N". 12161 Maandag 16 October. A®. 1899 gousant wordt dagelijksmet uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Leiden, 14 October. Feuilleton. Uit de Aostralischc goudvelden. LEIDSCH PUIJS DEZEB GOUEAHTi C Voor Lelden per S maanden. Franco per postr Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05, PRUS DER ADVTTR'l' V. N'l'l KW^ Van 1 —6 regels l.Oö. ledore regel meer f 0.17£. Grootero, lettere naar plaatsruimte -» Voor het mcasseeron buiten de stad wordt f 0.06 berekend. Ofüolöelo Een nlsgeylngen. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Oproeping tot den werkellJken dienst. De Burgemeeeter der genronie Leiden brengt bij dezo ter kennis van den mil.oien-verlofganger HENDBIK STOUTEN, loteliDg van de lichtiDg van 1895, nit de gemeente Leiden, beboorende tot bet 2de bataljon, 4de regiment Infant rie, dat hy, wegens oveitrediug van art. 133 dor Miliiitwet uit kracht van art. 13 7 dier wet tot den werkelijken dionet opgeroepen, op Maandag den 23sten October aanstaande, des namiddags vóór vier uren, in un form gokleod m voorzien van zijn verlofpas en zakboekje, a'emede van al de doorhem by ziji vertrek met groot verlof med< genomen voor werpen van kleedmg en uitmeting, bij zyn corps, in garnizoen te Leidon. tegenwoordig moet zy ten ein-le tot den werie'ijkcn dienst over te gaan en gtdortndo den tijd van éón maand in werkelyken dienst t-) worden gebonden. Den bedoelden verlofganger wordt er met nadruk op geweztn, dat deze openbare kennisgeving reebtons voldoende is on hem dorh&lve, bij niet opkomst O-der de wapeneD, in verzuim stelt. Leiden, De Burgemeester voornoemd, Oo 139 9. F. WAS. D. De Engelsche mail wordt hedenavond alhier verwacht. Ter vervulling der vacature van latraar in de oude talen en in de Romeinsche anti quiteiten aan het Stedeiyk Gymnasium te Amsterdam, ontstaan door het overladen van dr. W. C. N. Bollaan, worden aanbevolen: dr. J. J. G. Yürtheim, te Leiden, en dr. J. L. Liezenberg, leeraar aan het Gymnasium te .Schiedam. Te '6-Gravenhage is een dilettanten- opera-vereeniging opgericht voor de opvoering van Duitsche opera's. Zy staat ondtr leiding van den heer Arnold Spoel. In den toestand van mevrouw Beersmans komt volgens de „N. R. C." geen ver andering. Do geneesheer ziet geen levens gevaar. Of de zieke echter ooit geheel her stellen zal, is een andere vraag. Men hoopt, dat zy binnenkort naar Brussel zal kunnen vervoerd worden. Te Delft is op 60 jarigen leeftyd over leden ds. C. J. I. Engelbrecht, sinds 1869 predikant by de Geref. kerken, laatstelijk by die te Delftshaven. Op het viertal voor predikant by de Ned.-Herv. Gem. te Middelburg komt voor ds. J. Draaisma, te Steenwyk. Onderhandelingen wordon gevoerd over het huren door het Ryk van het uitgebreide pand in het Westeindo te's-Gravenhage, waar vroeger do bureelen en de drukkery van het „H. Dagblad" gevestigd waren. Het zou dan worden ingericht voor het personeel, belast met de behandeling en verwerking der opgaven van de 10-jarige algemeene volkstelling, die in 1900 voor het eerst zal geschieden onder toezicht van de centrale commissie voor de statistiek. Do Commissie voor de Galery van Por tretten van Nederlandsche Tooneelkunstenaars in den Stadsschouwburg te Amsterdam heeft der gemeente aangeboden het door den h=ir H. A. Sangster geschilderde en voor het be oogde doel haar ter beschikking gestelde por tret van wyien mevrouw Christine Stoetz. Gistermorgen te ongeveer zeven uren werd uit het St.