MENGELWERK. Voorstellingen in de Motoscopen. Beurs van terdam. Burgerlijke Stand. Het Vaderland antwoordt: „Ons is dat bekend, maar toen de minister verleden jaar Juli een zeer belangrijke ver mindering en zeer groote bezuiniging op oorlogsuitgaven voorspiegelde, hadden wy niet gedacht, dat het daarby zou blyven. Ea nu behoeft men de historie maar te volgen en de Indische pers maar in te zien, om te weten, dat de aandrang tot uitbreiding der troepenmacht weder sterker is dan die tot inkrimping. Verandering van systeem, wy zeiden het herhaaldelijk, willen wy ook niet. Maar niet zonder bekommering vragen wy', als wy telkens weer lezen van verzet, dat opnieuw het hoofd opsteekt, van excursies, die nood zakelijk -/yo, van gevechten, die bloediger zyn dan men verwacht bad, of het niet een eindeloos oorlogvoeren zal blyveD, zonder dat er in waarheid pacificatie komt." Op de vraag van den Sociaal-Democraat of het niet aan den heer Van Kol had gedacht, repliceert Het Vaderland „Wy willen daarop ons antwoord niet achterhouden. Wy weten natuurlijk zeer goed, wie bedoeld wordt, maar wy ontkennen ten sterkste, dat die iemand het met Het Vader land te kwaad kreeg, als by tegen gruwden opkwam. Doch wat is het ongeluk? De naar ons inzien goede woorden, die die iemand dikwyls spreken kan, zyn doorgaans ver mengd met beschouwingen over het onrecht nn den Atjeh-oorlog op zichzelf, met insi nuaties tegen zoogenaamd belanghebbenden, met de meest onpractische raadgevingen, die wy in geen enkel opzicht kunnen goedkeuren en waardoor al de invloed, dien zyn woord anders in do Kamer hebben kon, verloren gaat. 't Is onze bedoeling niet over deze dingen thans een discussie te openen. Wy willen gaarne gelooven, dat die iemand bet oprecht meent, en wy laten zyn oordeel in zyn waarde. Maar het is duidelyk, waarom wy geen roeping gevoelden op hem een be- beroep te doen, maar wel op een ander." I3ij den wilddief. Do maan scheen door do langzaam voort- dryvende wolken en de schaduwen joegen over de velden en bosschen voort. Het was een prachtige avond om te fietsen. Dr. Franz Stspban had in den vooravond weinig patiënten gehad on vroolyk. trapte by zyn machine al fluitende voort, terwyi de ketting regelmatig over do tanden knarste. Eigenlyk wist hyzelf Diet waar hy reed, want hy had, vóór hy zyn huis verliet, maar even vluchtig op zyn wielerkaart gezien. Dat wist hy wel, dat hy te Altenfeld moest aaokomoD, en daar was immers een herberg l Maar of dat nu 25 of 30 K.M. ver was, daarvan had hy geen flauw begrip. Hy boog zich Yoorovor om op het horloge aan de stuurstang te zien; het was juist kwart voor tienen. By een bocht, dio de weg plotseling maakte, ievond hy zich eensklaps in volslagen duister nis. Aan beide zyden verhieven zich de hooge boomen van het woud; weldra werd ook de maan door do wolken geheel bedekt en zyn lantaarn, die reeds gedurende de laatste twintig minuten flauw gebrand had, ging, om het spel te volmaken, geheel uit. Fluks steeg hy af en stroek een lucifer aan, maar do pit wilde niet branden en ten slotte werd de duisternis boe langer hoe dichter. Juist was hy bezig zoo goed