Bears van Amsterdam.
MENGELWERK.
lijk onderscheid bestaat tusschen Duitschland
en Nederland, wat de verhouding betreft tus
schen handel en industrie. Ware Germanje
nu onjoveer van onze grootte en beteekenis,
dan kenden wy elkander op dit punt aan
vullen. Thans valt het overwicht vanzelf en
terstond naar den kant van het grosse
Vaterland.
Dat daardoor onze staatkundige onafhanke
lijkheid onmiddellijk gevaar zou loopeD,
gelooven wij niet. Maar een zoo nauwe ver
binding met do Duitschers zou ons toch licht
in moeilijkheden kunnen brongen. Tarieven-
oorlogen zyn geen uitzondering, gelijk men
weet. Duitschland heeft veel beDyders. Het
zal nog veel te strijden hebber. En de afstand
van commerciëele en industriële belangen
tot politieke is in onzen tijd vooral niet zeer
groot.
Om deze redenen voornamelijk zal bij de
meerderheid van ons volk de idee eener tol-
unie met den oostelijken nabuur wel niet
spoedig populair wordeD, gesteld al, dat zij
hot ooit worden mocht. Maar iets anders en
beters zou bet zijn, wanneer men de Duitschers
kon bewegen, zij het dan ook door eenige
concessies onzerzijds, de schroef van hun
protectionistisch stelsel wat losser te draaien
tegenover ons. Bij gelegenheid van het bezoek
der Koninginnen hebben tal van Duitsche
bladen ook die, welke dikwijls worden
gc-ïns^reerd den üadruk gelegd op de
wenschelykheid van goede betrekkingen met
Nederland. Met veel warmte hebben zy ver
zekerd, dat z\j niet3 liever wenscben dan een
druk handelsverkeer en hartelijke vriendschap.
Welnu, biertos staat de gelegenheid open,
zonder dat een tol-unie ons met al te knel
lende banden te zamen bindt. En zeker zal
N:derlaDd op de vriendschap der Duitschers
grooten prijs stellen. Wij kunnen niet anders
verlangen dan met die machtige buren, op
velerlei wijze aan ons verwant, in vrede en
eendracht te leven. Wij willen gaarne ge
looven, dat zij onze zelfstandigheid ten allen
tijde wenschen te eerbiedigen, maar daarom
ook moeten wij alles vermijden, wat op dit
punt eenigo bekoring zou kunnen doen rijzen.
Rationeeler en minder gevaarlijk dan een
tol-unie met Duitschland, zouden wy de uit
voering achten van het denkbeeld, door den
heer A. L. H. Obreen in het weekblad De
Amsterdammer ontwikkeld: nl. het sluiten
van een zoodanig verbond met België. Hier
zijn de party eb geiyk en heeft men dus over
en weer geen suprematie, die de zelfstandig-
h°id van een der contracteerenden geheel of
gedeeltelijk zou bedreigeD, te duchten.
Over een vrouwenquaestie, de Reform-
kleed i n g, handelde een schrijver in De
Telegraaf. In dezen vorm:
„Zij was gekomen een erontfeste matrone,
di j me een bezoek bracht om te vragen of
ik niet voor een of ander orgaan of orgaantje
der pers artikelen over reformkleedmg zou
kunnen gebruiken, en zoo waren we aan het
praten geraakt, 't Was een hernieuwde kennis
making. „Hé, is u niet die meneer van de
congressen?1' Jawel", zei ik. De dame bo-
doelde die vergaderingenroeks van de Yrouwen-
arbtid-tentoonstelling, welke expositie f 20,000
heeft overgehouden, een mooi cijfer, waarbij
niet uit het oog mag worden verloren, dat
het terrein gratis was afgestaan en boel veel
arbeid kosteloos werd verricht, die in gewone
omstandigheden goed betaald had moeten
worden.
Als ik te zeggen had, verdeelde ik de twintig
lapjes van duizend onder de getrouwste con
gresbezoeksters, die niet het woord hebben
gevoerd. Ook zou een deel van de som kunnen
worden bestemd ter bekostigiug van genees-
kuren voor tentoonstellmgsters, wier maag
door het vegetarisme van streek is geraakt,
ja misschien ook ter uitvoering van bet denk
beeld, dat ik bescheideDiyk de dame, die over
reformkleeding-arlikelen kwam eprekeD, de
vrijheid nam in overweging te geven.
