N°. 12139 A0. 1899 geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en geestdagen, uitgegeven. Leiden, 19 September. Feuilleton. Een moedige vrouw. Woensdag; 20 September. LEIBSCH DAGBLAD. PRIJS DEZEB COUBAITPi "Voor Lelden per 8 cnaanooo. i.10, •Franco per post 1.40. Afzonderiyke NommerB 0.06. PRIJS DEE. A n v H.T KW'l'l VaD 1 6 regels f I 06. tedere regoJ meer f 0.17$. - Grootero tetters oaar plaatsruimte - Voor het Incassoeren bolton <la stad wordt f 0.05 berekend Ter opening van den nieuwen academiachen cursus hield hedenmiddag te twee uren do waarnemende rector-magnificus dr. C. P. Tiele in het groot auditorium van het Academie gebouw een rede, waarin by verslag uitbracht van de lotgevallen der Universiteit 1898/99 by het overdragen van de rectorale waardigheid aan dr. H. A. Larentz. Terwyl spr. begon met te zeggen, waarom by die plaats innam, bracht hy allereerst aan den overleden rector-magnificus prof. dr. P. J. Cosyn als zoodanig hulde. Spr. zou diens tolk zUn in dit uur, want Cosyn had, al had hy zyn redo nog niet gesteld, niet alleen do bouwstoffen verzameld, maar ook een uitge werkt ontwerp samengesteld, waarvan door spr. gebruik is gemaakt. De rede dan begon met er op te wyzor, dat zoo'n vorslag natuuriyk meer den uit- wendigen dan den inwendigen toestand onzer inrichting van O. betreft; wie zou den laatste ook durven beoordeelen? Spr. zal zich daartoe dus moeten bepalen; een geestig ver slaggever, zeide hy, heeft terecht opgemerkt, dat de opsomming der fata een fatale zaak is, en men den dag, dier? Fruin met de min achting van den historicus: „ik weet niet welken Dinsdag van de maand September" noemde, ia tegenstelling van den dies natalis wel als den dies falalis zou kunnen betitelen, indien, voeg ik er by, in den aula niet streng moest worden gewaakt tegen het verkrachten der cla8sieke Latiniteit. Was het jaar voorspoedig? Tegenover een betrekkelgk „neen" staat een „ja". Het cura torium bleef onveranderd. Uit den professoren- kring verloren wy mr. Carel Asser, wiens arbeid hy memoreerde; spr. herinnerde nu aan het heengaan van denr man,- in wiens plaats hy spreekt, prof. Cosyn, en herhaalt in andere woorden wat by ook by het graf heeft gezegd, hoe hy een schitterend sieraad was zyner faculteit, hoe hy zich _op. zyp gobied een hoogst beroemden naam had verworven en wees ten slotte op zyn hoog karakter, waar door hy zoo velen zich tot vrienden maakte. De beide andere hoogleeraren, die aan de Universiteit ontvielen, behoorden niet meer tot de dienstdoende, dr. Robert Fruin, wiens groote verdiensten werden herdacht, en dr. Pieter Leonard Ryke, hovgleeraar in de fac. voor wis- en natuurkunde sedert 1846, staats raad in buitengewonen dienst, stichter van het tegenwoordige pbysische laboratorium. Ook de arbeid van dezen geleerde word met groote waardeering herdacht. In herin nering werd gebracht het overlydon van dr. A. Nykamp, sedert 2 Juli 1888 privaat-docent in laryngologie en rbinologie. Verliezen werden ook onder de studenten geleden, waarby deelneming gevoeld werd, vooral met degenen, die ze betreuren. Ook aan den vertrokken hoogleeraar dr. J. H. Gunning, dn) na 70-jarigon leeftyd aftrad, werd een woord van dankbare herinnering gewyd. Aan de opvolgers, die nog wel niet hun functies hadden aanvaard, werd een hartelyk welkom toegeroepen, terwyl eeh nieuwe leer stoel is opgericht, die door dr. G. Jelgersma zal worden ingenomen, een leerstoel, waarop Leiden door de stichting van het krankzinnigen gesticht „Endegeesi" rechten kon doen gelden. Aan mr. H. L. Drucker hulde, dat hy zich bereid heeft verklaard ais