als het ging zijn lantaarn in orde to maken, toen hy aan zyn rechterhand in het woud plotseling oen geweerschot hoorde. Een korte schreeuw en ec-n aantal woedende uitroepen volgden, dan eenig geritsel in de struiken en een paar oogenblikken later was het weer stil. „"Wilddieven", dacht hy en boog het hoofd voorovor om beter te kunnen hooren. Uit het kreupelhout, geen tien schreden van hem V3rwyderd, kwam plotseling een man te voorscbyn en verdween in het donker van den nacht. De uitroepon van diens vervolgers werden zwakker en zwakker en stierven eindelyk geheel in de verte weg. Klaarblykeiyk waren zy bet spoor kwytgeraakt. Dr. Stephan's geheslo sympathie was aan de zyde van den vervolgde; hy zag scherp in de richting, die de vluchteling genomen had, en sprong toen op zyn rywiel. Eenigo minuten later hoorde hy het knarsen van een huisdeur en de stem oener vrouw, aio hem aanriep. Voorbereid op elk avontuur, bield by stil en wachtte wat de vrouw, die nu op hem toe kwam snellen, hem te zeggen zou hebben. „Nu, wat is er?" vroeg by en trachtte haar gelaatstrekken te onderscheiden. Dit was hem echter onmogelyk, want haar gelaat was in een doek gehuld. „O, gaatu met my mee, mynheer," fluisterde zy buiten adem en legde smeekend baar eene hand op zyn arm, „er is een menschenleven mee gemoeid 1" Haar stom klonk zoo zacht en meisjesachtig, on bovendien zoo angstig, dat al wat ridder- lyk3 in Stephan was, werd opgewobt. „Waarmee kan ik u van dienst zyn?" „Gaat u moe, ocb, alsjeblieft I" Dr. Stephan rolgde haar, zyn machine aan zyn hand voortduwend. Weldra hadden ze een klein poortje, dat in bet bosch uitkwam, be reikt; het meisje opende het met geweld het scheen in lang niet gebruikt to zyn en bleef er toon vóór staan. „Het is voor myn vader," zei ze opgewon den, „ik wost niot wat hem scheelt." „Uw vader is dus plotseling ziek geworden?" „Jj, geheel onverwacht." „Gelukkig ben ik dokter." „Des te beter, ik zal uw goedheid nimmer vergeten." Weder trachtte hy haar gelaat te onder scheiden, want het scheen hem, dat in haar woorden meer angst dan dankbaarheid lag. Het ruischen van water liet zich plotseling hooren en het volgende oogenblik stonden ze voor een plank, die als brug over een beek geworpen was. Weifelend bleef het meisje staan en zag om naar de donkere schaduwen van het bosch. „We bobben nog maar een heel klein eindje te loopen, dokter; wilt u uw fiets meenemen of haar bier laten? U kunt het gerust doen." Maar Dr. Stephan hield veel te veel van ztjn machine om er lang van gescheiden te zyn, en hy bekende dit rondweg. Tot zyn verwondering liet ze nu plotssling een hard gefluit hooren. Hy zag haar ver wonderd aan. „Ik wil alleen maar de bonden waarschuwen; ze zyn kwaadaardig tegenover vreemden." De jonge dokter vond haar houding hoogst zonderling, maar hy antwoordde niet. „Daar zyn we, waar wo wezen moeten, dokter." Mot de oogen volgde Stephan de richting van haar uitgestrekte hand eo zag het strooien dak van een huisje, dat zich tegen den donkeren achtergrond der boomen afteekende. Een flauwe lichtstraal schemerde door de gesloten luiken en de dokter had er een eed op