N°. 12139
A0. 1899
geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en geestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 September.
Feuilleton.
Een moedige vrouw.
Woensdag; 20 September.
LEIBSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB COUBAITPi
"Voor Lelden per 8 cnaanooo. i.10,
•Franco per post 1.40.
Afzonderiyke NommerB 0.06.
PRIJS DEE. A n v H.T KW'l'l
VaD 1 6 regels f I 06. tedere regoJ meer f 0.17$. - Grootero
tetters oaar plaatsruimte - Voor het Incassoeren bolton <la stad
wordt f 0.05 berekend
Ter opening van den nieuwen academiachen
cursus hield hedenmiddag te twee uren do
waarnemende rector-magnificus dr. C. P. Tiele
in het groot auditorium van het Academie
gebouw een rede, waarin by verslag uitbracht
van de lotgevallen der Universiteit 1898/99 by
het overdragen van de rectorale waardigheid
aan dr. H. A. Larentz.
Terwyl spr. begon met te zeggen, waarom
by die plaats innam, bracht hy allereerst aan
den overleden rector-magnificus prof. dr. P. J.
Cosyn als zoodanig hulde. Spr. zou diens tolk
zUn in dit uur, want Cosyn had, al had hy
zyn redo nog niet gesteld, niet alleen do
bouwstoffen verzameld, maar ook een uitge
werkt ontwerp samengesteld, waarvan door
spr. gebruik is gemaakt.
De rede dan begon met er op te wyzor,
dat zoo'n vorslag natuuriyk meer den uit-
wendigen dan den inwendigen toestand onzer
inrichting van O. betreft; wie zou den
laatste ook durven beoordeelen? Spr. zal zich
daartoe dus moeten bepalen; een geestig ver
slaggever, zeide hy, heeft terecht opgemerkt,
dat de opsomming der fata een fatale zaak
is, en men den dag, dier? Fruin met de min
achting van den historicus: „ik weet niet
welken Dinsdag van de maand September"
noemde, ia tegenstelling van den dies natalis
wel als den dies falalis zou kunnen betitelen,
indien, voeg ik er by, in den aula niet streng
moest worden gewaakt tegen het verkrachten
der cla8sieke Latiniteit.
Was het jaar voorspoedig? Tegenover een
betrekkelgk „neen" staat een „ja". Het cura
torium bleef onveranderd. Uit den professoren-
kring verloren wy mr. Carel Asser, wiens
arbeid hy memoreerde; spr. herinnerde nu aan
het heengaan van denr man,- in wiens plaats
hy spreekt, prof. Cosyn, en herhaalt in andere
woorden wat by ook by het graf heeft gezegd,
hoe hy een schitterend sieraad was zyner
faculteit, hoe hy zich _op. zyp gobied een
hoogst beroemden naam had verworven en
wees ten slotte op zyn hoog karakter, waar
door hy zoo velen zich tot vrienden maakte.
De beide andere hoogleeraren, die aan de
Universiteit ontvielen, behoorden niet meer
tot de dienstdoende, dr. Robert Fruin, wiens
groote verdiensten werden herdacht, en dr.
Pieter Leonard Ryke, hovgleeraar in de fac.
voor wis- en natuurkunde sedert 1846, staats
raad in buitengewonen dienst, stichter van
het tegenwoordige pbysische laboratorium.
Ook de arbeid van dezen geleerde word
met groote waardeering herdacht. In herin
nering werd gebracht het overlydon van dr.
A. Nykamp, sedert 2 Juli 1888 privaat-docent
in laryngologie en rbinologie.
Verliezen werden ook onder de studenten
geleden, waarby deelneming gevoeld werd,
vooral met degenen, die ze betreuren.
Ook aan den vertrokken hoogleeraar dr. J. H.
Gunning, dn) na 70-jarigon leeftyd aftrad, werd
een woord van dankbare herinnering gewyd.
Aan de opvolgers, die nog wel niet hun
functies hadden aanvaard, werd een hartelyk
welkom toegeroepen, terwyl eeh nieuwe leer
stoel is opgericht, die door dr. G. Jelgersma
zal worden ingenomen, een leerstoel, waarop
Leiden door de stichting van het krankzinnigen
gesticht „Endegeesi" rechten kon doen gelden.
Aan mr. H. L. Drucker hulde, dat hy zich
bereid heeft verklaard ais privaat-docent voor
handelsrecht en burgeriyk recht op te treden.
