Gemengd Nieuws. De koopman J. A. P. Heren 8, uit Kotter Jam, die op 5 Juli 11. op bet Korte Groenewegje te 's-Gravonbage revolverschoten loste op een vrouw, die hg voor een aader hem bekend vrouwspersoon aaDzag, had zich heden deswege voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden. De getroffene, nog steeds in het gemeente-ziekenhuis verpleegd wor dende, verscheen met door doeken omwonden hoofd en vergezeld van een verpleegster, als getuige voor den rechter. Volgens verklaring van een assistent in het ziekenhuis was de toegebrachte wonde niet levensgevaarlijk en wordt verwacht, dat de vrouw gebeel zal herstellen. Het Openbaar Ministerie eischte 8 jaren gevangenisstraf. Door een jongmensch werd b g de KotterdamsLhe politie aangifte gedaan, dat hem door twee zijner „vrienden", met wie hij uit was, zijn horloge ontstolen was. De politie onderzocht de zaak en bemerkte, dat het jonge mensch groote verteringen maakte. Hierover onderhouden, bekende h\j te zijn de 19 jarige G. uit Amsterdam, in oienst bg den he.r Arnold Da Vita, door wien hij uit gezonden was om een wissel, groot f 580, betaaloaar aan de Provinciale Hypotheekbank, te 's-Gravenhjge, te bezorgen bi) de Ontvang en Betaalkas te Amsterdam. Bij zijn arrestatie te Botterdam was nog ongeveer de helft van het geld in zijn bezit. De dader is naar Amsterdam overgebracht. Zijn beide confraters, die den falsaris een be:rag van f 200 ontnomen hadden in een theetuin te Kralingen, z\jn naar de strafge- vargenis te Botterdam getransporteerd. Te Rotterdam is gevangengenomen de rijwielhandelaar H. Weiter, wonende Molen waterweg 11, verdacht van uitgifte van een val6ch bankbiljet, groot honderd gulden. Hg was ei-rst voor kort uit de preventieve hech tenis ontslagen wegens verdenking van inbraak. In den avond van 11 Aug. LI. is van een Eogelache dame op de Wijnhaven te Rotterdam afgenomen een zwart lederen valiesje, inhoudende ongeveer ƒ200 aan Hol- landsch bankpapier en zilvergeld, een cheque boekje van een bankier te Brngge en eenige flescbjes met parfum. Van dezen diefstal wordt verdacht een onbekend man, vermoedelijk Hol- lan 'er, sprekende de Franscheen Engelsehe taal, ongeveer 24 jaar. Hg had voorgegeven zeeman te zgn en dien dag of den dag te voreD te Antwerpen te zijn afgemonsterd van een schip, komende van Zuid-Afrika. De commissaris van politie in de 1ste afd. te Rotterdam verzoekt opsporing, aanhou ding en bericht. Gisteravond te halfzeven had in de Kinkerstraat te Amsterdam een vrouw het ongeluk uit een raam der tweede ver di ping te vallen. Zy kwam op de binnenplaats terecht en werd deerlijk gekwetst door de politie p?r brancard naar het Buitengastbuis vervoerd. Het breken der droogstokken was de oorzaak van haar val. Een bewoner van de Prinsengracht bij de Leliestraat aldaar sprong hedennacht te onge veer 2 uren, waarschijnlijk in etn aanval van waanzin, gevolg van overspanning, uit het raam der tweede verdieping en kwam op de binnenplaats terecht. Ernstig gekwetst werd bij naar bet Gasthuis vervoerd. De hofmeester C. De Bvan de „Koningin Regentes", die onlangs ter boogte van Suez een kistje met f 49,000 wegnam en daarmede van boord sprong, is thaos met de „Java" te Amsterdam gevankelijk bihnen- gebracht. De man was te Porfc-Said zoo lang gevangengehouden; hy is ongehuwd. Gisteravond te balftwaalf werd brand ontdekt in de sigarenfabriek van L. J. Van den Berg, staande aan het achterpand 66 in de Weste Wagenstraat, te Rotterdam, waarin beneden de sigarenwinkel dier firma en op de bovenverdieping de magazijnen van modeartikelen van A. Monsbouwer Co. gevestigd waren. De brand, die snel voort- woedde, was moeilijk bereikbaar en sloeg over op het voorpand. Acht handspuiten en twee stoomspuiten waren