-Andreas gesticht te Utrecht het stoffciyk overschot van wylen professor H. A. Van Spanje naar Ry6ent»urg over gebracht, alwaar, nadat aldaar in de kapel van het seminarie een plechtige uitvaart dienst was opgedragen, de ter aarde-bestelling plaats had. De heer Conrad aanvaardt 4 November e. k. een reis naar Egypte, om den stand van de werkzaamheden aan het Suez-kanaal in oogenschouw te nemen en bouwstoffen te verzamelen ter voltooiing van een belangrijk werk over dat kanaal, dat by sinds eonigen tyd onder handen heeft. Da volgende week vertrekt de heer Conrad naar Parys, ter by woning van de jaarvergade ring der commissie voor bet Suez kanaal. (D). Op de alphabetische aanbevelingslyst voor kantonrechter te Harderwyk zyn geplatst: mrs. R. F. C. H. baron Bentinck van Schoon- beeten, advocaat te Zwolle; W. M. Yan Haaften, griffier by het kantongerecht te Sliedrecht; J. A. G. baron De Yos van Steen wyk, griffier by het kantongerecht te Zalt- Bommel. Te 's-GraveDhage is aangekomen mr. Van Weideren baron Rengers, gezantschaps secretaris der Nederlanden te Parys. Het stoomschip „Iris", van Pitea naar Amsterdam, passeerde 13 Oct. Brunsbüttel; de „Priam", van Amsterdam en Liverpool naar Java, passeerdo 13 Oct. Perim; de „O.ngaran" vertrok 13 Oct. van Padang naar Rotterdam; de „Polyphemus" arriveer jo 10 Oct. van Amsterdam en Liverpool te Batavia; de „Spaamdam", van Rotteroam naar Nieuw- Yorkr passeerde 13 Oct. Prawlepoint. Bodegraven. De sociöteit „Concordia", albier, heeft een kolfwedstryd onder do leden gehouden, die twee avonden heeft geduurd. Na een vinnigen 6tryd werd de eerste prys behaald door de hoeren H. Le Coultre en F. A. De Favauge. De tweede prys werd gewonnen door de heeren J. A. Gbesel Grothe en A. Okkerse Sr. Tevens hebben de leden van de sociëteit „Amicitia" alhier, in het hotel „Yan Haaften" een onderlingen kolf- en biljartwedstryd ge houden. BeiJe wedetryden waren zeer ge animeerd. By het kolven werd de 1ste prys behaald door den heer P. Goebel, de 2 ie prys door den heer C. Saton en do 3de prys door de heeren G. Van Haaften en L. G. Veldt. By den biljartwedstryd werd de heer C. Ubert winnaar van den eersten en de heer P. Goebel winnaar van den tweeden prys. Het 6cbynt, dat de Haagsche architect Eshuys, al beeft by van onzen gemeenteraad nul op het request gehad, om subsidie te verkrygen voor den aanleg van nieuwe straten, zyn bouwplannen albier nog niet geheel laat varen. De onderhandelingen, ten minste van den architect, met de verschillende terrein- verkoopers zyn nog niet afgesprongen; de -->r Eshuys heeft weder verlenging va-i tyu gevraagd. Donderdag 19 Oct a. s, des morgens te 10 ureD, zullen beproefd worden de brandblusch- midJelen van de Wierlckerschans, coor de dienstplichtigen, behoorende by spuit Y. Hazerswoude. Uit goede bron hebben we vernomen, dat hoogstwaarschyniyk eerstdaags zal worden overgegaan tot het bouwen van een Kutholieko Zusterschool, in de nabyheid van de R.-K. kerk, gewooniyk genaamd „Het Zwaantje". Katwjjk. Het voorbereidend militair onder richt zal in deze gemeente plaats hebben iederen Dinsdag en Donderdag van 6'/2 tot 81/, uur '8 nam. en Dinsdag 17 October a. s aanvangen. Gistermorgen is van de hariogvisschery teruggekeerd oe bomschuit „Marinus Bastiaan K. W. 44", schipper J. Groen, van den reeder L. Parlevliet, met 130 kantjes vangst en Vcriivan 12 netten. By de gisteren gehouden aanbesteding voor bet nummereQ der woningen te Katwyk- aan-Zee is h-1 laagst ingeschreven door den heer P. Schuitemaker aldaar, aan wie de