privaat-docent voor handelsrecht en burgeriyk recht op te treden. Een verrassing, dat een oud-hoogleeraar, als het gewenscht of noodig is, zich de toga weer laat omhangen, is meer gezien. Maar dat hy, vroeger stemhebbend lid van faculteit en senaat, zich met den rang van privaat docent tevreden stelde, dat was tot heden nog niet geschied. Als nieuwe privaat-docenten werden toege laten dr. J. E. G. Van Emden voor de para- sytologie en dr. H. Kern voor de Slavische talen; tot onderwys-assistent by de geologie de heer F. M. Jaeger, tot assistent ia het Pathologisch Anatomisch Laboratorium de heer K. S. De Graag, in het Academisch Ziekenhuis voor heelkunde, tevens belast met een cursus over ziekenverpleging, de heer J. De Bruïne Groeneveldt. Dr. M. Rutgers werd vervangen door dr. J. C. J. Bierens de Haan en zoo had den er nog enkele wisselingen plaats. De rector kon, trots de zorgvuldigste telling, niet hooger komen dan tot een getal van 792 studenten: 88 godgelh., 252 rechten, 284 medicynen, 99 wis- en natuurkunde en 69 in de letteren. De Studentenalmanak komt tot 908. Over de oorzaken dier onregelmatig heid in de opgave en de middelen ter voor koming sprak de rector; het eenige middel zou wezen een boek voor inschryving na daarvoor bepaalde data, maar hier ook biy ven byna onoverkoombare bezwaren. De tegen woordige spr. zelf meent, dat do groote fout hierin ligt, dat de inschryving verbonden is aan de betaling der collegegelden. Ze zy kosteloos, maar verplicht; dan ware alleen een eenigezins juiste statistiek te verkrygen. Promoties waren er 61, nl.: 42 in de rechten, 7 in de geneeskunde (zeven slechts in de talrykste van alle faculteiten), 5 in wiskunde, 5 in Lttoren en 2 in godgeleerdheid. Daarna werd herinnerd aan de onderschei dingen aan verschillende hoogleeraren vor- loeod: prof. Kern werd benoemd tot offic. in de orde van Saö Thiago en tot eerelid van de Koninkl. Maatscbappy van Aardrybs- kunde te Lissabon; prof. Martin verkreeg de medaille ter herinnering aan den lOOsten geboortedag van Keizer Willem I en werd lid der Kaiserliche Leopoldinisch-Carolinisch Deutsche Academie der Naturforscher te Weenen; prof. Lorentz werd doctor philoso- phiae hon. causa te Göttingeo, prof. Schlegel buitenl. corr. lid der Société d'Anthropologie de Paris, prof. Franchiraont eerelid van de Royal Institution te LondeD, prof. Tiele lid der Koninkl. Acad, van België te Brussel, lid der Philosophical Society te Philadelphia, de oudste door Franklin gestichte wetenschappe- lyke Academie der Yereenigde Staten, en doet. in de letteren hon. causa te Dublin (Trinity College). Aan de Gifford-lezingeD, te Edinburgh gehouden, werd herinnerd, aan de eer, daarby aan Tielo bewezen, en aan den roem, die daardoor op onze Hoogeschool afstraalt. Voorts herinnerde de rector aan de bekro ning van prof. Hartman's lat. ged.: „Pater ad filium", en aan de gouden medaille, die heden wordt uitgereikt door den rector der Groi ingsche universiteit aan den-heer J. Van IJzeren, lilt. doctorandus aan onze universi teit, voor zyn beantwoording van de prys- vraag: „Over de lozingen der Codices, Riven- nas en Venetas van Aristophanes." Jubiló's werden gevierd door den pedel Dee, en door de professoren v. Bemmelen en Franchimont van hun 25-jarige ambtsbediening. Herdacht werd in het afgeloopen jaar het 100-jarig bestaan der gynaekologische kliniek voor kraamvrouwen te Leiden door prof. dr. J. Veit. Aan de viering van den dies natalis en de gehouden oratie werd mede een woord ter herinnering gewyd. De rector sprak daarna over University Extension, over de verschil lende