Stads-Gehoorzaal A*. 1899 Qeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. ï)It nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad, Vrtfdag 29 September. Leiden, 27 September. N#. 12146 Donderdag; 3® September. D. PBUB DEZEB COUBANTi Toor Ledden per 8 maanden. I.HX (Franco per poet |.4(X Aizonderiyke Nommer» f 0.0ft. FRUS DEB A£> VERTEN TLÜN i VaD 1-0 regois I 05. leder© regel meer f 0.]7£. - Groots® lettere aaar plaatsruimte - Voor het In casseer eo bal ten de wordt f 0.05 berekend Het volledige programma voor aanstaanden Vrijdag is aldus vastgesteld: Ho. 1. Hoch- und Deutachmeiater-Mftrsch. v. Ziebrer. 2. Mimoaon-Walzer (Op. Th® Geyah®). Jouea. 8. Optreden van het Weonerlnnen-Ensemblo (zang en dans). 4. Da guter Himmolrater, Viooleoio. Calin Udila. 6. Optreden van bet Baaeieoh Dana-Eneemble .Alexandrows". C. Teohniker-Blut, Polka fran^aia v. Komzak. Ho. 7. 8. 9. to. ii. li PATJSE. Optreden van het Woenerinnen-Ensemblo (zang en dans). DoDanwelleD, Walzer Ivanovici. Optredon van .Die Peether öcbwalben", in hnnne Yecht-evolutiën. Internationale Potpourri, Solo voor Pan fluit. Aodré Dragan. Optreden van het Weenerinnen-Ensemblt (zang en dans). Badetaky-MarschStranea. Nos. 1, 2, 4, 6, 8, 10, 12 zullen uit gevoerd worden door de Rumeensche Magnaten- Kapel CULIN UDILA. Zooals onze lezers dus hunnen zien, zal het aan afwisseling niet ontbreken. De Rumeensche Magnaten-kapel zal eenige toncertnummera uitvoeren, terwijl het Weene- Tinnen-gezelschap met den vrooiyken zang 'en dans, door do aardige -kostuums, die telkenmale verwisseld worden, en het gracieuze optreden zeer zeker byval zal vinden. Een goeden indruk krygt men reeds van dit achttal dames, wanneer men de photo's in onze vestibule bezichtigt, waardoor men tevens een denkbeeld krygt op welke wyze zy optreden. Hedenmiddag aanvaardde de nieuwbenoemde hoogleeraar by de rechtsgeleerde faculteit aan de universiteit alhier, mr. A. C. Visser, zyn ambt met het houden eener rede in het groot auditorium dor academie over: ,Suel m goodkoop recht." Was reeds voor vele eeuwen, zoo begon ■spr., de omvang van het privaatrecht zeer "belangryk, beschaving en verkeersmiddelen en de maatechappeiyke vervorming eischten jgedurig herziening van het bestaande of toe voeging. van nieuwe deelen. Dat was meest feet werk van juristen. Toch moet de invloed der maatschappy op de ontwikkeling van het Techt niet onderschat worden. De juristen jworden door die kracht van buiten tot regeling van nieuwe stof en tot het in overeenstemming "brengen van het bestaande met nieuwe maat echappeiyke verhoudingen gedrongen. Vandaar idat belangstelling van de zyde der maat schappy wordt geëischt, die, helaasl voor het 'privaatrecht meestal ontbreekt. Van het besef, dat een goede rechtspleging fevengoed een vereischte is als verbetering van verkeersmiddelen enz., van lust om Vruchten te plukken van den arbeid der Staats commissie tot herziening van het B. W. viel weinig op te merken; aan verbetering van <3e lage bezoldigingen van de leden der rechter- iyke macht werd niet gedacht, zoodat velen Idaarbuiten een bestaan moesten zoeken; en Taan de academiën wordt veel meer studie •Van het publieke dan van het privaatrecht gemaakt, zoo geheel in stryd met hetgeen de maatschappy van den a. s. rechtsgeleerde zal eischen, terwyi de 20ste eeuw in dezen juist 'groote eischen zal stellen. I Een lichtzijde ia de in de laatste jaren steeds dringender geworden oisch van snel fen goedkoop recht. De eisch is onbestemd, maar de hoofdfout moet in het procesrecht worden