde op te stellen.
Zichtbaar getroffen door dit bewijs van
achting der burgerij, betuigde de heer Yan der
Wtfck spreker zijn dank.
Uulriebetooning aan den aftredenden
Gouverneur-Generaal.
Te Batavia heeft zich spontaan het plan
gevormd om den aftredenden landvoogd Z. Exc.
Jhr. B. H. A. Van der Wfick een ovatie aan
te bieden aan het einde van diens zegenrijk
bestuur en die te doen bestaan uit een ge
denkpenning plus oorkonde, waartoe door
geheel Indië gelden zullen worden ingezameld.
De ingezetenen van Sumatra's Oostkust zijn
daartoe eveneens uitgenoodigd en thans heeft
zich een comité gevormd, hetwelk aan de
commissie te Batavia in antwoord op de
gedane uitnoodiging seinde:
Ondergeteekenden vormden commissie in
gezetenen Sumatra's Oostkust, treden gaarne
toe tot ovatie en doen mede aanbieding Oor
konde en Gedenkpenning: (w. g.) Ingerman,
voorzitter Planters Ver.; Herckenrath admi
nistrateur Deli Sp. Mij. jToens, sub-agent Ned.
Hand. Mg.; Muiier, Red. Deli Ct.Hicb, consul
van Duitschland; Tate, acting head-administra-
teur United Langk. Plant. Co. Ld.; Hermans,
notaris.
Wy kunnen niet nalaten zegt de „Deli
Ct." onze sympathie te betuigen met de
hulde die men onzen aftredenden landvoogd
wil betoonen, immers is gedurende het moeite
volle tijdperk van z\jn bestuur door zijn toe
doen veel goeds tot stand gebracht, het land
voor groote onheilen behoed.
De commissie te Medan is door den heer
Hermans tot stand gebracht, nadat Z. E.
hierin den resident en don overste had gekend,
die beiden hun adhaesie betuigden. De wijze
van werken is nog niet bepaald.
LANGKAT.
Uit het Langkatscbe komen nog telkens
klachten in over bemoeilijking van Maleische
getah opkoopers door Batakkers, waartoe
naar men zegt knoeierijen van de zijde van
Langkatsche hoofden aanleiding geven; zelfs
werden in de bovenstreken in Juni 4 Man-
dhelinger8 vermoord en later eenige lieden
van Selesseh gevangengenomen; op aan
maning van 't bestuur is toen de poDgoeloe
van Koeta Belin door de naburige hoofden
verdreven uit zijn. gebied. Eerst wanneer het
bloedgeld en de schade vergoed is, zal hij
daar weer worden toegelaten; de gevangenen
in quaestie zijn nu weer vrijgelaten.
In October zal de controleur voor Bat.
zaken in vergadering met de betrokken hoof
den in deze zaak rechtspreken. (D.C.)
AT JEU.
Een Atjeh-correspondent van de „Sumatra-
Post" beschrijft eenige ontmoetingen van
onze troepen met vfiandelfike benden in de
Pedirstreek. „Men ziet hieruit aldus eindigt
hfi dat niettegenstaande de zwakke bezet
ting der Pedirstreek (in 't geheel slechts plm.
6 compagnieën met één peloton cavalerie) den
vijand nog geduchte klappen worden toege
bracht; nergens is hjj meer veilig, vooral nu er
eene verhoogde medewerking van de zijde
der bevolking valt waar te nomen.
„Het Atjeh-vraagstuk loopt op zijn einde;
wanneer slechts voortgegaan wordt met eene
voortdurende vervolging, zooals in de laatste
twee jaren geschied is, zal de bevolking tot
rust komen en zullen de hoofden, verstoken
van medewerking, zich moeten onderwerpen.
„Van de troepen wordt zeer veel gevorderd,
maar de geest is opgewekt en de gezondheids
toestand gunstig."