in w.rkiog. De spuitgast Ch. Van Gelderen werd gewond. Met een zwaren slag sloeg de man, die op een reddingsla;der stond om zich naar de lerste veraiepmg te begeven, achterover op de straat, het brandende raam boven op hem. Een paar rappe gasten trokken hem ijlings daaronier van daan en droegen den bewuste- loozen geaffecteerde bij een apotheker, een paar huizen verder, binnen, waar men do levensgeesten opwekte. Van daar werd hg naar het politiecureel aan de Pauwensteeg vervoerd. Het bleek, dat Van Gelderen een verwon ing aan het achterhoofd had bekomen en eenige brandwondjes, een en ander niet van gevaarlijken aard. De burgemeester over tuigde zicb, nadat de fcewustelooze brand weerman bij den apotheker was tinnen- ge ragen en bijgebracht, van diens toestand. Eindelijk tegen óénen kon men zeggen, dat de brand onder ce knie was. Ongelooflijke massa's wator waren in het branoende huis geworpen en groot is dan ook de waterschade, daardoor mede aan de omliggende huizen veroorzaakt. Het bovenhuis van het gedeelte, dat aan d4 Delftscbevaart uitkomt, brandde met het cak, en btt dak en do derde verdieping van het gedeelte, in de Weste Wagenstraat uitkomende, totaal uit en af. De overige ver diepingen hadden eveneens, hoewel minder, brand- en waterschade. Aanzienlijk is de totale brand en waterschade; zij bedraagt circa een halve ton. Alles was verzekerd. Toen de brand ontdekt werd, was In het geheele uitgestrekte perceel niemand aanwezig. Hedenmorgen om negen uren brak te Alk maar een felle brand uit. De vertrekken boven de kantoren van de zoutziederij „De Eendracht der firma D. Bosman Zn. stonden in lichter laaie. De brandweer was spoedig ter plaatse, doch het duurde tot 1 uur eer men den brand meester was. Het achtergedeelte der gebouwen der zoutziederij is gebeel vernield, alsook het heerenhuis. De oorzaak is onbekend. De inboedel was verzekerd bij de Maatschappij „De Neierlan- den", te 'a-Gravenhage, van 1845. Gistermorgen te halfvierbrak brand uit in de zoogenaamde „Fabriek" te Terborg, een huizenblok, bewoond door circa 40 personen. De vlammen grepen zoo hevig om zich heen, dat in een ooganblik alles brandde en van de inboedels zoo goed als niets kon worden gered. Slechts één gezin was verzekerd. Oorsaak onbekend. Woensdag avond omstreeks 5 uren zag men groote rookwolken te voorschgn komen uit de Kon. Weefgoederenfabriek te Hengeloo en bleek weldra, dat er brand was ontstaan In het in aanbouw zijnde gedeelte, dat onmid dellijk aan de kantoren grenst. Het den moesten spoed werd van de bg de fabriek aanwezige brandleiding gebruik gemaakt en het mocht het personeel der fabriek na groote inspanning gelukken den brand nog in den aanvang te stuiten. Donderdagmiddag brak to Zaandam brand uit ten huize vaa den kleermaker, tevons caféhouder, G. Hagel man aan de Zeemans straat. Met behulp van de brandkranen slaagde men er in, den brand tot één kamer te be perken. Te Nieuweschoot aan de Engeleovaart i de gem Schoterland, woedde gisteren een hevige brand in de groote, nieuwe fcoerenbehuiziage van den heer Engelen, bewoond door den vee houder H. Sngder. De brand is door hooibroei ontstaan. Hooi voor 35 koeien ging verlor n. Het voorhuis bleef gespaard, huisraad, levende have en gereedschappen werden gerei. Een naastbij staand buts kon de brandspuit, in middels uit Heeronvean aangerukt, hoeveel diensten zij ook bewees, niet behouden. De boerenbehuizinge en het hooi waren, naar mededeeling, verzekerd te Woudsend. Het naastgelegen pand was niet verzekerd. Te IJzendoorn is Woensdagnacht door het inslaan van den bliksem de woning van M. v. M. afgebrand. Alleen de levende have werd g. red. Gistermiddag werd de boerderij „Buitun- lust", te Ambt-Almak», bewoond coor do