Stads-Gehoorzaal
A*. 1899
Qeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
ï)It nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad,
Vrtfdag 29 September.
Leiden, 27 September.
N#. 12146 Donderdag; 3® September.
D.
PBUB DEZEB COUBANTi
Toor Ledden per 8 maanden. I.HX
(Franco per poet |.4(X
Aizonderiyke Nommer» f 0.0ft.
FRUS DEB A£> VERTEN TLÜN i
VaD 1-0 regois I 05. leder© regel meer f 0.]7£. - Groots®
lettere aaar plaatsruimte - Voor het In casseer eo bal ten de
wordt f 0.05 berekend
Het volledige programma voor aanstaanden
Vrijdag is aldus vastgesteld:
Ho. 1. Hoch- und Deutachmeiater-Mftrsch. v. Ziebrer.
2. Mimoaon-Walzer (Op. Th® Geyah®). Jouea.
8. Optreden van het Weonerlnnen-Ensemblo
(zang en dans).
4. Da guter Himmolrater, Viooleoio. Calin Udila.
6. Optreden van bet Baaeieoh Dana-Eneemble
.Alexandrows".
C. Teohniker-Blut, Polka fran^aia v. Komzak.
Ho. 7.
8.
9.
to.
ii.
li
PATJSE.
Optreden van het Woenerinnen-Ensemblo
(zang en dans).
DoDanwelleD, Walzer Ivanovici.
Optredon van .Die Peether öcbwalben", in
hnnne Yecht-evolutiën.
Internationale Potpourri, Solo voor Pan
fluit. Aodré Dragan.
Optreden van het Weenerinnen-Ensemblt
(zang en dans).
Badetaky-MarschStranea.
Nos. 1, 2, 4, 6, 8, 10, 12 zullen uit
gevoerd worden door de Rumeensche Magnaten-
Kapel CULIN UDILA.
Zooals onze lezers dus hunnen zien, zal
het aan afwisseling niet ontbreken.
De Rumeensche Magnaten-kapel zal eenige
toncertnummera uitvoeren, terwijl het Weene-
Tinnen-gezelschap met den vrooiyken zang
'en dans, door do aardige -kostuums, die
telkenmale verwisseld worden, en het gracieuze
optreden zeer zeker byval zal vinden. Een
goeden indruk krygt men reeds van dit achttal
dames, wanneer men de photo's in onze
vestibule bezichtigt, waardoor men
tevens een denkbeeld krygt op welke wyze
zy optreden.
Hedenmiddag aanvaardde de nieuwbenoemde
hoogleeraar by de rechtsgeleerde faculteit aan
de universiteit alhier, mr. A. C. Visser, zyn
ambt met het houden eener rede in het
groot auditorium dor academie over: ,Suel
m goodkoop recht."
Was reeds voor vele eeuwen, zoo begon
■spr., de omvang van het privaatrecht zeer
"belangryk, beschaving en verkeersmiddelen
en de maatechappeiyke vervorming eischten
jgedurig herziening van het bestaande of toe
voeging. van nieuwe deelen. Dat was meest
feet werk van juristen. Toch moet de invloed
der maatschappy op de ontwikkeling van het
Techt niet onderschat worden. De juristen
jworden door die kracht van buiten tot regeling
van nieuwe stof en tot het in overeenstemming
"brengen van het bestaande met nieuwe maat
echappeiyke verhoudingen gedrongen. Vandaar
idat belangstelling van de zyde der maat
schappy wordt geëischt, die, helaasl voor het
'privaatrecht meestal ontbreekt.
Van het besef, dat een goede rechtspleging
fevengoed een vereischte is als verbetering
van verkeersmiddelen enz., van lust om
Vruchten te plukken van den arbeid der Staats
commissie tot herziening van het B. W. viel
weinig op te merken; aan verbetering van
<3e lage bezoldigingen van de leden der rechter-
iyke macht werd niet gedacht, zoodat velen
Idaarbuiten een bestaan moesten zoeken; en
Taan de academiën wordt veel meer studie
•Van het publieke dan van het privaatrecht
gemaakt, zoo geheel in stryd met hetgeen de
maatschappy van den a. s. rechtsgeleerde zal
eischen, terwyi de 20ste eeuw in dezen juist
'groote eischen zal stellen.