Een verrassing, dat een oud-hoogleeraar, als
het gewenscht of noodig is, zich de toga
weer laat omhangen, is meer gezien. Maar
dat hy, vroeger stemhebbend lid van faculteit
en senaat, zich met den rang van privaat
docent tevreden stelde, dat was tot heden
nog niet geschied.
Als nieuwe privaat-docenten werden toege
laten dr. J. E. G. Van Emden voor de para-
sytologie en dr. H. Kern voor de Slavische
talen; tot onderwys-assistent by de geologie
de heer F. M. Jaeger, tot assistent ia het
Pathologisch Anatomisch Laboratorium de heer
K. S. De Graag, in het Academisch Ziekenhuis
voor heelkunde, tevens belast met een cursus
over ziekenverpleging, de heer J. De Bruïne
Groeneveldt. Dr. M. Rutgers werd vervangen
door dr. J. C. J. Bierens de Haan en zoo had
den er nog enkele wisselingen plaats.
De rector kon, trots de zorgvuldigste telling,
niet hooger komen dan tot een getal van
792 studenten: 88 godgelh., 252 rechten, 284
medicynen, 99 wis- en natuurkunde en 69
in de letteren. De Studentenalmanak komt
tot 908. Over de oorzaken dier onregelmatig
heid in de opgave en de middelen ter voor
koming sprak de rector; het eenige middel
zou wezen een boek voor inschryving na
daarvoor bepaalde data, maar hier ook biy ven
byna onoverkoombare bezwaren. De tegen
woordige spr. zelf meent, dat do groote fout
hierin ligt, dat de inschryving verbonden is
aan de betaling der collegegelden. Ze zy
kosteloos, maar verplicht; dan ware alleen een
eenigezins juiste statistiek te verkrygen.
Promoties waren er 61, nl.: 42 in de rechten,
7 in de geneeskunde (zeven slechts in de
talrykste van alle faculteiten), 5 in wiskunde,
5 in Lttoren en 2 in godgeleerdheid.
Daarna werd herinnerd aan de onderschei
dingen aan verschillende hoogleeraren vor-
loeod: prof. Kern werd benoemd tot offic.
in de orde van Saö Thiago en tot eerelid
van de Koninkl. Maatscbappy van Aardrybs-
kunde te Lissabon; prof. Martin verkreeg de
medaille ter herinnering aan den lOOsten
geboortedag van Keizer Willem I en werd
lid der Kaiserliche Leopoldinisch-Carolinisch
Deutsche Academie der Naturforscher te
Weenen; prof. Lorentz werd doctor philoso-
phiae hon. causa te Göttingeo, prof. Schlegel
buitenl. corr. lid der Société d'Anthropologie
de Paris, prof. Franchiraont eerelid van de
Royal Institution te LondeD, prof. Tiele lid
der Koninkl. Acad, van België te Brussel,
lid der Philosophical Society te Philadelphia, de
oudste door Franklin gestichte wetenschappe-
lyke Academie der Yereenigde Staten, en doet.
in de letteren hon. causa te Dublin (Trinity
College). Aan de Gifford-lezingeD, te Edinburgh
gehouden, werd herinnerd, aan de eer, daarby
aan Tielo bewezen, en aan den roem, die
daardoor op onze Hoogeschool afstraalt.
Voorts herinnerde de rector aan de bekro
ning van prof. Hartman's lat. ged.: „Pater
ad filium", en aan de gouden medaille, die
heden wordt uitgereikt door den rector der
Groi ingsche universiteit aan den-heer J. Van
IJzeren, lilt. doctorandus aan onze universi
teit, voor zyn beantwoording van de prys-
vraag: „Over de lozingen der Codices, Riven-
nas en Venetas van Aristophanes." Jubiló's
werden gevierd door den pedel Dee, en door
de professoren v. Bemmelen en Franchimont
van hun 25-jarige ambtsbediening.
Herdacht werd in het afgeloopen jaar het
100-jarig bestaan der gynaekologische kliniek
voor kraamvrouwen te Leiden door prof. dr.