gezocht. De maatschappy heeft, zooals een Utrechtsch ambtgenoot onlaDgs ook uitsprak, meer be- jlang by een goed Wetboek van Strafvordering dan by een goed Strafwetboek, j Immers, do gebrekkige regeling van het procesrecht werkt nadeelig op de ontwikkeling Van het privaatrecht; vandaar dat verbetering (Van procesrecht, waarop de maatschappy moet blyven aandringen, de taak is, waaraan weten schap en practyk beide haar beste krachten moeten wyden, om daarvoor de middelen 'te Vinden. Practyk - heeft zy schuld aan het min gunstige oordeel over ons procesrecht uitge sproken, of hebben de advocaten van het wapen der wet een minder goed gebruik gemaakt^ In verband met de behandeling van de wet- Hartogh houdt spr. den advocatenstand hoog is het den cliënt om zyn overwinning, niet om de overwinning van het recht te doen, het is don advocaat niet euvel te duiden, dat hy zich, waar de wetgever kleine middelen daartoe in grooten getale beschikbaar stelt, daarvan bedient. Daarby komt do stryd om het bestaan, die zoo licht verleidt om processen te rekken; zoodat den advocatenstand geen andere ge breken aankleven, dan die het gevolg zyn van de wetgeving, welke door hem wordt toegepast. Het maatschappeiyk belang en de goede naam, dien de natie by het buitenland bezit, zyn meer betrokken by den snellen en goeden afloop van processen tot geldinning en van de executiën, waartoe die aanleiding geven, dan by groote gedingen over belangryke rechts- quaestiën. Goedkoop recht kan nimmer worden ver kregen ten koste van het honorarium van den advocaat, dat al niet schitterend is ver geleken by wat voor anderen arbeid betaald wordt, en waarop, wil men een kundige, ijverige, rechtschapen advocatie behouden, niet beknibbeld mag worden. Goedkooper recht kan alleen verkregen worden door afschaffing van belastingen en door vereenvoudiging der procedure en executie. Daarop toont spreker aan, dat zegel- en registratiewetgeving ons recht duurder en slechter maken, terwyi recht een der eerste levensbehoeften is en goed recht levensvoor waarde voor den Staat zoowel als voor den individu. Na dit een en ander nader te hebben aangetoond, zegt spr., dat voor de vervorming van ons procesrecht nog oneindig meer wordt vereischfc, Hy spreekt over de zwakke positie van den eischer, waar de sympathie van de onna- deükenden meestal is aan de zjjde van den gedaagde. Aan de wordingsgeschiedenis onzer nieuwste wetten zyn tal van voorbeelden te ontleenen, dat de natie, zooals zy spreekt door haar Vertegenwoordiging,uitermate vrees achtig is om de positie van den eischer te versterken. Een en ander wordt nader aan gewezen met het oog op de Faillissementswet. Ook de wet-Hartogh en de behandeling daarvan wettigen de vrees, dat de hervormer van ons procesrecht met groote moeiiykheden zal te kampen hebben. Heeft die wet ver- botering aangebracht door minder gewenschte praktijken te beteugelen, het is nog niet de ingrijpende verbetering, die wy behoeven. Het is bedenkeiyk, meent spr., dat de heer Hartogh in het ontwerp van 1865 het voorbeeld biyft zien, dat nog op dit oogenblik navolging ver dient. Waar de heer Hartogh het bereikbare boven het ideale gesteld heeft, hoe kon by dan zeggen, dat het systeem den toets kon door staan Na daarover nog oen en ander gezegd te hebben, vraagt spr: welke verbeteringen ik dan op het oog heb? Spr. wou de voorkeur geven aan wyziging van het Wetboek. Het is niet raadzaam om den stryd over het rol- proces te heropenen. Er is voor en tegen, doch andere methoden zyn niet minder vlekkeloos. Over