MENGELWERK.
Beurs van Amsterdam.
wordt de wet niet overtreden, wanneer in
twee maanden t\jd8 Diet meer dan twee
schooltijden zonder geldige reden worden
verzuimd.
Twee schooltijden mogen dus worden ver
zuimd zonder dat de wet wordt overtreden.
Maar wat blyft er van die vrijheid over, als
de veldwachter belast wordt, de verzuimende
kinderen op te pakken en naar school te
brengen?
Nu zullen wü, natuurlijk, de ouders of
kinderen niet aanmoedigen van de twee
toegestane verzuimen gebruik te maken.
Verre van da-tr. Maar het komt ons voor,
niet in het kader der wet te passen, in bet
eene artikel twee verzuimen toe to laten, en
in een ander to bepalen, dat do verzuimende
kinderen door veldwachters kunnen worden
opgebracht. Wel mogen zedelijke middelen
worden aangewend, om ouders en kinderen te
bewegen, ook dis twee toegestane verzuimen
ongebruikt te laten, maar gewelddadige mid
delen duoken ons met geoorloofd.
Het maandschrift Krelagc's Bloemhof schrijft
^ot volgende over bloembollen, die ge
schikt zijn voor kamercultuur, voor
serre en wintertuin, in één woord
roor vervroeging, zoodat men zich midden
>n den winter in haar bloei kan verlustigen.
Hiervoor is geen tuin noodig, ze'fs geen
serre of kas. Men kan zich do weelde van
bloeiende bollen in den winter veroorloven op
een bovenkamer, en de omstandigheden moeten
al zeer ongunstig zijo, waDneer de resultaten
de betrekkelijk geringe zorgen niet loonen.
De bollen, die het eerst in den winter
bloemen kunnen geven, behooren in den regel
ook het vroegst te worden opgepot, en dit
dient in September te geschieden. Tot deze
rubriek behooren o.a. de Romeinsche Hyacmtjes,
de Marseiller en „Paperwhite" narcissen, nar
cissus clusii, de scilia sibirica, freesias en Due-
vtn-ThoIl tulpen.
Daaraan sluiten zich aan de Haarlemsche
nyacinten in haar tallooze kleurschakeeringen,
de tulpeD, krokussen en narcissen en zooveel
andere bolgewasjes, te veel om te noemen,
die alle, bij goede behandeling, gedurende de
wintermaanden in de kamer in bloei getrokken
kunnen worden.
De behandeling komt voor de meeste dez9r
artikelen in hoofdtrekken overeen, en wij
kunnen dan ook volstaan met hieromtrent
het volgende op te merken.
K amercultuur.-Dj grootte der bloem
potten wisselt af naarmate van de bolleD, die
er in geplant motten worden. Yoor hyacinteD,
waarvan men gemeenlijk één bol in een pot
Zït, en voor tulpeD, waarvan men er drie
byeen plaatst, neme men potten van 10 tot
12 cM. doorsnede. De kleinere bollotjes van
Romeinsche hyacinteD, scillas, sneeuwroem,
krokus en andere plant men bij voorkeur in
lagere, wijdere pannetjes.
De aarde, waarin men de bollen oppot,
wordt bi) voorkeur gevormd door een mengsel
van donkore losse tuinaarde en bladaarde (d. i.
aarde met vergaan afgevallen blad er door),
zuiveren ouden koemest en fijo zand in gelijke
hoeveelheden. Wie niet in de gelegenheid is
deze aarde zelf te bereiden, kan ze ten allen
tijde in elke goed ingerichte bloemisterij ver
krijgen. Het is trouwens volstrekt niet uitge
sloten, dat een ander recept voor den grond
bepaald slechte resultaten zou geven, en com
binaties van bulpmestatoffen willen wij even
min afraden. Höt zou ons echter te ver voeren
alle denkbare samenstellingen van potaarde
hier te vermeldeD, en wij bepalen ons daarom
tot een, die in een langjarige praktik steeds
goede uitkomsten heeft opgeleverd.