I Een lichtzijde ia de in de laatste jaren
steeds dringender geworden oisch van snel
fen goedkoop recht.
De eisch is onbestemd, maar de hoofdfout
moet in het procesrecht worden gezocht.
De maatschappy heeft, zooals een Utrechtsch
ambtgenoot onlaDgs ook uitsprak, meer be-
jlang by een goed Wetboek van Strafvordering
dan by een goed Strafwetboek,
j Immers, do gebrekkige regeling van het
procesrecht werkt nadeelig op de ontwikkeling
Van het privaatrecht; vandaar dat verbetering
(Van procesrecht, waarop de maatschappy moet
blyven aandringen, de taak is, waaraan weten
schap en practyk beide haar beste krachten
moeten wyden, om daarvoor de middelen 'te
Vinden.
Practyk - heeft zy schuld aan het min
gunstige oordeel over ons procesrecht uitge
sproken, of hebben de advocaten van het wapen
der wet een minder goed gebruik gemaakt^
In verband met de behandeling van de wet-
Hartogh houdt spr. den advocatenstand hoog
is het den cliënt om zyn overwinning, niet om
de overwinning van het recht te doen, het is
don advocaat niet euvel te duiden, dat hy
zich, waar de wetgever kleine middelen daartoe
in grooten getale beschikbaar stelt, daarvan
bedient. Daarby komt do stryd om het bestaan,
die zoo licht verleidt om processen te rekken;
zoodat den advocatenstand geen andere ge
breken aankleven, dan die het gevolg zyn
van de wetgeving, welke door hem wordt
toegepast.
Het maatschappeiyk belang en de goede
naam, dien de natie by het buitenland bezit,
zyn meer betrokken by den snellen en goeden
afloop van processen tot geldinning en van de
executiën, waartoe die aanleiding geven, dan
by groote gedingen over belangryke rechts-
quaestiën.
Goedkoop recht kan nimmer worden ver
kregen ten koste van het honorarium van
den advocaat, dat al niet schitterend is ver
geleken by wat voor anderen arbeid betaald
wordt, en waarop, wil men een kundige,
ijverige, rechtschapen advocatie behouden, niet
beknibbeld mag worden. Goedkooper recht
kan alleen verkregen worden door afschaffing
van belastingen en door vereenvoudiging der
procedure en executie.
Daarop toont spreker aan, dat zegel- en
registratiewetgeving ons recht duurder en
slechter maken, terwyi recht een der eerste
levensbehoeften is en goed recht levensvoor
waarde voor den Staat zoowel als voor den
individu. Na dit een en ander nader te hebben
aangetoond, zegt spr., dat voor de vervorming
van ons procesrecht nog oneindig meer wordt
vereischfc,
Hy spreekt over de zwakke positie van
den eischer, waar de sympathie van de onna-
deükenden meestal is aan de zjjde van den
gedaagde. Aan de wordingsgeschiedenis onzer
nieuwste wetten zyn tal van voorbeelden te
ontleenen, dat de natie, zooals zy spreekt
door haar Vertegenwoordiging,uitermate vrees
achtig is om de positie van den eischer te
versterken. Een en ander wordt nader aan
gewezen met het oog op de Faillissementswet.
Ook de wet-Hartogh en de behandeling
daarvan wettigen de vrees, dat de hervormer
van ons procesrecht met groote moeiiykheden
zal te kampen hebben. Heeft die wet ver-
botering aangebracht door minder gewenschte
praktijken te beteugelen, het is nog niet de
ingrijpende verbetering, die wy behoeven. Het
is bedenkeiyk, meent spr., dat de heer Hartogh
in het ontwerp van 1865 het voorbeeld biyft
zien, dat nog op dit oogenblik navolging ver
dient. Waar de heer Hartogh het bereikbare
boven het ideale gesteld heeft, hoe kon by dan
zeggen, dat het systeem den toets kon door
staan
Na daarover nog oen en ander gezegd te
hebben, vraagt spr: welke verbeteringen ik
dan op het oog heb? Spr. wou de voorkeur
geven aan wyziging van het Wetboek. Het is
niet raadzaam om den stryd over het rol-
proces te heropenen. Er is voor en tegen, doch
andere methoden zyn niet minder vlekkeloos.