werkzaamheden zyn opgedragen. Leiderdorp. Naar men uit goede bron ver neemt, zyn de eerste stappen gedaan door den beer Tbyssen, arts albier, om ook zyn patiënten te ooen deelen in de voordeelen van het ondersteuningsfonds „Een goed ver bom," dat zich ten coel stelt zbken en herstellenaen, alsook kraamvrouwen, ver sterkende middelen te verstrekken. Zooals men gelezen heeft deze week, is dit een ver- eeniging van de arbeidende klasse, die zich- zelve zoekt te helpen door een wekelyksche tydrage, maar ook dringend den steun' be hoeft van welgezinden. Lisserbroek. Voor het vogels :hieten by P. Kaptyn waren 29 deelnemers opgekomen. De pryzen werden als volgt behaald: lste vogel: W. Van Dyk, van Lisse, de romp; A. Yan der Voort, van Alkemade, lste vleugel; J. Tromp, van Schoten, 2de vleugel; C. Wassenaar, van Noordwyk, de kop; J. Van der Lans, van Noordwykerhout, de staart; L. Van der Lans, van Zoeterwoude, de vlag. 2de vogel: J. Van der Lans, van Noord wykerhout, de romp; L Zuiderduin, vsn Noord wyk, lste vleugel; C. Wassenaar, idem, 2de vleugel; P. Zweerts, van Schoten, de kop; A. Van der Geest, van Alkemade, de staart, en J. Bakker, van Schoten, de vlag. 3de vogel: J. Bakker, van SchoteD, de romp; P. Zweerts, van Schoten, lste vleugel; H. Kroon, van Lisserbroek, de vlag; J. De Brinken, van Bloemendaal, 2de vleugel; A. Yan der Voort, van Alkemade, de staart, en J. De Brinken, van Bloemendaal, de kop. Onder een vroolyke stemming liep alles in de beste orde af. Lisse. Uitslag der loting voor dezo go- meente: 1 J. Kops, gebr., 2 C. Elferiüg, 3 C. v. d. Zaal, 4 P. J. Van Zeist, gebr., 5 M. v. d. Vlugt, B.-d., 6 H. J. Dubbis, 7 P. Romein, 8 C. Van Voorst, 9 H. P. J. De Meulder, 10 J. Hoogkamer, B.-d.f 11 N. Langelaan, -J J. Di Jong, B.-d., 13 J. Tioboel, B.-d., 14 P. C. Meiman, 15 C. W. Kaak, B.-d., 16 J. Grimbergen, 17 J. B. Maat, 18 R. C. H. Tromp, 19 J. Faas, 20 J. Van Dyk, gebr., 21 T. Snaar, gebr., 22 S. H. Slootoeek, 23 W. Sprengers, 24 G. W. Leembruggen, in dienst by het reservekader, 25 J. P. v. d. Hulst, 26 C. Faas, 27 P. De Vries, B.-d., 28 A. v. d. Vlugt, gebr., 29 B. Beroee, 30 P. J. Van Beek. Het vermoedelyk aantal te leveren man schappen zal bedragen 7, waarvoor No. 24 in min .eriog komt. Er zouden dus nog zes nommers worden opgeroepen. Worden nom mers 1 en 4, die gebreken hebben opgegeven, goedgekeurd, dan zou No. 8 nog vry kunnen zyn; wordt daarentegen óón hunner öf beiden afgekeurd, dan zoulen voor hen invallen de nommers 8 en 9. De uitslag der albier gehouden wieler- wedstryden was als volgt: Wedstryd met lange pypen: lste prys, meerschuimen sigarenpyp, J. v. d. MeyJzn.— 2de prys, idem, S. Van Ruiten. 3de prys, iiem, G. B'okbuis. Wedstryd met hindernissen: lste prys, acytehenlantaarn, L. Van der Mey. 2de prys signaalhoorn, J. Van der Mey Gz. 3de prys, al'-um, S Van Ruiten. Ringsteken: lste prys, signaalhoorn, G. Van der Zaal. 2de prys inktstel, L. Van der Mey. 3de prys, voetpomp, G. Blokhuis. Noordwykerhout. Een stukje dorpsgeschie denis. Zy was etne, waarop van toepassing is: wie zonder zond-n is, werpe den eersten steen op haar, en h y was een kluizenaar, doch geen arme. Hun woningen, waaraan de tand des tyds zichtbaar heeft geknaagd, zyn slechts gescheiJen door die van een traaf echtpaar, dat zichzelf blykbaar de edele taak had opgelegd, haar voor verdere duikelingen te behoeden. Zy was arm aan aardsche goedereD, doch ryk aan gezonde spruiten, wier monden, nooit vragensmoe, haar noodzaakten er op uit te gaan. Zy