Nu beeft men dus den pot halverwege met
aarde gevuld, de bol of bollen op de aarde
geplaatst on daarna op de bollen aarde gedaan,
deze flink aandrukkend en den pot tot aan
£en rand gevuld.
In donker. De potten mogen nu echter
nog niet dadelijk in do kamer gebracht wor
den, maar moeten vooraf gedurende ongeveer
vijf weken in den grond worden ingegraven,
in den tuin, of bij gebrek aan tuin, in den
kelder of eenige andere donkore plaats wor
den gezet.
Verzuimt men dit, en hiertoe schijnt de
verleiding bij beginnelingen zeer groot te zijn
dan is een mislukking, althans gedeeltelijk, zeer
waarschijnlijk. Immers, het is noodzakelijk,
dat zich eerst het wortelgestel ontwikkelt,
vóórdat de bovenaardsche de&Ion zich beginnen
te vertoonen, en om dit laatste te verhoeden,
dient juist de periode van het ingravon,
resp. het in donker plaatsen.
Zijn de wortels inmiddels behoorlijk ont
wikkeld, dan kunnen de potten in do kamer
of in de serre worden gebracht, in een vorst-
vrije, maar vooral in den aanvang niet te heete
omgeving en zoo dicht mogelijk by het licht
geplaatst.
De rest volgt nu vanzelf, als men voor
geregeld begieten, naar do behoeften der plan
ten, maar vooral niet te overdadig, zorgt;
voor zoover noodig, worden de bloemstengels
aan dunne rietjes of dik ijzerdraad opgebonden.
Hyacinten op glazen. Em zeer eigen
aardige afwisseling bü de gewone methode
van vervroegen in potten is de cultuur op
glazen, waarvoor bfj voorkeur hyacinten
genomen worden, hoewel men evenzeer bijv.
vroege tulpen en narcissen op deze wijzo kan
kweeken.
De glazen waren vroeger uit één stuk, maar
tegenwoordig geeft mon de voorkeur aan zoo
genaamde 0patent"-glazen, waarvan het onder
gedeelte gemakkelijk kan worden gevuld,
zonder den bol en de wortels te beschadigen.
Deze glazen bestaan nl. uit twee stukken,
waarvan het bovenste (dat den bol bevat en
de wortels in een cylinder, welke van onderen
open is) los past in het benedengedeelte, dat
het water bevat. Op die wijze is geregelde
verversching van bet water mogelijk, zonder
dat de wortels eenig letsel ondervinden. De
glazen worden gevuld met regenwater, dat
de schijf van den bol mag bevochtigen, maar
den bol zelf niet. De glazen moeten vorstvrfl
gehouden worden en In den beginne, evenals
de bollen in potteD, in donker gezet worden.
Herhaaldelijk wordt ons de vraag gedaan:
Wat moet ik met mijn bollen doen
na den bloei»? en daarop zou het antwoord
eenvoudig kunnen luiden: „Weggooien", indien
dit niet veler illusién te zeer zou schokken.
Liever zeggen wij daarom: Plant uw bollen
een volgend jaar in een vergeten hoekje van
uw tuin en zie wat er van terecht komt. Ze
zullen kleiner en nietiger bloemen voortbrengen
dan hotseerste jaar, maar in elk geval nog een
liefelijk lentebeeld vertoonen. Van hyacinten
zult ge niet lang meer pleizier hebben als ge
ze eens gebroeid hebt, maar veel andere
bolgewasjes zullen gaarne in uw tuin gaan
verwilderen, en in quantiteit u althans ver
goeden wat ze in qualiteit mochten to kort
schieten.
Terug-betaald.
De halve bevolking onzer andera zoo stille
straat was uitgeloopen. AUen verkeerden in
de grootste opgewondenheid, want de politie
dienaar, die den dienst in de wijk had, had
een dief opgepakt, een mageren in lompen
gehulden maD, op wiens gelaat een uitdruk
king van de grootste vertwijfeling lag, zoodat
hij iedereen, die nog een greintje mensche-
iykbeid bezat, diep medelijden inboezemde. Na
is de zaak al zoo lang geleden en ik ben al
zoo oud, dat ik mij waarlyk niet over een
zwakheid van vroeger behoef to schamen en
ik veilig kan bekennen, dat, al bad de onge
lukkige kerel mijn eigen zakken geplunderd,
ik hem nog vergeven zou hebben.