meeningen daarover, over een band, die universiteit en practisch leven samen houden kanzoodat daardoor het aanzien der universiteit by de lieden der practyk kan worden verhoogd, geen onverschillige zaakin den uitgebreidsten zin is University Exten sion een utopie, maar hoe en dat 't mogelijk is heeft prof. Blok schitterend bewezen, terwyl wat de hoogleeraar Holwerda in de zomer- vacantie deed, ook zoo mag heeten, toen hy gelegenheid gaf aan leeraren van gymnasia en andere belangstellenden, om hun kennis van de archacologie en antieke kunst uit te breiden. Over de Universiteitsbibliotheek, baar voor- treffeiyken directeur,'bibliothecaris en beambten werd gesproken, over de uitbreiding, al zyn de middelen beperkt, en over schenkingen, voor al die van Fruin, haar vermaakt. Is er, wat de gebouwen betreft, stof tot klagen over het Museum van Natuurlyke Historie en het Ethnograpbisch Museum, daar zyn toch Weer tal van /erbeteringen verkregen ruime collegekamers voor de juristen, ver grooting van het Ethnogr. Museum met het huis, vroeger door wylen prof. Scholten be woond, waar nu een bezienswaardige Japan- scho tentoonstelling is ingericht; en dan niet te vergeten de twee laboratoria op „Vreewyk," dat voor do organische chemie en dat voor de pharmacie. Aan het einde van het verslag had de over leden rector stellig een woord van warmen dank en waardeering voor prof. TieJe, die zyn functie gedurende zyn ziekte waarnam, en droeg aan prof. Lorentz de waardigheid over, van wien by zeide: wy weten, dat uw naam aan onze Universiteit luister byzet, en zyn verzekerd, dat het Rectoraat door u op waar dige wyze zal worden vervuld. Met een wensch voor den bloei der Universiteit en een „Heil u, Rector!" werd do rede besloten. Beroepen is ty de Ned.-Herv. Gom. te Gasselte do beer J. W. Pcort, cand. te Leiden. De korporaal der mariniers H. Berlyn, behoorende tot de 1ste afdeeling ton het corps mariniers, is gedetacheerd y da Kweek school voor Zesvaart alhier en zulks t-r vervanging van den korporaal der mariniers D. Kdrman, wiens detacheering is ingetrokken. Het bedrag der „Unie"-collecte van de tot dusverre gepubliceerde tweehonderd locale comité's is ruim duizend gulden hooger dit jaar dan by diezelfde locale comité's in 1898. De Rykstuinoouwschool te Aalsmeer is geopend. De burgemeester, do heer J. G. Heydanus, sprak een welkomstwoord tot de aanwezigen, onder wie de Commissaris der Koningin in Noord-Holland, mr. G. Van Tien hoven, die de hoop uitsprak, dat deze school mocht strekken tot meerderen bloei en voor uitgang van de gemeente, en daarna haar voor geopend verklaarde. Nog werd het woord gevoerd door den inspecteur voor tui itouwonJerwys, den heer Leunea, die mededeelde, dat de directeur- generaal en de inspecteur tot hun leedwezen niet tegenwoordig konden zyn. De directeur der nieuwe school, de heer Hazeloop, dankte voor de sympathieke woorden tot hem gesprokeD, en uitte de hoop, dat de school een mooie toekomst te gemokt mocht gaan. De Koninginnen zyn gisteren togen één uur van Het Loo te 's-Gravenhage aange komen. Aan het station van den Staatsspoor weg werden da Koninginnen begroet door den Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, den burgemeester van 's Gravechage en den gouverneur der residentie. De koninklyke trein werd vanwege de directie der Staatsspoorweg-maatschappy be- gtlt-ii door de heeren Huizinga en Van Egmond. Hare Majesteiten reden in een onover- dekten berliner naar het Paleis en werden, vooral in de Rynstraat, door het aldaar aan weerszyden van den weg geschaarde publiek met hoezee-gejuich verwelkomd. Ook