„Wilt gij," zoo sprak ik als deed ik het
deD volkeren ex cathedra kond, „wiltgij
tegen de mode vechten met succes, zorg dan,
dat hetgeen gij wenscht te bereiken mode
wordt. Met neuswijze dagbladartikelen, spora
dische voorbeeld dame» en bonden krijgt ge
niets gedaan. Breng uw bestrijding van de
mode met de daaraan inherente nieuwe stelsels
vun dessous en van de manier om die
niet onderweg te verliezen, van do subsidiaire
baloinen- en princip'.ëele auticorset-thoorieëo,
van de lange lijveD, enzenz., in de mode,
door ton minsle te beginnen met in beeld te
doen zien wat ge wenscht, dessous en
d 0 s s u s, met de patronen er by, de mateD,
al bet overige, zooals De Gracieuze, De Bazar,
Snijders, De Modisteom maar enkele te noe
men, dat doen met betgeen nu nog modes zyn.
Tracht zelfs die teekeningen in geïllustreerde
mode-tydscbrifcen afgedrukt te krijgen on wel
zóó, dat er toiletten worden vertoond voor
onderscheiden categorieën van kleedzaamheid
met betrekking tot het uiterlijk. In de mode
journalen zyn alle facies popperig mooi en
alle vrouwtjes even slank. Heb den moed ook
minder mooie en minder slanke te doen uit
beelden met hetgeen haar past, ja, zelfs een
onkele leeiyke, want, ik aarzel haast het te
zeggen, ook een vrouw kan leeiyk zyn. En
wanneer u daarin geslaagd zyt en de wereld
hapt niet toe, zeg dan maar gerust, dat de
eeuw voor de rtformkleeding cog met is aan
gebroken."
„Vergun my," het bleef deftig en doceerend,
„hieraan toe te voegen, dat u eigenlijk dit
alles wel kunt Dalaten. De menschheid der
centra van bevolking i3 uit de eene kleedy
in do andere gekomen, zonder dat ooit een
bond, een vereeüiging, oen maatschap zich er
mee heeft bsmo9id. Er is nooit gedecreteerd
dit of dat toilet voor dame of heer is afge
schaft, en deze of gene dracht wordt ingevoerd.
In oude tyden werd tegen overdreven weelde
gekeurd; verder werd niet gegaan. En zoo
zyn we zonder bond, om van de nu eindigende
eeuw alléén en van dames alléén te spreken,
door een reeks van elkander hemelsbreed
onderscheiden kleeding-modes gegaan, oDge
merkt van de eene in de andere in-, en van
de andere in de eene uit-wippende, net als
met de ho9deD, de schoenen, de kapsels.
Zonder Crjnoline-iDvoering-Bond kwam do
hoepelrok, en zonder Crinoline-afschaffing-Bond
verdween ze, en de breed opgepofte mouwen
werden in vyf jaar tyds tot scharminkel
lapjes alles zonder dat het plechtig werd
voorgeschroven. Daarom, schaf af uw Bond
of VereemgiDg; by of zy is het beste middel
niets gedaan te krygen van hetgeen go
wenscht."
13 Oct. 1899.
Vor.
koers.
80%
91%
91%
80%
*0%
23%
63
95)$
60%
89%
92
21%
21%
39%
67%
81%
143
605
609
610
330
3S5
101%
401
406
211%
373
874
25
100%
liö
190
149%
101%
169
101%
119
101%
98%
135
101%
172
102%
16
69
11%
99%
836
94
38
86
181
179%
160%
16
45
85%
83%
80
100
80
103
220
87'/,
106
111%
93%
109
67
Koer
heden
80%
91%
91%
80%
£0%
24%
62%
95%
21%
40%
44%
Ö03
100%
408
408
208%
368
Siaatsleenlnflon.
pCL
Ned., Cert Nat. W. 8ohuld 2%
dito ObL dito8
dito Cert dito3
Oostenr., Obl. Pap. Mei,Nov. 5
dito Zilv. Juni/Juli. 5
Portugal, Obl. 1S53-1S84 mot
tiokot l 100 .3
Rusland, Binnenl. 1894. 4
ditol839.bg Rothschild Kb. 625 4
dito Hope Co. 18S9.90 Rb. 625 4
Spanje, Porp. Schuld Buitenl. 4
^arkijo, Gop. Couv. 1. 1890 4
dito Douano ObL 1886. 5
dito Geconv. Loeniüg Serie D
dito dito O
Mexico, Binnenlandsoh. .5
Brazilië, Obl. 1S59. 4
Ind en Fin Ondornemlngeo.