kunnen doen, dat hy daarlangs een mannelijke figuur zag glyden en in de duisternis verdwijnen. Het meisje deed de deur open en verzocht hem binnen te treden. Dit deed hy, nadat hy zyn flets tegen den lagen voorgevel had gezet. Het vertrek, waarin ze hem bracht, was armoedig ingericht, maar heel helder en proper. Op een wrakke canapé by het venster lag een oude man, bleek en bewegingloos uitge strekt. De dokter boog zich over hem heen. „Nu," vroeg het meisje gehaast, „is het ernstig?" De jonge dokter wist niet wat hy zou zoggen en schudde verwonderd het hoofd. De pols van den zieke ging even regelmatig als zyn eigen pols en hy ademde zeer gemakkelyk. „Geef u my wat cognac." „Ik heb hem al alles gegeven wat ik had, ik heb niets meer over. De naaste plaats, waar we het krygen kunneD, is Altenfeld.*' Stephan bromde eenige onverstaanbare woorden de zaak was hem niet duidelyk. Nog eens zag hy den zieke onderzoekend aaD, trok aan zyn knevel, wat by altyd deed als hy iets overwoog. Er was geen twyfel meer aan die man daar speelde comedie. Het meisje had intusschen haar doek opzy geslagen en ODthulde daardoor een gelaat van wonderbare schoonheid, dat door zwarte lokken was omrand. „Waarom hebt u my hier geroepen?" vroeg Stephan bedaard. Do man op de canapé opende zijn oogen en richtte zich geeuwend op. „Je hebt den verkeerde meegebracht, kind," zeide hy op gedempten toon. „Goeden avond, mynheer, ik merk, dat u dokter zyt; het spyt my, dat ik u moeite veroorzaakt heb." „Zoo Stephan nam een sigarette uit zjjn koker en stak die boven de lamp aan. Hy was wel aan zonderling gezelschap in zyn prak tijk gewoon geraakt, en het geval amuseerde hem, ofschoon hy toch een kleine onbehaag lijkheid gevoelde. „Hoewel ik na juist van avond zooveel haast niet had, zou ik toch wol eenige opheldering willen hebben." „Zeg hem alles, vader," smeekte het meisje. „Zeg jy het hem, kind," stamelde de oude man. „Wy hebben een alibibewy'3 noodig, myn heer," begon ze met bevende stem. „Richard myn broeder heeft heeft gestroopt, en eon houtvester werd „Gewond?" Ze knikte sidderend van ja. „Waar is hy nu?" „Op weg naar Altenfeld." „En vermoedelyk op myn fiets?" Zy antwoordde niet, maar dit was ook niet noodig; in een oogwenk begreep hy het ge- heele komplot en moest tegen zyn wil laehen» „Dat was heel slim van u bedacht," zeide hy na eenig stilzwygen, „maar my brengt het in een lastig geval. Is de man dmd?" „Ik geloof ik hoop het niet," fluisterde het meisje verbleekend. „Richard kon het my niet zeggen. Het gebeurde by ongeluk en hy Het geweer heb ik onmiddellyk schoonge maakt", viel baar vader haar in do rede. „Dokter, als u ons wilt heipon,, kan de jongen nog gered worden; hy fietst voortreffelyk. Zyn eigen oude machine voor haar ouderdom nog goed genoeg staat in da schuur. Maar die kon hy niet gebruiken, om geen vermoeden op hem te brengen; dan had men het ook dadeiyk ontdekt." „U verlangt dus van my, dat ik de wet overtreed," antwoordde Stephan en trok nadenkend aan zyn sigarette. „O, mynheer, verraad u ons niet," smeekte het meisje met tranen in de oogen. „Richard heeft geen schuld; hy wilde den man