inhoud der dagvaarding en de wyze, waarop' zy aan party wordt uitgebracht; over het hoofdbezwaar, den inhoud van de conclusie van antwoord in verband met het bewys, over splitsing der verdediging van den gedaagde zet de hoogleeraar zyn gevoelens nader uiteen en meent, dat in dezen wel de omvang van het proces zou kunnen worden verminderd. Ons art. 134 B. R., zegt hy, maakt het proces tot een schaakspel, waarby geen stuk mag worden teruggenomen dat moet verdwijnen. Eindelijk spreekt hy nog over het groote tydverlies, dat de plei dooien en de bewijslevering door getuigen met zich brengen, en wyst aan, hoe er ook in dezen wijzigingen zouden kunnen worden aaD gebracht, waardoor veel tyd wordt ge wonnen. De oplossing moet zyn, dat enquête en contra-enquête onmiddellyk op elkander volgen en terstond daarna partyen tot de pleidooien worden toegelaten, waardoor maan den worden gewonnen, de waarborgen ver meerderen voor een juiste beslissing, men rechtvaardiger ie tegenover den eischer, en in den regel twee dagen zullen vrykomen, waarover de rechtbank voor andere zaken kan beschikken. Ook de regeling van de getuigenverhooren is nog zeer gebrekkig en zou verbeterd worden door een korte uiteenzetting vóór den aan vang der verhooren van de feiten, zooals die zich naar hun opvattingen hebben toege dragen. Spr. heeft trachten aan te toonen, dat een groot deel van ons procesrecht in de door de maatschappy verlangde richting van snel en goedkoop recht kan worden verbeterd, zonder dat aan den eisch van goed recht te kort wordt gedaan. Na aan de curatoren dank te hebben ge bracht, dat zy hem deze plaats hebben waar dig gekeurd, en op het vertrouwen, dat hem de krachten zouden worden geschonken om die met eere te vervullen, sprak de hoogleeraar de professoren toe, bun welwillendheid vra gende, maar dat in de allereerste plaats aan de juridische faculteit, waarby hy niet minder denkt aan de professoren Van Boneval Faure en Drucker; by roept hun steun in, om de plaats van zyn voorganger mr. C. Asser met eere te kunnen vervulleD, den steun van hen, van wie de meesten zyn leermeesters wareD. Tot heeren studenten spreekt hy een woord, om hun vooral op het hart te drukken, dat voor de nieuwe periode, in het recht, die aanbreekt, behalve kennis bovenal moed en karakter noodig zyn. De collecte, heden voor de vyf Christe- lyke scholen alhier langs de huizen in onze gemeente gehouden, heeft opgebracht f 703.35, tegen f 690.96 het vorige jaar. In don dank- en bedestond in de Pieters kerk hedenavond wordt ook nog voor die scholen gecollecteerd. Ter Landsdrukkery is eerst nu versche nen het verslag van 's Ryks Ethnographisch Museum te Leiden, over het tydvak van 1 Januari 1897 tot 30 September 1898, waarvan wy reeds in ons nommer van 5 Aug. 11. melding maakten. In dit boekj9, met 44 afbeeldingen versierd, bespreekt de directeur, dr. J. D. E. Schmeltz, uitvoerig de aanwinsten en verliezea van het museum, enz. Hy zegt verder o. a.: Aangezien het is gebleken, dat soms door eigenaars van voorwerpen deze aan het museum in bruikleen worden afgestaan, om van de moeite der bewaring ontheven te zyn, en omdat het museum als een veilige berg plaats wordt beschouwd, wordt aan het aan gaan van bruikleen in het vervolg door hem tot voorwaarde gesteld, dat, byaldien de voor werpen ten gevolge van overiyden van den eigenaar, of om andere redenen ten verkoop komen, in de eerste plaats het museum ge rechtigd is deze tegen een, reeds by het aangaan van bruikleen bepaalden prys over te nemen, en dat van de in bruikleen