Kolojiialo Bank AanjL
N.-L Uandbk. Aand.
Nod. Handolm. Aand.
Soer. Bonk IL IstA.ObL
TabaJuondernemlngeil.
Amst Döli-Comp. Aand.
dito Certificaten
Areudsbnig Certificaten.
Deli Batavi a-Al pij. Aand.
dito Certificaten
dito Cnltunr-Mpij- Aand.
Deli-Maafsohappjj Aand.
dito Certificaten
d° Longk. C.v.A Nom gar. kap.
Mcdan Tabak-Mpy. Acnd..
Rotterd. Deli-Mpfj. Aand.
Scnembab Mpij. Anndcelen.
dito Cert van Aand.
Fabrieken.
Delft. Dist. Gist- eu S.-Fabr. A.
Electro A&ndoclen.
dito Obligation
N. Vonn. Glasf. en Kolenm. A.
K. N. Beierscb Bierbr. ObL 4
Kon. Mpij. do Schelde ObL 4%
Nod. Gist- Spiritosfabr. A.
dito dito Oblig. 4%
Stoorab.nr, 1 Haantje Aand.
Weater Snikexraffinnd. Aand.
Z.-H. B'.crbr. Hyp. Oblig. 5
Scheepvaart-Maatsch.
Kon. Ned. St b -Mpij Aand.
dito dito Obligatiën 4
Kon. Pakutvaart-Mpjj. Aand.
dito dito Oblig. 4
Kon. West-Ind. Maild. Aand.
dito dito Oblig. 4
Ned. Am er. Stoomv.-Mpij. A.
dito dito ObL 4
Rottord. Lloyd Aandcelen
dito dito Obligation 4
Stoomv.-Mpij. Nederl. Aand.
dito dito Oblig. 5
dito dito dito 4
Stoomv. Zeeland Aand
dito dito dito proL dito
Stoomv. Zeeland Oblig..
Petroleum.
Dordtrcho Potr Mij. Prof. A.
.dito dito Oblig. 4%
Mnatschap „Panolan" Cort. f
Elzaaser Potrol jum-Mpij. A.
Potroloum-Mij „Gaücië A.
Holl. Rum. Potroloum-Mi). A.
Kon. Ned. Mij.t. Ex. Potr. br. A.
dito dito Cort van dito
dito dito Obligation 4%
dito „Moeara Eoim" Aand.
M.t. Ex.01iobr.inTTannovor,A«
Nederl. Potroloum-Mpy. A.
dito Rum. Pctrol.-Mjj. A.
dito Sumatra Palerob. A.
Mijnbouw.
Kwandaog Soemalata
Lebeano Asphalt
NctL-lnd. Expl.
Mijnbouw
Noord Celebes
Mynb. My. „Soomalata" JL
Tjenako SL-Mj).
Diversen.
Mpy. Kraanapoltky Aan A
dito dito Oblig. 4
Wink--M0. „Elgon Hulp" A.
Spoorwegleeningen.
Holl. Uzoron-Spw.-MijAand.
ObL dito
M. t. Expl. v. St Spw. Aand.
ItaliC-, Z.-Ital. Spw Obl. A-H 3
Polen Wars.-Wcenen Rb. 625. 4
RuaL, Balt. Spw. Aand.. .8
Fast Spw.-Mij Aaud. 4
Wetchsol ZEL Aand., .5
Wlndifeawkas Obl. RU 125 .4
Amerika. Atcbieon Top.C.V-A.
Pref. Aand. dito
dito Alg. Hyp. ObL 4
Adjuetm. Öblig 4
Central Paoifio Aand. .4
Denver Rio Grande O. V. A
Erie-Sp.-MIJ Aand-
Chic Erie le Hyp. ObL
Kana City Belt-obares
Loniflv. Naatav- Gert. Aand.