vóór htt KoDinklyke Paleis, van het welk by do nadering van Hare Majest ittn de ko. inklyke standaard werd geheschen, vonden de Koninginnen e^n Lichte menigte, die Haar een hartelyken welkomstgroet bracht. H. M. de Koningin vertoonde zich later eenige cogenblikken aan een der vensters van het Paleis, waardoor do inmiddels meer tot naby de vorstelyke woning toegelaten menschenraassa gelegenheid bekwam onze Vorstin nogmaals toe te juichen. Weldra zal door den minister van justitie aan de Tweede Kamer oen wetsontwerp worden aangeboden tot herziening van het Wtttoek van Strafrecht. Genoemd wetsontwerp is tban3 in behan deling by den Raad van State. (fl. DU.) Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot rector van het Maria gesticht „Schiofbaan Hovius" te 's Gravenhago den wtberw. heer A. J. M. Hafkenscheid; tot kapelaan te Haarlem (O. L. Vr. Rozenkrans en H. Dominicus) den weleerw. heer P. J. Raöskio; tot kapelaan te Delftshaven (H Antonius Abt) don weleerw. heer J C. Vasse (15 Aug. 11. priester gewyd); tot rector van het St. Jaco'os-Godshuis te Haarlem den weleerw. heer J. M. Goes; tot kapelaan te 's-Gravonhage (H. Joseph) den weleerw. he r C. J. F. Hel wig; tot kapelaan te Kralingen den weleerw. heer P. M. De Vetter.; tot kapelaan te Wervershoef den weleerw. heer J. \Y. Van der Wal (16 Aug. 11. priester gewyd); tot loeraar aan het seminarie Hage- veld den weleerw. heer A. M. Breems; tot kapelaan te Bodegraven den weleerw. heer J. P. P. Boman8 (15 Aug. 11. priester gewyd); tot kapelaan te Delft (H. Hippolitus) den weleerw. heer J. L. F. Dankelman; tot kaps^ laan te Alfen den wele-rw. heer L. J. Boog: mans (15 Aug. 11. priester gewyd); tot kapelaan te Amsterdam (H. Anna) den weleerw. heer L. A. J. C. Speet; tot kapelaan te Vlaar- dingen den weleerw. heer J. A. B. M. Van Blaricum (15 Aug. 11. priester gewyd); tot kapelaan te Assendellt den weleerw. heer A. H. J. Sprenger; tot kapelaan te Moordrecht den weleerw. beor J. P. Huibers; tot kapelaan te Nootiorp den weleerw. hoer A. E. C. Huf; en tot assistent te Vogelenzang den weleerw. heer C. P. M. Van Erven Dorens. De drie laatste weleerw. heeren werden 15 Aug. 11. priester g*wyd. Verder hteft Z. D. H. benoemd tot kapelaan te Amsterjam (EI. Ignatius) den weleerw. pater J. Th. Rosmulder; tot kape laan te Rotterdam (0. L Vr. Onhevl. Ontvangen) den weleerw. pater H. J. G. Schülinck en tot kap Lan te 's-Gravenhage (H. Theresia) den weleerw. pater J. G. Kallen. Uit Delft meldt men, dat door een com missie van hoogleeraren de plannen voor het naar de tischen dtr wetenschap te bouwen natuurkundig laboratorium zyn onderzocht en goedgekeurd, maar op enkele onderdeelen nog wyzigiogen zyn aangebracht. De tcekeningen zyn naar Den Haag gezonden ter goedkeuring. De aanbesteding kan spoedig worden te ge- moet gezien en verwacht wor-t, dat het grond werk nog vóór htt einde der volgende maand gereed zal z(jn. Een commissie van oud leden van het Delftsch Studentencorps zal, mede namens veel andere oud le'en, als een bowys van hoogachting en waardeering voor het corps, eerstdaags aan den Senaat een hnldebiyk aanbieden. Dez9 commissie, welke zich reeds tydena de lustrumfeesten in het vorige jaar uit de reünisten vormde, bestaat uit de heeren: M. J. Van Bosse, oud-directeur B. O. W. in Ned.- Indiö, president; mr. C. C. Dutilb, advocaat te Rotterdam; M. A. C. Hartman, gemeente- architect te Delft; J. Van Hasselt, directeur der waterleiding te AmeterJam; A. J. R. Koopman3 Stadnitski, assistent resident ia Ned. Iadiö; E. C. baron Sweerta de Landas Wy .orgh, oud-lid van den RaaJ van Ned. Indiö, te Rotterdam; en H. J. Vtrtnllouw, civiel- ingenieur te Delft. Van de industriöelen, die ln:ertyd aau do Regeering subsidie gevraagd heaatn voor de Paryscho wereldtentoonstelling <ng.strrea te 's-Gravenhage een vtrgaderi. g idden, ondervindt de Centrale R geeringocommissie voor de tentoonstelling de me.