gege ven voorwerpen onbeperkt gebruik mag wor den gemaakt voor wetenechappeiyke doel einden. Do dringendste eisch is en biyft de stich ting van oen nieuw en doelmatig ingericht gebouw, en het is zeer te betreuren, dat daarover nog altyd niets is beslist. Toch hoopt de directeur, dat, wanneer de schatten, die Nederland in zyn Etbnograpiscb^Euseum be zit, beter bekend gemaakt zullen zyn, de Volksvertegenwoordiging aan de Regeering niet langer de voor het bovenvermelde doel benoodigde middelen zal onthouden en daar mede in den thans bestaanden toestand, die in zeer scherpe bewoordingen door den heer F. Heger in de Annalen van het Hofmuseum te Weenen werd geschetst, verandering te brengen. De ruimte, noodig voor de expositie der voorwerpen, de bewerking der nieuwe aan winsten en voor arbei Jslokalen der ambtenaren wordt by den dag beperkter; voorziening is dringend nooJig. De directeur is voornemens voorstellen, mot het oog hierop, aan de Regeering te doen; mochten die ingang vinden, dan zal tevens het tydstip gekomen zyn, om met de scheiding der in het Museum aan wezige voorwerpen in een verzameling voor het publiek en een andere voor de studie, te beginnen. Een lokaal voor tydelyke ten toonstelling van nieuwe aanwinsten enz. be hoort eveneens tot de dringende eischen. De voor aankoop van voorwerpen, uitgaven van huishoudelyken aard, enz. ter beschikking gestelde middelen eischen eveneens, met het oog op gestadige ryzing der pryzen van voor werpen en de uitbreiding van den dienst van het Museum, eenige verhooging. Uit Nederlandsch-Indie werden in denlaatsten tyd door handelsfirma's bier to lande voor werpen tot bespotteiyk hooge pryzen te koop aangeboden. De directeur achtte zich niet gerechtigd die pryzen te besteden, en heeft thans, ten einde rechtstreeksche connectie te verkrygen, een circulaire in ruime mate in Indiö doen verspreiden. In den in het verslag van 1896 als wen- scheiyk opgegeven maatregel om een eigen Museum-orgaan te stichten en betreffende de uitgave van afzonderlyke publicatiön is onverwachts voorzien, doordat de firma H. Kleinmann Cote Haarlem, deze uitgaven voor eigen rekening op zich heeft genomen. Met groote ingenomenheid maakt de heer Schmeltz aan het slot van zyn verslag van dit voor het Museum zoo heugiyke feit melding. Hedenmiddag ontvingen wy per Neder- landsche mail de Bataviasche bladen van 23 tot en met 29 Augustus. Aan het onlangs gehouden examen voor personeel van het rt servekader hebben de volgende adspiranten voldaan: Voor vaandrig: de reserve sergeant H. Cohen. Voor het theoretisch gedeelte van den graad van reserve sergeant: de reserve-korporaals D. Lamers, G. R. Wageoaar, E. W. Van den Berg on J. J. B. Elzinga. Idem voor het practisch gedeelte van reserve-sergeant de res. korporaal- H. Dan- kelman. Ten einde te kunnen voorzien in de vacature, ontstaan aan de Opleidingsschool voor jongens tot het middelbaar en hooger onderwys te Haarlem, ten gevolge van het eer vol ontslag van G. Van Dorsten als onderwyzer 2de klasse aan die school, hebben B. en Ws. aldaar de volgende voordracht van drie be voegden opgemaakt: C. A. Bakker, te Kuilen burg; P. L. Van Ravensteyn, te Voorschoten; J. Tb. Rinkema, te Leiden. Ned.