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens
langdarigen dienst oen jaar verlof naar Europa,
aan den ingenieur dor 2de klasse bij den water
staat en 's lands Burgerlijke Openbare Werken
H. Van Gelderen.
T ij d e 1 ij k gesteld: Ter beschikking van
den directeur van binnenlandsch bestuur, ten einde
op diens departement to worden werkzaam gestold,
de ambtenaar op non-activiteit J. H. A. Bekbergen,
laatstelijk referendaris bij bet departoment van
onderwijs, ©eredienst en nijverheid, en de gepen-
sionneerde assistent-resident van Sidoardjo (Soe-
rabaia), E. Gordon.
Ontbonden: De commissie, belast met bet
afnemen van de beide gedeelten van bet groot
ambteoaars-exameu voor den Indischen dienst,
voor het jaar 1899, onder dankbetuiging voor do
loffelijke wijze, waarop zij zich van de baar op
gedragen taak heeft gekweten.
Benoemd: Tot controleur der 1ste klasse bij
het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera,
de ambtenaar op non-activiteit O. E. V. Uerinens,
laatstelijk secretaris der residentie Djokjakarta, en
de controleurs der 2de klasse W. H. Vrijburg van
der Hell en J. B Onnen, met bepaling, dat hij
ook in zijn nieuwen rang tijdelijk blijft toegevoegd
aan den hoofdambtenaar, chef van den dienst der
opiumregie, en mitsdien bij zijn kader blijft ge
voerd a la suite; J. P. E. Ver8toegh, met bepaling,
dat bij ook in zijn nieuwen rang tijdelijk blijft
toegevoegd aan den hoofdambtenaar, chef van den
dienst der opiumregie, ten einde in do door dezen
aan te wijzen gewesten, waar de regie is of wordt
ingevoerd, onder de bevelen van de betrokken
residenten werkzaam te zijn in het belang van
genoemden dienst en bij zijn kader bljjft gevoerd
a la suite, en G. A. Steendarn.
Tijdelijk toegevoegd: Aan den hoofd
ambtenaar, chef van den dienst der opiumregie,
ten eiDde in de door hem aan te wijzen gewesten,
waar de regio is of wordt ingevoerd, onder de
bevelen van de betrokken residenten werkzaam
te zijn in het belang van genoemden dienst, de
controleur lste kl. bij liet Binnenlandsch Bestuur
op Java en Madoera, J. Dijkstra, met bepaling,
dat bij bij zijn kader wordt gevoerd a la suite.
Benoemd: Tot 2den commies op bet residentie
kantoor te BandoeDg, Preanger-hegentschappen,
de 2de commies op hot residentie-kantnor te
Semarang, Cb. L. De Gosse.
Bij het Binnenl. Bestuur op de bez.
buiten Java en Madoera.
Verplaatst: Van de res. Palembang naar
de res. Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo do
controleur lste kl H. K. Douwes Dekker.
Benoemd: Tot notaris te Cberibon J. A.
Boulet, thans notaris to Pekalongan.
Bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
Benoemd: Tot controleur 2de kl. A. H
Blae3er en H. F. Van Zutphen, ambtenaren op
non-activiteit, laatstelijk die betrekkiog bekleed
hebbende, met bepaling, dat zij geplaatst worden
respectievelijk in de residenties Soerabaia en
Bantam.
Bij den post- en telegraafdienst.
Ontheven: Eervol van het beheer van liet
kantoor te Ponorogo en overgeplaatst naar Soerabaia
do commios 3de kl. A. A. Abell.
Benoemd: Tot chef van het kantoor te
Ponorogo de commies 3de kl. G. Leidelmeijer te
Soerabaia.
Verleend: Wegens langdurigen dieust, een
jaar vorlof naar Europa, aan den onderwijzer 2de
kl. by het openbaar lager onderwijs voor Europe
anen B. Van Gelder.
Ontslagen: Met ingang van 4 October 1899,
op verzoek eervol uit 's lands dienst, do hulp-
onderwijzeres bij het openbaar lager onderwijs voor
Europeanen mejuffrouw A. M. Van der Meer.