Maar het trof mi) toch, dat een meererva
ren man, die naast mij stond, aan een zelfde
gewaarwording uitdrukking gaf.
„Wie weet," zeide hij, „misschien is het
niet goed, maar ik gaf wat, als de kerel voor
ditmaal met een vermaning vrijkwam."
Ik keerde mij om.
„U, mijnheer Venker?" riep ik verrast. Hij
was de groote winkelier, van wien mijn ouders
hun koloniale waren kochten, en die aan de
overzijde der straat om den ho.-k woonde.
Jawel, jongeheer," zeide hij. „De kerel
kwam mijn winkel voorbij ©n k©Qk mü zoo
smeekend aan. De honger zag hem de oogeu
uit en wat die al niet kan doen. Neen, een
dief yan beroep ziet or zoo niet alt en het zou
een pak van mijn hart zijn, als hg vrijkwam,
als iemand zich over hem ontfermde en hom
op den rechten weg bracht."
„GD zijt erg goagitoord, mijnheer Venker,"
zeide ik, alleen maar om iets to zeggen.
„Nu ja," luidde het antwoord, „geen won
der. Kom, ga eens met mij mee, jongeheer, ik
schenk u een glaasje madera in, wat fijns,
dat beloof ik u, en ik vertol u meteen, wat
mij 66D8 is overkomen. Het i9 al lang geleden,
maar nooit vergeet ik het, al werd ik ook zoo
oud als Methusalem."
Ik gaf aan de uitnoodiging gaarne gehoor.
Dat d9 beer Venker goede waar verkocht,
wist ik van huis uit, maar het was toch niet
zoozeer zijn madera, die mij aantrok, als wel
zijn geschiedenis.
In zijn flinke winkelzaak waren zes bedien
den in de weer, die mij allen vroegen: „Wat
er van mijn dienst was?" Hun patroon wenkto
hen echter heen te gaan, en geleidde mij toen
naar een kamertje achter den winkel, waar
hij uit een kast een flesch madera te voor
schijn baalde met twee glazen, die bi) vulde,
om daarna op een ledoren sofa plaats te
nemeD. Hij vertelde mü het volgende:
„Ik heb het niet altijd zoo goed gehad als
tegenwoordig. Toen ik my vestigde, kon ik
niet, zooala nu, een der voornaamste wyken
bewonen, maar begon ik in een der onoog-
l'ljkste achterbuurten een komenüswinkel.
Eens stond ik 's avonds aan de deur, toen ik
bemerkte, dat onze wijk een nieuwen politie
dienaar rijker was geworden. Hij was groot
van gestalte, maar had zulke ingevallen kaken
en diep in hun kassen liggende oogen, dat
ik onwillekeurig dacht^ die man is zeker pas
van het ziekbed opgestaan. Met zfjn ingezonken
oogen keek hü dagelijks zoo begeorig naar
de beide aan de deur hangende hammen, dat
ik tot m\jn vrouw zeide: „Die koopt gewis
een heele ham, zoo heeft hü ze bekeken."
Dat deed hü drie dagen lang zoo; in den
laten avond van den vierden dag brak oen
hevige storm los. Het water werd als met
bakken van den hemel gegoten, daarby was
het vinnig koud en stikdonker. Aan koopers
was bü zulk weer niet te denkon. Ik maakte
het mü dus zoo gemakkelijk mogelük, schoof
mün stoel en de tafel bü de warme kachel,
nam een nieuwsblad op en verdiepte müzel-
ven zoo in do politiek, dat ik mgn ooren
nauwelyks geloofde, toen mün vrouwtje bin
nenkwam on mü zeide, dat bet tegen elf uren
liep en dat ik dus sluiten moest.
De regen had opgehouden. Het was koud
en helder geworden en de sterren schitterden,
dat bet een lust was. Alles scheen reeds ter
ruste gegaan te zün, zoo doodstil was het
overal; ik sprong dan ook niet weinig ver
schrikt op, toen plotseling een koude hand de
müne greep.