Miaa. Kana. Texaa C.T. L,
Union Pao. O. v. A.
OrogoD Short Lino oblig. 9
Canadian Paoitio C. v. A.
Premteleenlngtn.
NcderL,Stad Amaterd. ƒ109* 9
Tarkyo, Leaning 1870
Spanje, Maand 186S, 3 pet
iiiMccnMg cv.i'eu pao de Coupon-Makelaar
Ocatonr l:, Papier f 20,-ió dito Zilver /2<Jb7%
FranecUe f 47.4) Diverao Ityksmark /6^50 Ruaaen
Goud l.oebdia f L39 3 duo in ZUvoren Boebola
Amerikaanacho Goud DolJara 2.44%
Beleening 4 pCL
20*
20%
62%
62%
96%
9<Y.
36%
85%
20%
20%
13%
liu%
80%
&jy4
12%
12%
*3%
4S%
110
94
-
109%
109%
27
35
35
103
101%
99
135
101%
102%
113
S5
ISO
160
109
111
66%
H>© ware scliixiclige.
De honderden, die de zitting van het ge
rechtshof hadden bygewoond, wachtten met
ongeduld, dat de beraadslaging der jury zou
zyn afgeloopen. Haar oordeel moeet het lot
beslissen van oen jonkman, in wien velen
belang stelden: dokter Herbert Oadson. Ey
en de schilder Albert Musgrave waren van
hun prilste jeugd vrienden geweest. Te zamen
hadden zy gespoeld en gestudeerd, en toen
de maniyke leeftyd was gekomen, waren zy,
zoo mogeiyk, no.g inniger met elkaar verbonden.
Slechts één ding stond tusschen hen beiden,
en dat was de liefde, die zy koesterden voor
Edna Dysart, een jong meisje, waarop ieder,
die haar zag, verliefd werd. Slechts de beide
vrienden mochten zich in baar gunst verheugen,
zonder dat was te bespouren, aan wien van
beiden bet meisje de voorkeur gaf.
0p een morgen verspreidde zich in het
stadje het gerucht, dat de jonge Musgravein
zyn studeervertrek was doodgeschoten. Een
paar schreden van het lyk vond mon op de
tafel een revolver liggen. D:*n kogel, die den
dood had veroorzaakt, vond men in den wand
terug. Hy was van hetzelfde kaliber als de
kogels in de kamer van de revolver. Zoowel
revolver als patronen waren den vorigen dag
door dokter Cadson .gekocht, terwyi men nog
wist, dat hy ten huize van den moordenaar
was geweest op het oogenblik, dat de moord
moest zyn geschied. Al deze feiten stemde
hy ten volle toe, maar toch ontkende hy hard
nekkig zy'n vriend gedood te hebben.
Ten processe was voorts nog gebleken, dat
de beschuldigde Edna Dysart dicht by het
huis was tegengekomen; zy had hem gegroet,
maar by had niet geantwoord. Dit ontkende
Cadson. Men ziet, dat evenwel de bewyzen
overstelpend waren, en toch wachtte de menigte
nog met spanning op het oordeel. De engel
des doods scheen naast den beklaagde te
staan. Daar ging een deur open en plecht
statig namen de twaalf juryleden hun zetels ip.
„Schuldig of niet.8cbuldig?" vroeg de rechter,
wiens stem geen ontroering liet blyken.
„Schuldigl"
Toen den beklaagde werd gevraagd, of hy nog
iets had te zeggen, hief by fier bet hoofd
omboog en met vaste, heldere stem zeide by:
„Nu zyn mfin woorden tevergeefs; maar
eens zullen zy u in de ooren klinken, als ik
in het koude graf Hg. Ik ben onschuldig 1
Niemand zal my geloöven. Ik spreek voor de
toekomst, omdat ik geloof in een wrekende
gerechtigheid, die aan het licht zal brengen
wie de schuldige is. Dan zult gy myn woorden
gedenken. D .n zal Herbert Cadson, die nu
bier staat met het Kaj, steeken op zyn voor
hoofd, omgeven zyp met den stralenkrans van
een martelaar."
Het doodvonnis werd uitgesproken, maar
het werd nauweiyks verstaaa door het gesnik
der talryke vrouwen. Herbert boorde het aan
zonder dat een spier van zyn gelaat vertrok.