-ste medewerking en steun. Ttv^ns kan met zekerheid worden mede gedeeld, dat tot cusver nietnan i zyn opgave tot doelneming aan de tentoonstelling heeft Ingetrokken. Volgens h.t „Haagscho Dagblad" zal 12) Marian, die schynbaar verdiopt was in ©en boek, zag vlug op. De toon, waarop die man van yzer sprak, terwyl hy niet de moeite deed, oen woord tot haar te richten, deed haar instinctmatig op haar hoede zyn. Zy voelde, dat het bloed naar haar waDgen steeg; baar handen beefden op de bladen van hot boek; en een inwendige stem fluisterde haar toe: „Paul heeft hem alles gezegd; dat ia het nieuws." De opwinding had haar kracht gegeven, zich goed te houden tegenover den generaal -L ©n de kinderen. Zy had zichzelvo bijna in slaap gesust met het voorwendsel, dat alles slechts een spel harer verbeelding was; maar thans, nu ze Bonzo in het gezicht zag, was het, of do hand van den aanklager reeds haar schouder beroerde. Grimmig en onheil spellend ernstig hield de man van yzer den blik op haar gericht, doordringend, als trachtte hy te lezen in haar binnenste. De woorden verstyfden op haar lippen; do vrees hiold haar geboeid. „Hy weet het," dacht zy; „hy weet het en i3 hier gekomen, om het den and3r te vertellen. Paul heeft gesproken, en dit is het einde." „Juffrouw, wil u naar boven gaan?" 1 „Juffrouw, ik wensch to gsan slapen." Zoo spraken do kinderen, en Marian rees met inspanning overeind. Ze keerde zich om, ten einde een buiging te maken voor de heereD, doch deze hadden de kamer reeds verlaten. Zy wist niet, dat er een paar minuten waren verloopen ia dien doodsangst der onzekerheid. Ze had den deftigen groet niet gezien, waar mee de behecrscher van Kroonstadt afscheid van haar had genomen; maar de vreeselyke, vonchendo oogen van Bonzo schenen nog dreigend op haar gericht, ofschoon de kolonel niet meer in de kamer was. Die oogen volg den haar, in haar verbeelding, van het salon naar do slaapkamer der kinderenze bewaakten haar in de gaDg; hetzelfde gevoel van vrees en de wensch, zich te verbergen, bleef haar by, toen ze haar eigen vertrek betrad en de deur slootToen zonk zy, uitgeput, bevend van angst, op een rustbank neer. Het was nu dicht by tienoD, en de signalen werden geblazen in de kazernes. Marian had dat dikwyis gehoord, als zy alleen in deze kamer zat, en die fanfares welkom geheeten als een boodschap van levende menschen. Ze vroeg zich af, of ze die signalen morgen weer zou hooren. Z9 tuurde over de woeste zee, met stapels ys on sneeuw: een slagboom tusschen haar en de vryheid. Ze vroeg, of ze ergens op dit eiland een toevlucht of schuilplaats zou kunnen vindon. Ware het zomer geweest, dan had een of ander Engelsch schip haar kunnen opnemen; maar thans, nu de Fmsche golf nog worstelde met baar boeien van ys, en geen schip zich buiten de haven kon wagen.... welkó hoop bleef haar thans over? Ze zag in het maanlicht den loop glinsteren van het geweer, dat de schild wacht op het voorplein droeg. Gind3 op de wallen waren meer schildwachts, die alle uitgangen van het fort bewaakten. Geen graf kon zyn prooi beter bewaken dan Kroonstadt de vrouw gevangen hield, die haar verraden bad. Het had twaalf uren geslagen, eer zy begon zich te ontkleeden. Haar vingers waren onhandig b(j dit werk. Toen ze haar mooie avondjapon voor zich had