niets doeD, en het was toch geen diefstal aJs hy eenig wild schoot. Waarom zyn alle hazen nu juist voor de ryken, terwyi de armen honger moeten ïyden?" De dokter had die vraag al meer gehoord, maar nog nooit van zulke schoone lippen. Hy schold zichzelven voor een gek; toch stemde by toe aan het komplot deel te nemen en de wet eens een poets te bakken. De oude man richtte zich nu op, opende de deur en luisterde met gespannen aandacht. Plotseling begon een der honden aan te slaan een andere antwoordde en van den straatweg in de verte hoorde by het geluid va i naderende voetstappen. „Zy komen, mynheer," zeide hy opgewon den; „verberg u, of alles is verloren." „Goed dan, of ik wil of niet, moet ik nu wel meespelen." Het meiaje greep den dokter by de hand en bracht hem naar buiten in de duisternis, en na hem nauw hoorbaar eenige voorzorgs maatregelen te hebben toegefluisterd, sloop za weer naar binnen. Alleen gelaten, trok Stephan zich aan de takken van een dichten boom in de hoogte en wachtte zoo de dingen af, die komen zouden. Drie houtvesters, be geleid door een gendarme, kwamen het smalle pad oploopen en omsingelden het huisje, waarop ze gebiedend am de deur klopten. Onwillekeurig moest Stephan lachen, toen hy zich ae ontgoocheling der vervolgers voor stelde. Hy hoorde hoe zyn nieuwe „vriend" op trotschen en beleedigden toon sprak en hoe zich daartusschen de zachtere stem van het meisje mengde, ten hoogste verwonderd en verschrikt. Ze speelden beiden voortref felyk hun rollen. Byna ging een half uur voorby, vóór de huiszoeking was afgeloopen en iedere hoek tevergeefs was nagekeken. De man zwoer, dat zyn zoon te Altenfeld was, en dat by dat den volgenden dag door ooggetuigen zou bewyzeo. Eindelyk verwijderden zich de beambten en de dokter klom van zyn onbehaaglyko plaats naar beneden. Esq week later zat hy in zyn commensaals- kamer aan het ontbyt yverig de krant te lezen. Eén artikel vooral scheen hem byzonder te bevredigen. Het luidde als volgt: Richard Morbaus, tegen wien een onderzoek werd ingesteld, omdat hy verdacht werd Karl Martin, een houtvester, by het stroopeu ver wond te hebben, is van alle rechtsvervolging ontslagen. Het feit had plaats op den 13den van deze maand tnssehen kwart vóór tienen en tien uren 's avonds. Een deskundige, die het geweer, dat Morhaus gewoonlyk by zich droeg, onderzocht, verklaarde, dat het in lang niet gebruikt was, en verscheidene ooggetuigen konden er een eed op doen, dat ze den ver dachte even over halfelf in de gelagkamer van de herberg „In do Klok" te Altenfeld hebben gezien. De afstand tusscben de plaats, waar de verwondmg plaats had, en Altenfeld bedraagt meer dan 35 kilometer. „Die heeft flink doorgezet," zeide de dokter lachend by zichzelveD, terwyf by de krant neerlegde. „Het doet my pleizier, dat by zfln alibi bewyzen kon; want zyn zuster is het schoonste meisje, dat ik ooit ontmoet beb. Hoe jammer! Wa3 za nu maar niet de dochter van een wilddief, maar.... „Schwamm drüberl" Voor de Boeren. „Hollandïa", het weekblad voor Nederlan ders in den vreemde, heeft haar aangekomigd Transvaal-nummer vooc Engeland uitgegeven. Het