J. Veit.
Aan de viering van den dies natalis en de
gehouden oratie werd mede een woord ter
herinnering gewyd. De rector sprak daarna
over University Extension, over de verschil
lende meeningen daarover, over een band,
die universiteit en practisch leven samen
houden kanzoodat daardoor het aanzien der
universiteit by de lieden der practyk kan
worden verhoogd, geen onverschillige zaakin
den uitgebreidsten zin is University Exten
sion een utopie, maar hoe en dat 't mogelijk
is heeft prof. Blok schitterend bewezen, terwyl
wat de hoogleeraar Holwerda in de zomer-
vacantie deed, ook zoo mag heeten, toen hy
gelegenheid gaf aan leeraren van gymnasia
en andere belangstellenden, om hun kennis
van de archacologie en antieke kunst uit te
breiden.
Over de Universiteitsbibliotheek, baar voor-
treffeiyken directeur,'bibliothecaris en beambten
werd gesproken, over de uitbreiding, al zyn
de middelen beperkt, en over schenkingen, voor
al die van Fruin, haar vermaakt.
Is er, wat de gebouwen betreft, stof tot
klagen over het Museum van Natuurlyke
Historie en het Ethnograpbisch Museum, daar
zyn toch Weer tal van /erbeteringen verkregen
ruime collegekamers voor de juristen, ver
grooting van het Ethnogr. Museum met het
huis, vroeger door wylen prof. Scholten be
woond, waar nu een bezienswaardige Japan-
scho tentoonstelling is ingericht; en dan niet
te vergeten de twee laboratoria op „Vreewyk,"
dat voor do organische chemie en dat voor
de pharmacie.
Aan het einde van het verslag had de over
leden rector stellig een woord van warmen
dank en waardeering voor prof. TieJe, die zyn
functie gedurende zyn ziekte waarnam, en
droeg aan prof. Lorentz de waardigheid over,
van wien by zeide: wy weten, dat uw naam
aan onze Universiteit luister byzet, en zyn
verzekerd, dat het Rectoraat door u op waar
dige wyze zal worden vervuld. Met een wensch
voor den bloei der Universiteit en een „Heil
u, Rector!" werd do rede besloten.
Beroepen is ty de Ned.-Herv. Gom. te
Gasselte do beer J. W. Pcort, cand. te Leiden.
De korporaal der mariniers H. Berlyn,
behoorende tot de 1ste afdeeling ton het
corps mariniers, is gedetacheerd y da Kweek
school voor Zesvaart alhier en zulks t-r
vervanging van den korporaal der mariniers
D. Kdrman, wiens detacheering is ingetrokken.
Het bedrag der „Unie"-collecte van de
tot dusverre gepubliceerde tweehonderd locale
comité's is ruim duizend gulden hooger dit
jaar dan by diezelfde locale comité's in 1898.
De Rykstuinoouwschool te Aalsmeer is
geopend. De burgemeester, do heer J. G.
Heydanus, sprak een welkomstwoord tot de
aanwezigen, onder wie de Commissaris der
Koningin in Noord-Holland, mr. G. Van Tien
hoven, die de hoop uitsprak, dat deze school
mocht strekken tot meerderen bloei en voor
uitgang van de gemeente, en daarna haar
voor geopend verklaarde.
Nog werd het woord gevoerd door den
inspecteur voor tui itouwonJerwys, den heer
Leunea, die mededeelde, dat de directeur-
generaal en de inspecteur tot hun leedwezen
niet tegenwoordig konden zyn.
De directeur der nieuwe school, de heer
Hazeloop, dankte voor de sympathieke woorden
tot hem gesprokeD, en uitte de hoop, dat de
school een mooie toekomst te gemokt mocht
gaan.
De Koninginnen zyn gisteren togen één
uur van Het Loo te 's-Gravenhage aange
komen. Aan het station van den Staatsspoor
weg werden da Koninginnen begroet door den
Commissaris der Koningin in Zuid-Holland,
den burgemeester van 's Gravechage en den
gouverneur der residentie.
De koninklyke trein werd vanwege de
directie der Staatsspoorweg-maatschappy be-
gtlt-ii door de heeren Huizinga en Van
Egmond.
Hare Majesteiten reden in een onover-
dekten berliner naar het Paleis en werden,
vooral in de Rynstraat, door het aldaar aan
weerszyden van den weg geschaarde publiek
met hoezee-gejuich verwelkomd.
Ook vóór htt KoDinklyke Paleis, van het
welk by do nadering van Hare Majest ittn
de ko. inklyke standaard werd geheschen,
vonden de Koninginnen e^n Lichte menigte,
die Haar een hartelyken welkomstgroet bracht.