Over inhoud der dagvaarding en de wyze,
waarop' zy aan party wordt uitgebracht; over
het hoofdbezwaar, den inhoud van de conclusie
van antwoord in verband met het bewys,
over splitsing der verdediging van den
gedaagde zet de hoogleeraar zyn gevoelens
nader uiteen en meent, dat in dezen wel
de omvang van het proces zou kunnen
worden verminderd. Ons art. 134 B. R., zegt
hy, maakt het proces tot een schaakspel,
waarby geen stuk mag worden teruggenomen
dat moet verdwijnen. Eindelijk spreekt hy
nog over het groote tydverlies, dat de plei
dooien en de bewijslevering door getuigen
met zich brengen, en wyst aan, hoe er ook
in dezen wijzigingen zouden kunnen worden
aaD gebracht, waardoor veel tyd wordt ge
wonnen. De oplossing moet zyn, dat enquête
en contra-enquête onmiddellyk op elkander
volgen en terstond daarna partyen tot de
pleidooien worden toegelaten, waardoor maan
den worden gewonnen, de waarborgen ver
meerderen voor een juiste beslissing, men
rechtvaardiger ie tegenover den eischer, en
in den regel twee dagen zullen vrykomen,
waarover de rechtbank voor andere zaken
kan beschikken.
Ook de regeling van de getuigenverhooren
is nog zeer gebrekkig en zou verbeterd worden
door een korte uiteenzetting vóór den aan
vang der verhooren van de feiten, zooals die
zich naar hun opvattingen hebben toege
dragen.
Spr. heeft trachten aan te toonen, dat een
groot deel van ons procesrecht in de door de
maatschappy verlangde richting van snel en
goedkoop recht kan worden verbeterd, zonder
dat aan den eisch van goed recht te kort
wordt gedaan.
Na aan de curatoren dank te hebben ge
bracht, dat zy hem deze plaats hebben waar
dig gekeurd, en op het vertrouwen, dat hem
de krachten zouden worden geschonken om
die met eere te vervullen, sprak de hoogleeraar
de professoren toe, bun welwillendheid vra
gende, maar dat in de allereerste plaats aan
de juridische faculteit, waarby hy niet minder
denkt aan de professoren Van Boneval Faure
en Drucker; by roept hun steun in, om de
plaats van zyn voorganger mr. C. Asser met
eere te kunnen vervulleD, den steun van hen,
van wie de meesten zyn leermeesters wareD.
Tot heeren studenten spreekt hy een woord,
om hun vooral op het hart te drukken, dat
voor de nieuwe periode, in het recht, die
aanbreekt, behalve kennis bovenal moed en
karakter noodig zyn.
De collecte, heden voor de vyf Christe-
lyke scholen alhier langs de huizen in onze
gemeente gehouden, heeft opgebracht f 703.35,
tegen f 690.96 het vorige jaar.
In don dank- en bedestond in de Pieters
kerk hedenavond wordt ook nog voor die
scholen gecollecteerd.
Ter Landsdrukkery is eerst nu versche
nen het verslag van 's Ryks Ethnographisch
Museum te Leiden, over het tydvak van 1
Januari 1897 tot 30 September 1898, waarvan
wy reeds in ons nommer van 5 Aug. 11.
melding maakten. In dit boekj9, met 44
afbeeldingen versierd, bespreekt de directeur,
dr. J. D. E. Schmeltz, uitvoerig de aanwinsten
en verliezea van het museum, enz. Hy zegt
verder o. a.:
Aangezien het is gebleken, dat soms door
eigenaars van voorwerpen deze aan het
museum in bruikleen worden afgestaan, om
van de moeite der bewaring ontheven te zyn,
en omdat het museum als een veilige berg
plaats wordt beschouwd, wordt aan het aan
gaan van bruikleen in het vervolg door hem
tot voorwaarde gesteld, dat, byaldien de voor
werpen ten gevolge van overiyden van den
eigenaar, of om andere redenen ten verkoop
komen, in de eerste plaats het museum ge
rechtigd is deze tegen een, reeds by het
aangaan van bruikleen bepaalden prys over
te nemen, en dat van de in bruikleen gege
ven voorwerpen onbeperkt gebruik mag wor
den gemaakt voor wetenechappeiyke doel
einden.