Op de laatste woorden: „Moge de Heer genade
hebben met uw ziel," anrwoordde hy met
eerbiedige en vaste stem: „Amen."
Mr. Carter, Herberts advocaat, zat meteen
stapel akton voor zich, toen Edna by hem
werd aangediend. In het eerst herkende hjj
naar niet. H iar mager gelaat, wyd openstaande
oogen, cue grooter leken, doordat zy zoo hol
stonden, en de vastberaden trek rond haar
mond troffen den advocaat. Was dat het
vroolijke, luchthartige schepseltje van een paar
dagen geleden? Zy was jaren ouder geworden.
Hy bood haar een stoel aan, en vroeg bet
doel van haar komst.
„Herbert CadsoD bevryden. Hy is onschuldig,
eu ik weet, wie de misdadiger is."
De advocaat zag haar aan, maar zeide niets.
„Misschien denkt gy wel, dat ik gek ben,"
ging het meisje voort. „Terwijl gy, mannen,
hem hebt beklaagd en u hebt verbaasd, heb
ik, een zwakke vrouw, gewerkt."
„Hebt gy eenig bewys voor uw bewering?"
„Meer dan genoeg I De moordenaar is eerstens
ruim een voet grooter dan Herbert. Hy had
een paar versleten schoenen aan, met eon gat
in een der zolen. Herbert beeft nooit van die
schoenen gehad; de misdadiger droeg een
donkere regenjas, van een byzondere stof,
licht en goedkoop."
,Maar hoe weet gy dat alles?"
,Ik hield Herbert voor onschuldig en myn
gezond verstand zeide my, dat elke misdadiger
een spoor nalaat van zyn misdaad voor hem,
die goed kykt. Daar beeft niemand aan ge
dacht, want de bewyzen waren te overstelpend.
Daar ik den eigenaar van het huis, waar
Herbert woonde, kende, kreeg ik gemakkelyk
tO:SternmiDg om te zoeken. Uren lang was
ik op de plaats, waar de moord is geschied,
zonder eenig succes van het zoeken. Ik vertwy-
felde by na, en ging den tuin in. Daar kwam
eensklaps Fox met iets in zyn bek aandragen.
Hot was een zakdoek met bloedvlekkenMyn
hart stond stil, want ik voelde by intuïtie,
dat ik het begin van den draad had gevonden.
De zakdoek was blykbaar van een vrouw en
droeg het merk „J?. H. No. 4," maar ik wist
nog niet wie de eigenares was. Eensklaps
was het my duidelijk, dat langs den tuin
de moordenaar vertrokken moest zyn. Van
de kamer tot den tuin onderzocht ik met een
loupe elk plekje, deuren, vensters, alle voor
werpen, groot en klein.
Drie dagen lang zocht ik. Myn geheele oogst
waren eon paar draden, die waren blyven
hangen aan een spyker in het kozyn van een
klein raam, benevens één of twee bloeddrup
pels tegen het hout. Beneden in den tuin
vond ik ettelyke voetafdrukstls. Na zeer nauw
keurig de indrukken te hebben nagegaaD,
kwam ik tot de ontdekking, dat zy alle op
één plaats iets bijzonders hadden. Na die
plaats zorgvuldig met een sterk vergrootglas
te hebben bezichtigd, kwam ik tot de over
tuiging, dat dio bijzonderheden moesten ver
oorzaakt zijn door een gat in een der zolen.
Ik had dus verscheidene schakels van ean
keten. Eerst de zakdoek. Ik ging naar Laycock,
den lingerie-winkel, en vroeg of hy ook derge
lijk fijn linnen had. Hy had die stof niet
maar kon ze wel bestelleD, zooals hy voor
juffrouw Harvey had gedaan.
Ik verliet haastig den winkel, mijn hart
klopte van opgewondenheid, want ik had een
nieuw spoor gevonden. P. H. waren de initialen
van Pnscilla Harvey. It ging oogenblikkelyk
naar haar woning. Terwyl ik met haar over
iets onverschilligs zat te praten, veinsde ik
myn zakdoek verloren te hebben en ik kreeg
er oen van haar met het merk P. H. No. 7.