Benoemd: Tot lid bij de Wees en Boedel
kamer te Batavia, bet lid van de Weeskamer te
Semarang, A. J. Van Bronckiiorst;
tot secretaris der Wees- on Boedelkamer te
Semarang, de adjunct-boekhouder bij de Wees
kamer te Batavia, W. F. Gramser Binkman;
tot adjunct-boekhouder bij de Weeskamer te
Batavia, de ambtenaar op non-activiteit M. F.
Braakman, laatstelijk adjunct-secretaris bjj de
Wees- en Boedelkamer te Soerabaia.
Mot ingang van 4 October 1899, tot onderwijzer
2de kl. bij het openbaar lager onderwijs voor Euro
peanen, do onderwijzer 8do kl J. F. Janssen.
Benoemd: Met ingang 4 October 1899 tot
assistent-resident van Soemedang, (Preanger
Regentschappen), de assistent resident van Sam-
pang (Madoera) M. J. A. Kruseman.
tot assistent-resident van Poerbolinggo (Ban-
joomas) de controleur der lste klasse bij het Bin-
nenlaudsch Bestuur op Java en Madoera, E.
Thomas.
Met ingaDg van 4 October 1899 tot assistent-
resident van Sampnng (Madoera) de controleur der
lste klasse bij hot Binnenlandsch Bestuur op Java
en Madoera, W. F. Luttor.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Over
geplaatst: Bij het garnizoensbataljon van
Palembang, de kapitein bij hot 10de bataljon F.
H. Ter Meulen.
Overgeplaatst: Als magazijnmeester dor
lste klasse (kapitein) bij hot corps magazijn
meesters der militare administratie, do kapitein
kwartiermeester Tb. Kleij (gedetacheerd in Neder
land); met bepaling, dat hij bij zijn dienst zal
blijven gevoerd als gedetacheerd.
Bevorderd: Tot magazijnmeester der lste
klasse (majoor) bij de militaire administratie do
magazijnmeester der 1st© klasse (kapitein), Th.
Kleij (gedetacheerd in Nederland); met bepaling,
dat bij ook als zoodanig bij zijn dienst als
gedetacheerd zal blijven gevoerd.
Verleend: Wegens ziekte een tweejarig
verlof naar Europa, aan den kapitein der infanterio
C. Jackson.
Geplaatst: Bij bot 13de bataljon, de lalr» luit.,
van verlof uit Nederland teruggekeerd, C. J. Van
Kakum.
Overgeplaatst: Van Buitenzorg, naar Bata
via, de dirigeerend officier van gezondheid der 2de
klasse H. J. Hubert,
Bij bet wapen der Infanterie.
Bevorderd; Tot luitenant-kolonel, de majoor
A. Visser; tot lsten luit., de 2de luits. L. A. l'edet
en W. Ruinen.
Verleend: Een maand verlof wegens ziekte
naar Paja Comboeli, aan den kapitein bij liet corps
marechaussee M. Van der Maaten.
Benoemd. Tot directeur der kadeiscliool bij
het lste depot-bat., de kopt bij het 11de bat., L.
De Roe ver.
Overgeplaatst. Bij het 2de bat., de lste luit,
bij het lste garnizoous bat. vau Atjeh en Ünder-
hoorigheden P. F. Habiaken;
bij de troepenmacht in Atjeh en Onderhoorig-
heden t. n. i., de lste luit. by bot 5de bat, A. E.
Schneider;
van Atjeh naar Batavia de militaire paardenarts
3de kl. J. N A. C. Scheepens.
Wordt bij aankomst geplaatst bij het 11de bat.,
de kapitein, van verlof uit Nederland terugver
wacht wordende, G. II Brao':
bij de troepenmacht in Atjeh en Onderlioorig-
heden t n. i., do lste luit., van verlof uit Neder
land terugverwacht wordende, A. A Dijkstra.
V e r 1 e o n d Een maand verlof wegens ziekte
naar Soekaboemi en Sindanglaia, aan den 2don
luitenant bij het lldo bataljon W. H. Hcnnus.
Overgeplaatst: Bij de troepenmacht in
Atjeh t. n. i., de 2de luitenant bij bet lste reserve
bataljon C. S. Gomm
by het 18de bataljon, de onder luitenant bij hot
lste dopot-bataljon \V. M. Bertram.