was niet traag en gelukkig zyn de harten van dorpelingen niet zoo steenachtig, als uit het 6trenge oordeel, dat zy meestal vellen, zou mogen worden afgeleid. Zy had werkbuizen, „benaalde en bestopte" menigeen, die vrouweiyke hulp r.oodighad, en hieronder behoorde ook de kluizenaar. Des Zaterdags avonds lag zyn scboone pluoje klaar on zelf ging z y ze h e m brengen. Het was slechts een paar stappeD. Hy bad dan een „bakje" klaar en onder gezellig „gepros" scheen een uurtje slechts een kwartiertje. Maar juist daarin schuilde naar de rneoning van het brave echtpaar voor do toekomstige deugd van haar een bestendig gevaar. Om maatregelen te kunnen nemen, dat intyds te keeren, moest men noodzakelyk met eigen oogen aanschouwen, wat toch de oorziak was van dis large visite. De vrouwe iyke helft van het brave echtpaar haalde dus een emmer water, daar de put was gelegen by het verlichte raam van de kluis, en de mogelykheid bestond, dat dit haar edele weetgierigheid bevredigde. Niet echter wordt steeds beschikt als werd gewikt. De kluizenair, gerucht boorende tn h6t gevaar beseffende, trad Daar buiten, wist, niet tegenstaande de duisternis, al spoedig de mot de edelste bedoelingen spionneerenie vrouw te vinden en diende haar heel prozaïsch eeo paar flinke oorvygen toe. Het 1 waai, dat oe arme martelares daarop maakte, is met geen pen te beschryviD. Uit het gillen, schreeuwen, kermen, kryschen behield bet geroep om haar braven wederhelft den boventoon en deze liet zich niet lang wachten. Na zich uit loutere menschlievendhdd te hebben gewapend met een zwaren soldeerbout, stoof by op den kluizenaar af. De bezem steel, waarmedo deze hem ontving, trak met den eersten slag op de verpereoonlykte braaf heid in tweeën en nu werd op zyn beurt de kluizenaar met den soldeerbout zoodanig „ge- juuna", dat hy het moest afleggen. Er was intusschen heelwnt pu'liek ge komen en het lawaai werd er Diet mioder op; en ty zooveel onschuld en zooveel braafheid kan men zich alle n veroazen over zooveel uitdrukkingen, die van het tegendeel getuigden: wat 'n etroomen vuil water uit zulke scboone goten 1 D 3 politie wist ten langen leste de kampvechters te scheidon, maar het oorlogsvuur is nog steels smeu lende In die buurt. Tot de aanbesteding van het afbreken en her* ouwen van het café „Het Zwaantje" van mejuffrouw de wed. Brama, in bet Dorp alhier, waren de hier gevestigde aannemers uitgenoodigd. Hun inscbryvingen waren als volgt: N. C. v. d. Zalm ƒ3683, A. v. Dyk Zoon 3780, P. v. d. Bosch ƒ4595. Aan den laagsten inschryver is het werk gegund. Bynsburg. Gisteren had het zoontje van Fl. v. Duyn het ongeluk in den Vliot te vallen. Het knaapje had weer het onveilige terrein van een vastliggende vlet als speel plaats gekozen. Gelukkig zag G. Do Leeuw Rz. zyn benar-Jen toestand en wist hem spoedig op vasteren bodem te breDgen. Tcr-Aur. De begrooting van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het cienst- jaar 1900 is door den Raai vastgesteld op een ontvangst van 9426.43 en een geiyk bedrag in uitgaaf. De koaten van het onderwys zyn voorga- dragen op 2535, van het armwezen op 905 en openbare veiligheid en brandweer op 783. De kosten v?n het huishouüeiyk bestuur zyn geraamd op 2075. Waddings veen. Alhier is de algemeeno vergadering van leden en contribuanten ge houden van het Nourrissefonds, onder voor zitterschap van ds Van der Pot. Nadat de secretaris een verslag had uitgebracht van den toestand der Voreeniging, weri tot] be stuurslid herkozen de heer