Ik wees or haar op, hoe dwaas het eigeniyk
was zakdoeken uit te leenen, want. dat ik by
ervaring wist, hoe ze nooit werden terug
gegeven, vooral niet door heeren. Of zy dat
ook al niet eens had ondervonden? vroeg ik.
Zy lachte en bloosde, maar zeide slechts eens
een zakdoek aan een heer te hebben gegeven.
Ik kwam gemakkelyk te weten aan wien.
Toen ik dezen naam hoorde, sprong ik op van
verbazing, maar ik had toch kracht geuoeg,
om myzelve te bedwingen.
Ik was dus nu een heel eind op weg, maar
boe zou ik in zyn Jiuis,komen voor de schoenen?
Gy zyt een oud man en kont my en zult
het dus niet erg virifien als ik u zeg, dat ik
wist, dat de misdadiger op my verliefd was;
bovendien kende ik do dame, by wie by in
woonde. Ik ging er dus heen en slaagde boven
alle verwachting, maar ik spaar u alle by-
zonderheden. Genoeg zy, dat ik er de oude
dame toe wist to ^rongeq, my te iRten doen
wfit ik wilde. Ten «lotte gaf ik voor een paar
slobkousen voor haar commensaal te willen
maken, maar daarvoor had ,ik ,een paar maat
schoenen noodig. Hot kostte niet veel moeite
haar te overreden my op zyn kam©r naar
laarzen te laten zoekeo. Ik vond die ik wilde
hebben in eqn hoek van de kleerenkast en
nam zo mode. De maat en het gat in de zool
komen overeen met wat ik in den tuin had
gevonden.
Te gelyk vond ik gelegenheid in de kleeren
kast een stuk van de jas af te knippen, waar
aan de draadjes, cio a3n don spyker bingen,
ontbraken. Slechts één ding moeet nog onder
zocht worden. Ik had gezworen, dat ik Herbert
drie minuten na den moord vlak by het huis
was tegengekomen. Toen ik de overtuiging
had gekregen, dat die ander de moordenaar
was, herinnerde ik mil, dat de maD, dien ik
ontrroat had, my zeer lang was toegeschenen.
Oogenbbkkeïyk dacht ik dus aan een ver
momming en al spoedig kwam ik te weten
van de babbelachtige hospita, dat nog niet
lang geleden „ba?jr meneer" een pak pruiken
en vüjsche baarden had ontvangen.
Zoodis gy weet, heeft Herbert gezworen,
dat by zyn revolver bij Musgrave heeft ge
laten. Daar .behoefde ik dus niet verder naar
te zoeken."
Het meisje zweeg en de advocaat zag met
bewondering Daar haar op.
„Wat gy verteld en waarvan gy de be
wyzen in handen hebt, is meer dan voldoende
om den man in hechtenis te laten nemen.
Wie is by?"
„Dominee Satley."
Mr. Carter sproug van verbazing op, en het
kostte hem moeite zyn ontroering te verbergen.
Oogenblikkelyk evenwel telephoneerde hy naar
de politie en nog .geen twee uur later kwam
een inspecteur met de mededeeling, dat alles
in orde was.
„Heeft hy bekend?"
„Ja, meneer. Ik ging naar Satley's buis,
toen ik hem zag aankomen. Hy bad blykbaar
groote haast en droeg een koffertje. Dit, in
verband gebracht met zijn -ontsteld gelaat,
gaf my de overtuiging, dat hy wist, dat men
hem op het spoor was. Juffrouw Dysart is een
uitstekende detective, maar zy bad ons toch
eerst moeten inlichten, vóór zy die laarzen
wegnam. Daardoor heelt hy de lucht gekregen,
dat het onyeilig voor hem werd. Nu dan, ik
volgde hem en legde myn hand op zyn arm,
toen hij een kaartjo wilde nemen. Ik ried hem
aan het niet te koopoü, daar het geld weg
gegooid zou zyn. Hy werd zoo wit als een
doek. Oogenblikkelyk bekende hy zyn misdaad
en volgde my, mompelend:
„Ik deed het alleen voor haar, alleen om
haar te winnen.""
Drie maanden later werd Satley opgehangen.
Toen Herbert uit de gevangenis thuiskwam,
vond hy zyn kamer versierd met Jfrissche en
welriekende bloemen. Verbaasd vroeg by zicb
af, wie dat gedaan had, maar spoedig wist
hy het, toen by in de geopende deur Edna
zag staan.