Geplaatst Bij de 2de compagnie der artil
lerie (2de veldbatterij) te Banjoe-Biroe, de lste luit.
der art. C. M. Kan.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Vergund:
Om te repatrièeren wegens laDgdurig vei blijf in
deze gewesten aan den luit. t/z. 2de kl. C. J. J.
Beijnen
Vergund; Om te repatriüeren wegens lang-
duiig verblijf iu deze gewesten aan den luit. ter
zee 2de kl. \V. B. IC. Boon.
Opgave van passagiers, van Batavia vertrokkou
per stoomschip „Prins Hendrik", kapt. C Droog-
leever Fortuyn, naar Genua en Amsterdam; ZEx.
de Gouverneur-Generaal van Ncd -Indië, jln C- H.
Van der Wijck en ecbtgonderwijzer 2do kl.
J. Stada met echlg. en 3 kindóren. Isle 1 .it. der
inf. Ch A Jeekol met echtg. on 2 kind de licoren
D. Feikeraa, J. A. Man us van dor Jagt, 2 dames
Heck, P. J. R. Van Muizen onderwijzeres '»«ie kl.
mej. D. Ilaertlein, jhr. A M. Van Dooi n van
Oudckorkc, mevr. M. J. Delbu-ie geb. L».- ncby
en eon kindjo, J. C. Van der Meer Molir m.u ^olitg.
en 3 kind., gepens. kantoor chef 2de kl. 1'. en Tel.
G. De Raadt, 2de comm. P. en Tel. A. K A.
De Boer met echtg. en 4 kinderen, kapt. inf.
B. C. Van Deinso en zoon, lste luit. in! C. F.
Scbanzleh, lste luit. inf. II. A. Zeijlmans vau
Enunichovcn met echtg. en 3 kind., kapt. K.
Pakotmij. J. Veen, de heeren J. Kuijpers, A. Van
Engers mot echtg. en 3 kind., mej. Vrieslandor,
H. Berg, C. F. Hagenzioker, do beorcu J. M.
Louwerse, A. A. Va'n der Steur, Hr. Ms. militairen
en schepelingen.
Eerste huwelijksafkondiging van 29 Oc'ober.
D. Mooten jm. 26 j. en S. Kranevold jd. 23 j.
H. Velthuysen jm. 20 j. en L. Bonnet jd. 19 j.
J. A. Brouwer jm. 26j. en S. Vau der Linden jd. 24 j.
J. H. Fr. Giezen w. 47 j. en C. J. Molenaar jd. 35 j.
J. W. Smit w. 57 j. en C. Kolpa jd. 58 j. J.
Huber jm. 26 j. en G. Franken jd. 2G j. II.
Cohen jm. 26 j. en M. Sitters jd. 21 j. L. J.
VerboOy jm. 22 j. en M. Schipper jd. 24 j. J.
W. Hermans jm. 33 j. on W. P. Van Gils'jd. 34 j.
F. W. Germing jm. 32 j. en H. Kre3 id. 34 j.—
D. Haasnoot jm. 28 j. on E. J. W. L. Wnuer jd.
27 j. R. H. A. Van Prehn jm. 41 j en A. P.
Van Merkesteyn jd. 35 j. W. J. De Ruiter jm.
35 j. en S. S. Snoek jd. 26 j. H. J.E. Wester
man Holstein jm. 25 j. en M. M. Tal ma jd. 28 j.
A. Somerwil jm. 33 j. en C. P. Van Kan jd.
28 j. W. J. Van Soraeren jm. 29 j cd M.
Meyer jd. 26 j.
■Slot)
„Gy deedt beter zelve nog eerst naar school
!te gaao," zeide mrs. Lewie bits. „Ik sta niet
:toe, dat gv) zulk een stap doet; due zet alle
gedachten daaraan uit je hoofd."
Anne liet haar pijnlijk hoofd verbijsterd op
baar hand rusten. Was zij zoo onbekwaam?