-Herv. Kerk. Achttal te Voorschoten ds. L. H. K. Bleeker, te Nederbemert; ds. L. A. F. Creutzberg L.H Fzte Echteld; ds. V. Roos, te Vollenhoven; ds. J. H. Schreuder, te Ovezande en Driewegen; ds. J. C. Scbuller, te Purmerland; ds. H. E. Vinke, te Prlnsen- fcage; ds. P. J. Wauters, te Ter Aar, en ds. C. Van Wijngaarden, te Kamperveen. Beroepen te Waddingsveen ds. C. J. Leen- man3, te Zetten. Geref. Kerk. Bedankt is voor Gameren, door ds. K. Van der Wal, te Hillegom. Door B. en Ws. van Haarlemmerliede worden den Raad aanbevolen voor de vacante betrekking van gemeente secretaris de heeren A. T. J. M. Lommelaars, secretaris te Klaas waal, en A. Abbema, ambtenaar ter secretarie te Amerongen. De Commissaris der Koningin in Zuid- Holland heeft den burgemeesters van de gemeenten, waar de loting voor de nationale militie plaats heeft, verzocht tot het houden der loting zoo mogelyk een lokaal aan te wyzen, zoo ver mogelyk verwyderd van herbergen en andere plaatseD, waar sterke drank te verkrygen is, en wyders om al de hun ten dienste staande middelen aan te wenden ter voorkoming van dronkenschap by gelegenhgd der loting. Heien herdenkt ds. F. Lion Cachet den dag, waarop hy vóór 25 jaar by de Ned.- Herv. Kerk tot predikant werd aangesteld. De heer Lion Cachet kan op een veelbewogen loopbaan terugzien. Na eerst predikant te zyn geweest in Zuld-Afrlka, werd hy in 1874 candidaat by de Ned.-Herv. Gem. in Nederland en als zoodanig beroepen te Nieuw-Loosdrecht, waar hy evenwel maar kort bleef om spoedig daarna weder in Zuid-Afrika terug te keeren, waar hy predikant weri te Villiersdorp (Kaap kolonie). In 1880 werd by naar Valkenburg by Leiden beroepen en later naar Rotterdam. In 1887 ging hy over tot de Ger. Kerk te Rotterdam, waar hy nu nog werkzaam is. In de Haagsche gemeenteraadsverga dering van gisternamiddag waren van de heeren W. B Van Liefland en B. Janse Johz., raadsleden, ingekomen amendementen met uitvoerige toelichtingen op de door de tramweg commissie voorgestelde wyziging van de tram- concessie. Het liet zich voorzien, dat de behandeling van het tramrapport, bet laatste punt op de agenda, daardoor zou worden verdaagd. Na het doen der medeoeelingen, achtte de burgemeester het wenscheiyk, eenige oogen- blikken over te gaan in besloten zitting. De openbare vergadering, na eon half uur weer geopend, ging toen over tot eenige be noemingen, waaronder met meer dan gewone belangstelling werd te gemoet gezien de keuze van een leeraar in Grieksche en Latynsche taal- en letterkunde en In Oude Geschiedenis aan het Gymnasium, in zoover daaromtrent was ontvangen een adres van leerlingen van het gymnasium met verzoek te benoemen den in de tweede plaats voorgedragene, die reeds tydeiyk aan de instelling onderwys gaf. Uit de lyst van benoembaren, door curatoren ingediend, werd gekozen No. 2, dr. H. Canne- gieter, te 's Gravenhage, met 19 stemmen, tegen 17 stemmen, uitgebracht op No. 1, dr. J. J. G. Vürtheim, te Leiden, en 1 op dr. Van Konynenburg, te Winschoten. Ten gevolge van bet geringe verschil der stemmen tusschen No. 1 en 2 seinde onze correspondent ons by vergissing, dat dr. Vürtheim was benoemd, óók omdat byoal steeds de eerst-aanbevolene gekozen wordt. Het voorstel tot stichting van een tweede Hoogere Burgerschool voor Jongens met 5 jarigen cursus aan de Stadbouderslaan voor f 243,000 vond bestryding by den heer Van Sandick, die de kosten, in vergelijking met andere 60ortgeiyke inrichtingen buiten de stad, te hoog vond, nogal voor een school, bestemd voor 100 leerlingen mioder dan de door hem bedoelde voor lager som gebouwde en gemeubelde scholen. Eveneens vroeg hy inlichtingen hoe bet kwam, dat B. en Ws. eer6t den benoodigden grond voor f 7 per centiare hebben gekocht en nu genoegen nemen met het aanbod van f 6, een feit, dat ook buiten de stad ce aandacht had getrokken. De wetbouJer jhr. Gevaerts helderde deze