„Halt," zei ik. „Wie is daar?"
„Ik beo het maarf mijnheer Venker," zeide
een fluisterende stem. „Ik ben het, de oude
Antje van hierover. Ik heb u gewichtig nienws
medo te deelen. Onze nieuwe politieman is
een dief."
„WatV riep ik rit.
„Jawel," zeide *tJ. „Hü heeft u een ham
ontstolen."
Ik keek naar boven. Nog één ham hing er.
„Hebt u het zelf niet gedaan?" vroeg ik.
„Kan ik er dan bü?" was haar antwoord.
„Bovendien heb ik hem met mün eigen
oogen gezien. Ik zag do knoopen van zün
uniform bü het schünsel der lantaarn scbit
teren. Ik verwed wat, dat hü de ham bü de
kerk in het boschje heoft verstopt."
Ik sloot de blinden, deed de deur op slot
en sloeg de richting in naar de kerk.
Naast het kerkportaal bevond zich eon zeer
klein plantsoentje. Ik stak een paar lucifers
na elkaar aan, zocht, en werkelük, daar lag de
ham in een papier gewikkeld.
Ik stond verstomd. Over een gewonen dief
zou ik mü werkelijk niet zoo geërgerd heb
ben. Maar een politieman, die mün eigendom
veeleer had moeten bewaken. Ik zal wachten,
dacht ik. Ge zult aan mü denken. En tot het
uiterste bereid, ging ik op den loer staan.
Re9da hoorde ik langzame stappen op de
straat8teeneD.
„Gü züt verloren, ouwe jongen," dacht ik,
mü nog meer in mgn schuilhoek verbergend.
Een oogenblik later was bü vlak bij mij. Ik
liet hem eerst de ham oprapen, dan kwam
ik te voorecbyn.
„GD zgt een toonbeeld van een agent, dat
moet ik zeggen!" riep ik uit, terwijl ik hem
by den kraag greep.
Ik was toen jong en sterk veel sterker
dan hü. Hü verzette zich een oogenblik tegen
mü, maar liet dan de ham vallen, terwül hü
byna SDikkend uitbracht: „O, mijn vrouw 1"
„Aan uw vrouw hadt ge vroeger moeten
denken," zeide ik. „Wat moet dat wordeD, als
zelfs politiedienaren gaan stelen? Ge verdient
toch een goed weekgeld. Een armen bodelaar
zou ik het nog niet eens zoo kwalyk hebben
genomen. Maar iemand als gü dien moest
men kortweg ophaBgen."
„Ja, ja," zeide hü, „maar laat mü u dit
zeggen. Bü mü thais sterven ze van honger.
Ik zelf ben zoo uitgehongerd, dat ik byna
bezwük. Sedert drie dagen loven mgn vrouw
en Ik en de kinderen van een lepel gries meel.
Ik ben pas aangesteld. Mijn loon ontvang ik
eerst met den eersten. Ik was ziek en heb
alles aangewend om de betrekkiog te krijgen.
Ik had liever gebedeld dan gestolen, maar ik
zweer u, dat ik u da ham zal betalen. Als ik
mijn loon ontvang, zal ik u het geld brengen.
Gisteren is mijn vrouw by u gewe9st; zy
vroeg u om haar op crediat te verkoopen, wat
door u is geweigerd. En thans, doe met my
wat ge wilt."
Da tranen liepen hem over do ingevallen
wangen. Ik greep hem bü don arm en bracht
hem naar mijn winkel, Waarvan ik de deur
achter ods sloot.
„Man," zei ik, „of ik goed doe voor den
mensch weet ik niet. Maar eens zal ik voor
Gods rechterstoel verscbünen en wellicht is
do Almachtige dan van oordeel, dat ik een
grooter zondaar ben dan gij. Want wie weet
hoe dikwijls wü allen zondigen; ik hoop, dat
God my vergeeft, gelük ik u vergeef." Daarop
haalde ik een korf, volde dien mot allerlei eet
waren en zeido tot hem„Dat is voor uw ge
zin en morgen kan uw vrouw komen, dan zal
ik haar credist geveD, zoolang ze wensebt."