zal zeker wel inoruk maken ln Groot- Britanniè, waar het volk nu eens in zyn oigen taal degelyk door een Hollander (L. Simons is (Je rejacteur) wordt ingelicht over de Trans vaal-quaestie, van een anier stanJpunt dan dat van Chamberlain bekekon. Zetr tactisch was het ook van den heer Simons gezhn, om Hollands opvatting te laten bevestigen door tal van Engelschen, wier oordeelvelling-n hy dan laat volgen, zooals dat byv. van lord Cohridge: „Ik zou het onder de bestaande omstandigheden een nationale misdaad achten, de Transvaal te beoorlogen". Aardig is de plaat, waarop Joe Chamber lain tracht, een papegaai, mtt do trekken van Panl Krugor, het woord „suzereinittit" te doen uitspreken; maar do politieke vogel verkiest, ilykens het onderschrift, slechts te zeggen: „Conventie". En zeer goed gekozen is het motto van het hoofdartikel in dit Transvaalncmmer, waarin aan een Engelsch werk over de Bo.-ren de woorden zyn ontleend: „De Boeren waren menschen van ons eigen ras, v. n dien. kloeken Nelerteutoonscben stam, die Engeland en Schotland zoowel als de Ryndelta bevolkte Deze Zuid-Afrikanen spraken een tongval, dien onze groote Alfred zonder veel moeite zou hebben verstaan, on die de taal der krijgers van Harold me^r nabykomt, dan het heden- daagsch Engelsch do-t...." enz. Dat is zeer hsn ig do Engelschen in bun zwak getast: het rasgevoel. Moge „Hollandia's special number" metter daad alzoo iets bybrengen ten bate der Zuid- Afrikaansche Republiek. 1. Lotgevallen van een boer, die uit melken gaat. 2. Kindervermaak aan 't strand. 3. Brand in een groot hot.-l te Parys. 4. Spoortrein in volle vaart. 5. "Wedrennen te Londen. 6. Napolitaansche daDs. 7. Het uitrukken der Fraosche kurassiera. 8. Bokswedetryd. Dagelyks te bezichtigen in onze Vestibule. Vyf cents per Btok. Zooveel penningen men koopt, zooveel loten ontvangt men. Hoe meer Mutoseopsc men dus bezichtigt, des te meer kansen heeft men om een prys to trekken. 15 S pt. 1899. 8taaleleeningtfl. pOt N«L Cert Nat W. Sohald 2* dito Obl. dito. .3 dito Cert ditat .3 Oo«tror„ OhL Pap. MeiNor. 3 dito 3ilv JaniJali. 6 Portugal, ObL 1853/1384 mot üeket 100 .9 Rusland, Bïnnenl. 1S94. 4 ditoISEflbij Rothschild Rb. 625 4 dito Uope&Co.lSS990 Rb. 625 4 Spanje, Perp. Schold UoitenL 4 ^urkijo. Oep. Conv. 1. IS90 4 dito Donano Obl. 1836. 5 dito Geconv. Locning Serie D dito dito O Mexico, Binnonlaridach. .5 Brazilië, Obl. 18S94 Ind. en Fin. Ondernemingen. Koloniale Bank Aand. N.-l. Jlnndbk. Aand.. Ned. Handelm. Aand. Soer. Bank H. loa.A.Obl. Tabakionderr.emL-.gwu A met. Deli-Comp. Aaod. dito Certificaten Aroodcbarg Certificaten» Dcli Batavia-Mpg. Aaad, dito Certificaten dito Cnltanr-Mpy. Aand. Deli-Maataohappg Aaad. dito Certificaten d° Langk. C.v.A Nora. gar. kap. Medan Tabak-Mpij. Aand.. Bottord. DeLr-Mpi). Aand.. Sonera bah Mpij. Aaodoelcn. dito Cert van Aaad. Fabrieken. Delft DLbC Giot-en S.-Fabr. A. Eb-ctra Aandeeleu. dito Obligation. F. Venn. GLasf tn Kolenm. A. K. N. Beicrecb Bicrbr. ObL 4 Kon. Mpij. de Schelde Obl. 4* Fed. Gist- Spiritnsfabr. A. dito dito Oblig, 4* Stoomb.Dr. t Tlaantje Aand, Wester Scikerraffinad. Aaod. Z.