H. Alblas. De rekening over het toekjaar 1898/99 sloot met een voorieelig saldo van 39,09s, da*r de ontvangsten ƒ311 en de uitgaven 271.90* bedragen. Tot leden der financiële commissie werden opnieuw de heeren Regt en Van der Weerd benoemd. SM) H« bleef eenige uren weg. Toen hy terug kwam, was by geheel veranderd. Hy had zich met een witte aarde bestreken, waar door by eenigszin8 licht afgaf. Intusschen was de maan ondergegaan. De legervuren glommen nog. De wilden, door bun lange tochten vermoeid, sliepen vast. Tom had van zyn mantel van opossum- vellen een zak gemaakt en hem met woeatyn- zand gevuld, waarmede hy, zich gearuischloos tusschen do mannen bewegend, de vuren bluschte. Toen hy daarmede gereed was, begaf hy zich naar den waterpoel, stilde eindelyk met onbescbryflyk genot zyn hevigen dorst en kroop er toen geheel in, zoodat alleen zyn hoofd er nog uitstak. In zyn kroezig haar had hy schelpen gevlochten. De witte aarde had by met het vet van een kaDgoeroe, door de wilden gedood, bestreken, waardoor het water ze niet wegspoelde. Zyn wapens had hy in de nabyheid verborgen, om niet geheel weerloos te zyn. Toen hy met alles gereed was, stiet hy plotseling een afgryseiyk, lang aangehouden gehuil uit, dat zyn uitwerking niet miste, want alle wilden werden wakker en begaven zich naar de bron, van waar thans jammeriyko klaagtonen klonken. Nieuwsgierig verdrongen zy zich om de bron, toen plotseling de witte lichtende gestalte zich boven den rand verhief en de armen naar hen uitstak. Met een luiden kreet snelden zy weg. „Bad manl Bad manl" klonk het van alle kanton en in een oogenblik waren ze ver dwenen. Tom vervolgde hen met een woest gebrul, tot hy een ouden man, die niet spoedig genoeg kon vluchten, te pakken kreeg. De vrees snoerde den oude de keel dicht. Tom droeg hem naar de bron terug en bond hem daar handen en voeten vast. „Ik ben werkeiyk degene, die zy in my meenen te zieD," zeide hy waarschuwend, „en ik zal met je in het water afdaleö, wanneer je me niet eeriyk antwoord geeft op de vragen, die ik tot je richt. Als je liegt, is je leven er mee gemoeid. Je gaat mee naar beneden en Dimmer kom je in het land der witte mannen." Deze bedreiging met het verlies van de eeuwige zaligheid der Australische negers verschrikte den oude nog meer dan de dood in het water. „Vraag my, machtige geest, vraag my," zeide hy tandenklapperend. Nu begon Tom, voortdurend met holle stem sprekend, een scherp verhoor betreffende het verbiyf der witte mannen, die langen, langen tyd geleden jaren waren by deze wilden onbekend de mynen onder aan den berg hadden bewerkt. „Van twee hunner verbleeken de beenderen in de zon," zeide de oude. „De derde man ontkwam ons helaas; de paarden waren te flink en hy was zwaar gewapend. Vyf van ons betaalden den overval met hun leven." Uit zyn verdere mededeelingen bleek, dat men den eindelyk vertrekkenden goudzoekers een hinderlaag had gelegd, waar men hen met een sterke macht had overvallen en twee hunner door speerworpen van het paard had geworpen. De derde man had evenwel oen geducht gebruik van zyn vuurwapens ge maakt en vyf hunner in het zand doen byten. In de daardoor ontstane verwarring had by de beide paarden gegrepen en was weggerend. Ook de aanvallers hadden de vlucht genomen. „Waren de paarden beladen?" vroeg Tom. „Zeker waren zy dat, alledrie," antwoordde de oude. „Ieder paard droeg een grooten, zwaren zak met gouden steenen, waarnaar zy gezocht hadden en die zy vóór hun vertrek hadden verdeeld." Tom