uitgespreid, vroeg zy, of ze die wellicht voor den laatsten keer had gedragen. De vrees had haar nu zoo volkomen overmees terd, dat ze kon liggen noch zitten, maar telkens overeind rees om te luisteren naar een voetstap in de gang of het geluid van stemmen buiten. „Ze zullen komen, over vijf minuten. over tien," zoo dacht zy en begon een plan van verdediging te maken, telkens de woorden herhalende, waarmee zij zich zou veront- schuldigon, en de listen, waarvan zy zich wilde bedienen. Dan weer was ze vol vertrouwen in haar liefde en maakte zich wys, dat Paul wel een middel zou vinden om den slag van haar af te weren Zy kon niet gelooven, dat het noodlot haar plotseling van liebt en liefde zou berooven en van hot tevreden leventje, dat zy zich had geschapen. Al do goriefiyk- boden van haar kamer, de lekker warme kachel, de platen aan den wand, het bed, waarin zy zoo dikwyl3 had gedroomd van kleinen Dick aan dat alles dacht zy en ze vroeg zich af, welke booze geest dat alles kon wogblazen en veranderen in de muren van een gevangenis. Zy had veel gedurfd, maar de straf voor haar durven bleef haar nu als een spook bedreigen. Haar lang, bruin haar viel over de schouders, en ze ging van de zitkamer naar het kleine, witte slaapvertrek. Het was daar heel stil en rustig; ze hoorde niet langer het spatten van het Water tegen het ys noch den regelmatigen tred der schild wachts op de wallen. Maar ze rilde van kou en lag uren achtereen, zich kwellende met de vraag, waarom het geheele huis sliep en niemand kwam om haar aan te klagen. Toen eindoiyk de vale winterdag kwam en het bleeke licht door den mist over het water kroop, had de slaap erbar men; in een vriendoiyken droom omhelsde zy het kind, dat ze liefhad, en ze doolde met hem in de tuinen van het dierbare Engeland. En zy wist niet, dat, als het weer nacbt werd, zy zou liggen in het duistere cachot van fort Alexander to Kroonstadt. VI. Paul Z3S3ulic ging over bot voorplein dor gouverneurswoning en sloeg vlug den weg in naar de eigeniyke stad. Marian had geluisterd naar z(Jn voetstappen, toen by heenging, maar haar veronderstelling, dat hy zou terugkeeren, kwam in hot geheel niet overeen met zyn gedachten. H(j wist eigenlyk niet goed, waarheen by ging en met welk doel, zoodat de schildwacht, dien by passeerde, meende, dat de officier in oen roes verkeerde, eon toestand, welken elke recht geaarde kanonnier beschouwdo als de hoog6te zaligheid. Paul zag den soldaat niet. De sneeuw, wit en krakend boven op de walleD, was hier siyk en vuil onder den voet. De scherpe noordenwind pynigde zyn ooren en dreef fijne sneeuwvlokjes in zyn gezicht; maar hy dacht er Diet aan, de bonten muts dieper over zyn gelaat te trekken of de jas vaster toe te kneopen. Een onbestemde aandrang om te ontvluchten aan dit huis, aan de stad, om tot eiken prys te ontsnappen aan den vreese- lyken toestand, waarin by was gebracht, overheerschte alle andere gedachten. Op een maal kreeg hy de gedachte, dat de dood het eenige redmiddel was, en hy bleef staan midden op den weg, om te vrageD, welke de gevolgen van zyn dood zouden zyn. „Hot zou haar niet kunnen redden," dacht hy; „ze zou dan alleen staan. Zelfs al zwyg ik, dan zullen ze het toch vroeger of later vernemen. In Rusland blyft niets laDg ver borgen. Het mag een week duren, een maand; maar vernemen zullen ze het, en dan. Hy liep voort, met onzokeren tred, en lette niet op het saluut der soldateD, dio hom tegenkwamen; hy bleef doof voor do muziek in de koffiohuizen, blind voor het licht, dat glansde over de zee van ys. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1