H. M. de Koningin vertoonde zich later
eenige cogenblikken aan een der vensters
van het Paleis, waardoor do inmiddels meer
tot naby de vorstelyke woning toegelaten
menschenraassa gelegenheid bekwam onze
Vorstin nogmaals toe te juichen.
Weldra zal door den minister van justitie
aan de Tweede Kamer oen wetsontwerp
worden aangeboden tot herziening van het
Wtttoek van Strafrecht.
Genoemd wetsontwerp is tban3 in behan
deling by den Raad van State. (fl. DU.)
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot rector van het Maria gesticht
„Schiofbaan Hovius" te 's Gravenhago den
wtberw. heer A. J. M. Hafkenscheid; tot
kapelaan te Haarlem (O. L. Vr. Rozenkrans
en H. Dominicus) den weleerw. heer P. J.
Raöskio; tot kapelaan te Delftshaven (H
Antonius Abt) don weleerw. heer J C. Vasse
(15 Aug. 11. priester gewyd); tot rector van
het St. Jaco'os-Godshuis te Haarlem den
weleerw. heer J. M. Goes; tot kapelaan te
's-Gravonhage (H. Joseph) den weleerw. he r
C. J. F. Hel wig; tot kapelaan te Kralingen
den weleerw. heer P. M. De Vetter.; tot
kapelaan te Wervershoef den weleerw. heer
J. \Y. Van der Wal (16 Aug. 11. priester
gewyd); tot loeraar aan het seminarie Hage-
veld den weleerw. heer A. M. Breems; tot
kapelaan te Bodegraven den weleerw. heer J.
P. P. Boman8 (15 Aug. 11. priester gewyd);
tot kapelaan te Delft (H. Hippolitus) den
weleerw. heer J. L. F. Dankelman; tot kaps^
laan te Alfen den wele-rw. heer L. J. Boog:
mans (15 Aug. 11. priester gewyd); tot kapelaan
te Amsterdam (H. Anna) den weleerw. heer
L. A. J. C. Speet; tot kapelaan te Vlaar-
dingen den weleerw. heer J. A. B. M. Van
Blaricum (15 Aug. 11. priester gewyd); tot
kapelaan te Assendellt den weleerw. heer
A. H. J. Sprenger; tot kapelaan te Moordrecht
den weleerw. beor J. P. Huibers; tot kapelaan
te Nootiorp den weleerw. hoer A. E. C. Huf; en
tot assistent te Vogelenzang den weleerw.
heer C. P. M. Van Erven Dorens. De drie
laatste weleerw. heeren werden 15 Aug. 11.
priester g*wyd. Verder hteft Z. D. H. benoemd
tot kapelaan te Amsterjam (EI. Ignatius) den
weleerw. pater J. Th. Rosmulder; tot kape
laan te Rotterdam (0. L Vr. Onhevl. Ontvangen)
den weleerw. pater H. J. G. Schülinck en
tot kap Lan te 's-Gravenhage (H. Theresia)
den weleerw. pater J. G. Kallen.
Uit Delft meldt men, dat door een com
missie van hoogleeraren de plannen voor het
naar de tischen dtr wetenschap te bouwen
natuurkundig laboratorium zyn onderzocht en
goedgekeurd, maar op enkele onderdeelen nog
wyzigiogen zyn aangebracht. De tcekeningen
zyn naar Den Haag gezonden ter goedkeuring.
De aanbesteding kan spoedig worden te ge-
moet gezien en verwacht wor-t, dat het grond
werk nog vóór htt einde der volgende maand
gereed zal z(jn.
Een commissie van oud leden van het
Delftsch Studentencorps zal, mede namens
veel andere oud le'en, als een bowys van
hoogachting en waardeering voor het corps,
eerstdaags aan den Senaat een hnldebiyk
aanbieden.
Dez9 commissie, welke zich reeds tydena
de lustrumfeesten in het vorige jaar uit de
reünisten vormde, bestaat uit de heeren: M.
J. Van Bosse, oud-directeur B. O. W. in Ned.-
Indiö, president; mr. C. C. Dutilb, advocaat
te Rotterdam; M. A. C. Hartman, gemeente-
architect te Delft; J. Van Hasselt, directeur
der waterleiding te AmeterJam; A. J. R.