knikte voldaan. „En zoudt ge den geredden man herken nen?" vroeg hy verder. „Zoolang ik leef," verzekerde do ander. „Toon my hem. Onder honderden herken ik hem. Hy heeft myn eenigen zoon dood geschoten. Stel my in de gelegenheid myn mes in zyn hart te stooten en ik volg u vrywillig om in het water den dood te drfnkeD." „Nou, oude sinjeur, daarover zullen we het later wel eens hebben," lachte Tom, thans uit zyn rol vallende. „Je moet nameiyk weteD, dat ik volstrekt geen geest ben, maar een gewone wilde als jy, bovendien een zwarte spion in dienst van de politie der blanken. Wy zullen aanstonds een lange wandeling met elkander ondernemen, evenwel niet naar het sombere doodenryk, maar naar het ryk der levenden. Als je nu verder ook de waarheid zegt, zal je geen haar gekrenkt worden integendeel zal men je met ryke geschenken naar je stam terugzenden. Als je het evenwel waagt een leugen te debiteerec, dan is de naa&tbyzynde boom je galg." Tom ging daarop naar het water, gaf ook zyn gevangene nog eens te drinken, nam zyn wapens op, maakte de banden van den oude los en gelastte hem vóór hem uit te gaan in de richting, die hy hem aanwees. By de eerste pogiDg tot ontvluchting beloofde hy hem een speerworp ia don rug. De bedrogen oude was over deze wandeling allesbehalve best te spreken, maar begreep zich te moeten onderwerpen en schikte zich ten slotte er in, in het vooruitzicht van de heerlykheden, die hem in den vorm van tabak, enz. wachtteD, voornameiyk evenwel in de hoop den moordenaar van zyn zoon gestraft te zien. Zoo begon de lange, vermoeiende wande ling naar de eerste nederzetting. De zon deed al spoedig by Tom haar dienst, daar zy hem in de gelegenheid stelde de met vet vermengde witte verf van zyn gezicht te vorwydoron. Op het eerste politiestation dat zy na een wandeling van vier dagen bereikten maakte hy van zyn ervaringen rapport op en zoodra hy een depeche aan den chef van de politie te Melbourne had gezonden, vertrok hy, thans weder tot Europeaan gemetamor- pboaeerd, van geld en geleidbrieven voorzien, met zyn gevangene eveneens naar Mel bourne. Een gedeelte werd met een gewoon rytuig afgelegd. Op het naaet byzynde spoor wegstation wachtte Spriggs hem reeds vol ongeduld. Dat was een vrooiyk wederzien, want de ander had ten opzichte van Norton wolnig kunnen uitrichten en begon zich reeds ge ducht bezorgd te maken over den afloop der ondorneming. Er was geen twyfel aan: Norton had zich van het eigendom der in den stryd met de wilden gevallon makkers meester gemaakt en omtrent hun lot het stilzwygen bewaard. Zoo ten minste dacht Spriggs er over. „Dat is wel waarschynlyk," meende Tom, „maar moeilyk te bowyzeD. Wanneer Norton alles heet liegen, kunnen wy hom niets maken, want het getuigonis van dozen ouden kerel beeft voor het gerecht geen waarde." „Je hebt geiyk," antwoordde do ander, „maar „Halt, een idee!" riep de ander. „We zullen er nog by zeggen: „Je hebt je makkere zelf vermoord." In zyn verwarring zal h\J ant woorden: „Gedood niet." En dan voegeD wy er onmiddeliyk by, van zyn halvo bekentenis gebruik makend: „Maar wél beroofd." „Tom, je bent een kerel om te omholzon, lachte do sergeant. „Maar je moet je eerst wit laten wasschon," voegde hy er by. Op Spriggs' aanwyzing was Norton intug-< schen voortdurend in het gehoim nagogaan. Hy vermoedde niets, on om de verrassing des te beter te doen gelukken, trad Spriggs op zekeren dag midden in de drukte op de Bjiira

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 13