Zou het slecht zijn? Zü beBloot haar wol-
meenondon vriend, Sir Robert, het geval voor
te leggen en hem zjjn opinie te vragen.
Altijd, wanneer zij naar Sir Robert kon
igaanl Zij durfde daartoe geen verlof vragen,
•want zij wist, dat het antwoord een recht-
•treeksche weigering zou zijn.
Uaar het geluk was haar gunstig. Tue-
echen drie en vier uren 'e Maandagsnamiddags
kleedden mre. Lewis en haar dochters zich
aan om eeD paar families te South-Crabb to
bezoeken, dat juist iu de tegenovergestelde
richting van Bellwood lag. Zjj lieten Ance
met een hoop naaiwerk alleon, doch deze liet
dit in den steek en ging op haar eigen gele
genheid uit. Ik ontmoete haar bü de Ravine.
Zij vertelde my wat zjj had gedaan en bloosde
daarover, ofschoon met een lachend gelaat.
„Ure. Lewis is een kat en de beide anderen
zjjn katten, Anne, daar bljjf ik by! Goeden
dag en veel succes!"
„Wel, lieve, ik dacht reeds, dat gjj niet
m.er zoudt komen." Met die woorden be
grootte mrs. Macbean haar. „Sir Robert is
echter nog Diet terug, bij is vaQmorgen te
paard uitgereden en verzocht mij u te vragen
op hem te willen wachten. Zet dus uw hoed af
eu drink een kopje thee met mjj."
Anne was daartoe niet ongenegen en deed
zooale mrs. Macbean zeide. „ZIJ zullen vóór
mjj thuis zjin eu zien, dat ik uitgegaan ben,"
dacbt z\j, „maar zjj kunnen mjj daarom toch
niete doen." De oude dame schelde om het
theewater, terwijl zü Anne beschouwde en
haar in haar eenvoudig zwart japonnetje met
haar witte kanten das en het mooie gitten
halssnoer, een erfstuk van haar moeder, een
allerliefste, knappe verschüning vond.
Maar vóór de thee kon gezet worden, kwam
Sir Robert te paard aandraven en boorden zü
hem een oogenblik later naar zyn zitkamer
gaan. Mrs. Macbean bracht Anne nu bü hem,
zeggende, dat zü juist van plan was geweest
de jongedame een kopje thee te geven.
„Ik zou ook gaarne wat thee hebben," zeide
Sir Robert. „Laat dus de tbee bior brengen;
mies Lewie kan die dan hier bjj mjj drinken."
De tbee werd op een blaadje binnengebracht
en op tafel neergezet. Anne deed op zün ver
zoek suiker en room in zjjn kopje en over
handigde het hem, waama zü baar eigen kopje
vulde. Hy zag er zeer peinzend uit; zü scheen
sich te verbeelden, dat hy haar weinig goeds
bad mee te deelen, wijl by over andere dingen
sprak, en het hart zonk haar in do schoenen.
Op zoor bedeesden toon vertelde zy hem welk
een slecht idee men thuis van haar bekwaam
heden had en vroeg hem baar te zeggen, wat
hij er van dacht, want zy zou niet gaarne
een plicht op zich uemeo, welken zü niet in
staat was volkomen to vervullen.
„Wilt gü nog niet wat thee?" waa allea,
wat Sir Robert antwoordde.
„Neen, dank u, Sir."
„Nog een biscuit? Neen? Dan zuilen wü
het blaadje weer laten wegbrengen."
Hy schelde; een knecht trad binnen eD nam
bet theegoed mee. En nu begon Sir Robert,
voor het raam ataande en op Anne neerziende,
die niet ver van hem afzat, te spreken.
„Ik geloof, dat het moeilyker zal zün oen
betrekking voor u als gouvernante te vinden
dan wg eerst dachten; ten mioste een, die
in alle opzichten aannemelük ie. Mogelykzou
een andere soort van betrekking geschik
ter voor u zyn."