Do dringendste eisch is en biyft de stich
ting van oen nieuw en doelmatig ingericht
gebouw, en het is zeer te betreuren, dat
daarover nog altyd niets is beslist. Toch hoopt
de directeur, dat, wanneer de schatten, die
Nederland in zyn Etbnograpiscb^Euseum be
zit, beter bekend gemaakt zullen zyn, de
Volksvertegenwoordiging aan de Regeering
niet langer de voor het bovenvermelde doel
benoodigde middelen zal onthouden en daar
mede in den thans bestaanden toestand, die
in zeer scherpe bewoordingen door den heer
F. Heger in de Annalen van het Hofmuseum
te Weenen werd geschetst, verandering te
brengen.
De ruimte, noodig voor de expositie der
voorwerpen, de bewerking der nieuwe aan
winsten en voor arbei Jslokalen der ambtenaren
wordt by den dag beperkter; voorziening is
dringend nooJig. De directeur is voornemens
voorstellen, mot het oog hierop, aan de
Regeering te doen; mochten die ingang vinden,
dan zal tevens het tydstip gekomen zyn, om
met de scheiding der in het Museum aan
wezige voorwerpen in een verzameling voor
het publiek en een andere voor de studie,
te beginnen. Een lokaal voor tydelyke ten
toonstelling van nieuwe aanwinsten enz. be
hoort eveneens tot de dringende eischen.
De voor aankoop van voorwerpen, uitgaven
van huishoudelyken aard, enz. ter beschikking
gestelde middelen eischen eveneens, met het
oog op gestadige ryzing der pryzen van voor
werpen en de uitbreiding van den dienst van
het Museum, eenige verhooging.
Uit Nederlandsch-Indie werden in denlaatsten
tyd door handelsfirma's bier to lande voor
werpen tot bespotteiyk hooge pryzen te koop
aangeboden. De directeur achtte zich niet
gerechtigd die pryzen te besteden, en heeft
thans, ten einde rechtstreeksche connectie te
verkrygen, een circulaire in ruime mate in
Indiö doen verspreiden.
In den in het verslag van 1896 als wen-
scheiyk opgegeven maatregel om een eigen
Museum-orgaan te stichten en betreffende
de uitgave van afzonderlyke publicatiön is
onverwachts voorzien, doordat de firma H.
Kleinmann Cote Haarlem, deze uitgaven
voor eigen rekening op zich heeft genomen.
Met groote ingenomenheid maakt de heer
Schmeltz aan het slot van zyn verslag van
dit voor het Museum zoo heugiyke feit melding.
Hedenmiddag ontvingen wy per Neder-
landsche mail de Bataviasche bladen van 23
tot en met 29 Augustus.
Aan het onlangs gehouden examen voor
personeel van het rt servekader hebben de
volgende adspiranten voldaan:
Voor vaandrig: de reserve sergeant H. Cohen.
Voor het theoretisch gedeelte van den graad
van reserve sergeant: de reserve-korporaals
D. Lamers, G. R. Wageoaar, E. W. Van den
Berg on J. J. B. Elzinga.
Idem voor het practisch gedeelte van
reserve-sergeant de res. korporaal- H. Dan-
kelman.
Ten einde te kunnen voorzien in de
vacature, ontstaan aan de Opleidingsschool
voor jongens tot het middelbaar en hooger
onderwys te Haarlem, ten gevolge van het eer
vol ontslag van G. Van Dorsten als onderwyzer
2de klasse aan die school, hebben B. en Ws.
aldaar de volgende voordracht van drie be
voegden opgemaakt: C. A. Bakker, te Kuilen
burg; P. L. Van Ravensteyn, te Voorschoten;
J. Tb. Rinkema, te Leiden.
Ned.-Herv. Kerk. Achttal te Voorschoten
ds. L. H. K. Bleeker, te Nederbemert; ds. L.
A. F. Creutzberg L.H Fzte Echteld; ds. V.
Roos, te Vollenhoven; ds. J. H. Schreuder,
te Ovezande en Driewegen; ds. J. C. Scbuller,
te Purmerland; ds. H. E. Vinke, te Prlnsen-
fcage; ds. P. J. Wauters, te Ter Aar, en ds.
C. Van Wijngaarden, te Kamperveen.
Beroepen te Waddingsveen ds. C. J. Leen-
man3, te Zetten.