KOLONIËN.
BATAVIA, 7—12 September.
(Nederlandsche mail.)
Naar het „Bat NbL" verneemt, was de
pas tot majoor bevorderde en tot geweste-
lyken artillerie-commandant te Atjeh be
noemde kapitein W. Collard by het vertrek
van de laatste boot van Oleh-leh zeer ernstig
ongesteld.
Is de omstandigheid, dat er sedert botref-
fende dien olficier geen telegrammen zyn
ontvangen, wel in staat om aan beterschap
te gelooven, het achynt in elk geval vrjj
zeker, dat de majoor Collard, na herstel, een
tweejarig verlof naar Europa zal behoeven.
Volgens de „Loc." zal dr. Gersen, na
zyn bevordering tot majoor, waarschynljjk
naar Ambon worden overgeplaatst.
De officier van gezondheid 1ste klasse
Winkler, thans op Atjeb, zal waarscbyniyk
optreden als adjudant van den chef over den
geneeskundigen dienst,
Dr. WiDkler is vroeger als luitenant reeds
op het hoofdbureau geweest en nam toen
tevens do betrekking waar van Jetraar aaq
de co.tor-dwajascbool. Hy staat bekend ala
een even kundig als humaan man.
In gewoonlyk wöli gelichte kringen ia
men, zegt de „Loc.", er vry zoki-r van, dat
de inkomstenbelasting voor amttvnaren en
officLrun reeds met 1 Januari 1900 zal Ingaan.
Na aanneming van de Legrooting voor dat
jaar zulKn de staatsdienaren dat wel tot hun
voldoening ontwaren.
Vijf Kota's.
Aan het „B. N." werd geseind:
M e d a n, 6 September: De gemengde com«'
pagnie van het 10de bataljon is 31 Augustus
op haar standplaats in Boven Sidk aangekomen.
Vermoedeiyk zal zy, naar aanleiding van de
gunstige berichten uit de Vyf Kota's, spoedig
na.ar Weltevreden terqgkeeren.
Padang, 6 September: De gewestelyke
militare commandant heeft voorgesteld de
sectie bergartillerie van de V Kota's naar haar
garnizoen en de cavalerie naar Weltevreden
te doen terugkeeren.
150 dwangarbeiders worden afgedankt.
De expeditie zal geleideiyk worden ont
bonden.
Naar men aan het „B. N." mededeelt, kan
de door de V Kota's op te brengen oorlogs
schatting in de verte niet strekken om da
onkosten van de expeditie goed te maken.
Wel is waar zyn slechts geringe bedragen
voor vervoer over zee te betalen (alleen de
genietroepen, de cavalerie, enkele offioieren en
de gemengde compagnie van het 10je bat.),
docu de opvoer van vivres in groote hoeveel
heden en over moeilyke terreinen heeft ont-
zaglyko gejdelyke offers .geëisqht.
En men g' looft, dat de op rengst van d«
waariyk matige oorlogsschatting der arme
bevolking van de V Kota's ,al moellyk ge-»
noeg zal vallen.
Op«tootje9 op Bonka.
De Cbineezen Tjhin Se Njan, Loe A Nam,
Lie A Hie, Bong Tjoog Hin, Li« Kwet Lin,
Foeng Thie Fo, Tham A Sam, Woei Sip Sie,
Lie Ngie Sip., iLiong A. Sam en Tjhauw Thie
Sang, die t4J vounissen van den Landraad te
Muntok van 6 Juli 1899, ter zake yan deel
neming aan een gewapende bende, welke een
aanslag beett gopk-egj, ten doel hebbende
bet brengen van verwoesting, moord en plun
dering in meer dan ééne plaats, itot de straf
des doojs werden veroor .eel-J, zyn t>y arresten
van ihet hoogg rechtshof, met aannaming van
verzachtende omstandigheden, verwezen, de
eerste vyf beklaagden tot 20 jHren uwang-
arbeid in den k«tting en oe zes laatsten-ieuer
tot 15 jaren iQwangaxoeid in den ketting. .{B.-Ad
ATJEH.