Met zün groote, koortsachtig gloeiende
oogen zag by my aan.
„God zegone en bescherme u," zeide by.
„U verdient rijk en gelukkig te zyn. Mgn
leven zou ik voor u willen wagen."
Ditmaal liepen mü de tranen over de oogeD.
Hij nam den korf en ging. Dan volgenden
dag kwam zyn vrouw, ik gaf haar oen boskjo
en altyd werden de rekeningen prompt be
taald en waar hü mü een dienst kon bowyzen
daar heeft hü het gedaan.
Spoedig daarna ging het mü beter. Ik kon
in een meer voorname buurt gaan wonen en
een mooien winkel huren. Don politieman ver
loor ik geheel on al uit het oog.
Dat is nu alles lang geleden. Mon had toen
nog gaen telephoon in huis en ook geen brand-
soinen op straat. Ü9 brandwoer bestond uit
dappere kerels, di9 echter niot zoo geoefend
waren als de brandweermannen van tegen
woordig en het huis kon iemand boven het
hoofd afbrandeD, vóór er een spuit in aan
tocht of gereed was.
En zoo gebeurde het, dat mjjn vrouw en
ik eens midden in den nacht wakker wordeD,
toon reeds de trappen in brand stonden; ons
leven was in govaar. Ik wierp het venster
open en schreeuwde uit alle macht: „BrandI
Brand!" Weldra hoorde ik een politieagent
blazen en het brandgeroep herhalen. Overal
stak men het hoofd uit het venster.
Maar wie zou ons redden wie? Ik plaatste
de kinderen dicht bü het venster. Myn vrouw
lag op de knieën. Ik keek op straat, om
te zien of er geen middel tot redding was.
Daar zag ik een politiedienaar, denzelfde, die
mü toenmaals de ham had ontstolen. Hü had
het brandgeroep van den anderen politieagent
gehoord on liep op ons huis aan. Ik hoorde
hoe hü de deur openbrak en reeds de volgende
minuut zwart van rook voor ons stond. Hü
was als door een wonder ongedeerd over de
brandende trap gekomen.
Hü nam mün vrouw op, wikkelde zo in
een laken, en ik volgdo met de kinderen. Als
door een tweede wonder bereikten wü de
straat, toon mün vrouw plotseling uitriep:
„Hansje, Hansje! Onze jongen is nog in
het huis; hü ligt in de zükamer. Onze arme
jongenl*
Ik stormde het huis binnen. De rook en de
vlammen kwamen mü te gemoet en dreven
mü terug; de man echter, die ons gered had,
stortte zich in rook en vlammen. Eindelijk
kwamen ook de wagens der brandweer. Mm
drong ons op zü en door het fakkellicht be
schenen, zag ik op de tweede verdieping den
man met ons kind op den arm voor hot ven
ster staan. Ik sloeg de handen voor het gelaat.
Ik had de kracht niet meer om op te zien,
uit vrees ze beiden te zien verbranden.
„De ladder!" riep er een.
Zij hebben de ladder opgezet. Een kreet
uit honderd kelen steeg ten hemel was het
van ontzetting of van vreugde? Goddank, het
was van vreugde. Zü legden mü mün kind
in de armeD, zyn blonde lokken waren ge
zengd, maar overigens was hy ongedeerd.
Eenig hevig kraken, dan stortte het dak in.
Da redder van mün kind zakte tegelykertyd
ineen. Zün handen en zy'n gelaat waren met
brandwonden overdekt, hü had er nauwelijks
het leven afgebracht. Hü kwam spoedig weder
bü en lachte mü toe, en o, met welk een lach.
„Dank my niet!" zeide hy. „Ik heb slechts
een schuld betaald."
„Ziet gy," dus besloot de kleine winkelier
van voorheen en de groothandelaar van thans,
„het is daarom, dat ik zoo graag zie, dat
men een van het rechte pad afgedwaalde
weder terecht bolpt."