zaak op en uit zyn mededeelingen bleek, dat B. en Ws. in het belang van den spoed aan- vankeiyk oen terrein voordroegen voor f 7, dat later door den eigenaar voor f 6 werd afgestaan. Dit leverde een voordeel op van f 2900, dat de heer Van Asch van Wyck disconteerde als een vrucht van zyn indertyd gedaan en door den Raad aangenomen voorstel om deze quaestio tot later te verdagen. Maar ook hy vond den prys van f 243,000 voor deze school te hoog en alvorens zyn bezwaren daaromtrent kenbaar te maken, verklaarde hy als be stuursman goed openbaar onderwys te ver langen, ook middelbaar onderwys, geiyk hy trouwens in zyn betrekking van burgemeester te Amersfoort getoond heeft te willen, ten blyke waarvan hem by zyn vertrek een dankbetuiging was ge racht door de com missie voor het middeloaar onderwUs aldaar. Afgescheiden van deze financièele bezwaren, achtte by het tydstip voor den bouw eener tweede burgerschool op het oogenblik minder geschikt, nu de nooiz .keiykheid eener andere inrichting van het gebeele middelbaar onder wys schier algemeen erkend wordt. Het bleek, dat bierby bepaaldeiyk het oog werd gericht op aansluiting van de b. burger scholen met 5- en 3 jarigen cursus. Zooals het voorstel daar lag, achtte hy het wegens de hooge kosten onaannemeiyk, te meer, daar Amsterdam een school voor 444 leerlingen beeft gebouwd. Ook de wethouder Mouton gaf inlichtingen omtrent den in f 6 verander den aanvankelyken prys van f 7, den Raad verzekerende, dat de zaak in orde was en da gemeente den grond zal koopen niet van een fictief persoon, maar van een werkeiyken eigenaar. Verder betoogde de beer Mouton de on- mogelykheid om de tegenwoordige hoogere burgerschool in te richten voor 444 leerlingen met gebruikmaking van hulplokalen. Bepaald ontkende de wethouder, dat B. en We. den beer Van Asch v. Wyck zouden willeD ten laste leggen, dat hy het openbaar onderwys in deze gemeente wil bederven en met byzonder genoegen zullen zy zeker vernemen de ver- klariag van den heer Van Asch v. Wyck, dat hy het integendeel wil bevorderen. Over heffing van evenredig schoolgeld wilden ook B. en We. zich thans niet uitlaten en ook bleven zy, biykens de verklaringen van dr. Mouton, by de meening, dat de nood- zakeiyke bouw dezer school niet mag afhan- kelyk gesteld worden van verhooging van schoolgeld. Met den bouw te wachten totdat de wet op het middelbaar ouderwys herzien zou zyn in veroand met de daarop geoefende critiek, ontried hy ten stelligste, omdat can zeker het middelbaar ondtrwys te dezer stede zou worden bedorven. Voor uitstel nam by ODgaarne de voraut- woordeiykheii op zich. Voorstallen tot verhooging van hek school geld zullen later woroen overwogen. Hy deed ten slotto een beroep op den Raad om te voorzien in de behoeften aan deze school en zoodoende mede te werken tot de zorg voor goed onderwys. De wethouder van fabricage, mr. Bevers, trad nog tusschenbeide om de plaatseiyke werken te verdedigen tegen het verwijt, dat hier ter stede te dure scholen gebouwd worden. Da heer Van Asch van Wyck bleef een voorziening io de behoefte op minder kosten bepleiten. De stemming liep over het voorstel van B. en Ws. tot oprichting van de tweede H. B.-S met 5-j. c. De uitslag was, dat het voorstel werd aangenomen met 31 tegen 0 stemmen. Tegen stemden de leden Heyman, Van Asch van Wyck, Van Sandick, Krap, Kolkman en Van Kempen. De aankoop van den benoodigden grond werd toegestaan met 36 tegen 1 stem. - Het gisteren door de Tweeds Kamer LEIDSCIÜÉM&BL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1