-1I. Bierhi. Hyp. Oblig. 4 Scheepvaart-Maatscb. Kon. Ned. St b. Mpij Aand. dito dito Obligation 4 Kod. Pakctvaart Mpij. Aaod. dito dito ObHg. 4 Kon. Wgrst-Ind. Maild. Aand. dito dito Ohlig. 4 Fed. Amer. Stoomv.-Mpij. A. dito dilo ObL 4 Rotterd. Lloyd Aamlealon dito dito Obligation 4 8 toom v.-Mprj. Ncrierl. Aand. dito dito Oblig. 5 dito dito dito 4 8toomv. Zeeland Aand dito dito dito pref. dito 9toomv. Zeeland Oblig.. Petroleum. Dordtacho Pctr. Mij. Prof. A. dito dito O-Mig, 4* Maatschap „Panolan" Cert. f Ilzaaser Petroloum-Mpij. A. Petroleum Mij. „Galiciè" A. HolL Rum. Pctrcdeooj-Mg. A. Kon. Ned. Mij. U Ex. Pétr. br. A. dito dito Cert. van dito dito dito Obligation4j£ dito „Moeara Enim' Aand. M.L Ex.Olinbr.in Hannover, A. Fodcrl. Petroleonv-Mpi}. A. dito Rara. Pcf/ol.- Ui). 4. dito Sumatra Palemb. A. Mijnbouw. Kwnndang So erna lata Lebaann Acphait Fed.-lnd. Bxpl. Mijnbouw Noord Celebes Mïjnb. Mij. „Soemal&ta" A. i Tjenoko SU-Mij. Divers wu Mpij- Krasnapolsky Aand.. dito dito OhKg. 4 Wink.-Mg „Eigen Rnlp" A. Spoorwegleenlngen. HolL IJxercn-Spw.-Mg. Aand. ObL dito8J4 M. L ExpL V. St. Spw. Aand. Italië, Z.-Ital. Spw. ObLA—H 9 Polen. Wara.-Weonen Rb. 625 4 Roel., Balt. Spw.-Aand.9 Faxt Spw.-Mij. Aand. 6 Weichscl ZR. Aand5 Wladihawkaa ObL Rb. 123 .4 Amerika» Atcbison Top.CL*Ai Pref. Aand. dito dito Alg. Ryp. ObL 4 Adjnttm. Oblig. .4 Central Pacific Aand. «4 Denver Rio Grande O. V. A. Erl»Sp.-MgL Aand. Chic Erie le Hyp. ObL Kan» City Belt-shares Looisv. Nashv. Cert r. Aaad. Mist Kans. Tozaa C- v. A. Union Pao. C. v. A. Oregon Short Lino oblig; 9 Canadian Pacific C. v. A. Premieleenlngfln. NedarL, Stad Ametord. ƒ100. 9 T oilm o, Leaning 1370 Spanje, Maarid 1868, 3 pet Couponntfircvig osgwa tal de i-oupon-Makelaar Oostoor ,k-, Papier /"2J.I5 dlti Zllrec ƒ20 90 Fraubche 47.30 Diveraa fSi.V) Rassen Goud lloebJla 1.90 dito ln Zllvorea Roobol« fl.&ft AmerlfcaiDsclio Gond l>ollara ƒ2.47. Beleenlne 4 pCL Vor. Koers koors. heden SVJhi 81* 93* sa*; 93* 8% 83 83* 2.3J* 96>6 97* 97* 67 92% 92* 94 2**6 22* 26* 2&% 39?* 30% 60 60>4 47 - öl'A 32 161>6 - 616 622 685 622 340 840 113* 110 423 420 441j* 241J* 406 401 4lu 21 mm mm lOOji - 191 194* 160 loltf 170 ioj* u> 102 J* 93 98 13?* 103j*. 101* 171 173 - 104J* 17* 2* 21* 605* 69 117 117* 10U 100 316 85 83 33 186 J* 179 189* 1^3 Oö* 151* 161 15* 16* 46 90* 89* 69* 63 73 88 a> 103 106 222 235 90* - 166 112 113 99 99 109* - 67* 67% mm 96 96* 21* 21* 65* 64* 09* 99% 86* 80* 22% 22 u 13% 113 112* 80% 79* 13* 13* 46% 46* U4* 96* 110* 29% 29* 31* - 35 TJit Transvaal. XXX. Dingaausdag op 16 December was eeu ware feestdag. Eenige dagen van te voren had men een afspraak gomaakt, hoe den dag door te brengen. Oü Daniël had Mars opge zadeld, was de Kloof rondgereden om to vernemen naar de plannen, die men bad, en bad toen uit alle voorstellen een geheel ge maakt. In het midden van de Kloof, onder twee reusachtige wilgen, aan een heldere bron zouden wo allen by een komen en daar zou het feest gevierd worden, 's Morgens in de vroegte maakten wy onder in de Kloof ons gereed en do andere party verzamelde zich boven in de Kloof. Eenige wagens en k -ffers waren