22 S-pt. 1
Stulsfeonfngen.
pCt
Ned„ Cert. Hat. W. Schuld 2*
dito Obl. dito3
dito Cert. dito8
Oosteoid Obl. Pup. Mei-Nov. 5
dito Zily. Juni/Juli. 8
Portugal, ObL 18530881 mot
tickot 100 .3
Rusland. Dinnenl. 1891. 4
dito 18S9bij Rothschild Rb. 025 4
dito HopsL Co. 1SS9 90 Rb. 625 4
Spanje, Pcrp Srliuld Buitenl. 4
Vurkijo, Cop. Couv. L 1890 4
dito Douano Obl. 1S35. 5
dito Geconv. Evening Serie D
dito dito O
Mexico, Biunenlandfich.6
Brazilië, Obl. 18S9. 4
Ind. en Fin. Ondamomlnjea.
Koloniale Bank Aand.
N.-l. Handbk. AnniL
Red. Hendelm. Aand.
Soar. Bank H. a. A. ObL
Tabafcsontferneml'-gen.
A root Dcli-Comp. Aand.
dito Certificaten
Arendsbuig Certificated.
Deli Batavïa-Mpij. Aand.
dito CerÜficatcD m
dito Cultnor-Mpij. Aand.
Deli-MaatschappQ Aand.
dito Certificaten
d° Langk. C.v.A. Rom. gar. kap.
Mcdan Tabak-Mpij. Aand..
Rottcrd. Deli-Mpij. Aand.
SoiK-mhik Mpij. Aandeden.
Idito Cert yan Aand.
Fabrieken.
Delft Dist. Gist- on S.-Fubr. A.
Eli'ftra A and cel en.
dito Obligation
R. Venn. Glaaf. en Kolcnra. A.
K. N. Bcicrsch Bicrbr. ObL 4
Kon. Mpij. do Scbcldo Obl. 4*
Ned. Gist- Spiritusfabr. A.
dito dito Oblïg. 4*
Stoorub.Ur. 't Ilaantjo Aand.
Wester Saikerraffinnd. Aand.
Z.-U. B.'crbr. Hyp. Oblig. 5
Schcepvaarl-Maalsch.
Kon. Red. Stb. Mpij Aand.
dito dito Obligation 4
Kon. PuketYiart Mpjj. Aand.
dito dito Oblig. 4
Kon. West-Ind. Maild. Aand.
dito dito Oblig. 4
Ncd. Amer, Sloomv.-Mprj. A.
dito dito ObL 4
Rotterd. Lloyd Aandeden
dito dito Ob)ignti£n 4
Stoomv.-Mpij. NederL Aand.
dito dito Oblig. 6
dito dito dito 4
Stoomv. Zeeland Aand
dito dito dito proL dito
Stoomv. Zeeland Oblig..
Petroleum.
DoTdtecho Poti. Mij. Prof. A.
dito dito Oblig. 4*
Maatschap „Panolan" Cert. f
Elz&sser Pctrolonm-Mpij. A_
Petroleum My. „Galiciö" A.
Holl. Rum. Petrol en m-M ij. A.
Kon Red- My.LEx. Petr.br.A.
dito dito Cert. van dito
dito dito Obligation
dito „Moeara Enim" Aand.
M.L Ex.Otinbr.in Hannover, A.
Rodcrl. Petrolcam-Mpi). A.
dito Ram. Petrol.-Mij. A.
dito Sumatra Palcrob. A.
Mijnbouw.
KwandADg Socm&lata
Lebsann Asphalt
NetL-Ind. Expl.
Mjjnbonw
Roord Celebes
Mijnb. Mij. „Socmalata" A.
Tjenako St.-My
Olverscn.
Mpy. Krasnapolsky Aand..
dito dito Oblig. 4
Winb -Mij. „Eigen Hulp" A.
Spoorwoglecningon.
Holl. IJzercn-Spw.-Mg. Aand.