Haar gelaat, dat met een uitdrukking van
verwachting naar hem was opgeheven, betrok
het licht in haar oogen verdween. Het kwam
haar voor alsof aan al haar verwachtingen
de bodem was ingeslagen. Sir Robert glim
lachte slechte.
„Zoo gü er ten minste toe kondet besluiten
die aan te nemen en zoo die in uw smaak
viel," giDg hü voort.
„Maar welko betrekking is dat, Sir?"
„Die van mün vrouw. Dia van meesteres
van Bellwood."
Eenige oogenblikken keek zü bem ais
wezenloos aan. Toen zy oindeiyk begreep wat
bü bedoelde, werd haar golaat beurtelings
rood en bleek van ontroering. Sir Robert nam
haar band in de zjjne en sprak meer om
standig. Hy bad haar zeer lief gekregen, had
haar loeren achten en wenschte haar tot zün
vrouw te maken.
„Ik weet wel, dat er een groot verschil in
leeftijd tusschen ons bestaat, lieve Anne,
meer dan twiDtig jaar," ging hy voort, ter-
wyi zy het atilzwygen bewaarde. „Maar ik
geloof, dat gjj gelukkig met mü zult zün; ik
zal daartoe ten minste al mün best doen.
Beter mpn vrouw to wezen dan gouvernante
bü kleine kindereD, nietwaar? Nu, wat zegt
gU hierop?"
„O, Sir, ik woot niet, wat ik zal zoggen,"
antwoordde zy oon weinig bevend. „Het is
zoo onverwacht en een groote eer en
en, ik kan het Dog niet vatten."
„Zoudt gü van my kunnen houden?" vroeg
by vriendelijk.
„Ik houd van u, Sir; zelfs heel veel. Maar
dit is zoo iets anders. Misschien vindt u het
goed, dat ik er tot morgen over denk?"
„Natuuriyk vind ik dat goed. Breng my
dan uw antwoord. Breng het zelve, hoe het
ook moge zyn."
„Dat zal ik doen, Sir. En ik ben u van
harte dankbaar."
Den geheelen nacht lag Anne Lewie wakker.
Zou zü dezen goeden man tot baar echtgenoot
nemen, of zou zy het niet doen? Zy hield
heel veel van hem en welk oen mooie positie
zou het voor haar zyn, hoe veilig geborgen
voortaan voor alle onaangenaamheden der
wereld 1 Anne zou nooit geaarzeld hebben,
zoo er nog niet iets van haar liefde voor
Angerstyno in haar hart was overgebleven.
Maar dio zou langzamerhand geheel ver
dwenen; dat wiet zy. Zy kon echter nimmer
weer diezelfde liefde gevoelen; dat wa3 voor
altijd voorby, maar dat waa toch geen reden
om haar geheels toekomst aan de herinnering
daarvan op te offeren. Ja: zü zou Sir
Robert Teuby aannemen, en zou mot Gods
bulp een trouwe, goede vrouw voor bom
worden I
Het wae bpna donker don volgenden na
middag vóór zü het huis kon verlaten. Mrs.
Lewie had haar zoo lang in hot oog goboudeD,
dat zü vreesde, daarvoor dien dag geen ge
legenheid meer te hebben. Zy liep zoo hard
zü kon naar Bellwood, vol verlangen om haar
belofte te houdon; zü kou het niet verdragen,
dat die boste, rechtschapen man ook maar
oen oogenblik langer dan noodig was op haar
antwoord zou wachten.
Sir Robert wachtte haar in zün kamer bü
een helder haardvuur op, dat eun eigenaardig
schüneel in het schemerachtig vertrek ver
spreidde. Hy trad op baar toe, nam haar
beide handen in de zgne en keek baar
onderzoekend aan.
„Welnu?"
„Ja, Sir, wanneer gü nog verlengt my do
uwe to noemen. Ik zal trachten een lief
hebbende vrouw voor u to zyn, gehoorzaam
on trouw."
Met een zucht van verlichting ging hy op
eon aofa, dio by bot vuur was goechoven,
zitten en deed baar naaet zich plaats
nemen, terwyi hg nog altyd haar hand in
de zyne hield.