vooruitgegaan om de eetwaren en stoelen en banken naar de vergaderplaats te brengen. De paarden stonden alle opge zadeld en wy wachtten het bevel van don ouden voortrekker om op te stygen. Elk was voorzien van vier patronen, waarvan de kogels verwydeEd waren, en zfln geweer. De vlag, die oü DaDiêls dochter gomaakt had en aaD een lang bamboesriet was vastgemaakt, zou ik dragen. Ter geruststelling had men aan myn vrouw ieloofd my een geleerd 3chiet- paard te zullen geven. Toen oü Daniël den voet in don styg'oeugel z.tto, stegon wy ook op en reden stapvoets in twee breedo ryen op. De vi^uwen en kinderen gingen ook samen, maar Ingaven zich eerst naar een lagen heuvel van waar zo hot grootste deel van de Kloof kon don overzien. Toen op een paar honderd schreden afstands de rollers van boven in het gezicht kwamen, loste oü Daoi<g zyn zwaar geladen „oü Sanna" met een donderenden knal en stoven we op elkaar in onder hot afschieten der geweren. Na hot passoeren wendden allen den tougc r. olkaat woer te beMo vu. Die manoeuvu 'd drie maal herhaalo, .rwyi we den afstand telkens korter maakten. By het laatste salvo waren wy juist allen byeon en reden we in goede orde naar de vergaderplaats, llyn BChtmmol had aan dat pleiziertjo heel kalm meegedaaj, zelfs by de charges zat ik op hem zoo ge makkelyk als op een stoel, hoewel ik voor alle zekerheid zyn manen by den teugel had gevat. Eenige paarden, die niet aan scbioten gewend waren, maakten een paar kromme» sprongeB, doch slechts een der ruiters wao zoo ongelukkig van afgegooid te worden; dv»ch had geen letsel bekomen. Do kinderen en meisjes stonden al netjes onder de wilgen geschaard en zongen de volksliederen, waar mee ook de ruiters instemden. Toen verklaarde oü Daniël het feest geopend. Wo zadelden onze paarden af, terwyl twee fluksche klimmers de vlaggen boven in den boom vastmaakten. De vrouwen namen ook een werkzaam aan deel aan het feest. Zy spreidden tafellakens en servetten op het gras eo paktsa daarop de manden uit. Aan brood, vleescb, koek cc. gemberbier was geen gebrek en al waren da twee laatste versnaperingen van Kloofsch. fabrikaat, zo lieten zich goed smaken. Vela meisjes en vrouwen verstaan uitnemend da kunst van koekbakken en het maken vaxt gemberbier en limonade. Om acht uur plaatsten allen zich in een wfjden kring om den mid- deïsten wilgeboom, de kinderen in bet gras„ do vrouwen en meisjes op stoelen en banken, de mannen meest staande daar achter. Op do knoestige, boog uitstekende wortels vaa den boom stond oü Daniël. Hy leidde een korte godsdienstoefening. Toen kwam de beurt aan my, om nog eens de geschieukundige- beteekenis van dien dag uiteen te zotten. Docb, kon ik slechts spreken uit wat de boeken my verhaaldenT de oude Lucas Broedt kon bun eenigo episoden verhalen uit den eersten tyd van den „Grooten Trek", waarin hy zelf een rol had gespeeld. Ontroerd sprak by oves de geleden ellende by dien merkwaardigen tocht door de onbekende wildernis, die wemelde van wilde dieren en onveilig gemaakt werd door onbetrouwbare en woeste kafferstammen, Hy vertelde van den vreeaelyken moord, dcos de kaffers van Dingaan op