ObL ditoS*
M. t. ExpL v. St. Spw. Aand.
Italic, Z.-Ital. Spw. Obl. A-H 3
Polen. Ware.- Weenen Rb.625 4
RosL, Balt. Spw.-AancL. .3
Faat Spw.-My. Aand. S
Weicheel ZIL Aand.. .4
Wlndikawlion Obl RL 125 .4
Amerika, Atchison Top.C.v.A.
Piet Aand. dito
dito Alg. Hyp. ObL 4
Adjostm. Oblig. .4
Central Pacifio Aand. <4
Denver Rio Grande O. A*
Erie-Sp.-Mij. Aand.
Cblo it Erie le Hyp. ObL
Kans. City Bolt-sh&ree i
Lonisv. Raabr. Cert v. Aand.
Miaa. Kans. Toxaa C- v. A.
Union Pao. C. v. A.
Oregon Short Line oblig. .9
Canadian Pacifio C- v. A.
PremlclceolnBeit
NederL, Ptad AmstcnL /"lOO. f
TurJqje, Leening 1870
Spanje, Madrid 1868, S pet.
Ccvponnolctring rotyens d' Coupon-Makelaar
Oostonr ik, Papier t 20.92)^ dito Zilver /21.—
Franscho f 47.50 Diverse Rykamar- /53.80 Bassen
Goud Itoebsls f L99 dito ln Zilveren Boebal* L'25»^
Amer ik aangek# Good Dollar# 2.47)4
£ele«ning 4 pCL
Gemengd Nieuws.
Naar het „Va d." verneemt, ic
de spoedige ontdekking van de ten pa^eizo
in Den Haag gestolen voorwerpen voor een
deel te danken aan de beeren W. Pasdeloup
en J. Oberg, beambten van de bank-van leening.
Toen de rechercheurs van politie zich nl.
aan de bank rervo?gden, konden bovenge
noemde heeren den goudsmid aanwijzen, die
een der voorwerpen door hen had laten
taxeeren. Dit leidde tot de ontdekking der
andere voorwerpen.
Men zal zich nog wel herinneren
het verhaal van den Rotterdamschen Jules
Guórin, don beeldhouwer A. Bongers die,
na met zijn zoon een paar politie agenten, die
hem wegens een twist met zyn buurvrouw'
wilden arresteeren, mishandeld te hebben, zich,
in zfln woning als in een vesting opsloot en
ieder, die hem durfde nadereD, met den dood
bedreigde. Den 24sten Juni eindelük waagde'
de politie een aanval op de woning en werd
door den zoon op last van den vador, zooala
de aanklacht zegt een revolverschot op
den inspecteur van politie Bosch gelost, dis
daardoor in de maagstreek getroffen werd.
Voor dit feit stonden vader en zoon thans
voor de rechtbank te Rotterdam terecht. Er
waren 20 getuigen geJagvaard, waaronder
7 a decharge, terwül als verdediger optrad
mr. H. J. Knottenbelt.
De eisch tegen Bongers is twee jaar, en
voor den zoon ontslag van rechtsvervolging,
hopende dat „Pro Juventute" zich zyn lot zal
aantrekken.
Te Denekamp sloeg de bliksem
in de hoerenbehuizing van J. B. Wassink.
De gübeele woning met inboelei en al
brandde af. De dochter des huizes werd
tegen den grond geslingerd, doch bleef
ovtrigens ongedeerd. Een paard, 2 koeien,
2 varkens en 10 biggen kwamen in de
vlammen om.
De liksera sloeg te Kaatsbergen in den
afleider in den grooten tor^n, van daar op
e n der afleiiors van de fabriek der firma
Jordaan, en vernielde later het electrisch
licht van den nachtwaker in het ketelhuis.
Dure appelen. Uit Tiei meldt
men aan het „Utr. D 1." het volgende:
„Als een sprekend bewys, dat or thans in
deze streek g oote vraag is naar fruit, diene,
dat een appelboomgaard, groot 1.5 hectare
(g^sch..tte op r ngst 540 a 500 H.L.), gepacht
werd voor f 2485.
In de appel jar en '95 en '97 deed hü respec
tievelijk f 700 en f 1030.