Aan liet „B.-N." is van Kotta Radja dd. 11
September geseind:
De gouverneur is met de cavalerie on lsten
dezer van Tardjong Kalainaaf K.wala Simpang
geweest en keerde den 4den,d zer to Edi ti rug.
Do seigant Van Daalen wt-rd licht gewond^
de aanvaller is neergeschoten.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
Verleend: Wegens ziekte een tweejarig
verlof naar Europa, aan den contr°ieur kL
by het binDonl. Bestuur op de bezittingen buiten
Java en Madoera 0. J. Westenberg.
Ontslagen: Eervol uit zyn betrekking, de
ingenieur der 8do kl. bij den waterstaat en's lands
burgeilijke openbare werken M. A. Van Oort.
Tijdelijk gestold: Ter -beschikking van
den directeur der burgerlijke openbare werken,
ten einde dienst te doon als ingenieur 3de kl., de
ambtenaar op wachtgeld M. A. Van Oort voor
in oemd.
T.y d e 1 ij ik werkzaam gesteld: Bij het
departement van financiën, ten einde belast te
worden met bem door den obef van dat depar
tement op te dragen werkzaamheden, de ambte
naar op non-activiteit W. IL H. Snel, laatstelijk
;adjunct-ontvanger bij 's lands kas te Batavia.
Aangesteld: Tot makelaar in alle roerende
goederen te Batavia F. L. Isasca.
Ontslagen: Eervol uit 's lands dienst, de
.ambtenaar op wachtgeld L. Guerin, laatsteliik
schout voor de politie te Soerakarta.
Bij den waterstaat en 's lands B. O. W.
O v e r g e p 1 a a t s tNaar de res. Cheribtn de
opzichter 3de kl. E. W. Bitterberg.
Ter beschikking gesteld: Van den
chef der irrigatie-afdoelmg Brautas de benoemde
opzichter 3de kl. G. A. A. Theuvonqt.
Benoemd: Tot assistent-resident van Magetar
[Madioen], de assistent resident van Poerbolinggo
[Banjoi-mas] H. E. B. Schmalhausen.
Tij do lyk belast: Met het go ven van onder
wijs in do Engelsche taal- en letterkunde en de
geschiedenis bij de hoogere burgerschool voor
meisjes te Batavia, mej. M. S. Stioband.
Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java.
Benoemd: Tot onderopzichter 1ste kl. de
tijdelijke onderopz. lsto kl. R. F. M. Hartman.
Bij de in- en uitvoerrechten on accynzen
Werkzaam gestold: Als ontvanger op
ƒ150 's maands, de ambtenaar H. J. Th. A. Potiger;
als commies op ƒ150 's maands de ambtenaar
M. A. Jansen.
Benoemd: Tot tijdelijk opziener W. T. Van
Campen, thans particulier.
Geplaatst: Te Tandjong Bringin (Sumatra's
Oostkust) Pottgor, te Soerabaia Jansen, en 10
Semarang Van Uhampen vd.
Overgeplaatst: Van Semarang naar Pama-
noekan (Erawang) de opziener W. J. Oostenbroek.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Veneend:
een maand verlof wogens ziekte.^ naar Ujokdja-
karta aan den kapitein bij het 7de bataljon A,
Klontjenaar Grabak aaD den kapitein by het
7de bataljon J. Moolenburgh.
Overgeplaatst. Van Semarang naar Batavia
de dirigeerend off. van gez. lete kl. dr. P. A.
Platteouw; van Amboina naar Semarang de diri
geerend off. van gez. 1ste kl. J. A. B. MasthofF;
van ücnekoelen naar Gombong de off. van gez.
2de kl. L J. Crooy; van Malang naar Bengalis
de off. van gez. 2de kL Th. Amsschot; van Gom
bong naar Batavia de off. van gez. 2de kL dr. J.
B. Persenaire.
Opgedragen: Aan de voor den tijd van vyr
jaren bij het Indische leger gedetacheerde We
luitenants der inf. van het Nederlandsche leger:
F. W. H. H. Van Straaten en J. A. L. M. Struu.ea
naar Nederland terug te keeren met een stoom»
schip, dat respect ievelijk vóór of op 8 en 15 Novem
ber 1899 van Padang derwaarts vertrekt
Geplaatst: Bij het hoofdbureau van ilea
generalen staf, de kapitein van den generalen
staf J. B. Snepvangers.