weerlooze vrouwen en kinderen gepleegd, die aan een vyfhonderd der blanken het leven bad gekost, van dr- daarop gevolgde ellende en gebrek, daar velen allee verloren hadden by dien verraderlyken overval Hy had zyn zuster zien sterven van booger en dagen lang hadden sommigen zich moeten voeden met wortels en planten, din ze schaars kenden. Ja, zei by. God maakta ons gif tot spyzo. Een ander kon verhalen van de bloedwraak, van de overwinning vaneen vierhonderd boeren op een twintig a dertig duizend geoofende Zulu-krygslieden. Tusscben de verschillende toespraken werden passende geestelyke liederen gezongeD. Teget elf uur was de plechtigheid afgeloopen. Onder- wyl waren eenige vrouwen en meisjes by groote, op eenigen afstand aangelegde vuren druk aan het koken, stoven en braden ge^ weest, zoodat een hoerlyk koele plek onder groote vygoboomen in een groote gedekte tafel kon veranderd worden, waaraan eerst de onderen aanzaten of aanlagen, die, na zïeh te goed gedaan te hebbeD, plaats maakten voor het jongere geslacht. In den middag vermaakte men zich mcu allerlei spelen, waarby het voomamelyk op kracht en behendigheid aaökwam, zooals heb klipworpen, waarby men probeert wie het.! hoogste en het verste kan gooien met een steen van een vyf en twintig pond, era he*,! jonassen in eon beestevel. Vooral by hetlutsta spelletje kon hot nogal grof toegaaD. Iemand' wordt in een lenige ossenhuid gezet, die door een groot aantal mannen aan den rand w ordfc, vastgehouden. Eenige malen wordt dit vol.' regelmatig tameiyk strak getrokken en oat« spanneD, tot men op een gegeven oogenblnc het plotseling zoo strak mogelyk gespanneu trekt. De man ia het vel ma^.kt dan eon kleine luchtreis en wordt weer in liet vel opgevangen. Ook by het touw- en stoktrekken kwam het aan den dag, dat sommigen over verbazende lichaamskracht konden beschikken. In den middag gingen do groote menschel; weer huiswaarts, de jongere bleven nog wat, om, zoo ik later hoorde, den feestdag meb een spelletje pandverbeuren en een bal-cham-, pétre te besluiteD. BODEGRAVEN. Bevallen H. W. De Vlieg geb. Laffree D. Overleden: H. De Ruyter, gehuwd met J. Hej-erman, 68 j. J. P. Grilfioen U m. S. Van Wnk 2 j. M. Van Leeuwen jd. 22 j. BOSKOOP. Bevallen: T. Van Tol geb. Aker boom D. N. Hoogendoorn geb. Verboom Z. "W. Van Duren geb. Nijveldt D. BAZERSWOUDE. Bevallen: P. A. Loomaufl geb. Opdam Z. J. C. WesselÏDgh geb. Verkioy Overleden: C. Staring, gehuwd mot J*coca VaD den Berg, 68 j. S. Okkersc, gehuwd mot N. C. Visser. 36 j. (te Utrecht). KOUDEKERK. Bevallen: W. C. Burggraaf geb. Meel Z. LEI MUIDEN. Eevallen: J. Den Ouden geb. Poirot Z. OUDSHOORN. Bevallen: N. Verboom goh-. Van Wijk D. H. J. Mulder geb. Mulder D. -*<il II. Hulscher geb. Wassenaar D. K. Barrovehl geb. Oppelanr D. D. Van der Wngt geb. Dot Jeu D. RIJNZATERWOUDE. Bevallen: O. Otto, geb. Verlaan D. Overleden: C. Van Kempen Z. 1 d. JobaDna Kennis, echtg. van H. G. 72 j. SASSENHEIM. Geboren: Louise, D. Van O* Dekker on E. v. Faassen. Overleden: Joacn** Van Noort, wedr.COj.-r Hondrik Abraham Van 'Zonaev*ld, 7 mud.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 6