Geref. Kerk. Bedankt is voor Gameren,
door ds. K. Van der Wal, te Hillegom.
Door B. en Ws. van Haarlemmerliede
worden den Raad aanbevolen voor de vacante
betrekking van gemeente secretaris de heeren
A. T. J. M. Lommelaars, secretaris te Klaas
waal, en A. Abbema, ambtenaar ter secretarie
te Amerongen.
De Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland heeft den burgemeesters van de
gemeenten, waar de loting voor de nationale
militie plaats heeft, verzocht tot het houden
der loting zoo mogelyk een lokaal aan te
wyzen, zoo ver mogelyk verwyderd van
herbergen en andere plaatseD, waar sterke
drank te verkrygen is, en wyders om al de
hun ten dienste staande middelen aan te
wenden ter voorkoming van dronkenschap by
gelegenhgd der loting.
Heien herdenkt ds. F. Lion Cachet den
dag, waarop hy vóór 25 jaar by de Ned.-
Herv. Kerk tot predikant werd aangesteld.
De heer Lion Cachet kan op een veelbewogen
loopbaan terugzien. Na eerst predikant te zyn
geweest in Zuld-Afrlka, werd hy in 1874
candidaat by de Ned.-Herv. Gem. in Nederland
en als zoodanig beroepen te Nieuw-Loosdrecht,
waar hy evenwel maar kort bleef om spoedig
daarna weder in Zuid-Afrika terug te keeren,
waar hy predikant weri te Villiersdorp (Kaap
kolonie). In 1880 werd by naar Valkenburg
by Leiden beroepen en later naar Rotterdam.
In 1887 ging hy over tot de Ger. Kerk te
Rotterdam, waar hy nu nog werkzaam is.
In de Haagsche gemeenteraadsverga
dering van gisternamiddag waren van de
heeren W. B Van Liefland en B. Janse Johz.,
raadsleden, ingekomen amendementen met
uitvoerige toelichtingen op de door de tramweg
commissie voorgestelde wyziging van de tram-
concessie.
Het liet zich voorzien, dat de behandeling
van het tramrapport, bet laatste punt op de
agenda, daardoor zou worden verdaagd.
Na het doen der medeoeelingen, achtte de
burgemeester het wenscheiyk, eenige oogen-
blikken over te gaan in besloten zitting.
De openbare vergadering, na eon half uur
weer geopend, ging toen over tot eenige be
noemingen, waaronder met meer dan gewone
belangstelling werd te gemoet gezien de keuze
van een leeraar in Grieksche en Latynsche
taal- en letterkunde en In Oude Geschiedenis
aan het Gymnasium, in zoover daaromtrent
was ontvangen een adres van leerlingen van
het gymnasium met verzoek te benoemen
den in de tweede plaats voorgedragene, die
reeds tydeiyk aan de instelling onderwys gaf.
Uit de lyst van benoembaren, door curatoren
ingediend, werd gekozen No. 2, dr. H. Canne-
gieter, te 's Gravenhage, met 19 stemmen,
tegen 17 stemmen, uitgebracht op No. 1, dr.
J. J. G. Vürtheim, te Leiden, en 1 op dr. Van
Konynenburg, te Winschoten.
Ten gevolge van bet geringe verschil der
stemmen tusschen No. 1 en 2 seinde onze
correspondent ons by vergissing, dat dr.
Vürtheim was benoemd, óók omdat byoal
steeds de eerst-aanbevolene gekozen wordt.
Het voorstel tot stichting van een tweede
Hoogere Burgerschool voor Jongens met
5 jarigen cursus aan de Stadbouderslaan voor
f 243,000 vond bestryding by den heer Van
Sandick, die de kosten, in vergelijking met
andere 60ortgeiyke inrichtingen buiten de
stad, te hoog vond, nogal voor een school,
bestemd voor 100 leerlingen mioder dan de
door hem bedoelde voor lager som gebouwde
en gemeubelde scholen. Eveneens vroeg hy
inlichtingen hoe bet kwam, dat B. en Ws.
eer6t den benoodigden grond voor f 7 per
centiare hebben gekocht en nu genoegen
nemen met het aanbod van f 6, een feit, dat
ook buiten de stad ce aandacht had getrokken.