Koopman3 Stadnitski, assistent resident ia
Ned. Iadiö; E. C. baron Sweerta de Landas
Wy .orgh, oud-lid van den RaaJ van Ned. Indiö,
te Rotterdam; en H. J. Vtrtnllouw, civiel-
ingenieur te Delft.
Van de industriöelen, die ln:ertyd aau
do Regeering subsidie gevraagd heaatn voor
de Paryscho wereldtentoonstelling <ng.strrea
te 's-Gravenhage een vtrgaderi. g idden,
ondervindt de Centrale R geeringocommissie
voor de tentoonstelling de me.-ste medewerking
en steun.
Ttv^ns kan met zekerheid worden mede
gedeeld, dat tot cusver nietnan i zyn opgave
tot doelneming aan de tentoonstelling heeft
Ingetrokken.
Volgens h.t „Haagscho Dagblad" zal
12)
Marian, die schynbaar verdiopt was in
©en boek, zag vlug op. De toon, waarop
die man van yzer sprak, terwyl hy niet
de moeite deed, oen woord tot haar te
richten, deed haar instinctmatig op haar
hoede zyn. Zy voelde, dat het bloed naar
haar waDgen steeg; baar handen beefden
op de bladen van hot boek; en een inwendige
stem fluisterde haar toe: „Paul heeft hem
alles gezegd; dat ia het nieuws."
De opwinding had haar kracht gegeven,
zich goed te houden tegenover den generaal
-L ©n de kinderen. Zy had zichzelvo bijna in
slaap gesust met het voorwendsel, dat alles
slechts een spel harer verbeelding was; maar
thans, nu ze Bonzo in het gezicht zag, was
het, of do hand van den aanklager reeds
haar schouder beroerde. Grimmig en onheil
spellend ernstig hield de man van yzer den
blik op haar gericht, doordringend, als trachtte
hy te lezen in haar binnenste. De woorden
verstyfden op haar lippen; do vrees hiold
haar geboeid. „Hy weet het," dacht zy; „hy
weet het en i3 hier gekomen, om het den
and3r te vertellen. Paul heeft gesproken, en
dit is het einde."
„Juffrouw, wil u naar boven gaan?"
1 „Juffrouw, ik wensch to gsan slapen."
Zoo spraken do kinderen, en Marian rees
met inspanning overeind. Ze keerde zich om,
ten einde een buiging te maken voor de heereD,
doch deze hadden de kamer reeds verlaten.
Zy wist niet, dat er een paar minuten waren
verloopen ia dien doodsangst der onzekerheid.
Ze had den deftigen groet niet gezien, waar
mee de behecrscher van Kroonstadt afscheid
van haar had genomen; maar de vreeselyke,
vonchendo oogen van Bonzo schenen nog
dreigend op haar gericht, ofschoon de kolonel
niet meer in de kamer was. Die oogen volg
den haar, in haar verbeelding, van het salon
naar do slaapkamer der kinderenze bewaakten
haar in de gaDg; hetzelfde gevoel van vrees
en de wensch, zich te verbergen, bleef haar
by, toen ze haar eigen vertrek betrad en de
deur slootToen zonk zy, uitgeput, bevend
van angst, op een rustbank neer.
Het was nu dicht by tienoD, en de signalen
werden geblazen in de kazernes. Marian had
dat dikwyis gehoord, als zy alleen in deze
kamer zat, en die fanfares welkom geheeten
als een boodschap van levende menschen.
Ze vroeg zich af, of ze die signalen morgen
weer zou hooren. Z9 tuurde over de woeste
zee, met stapels ys on sneeuw: een slagboom
tusschen haar en de vryheid. Ze vroeg, of
ze ergens op dit eiland een toevlucht of
schuilplaats zou kunnen vindon. Ware het
zomer geweest, dan had een of ander Engelsch
schip haar kunnen opnemen; maar thans,
nu de Fmsche golf nog worstelde met baar
boeien van ys, en geen schip zich buiten de
haven kon wagen.... welkó hoop bleef haar
thans over? Ze zag in het maanlicht den
loop glinsteren van het geweer, dat de schild
wacht op het voorplein droeg. Gind3 op de
wallen waren meer schildwachts, die alle
uitgangen van het fort bewaakten. Geen graf
kon zyn prooi beter bewaken dan Kroonstadt
de vrouw gevangen hield, die haar verraden bad.
Het had twaalf uren geslagen, eer zy begon
zich te ontkleeden.