De Belgische regeering beeft
aan de justitie t9 Maastricht uitg©l©^rd A,
Coumans, oagloonor, wonende te Stoin, ver
dacht van het to-rirengen van zwa3r lichamo»
lijk letsel aan zekeren Ramakers, door dezen
met een mes in het hoofd te stoken. Rama
kers is eenige dagen na de verwonding in
bet gesticht Calvarienberg te Maastricht over
leden.
Frankfort heeft een aantal rke
burgers, die toonen voor hun stad wat over
te hebben. Een hunner, dr. L. Gans, heeft
150,000 mark geschonken voor de oprichting
van een kunstfonds, waarvan de renten
moeten dienen om do pleinen en straten met
beeldhouwwerken te versieren. Anders ver
mogende Frankfortera hebben büdragen tos-
gezegd en de gemeenteraad heeft besloten
jaarlijks 6000 mark te offeren. Voorts is een
vereeniging tot stand gekomen, dii ten doel
heeft de bekende oude schilderyenverzameling
van Sta'lel ook allengs met moderne werken
te verryken.
De eenige overlevende van bet
spoorwegongeluk by Mühiiorf, een remmer,
die zich nog had weten te redden, is ten
gevolge van den schrik krankzinnig geworden.
Zooais bekend is, verzonk daar 's nachts een
goederentrein by hoog water in den stroom.
De toestand verbetert in Oporto,
to oorJeelen naar een Woensdag ontvangen
bericht, hctwelke vermeldt, dat de winkels
wederom zyn geopend, terwül dit ook met
de fabrieken weder spoedig het geval zou
zyo- De Duitsche doctoren hebben zich weder
naar Lissabon begeven, om van daar naar
Duitschland terug te keeren.
Het wrak van het Nederlandsche
stoomschip „Prins Maurits" is volgens d9
„Venezuela Herald" in publieke veiling ver
kocht voor 400 dollars.
In drie belangrüke mynen by
Leipzig is gisteren de arbeid gestaakt. Eet
getal stakers bedraagt 2000.
Uit China. Men schrijft uit
Parüs: E3n jonge Fransche arts begaf zich
onlangs naar Peking, om aan de da«ar nieuw
opgerichte medische school do zonen van het
Homelsche rük in de geheimen der anatomie
in to wfiden. Hü had echter met groote
mosilykheden te kampen, want het gelukte
hem niet, menschelQko iyken voor de operaties
te bekomen, daar de Chineezen voor de-
dooden een gevoel van piëteit hebben en
nooit zouden willen toestaan, dat men
zelfs voor de wetenschap - een mes in het
lichaam van een overledene bracht, of hot
moet het lyk van een terechtgestelde zün)
De Fransche arts ging daarom naar den al-
geweldigen vice koning Li-Hung Shang, om
hem zün nood te klagen. „Ik heb te weinig
lijken," zeide by, „en zonder die lyken kunnen
do medici niet studeeren." „U krügt toch de
lyken der terecbtgestelden," antwoordde Li-*
Hung-Shang. „Ja!" antwoorddo do dokter,
„dat is echter veel te weinig." „Nu," ver*
klaarde Li-Hung-Sbang met de grootste
kalmte, „dan zal men er meer terecht*
stellen", (f-)
Vor.
Koers
koars.
heden
8194
81*
OTJi
93«
9^54
98
xiHó
83>i
23Jfs
23*
96%
16%
<(„34
87H
«i*
9454
91*
2-fid
22*
26
26*
39%
29*
Ö954
63*
46
tSiJi
83
.01
626
625
329
101
413
2>a
2^1
SSS
3S0
802
-
21
-
-
100*
-
191*
-
160
101*
170
10-*
119
"9*
102*
93
9a
99*
137
101*
173*
103*
103*
17
23*
69
I
UI*
114*
100*
345
93
9 J*
95
160
1S4
179*
183
9o*
149*4
151*
16*
45
92*
66*
73
mm
88
83
1C5ÜÉ
105
236
232
99
1G6
112
112
93*
99*
109
67
96*
20*
21
61%
63*
99
99*
85*
21*
21*
13%
13*
112*
77%
73*
13
13%
44*
114*
92*
110*
28*
34*