De wetbouJer jhr. Gevaerts helderde deze
zaak op en uit zyn mededeelingen bleek, dat
B. en Ws. in het belang van den spoed aan-
vankeiyk oen terrein voordroegen voor f 7,
dat later door den eigenaar voor f 6 werd
afgestaan.
Dit leverde een voordeel op van f 2900,
dat de heer Van Asch van Wyck disconteerde
als een vrucht van zyn indertyd gedaan en
door den Raad aangenomen voorstel om deze
quaestio tot later te verdagen. Maar ook hy
vond den prys van f 243,000 voor deze school
te hoog en alvorens zyn bezwaren daaromtrent
kenbaar te maken, verklaarde hy als be
stuursman goed openbaar onderwys te ver
langen, ook middelbaar onderwys, geiyk hy
trouwens in zyn betrekking van burgemeester
te Amersfoort getoond heeft te willen, ten
blyke waarvan hem by zyn vertrek een
dankbetuiging was ge racht door de com
missie voor het middeloaar onderwUs aldaar.
Afgescheiden van deze financièele bezwaren,
achtte by het tydstip voor den bouw eener
tweede burgerschool op het oogenblik minder
geschikt, nu de nooiz .keiykheid eener andere
inrichting van het gebeele middelbaar onder
wys schier algemeen erkend wordt.
Het bleek, dat bierby bepaaldeiyk het oog
werd gericht op aansluiting van de b. burger
scholen met 5- en 3 jarigen cursus. Zooals
het voorstel daar lag, achtte hy het wegens
de hooge kosten onaannemeiyk, te meer, daar
Amsterdam een school voor 444 leerlingen
beeft gebouwd. Ook de wethouder Mouton
gaf inlichtingen omtrent den in f 6 verander
den aanvankelyken prys van f 7, den Raad
verzekerende, dat de zaak in orde was en da
gemeente den grond zal koopen niet van een
fictief persoon, maar van een werkeiyken
eigenaar.
Verder betoogde de beer Mouton de on-
mogelykheid om de tegenwoordige hoogere
burgerschool in te richten voor 444 leerlingen
met gebruikmaking van hulplokalen. Bepaald
ontkende de wethouder, dat B. en We. den
beer Van Asch v. Wyck zouden willeD ten
laste leggen, dat hy het openbaar onderwys
in deze gemeente wil bederven en met byzonder
genoegen zullen zy zeker vernemen de ver-
klariag van den heer Van Asch v. Wyck, dat
hy het integendeel wil bevorderen.
Over heffing van evenredig schoolgeld wilden
ook B. en We. zich thans niet uitlaten en
ook bleven zy, biykens de verklaringen van
dr. Mouton, by de meening, dat de nood-
zakeiyke bouw dezer school niet mag afhan-
kelyk gesteld worden van verhooging van
schoolgeld. Met den bouw te wachten totdat
de wet op het middelbaar ouderwys herzien
zou zyn in veroand met de daarop geoefende
critiek, ontried hy ten stelligste, omdat can
zeker het middelbaar ondtrwys te dezer stede
zou worden bedorven.
Voor uitstel nam by ODgaarne de voraut-
woordeiykheii op zich.
Voorstallen tot verhooging van hek school
geld zullen later woroen overwogen. Hy deed
ten slotto een beroep op den Raad om te
voorzien in de behoeften aan deze school en
zoodoende mede te werken tot de zorg voor
goed onderwys.
De wethouder van fabricage, mr. Bevers,
trad nog tusschenbeide om de plaatseiyke
werken te verdedigen tegen het verwijt, dat
hier ter stede te dure scholen gebouwd worden.
Da heer Van Asch van Wyck bleef een
voorziening io de behoefte op minder kosten
bepleiten.
De stemming liep over het voorstel van
B. en Ws. tot oprichting van de tweede
H. B.-S met 5-j. c. De uitslag was, dat het
voorstel werd aangenomen met 31 tegen 0
stemmen.
Tegen stemden de leden Heyman, Van Asch
van Wyck, Van Sandick, Krap, Kolkman en
Van Kempen.
De aankoop van den benoodigden grond
werd toegestaan met 36 tegen 1 stem.
- Het gisteren door de Tweeds Kamer
LEIDSCIÜÉM&BL