Haar vingers waren onhandig b(j dit werk.
Toen ze haar mooie avondjapon voor zich
had uitgespreid, vroeg zy, of ze die wellicht
voor den laatsten keer had gedragen. De
vrees had haar nu zoo volkomen overmees
terd, dat ze kon liggen noch zitten, maar
telkens overeind rees om te luisteren naar
een voetstap in de gang of het geluid van
stemmen buiten.
„Ze zullen komen, over vijf minuten.
over tien," zoo dacht zy en begon een plan
van verdediging te maken, telkens de woorden
herhalende, waarmee zij zich zou veront-
schuldigon, en de listen, waarvan zy zich
wilde bedienen.
Dan weer was ze vol vertrouwen in haar
liefde en maakte zich wys, dat Paul wel een
middel zou vinden om den slag van haar af
te weren Zy kon niet gelooven, dat het
noodlot haar plotseling van liebt en liefde
zou berooven en van hot tevreden leventje,
dat zy zich had geschapen. Al do goriefiyk-
boden van haar kamer, de lekker warme
kachel, de platen aan den wand, het bed,
waarin zy zoo dikwyl3 had gedroomd van
kleinen Dick aan dat alles dacht zy en
ze vroeg zich af, welke booze geest dat alles
kon wogblazen en veranderen in de muren
van een gevangenis. Zy had veel gedurfd,
maar de straf voor haar durven bleef haar
nu als een spook bedreigen.
Haar lang, bruin haar viel over de
schouders, en ze ging van de zitkamer naar
het kleine, witte slaapvertrek. Het was
daar heel stil en rustig; ze hoorde niet
langer het spatten van het Water tegen het
ys noch den regelmatigen tred der schild
wachts op de wallen. Maar ze rilde van
kou en lag uren achtereen, zich kwellende
met de vraag, waarom het geheele huis
sliep en niemand kwam om haar aan te
klagen. Toen eindoiyk de vale winterdag
kwam en het bleeke licht door den mist
over het water kroop, had de slaap erbar
men; in een vriendoiyken droom omhelsde
zy het kind, dat ze liefhad, en ze doolde
met hem in de tuinen van het dierbare
Engeland.
En zy wist niet, dat, als het weer nacbt
werd, zy zou liggen in het duistere cachot
van fort Alexander to Kroonstadt.
VI.
Paul Z3S3ulic ging over bot voorplein
dor gouverneurswoning en sloeg vlug den
weg in naar de eigeniyke stad. Marian had
geluisterd naar z(Jn voetstappen, toen by
heenging, maar haar veronderstelling, dat
hy zou terugkeeren, kwam in hot geheel
niet overeen met zyn gedachten. H(j wist
eigenlyk niet goed, waarheen by ging en met
welk doel, zoodat de schildwacht, dien by
passeerde, meende, dat de officier in oen roes
verkeerde, eon toestand, welken elke recht
geaarde kanonnier beschouwdo als de hoog6te
zaligheid.
Paul zag den soldaat niet. De sneeuw, wit
en krakend boven op de walleD, was hier
siyk en vuil onder den voet. De scherpe
noordenwind pynigde zyn ooren en dreef fijne
sneeuwvlokjes in zyn gezicht; maar hy dacht
er Diet aan, de bonten muts dieper over zyn
gelaat te trekken of de jas vaster toe te
kneopen. Een onbestemde aandrang om te
ontvluchten aan dit huis, aan de stad, om
tot eiken prys te ontsnappen aan den vreese-
lyken toestand, waarin by was gebracht,
overheerschte alle andere gedachten. Op een
maal kreeg hy de gedachte, dat de dood het
eenige redmiddel was, en hy bleef staan
midden op den weg, om te vrageD, welke de
gevolgen van zyn dood zouden zyn.
„Hot zou haar niet kunnen redden," dacht
hy; „ze zou dan alleen staan. Zelfs al zwyg
ik, dan zullen ze het toch vroeger of later
vernemen. In Rusland blyft niets laDg ver
borgen. Het mag een week duren, een maand;
maar vernemen zullen ze het, en dan.
Hy liep voort, met onzokeren tred, en
lette niet op het saluut der soldateD, dio
hom tegenkwamen; hy bleef doof voor do
muziek in de koffiohuizen, blind voor het
licht, dat glansde over de zee van ys.
Wordt vervolgd.)