wed. J. Grobben, eigenaar de heer graai Van Rechteren Limparg, een prooi der vlammen. De oogst was geheel bómen. Vee en huisraad zgn gered. De oorzaak van den brand, die in den stal uitbrak, is onbekend. Het huis, en naar men zegt ook de oogst, is verzekerd. Gisteren heeft in de Noordzee, in de nabijheid onz r kust, een treurig on eluk plaats gegrepen. Op de hoogte van bet Haaks vuurschip zeilende, werd de te Tessel thuis beboor nde blazerschuit ,T. X. 149" door een grondzee beloopen, waardoor de schipper van het vaartuig, CL Burger, en de knecht, K. Boon, over boord werden geslagen. Redding was onmogelgk; zij werden door de zee mede- gesleurd en vonden hun dood in de golven. Hun lijken zijn nog niet gevonden. Burger, 36 jaar oud, was gehuwd en vader van 3 nog jeugdige kinderen; Boon was een 16 jarg jongeling. Beiden ware» op Tessel woonachtig. De schuit werd in den namiddag door de eenig overgebleven opvarende te Nieuwedi p binnengebracht. Te Beegdon li b|) bet afbreken van een gebouw de aannemer de heer M. H. onder een neerstortenden muur geraakt. Toen men hem onder het puin had gehaald, bleek hij reeas te zgn overleden. Te Nijmegen heeft do hotelhouder K. bij een huiseljjken twist twee revolver- schoten met hagel op zijn 24 jarigen zoon gelost en dezen mot eenige hagelkorrels in het achterdgbeen getroffen. Da zaak wordt door de justitie onderzocht De dader, een man op gevorderden leeftijd en beheerder van het hotel A., is nog op vrije voeten. Terwijl te Borssele een vrouw in een wei ie, waarin koeien graasden, bezig was met baar waschgoed, kwam een der dieren plotseling op haar af, nam haar op de horens en wierp haar de lucht in. Toen de vrouw op den grom terecht kwam, was ce koe nog niet tevreden, stootte haar nogmaals en wel zoolang, totdat hulp kwam opdagen. De vrouw iz ernstig bezeerd en ïydfc veel pijn. Fin-de Siècle. Iz Berlijn trachten enkele dames en heeren een nieuwe mode ingang te doen vindea, ol. die van barrevoets loopen met enkel sandalen aan, evenals die in den oud-Griekachen tijd gedragen werden. Daartoe begaven een twintigtal élégant ge kleeds dames en hoeren zich Maandag, in bovengenoemde dracht wat de vosten betreft, en de dames bovendien zonder zonnescherm, voile en hoed, van bet café Kransler onder de Linden naar de Siegessaüle, en van daar naar Scböneberg, waar in het Lindenpark aldaar halt gemaakt werd. Dat de stoet bij dezen propaganda-maroeh veel bekijks had, laat zich wel deDken. (U. D.) N a b ij het foittbuis Forgelow, bij Freienwald, bad, naar uit Berlijn gemeld wordt, in den nacht van Maandag op Dinsdag een benzine ontDloffia? olaats in een drosebke- ten gevolge waarvan een in Berlijn won-:nde dame werd gedood en de overige inzittenden, alsmede de koetsier, licht werden verwond. Horkoiyke Berichten. Hoogmade: Ned.-Herv. Gem. Zondag voormiddag te 10 uren, ds. T. Doevendans Wzn., predikant te Elburg, vroeger te Hoogmade. BECLA11E9, a 25 Cents pee regeL NA U JAUEN LIJDENS. Wjj achten het overbodig onzen lezers telken male eene uitvoerige beschrgving te geven over de wondervolle en ongehoopte genezingen, die dagelijks verkregen worden door het ge bruik der echte Pink-Pillen van Dr. Williams. De heer F. Schouten, te Oud erker k a/d. IJsel, schrgft daaromtrent 't volgen Je: „Mijn oprechten dank voor Uw heilzaam middel. Sedert meer dan 14 jaren was ik lijdende aan maag- en rugpijn, het leven was mg 09n last, alles had ik reeds aangewend, doch die knagende pijnen bloven immer bestaan. Ifear Mn'portret. „Eindelijk nam ik mijn toevlucht tot de beroemd geworden Pink-Pillen en welk eene gezegende uitkomst, thans na het gebruik van zes doozen ben Ik geheel genezen. „In 't algemeen belang kunt U mijne ge nezing bekend maken." Prijs f 1.75 de coos; f 9.— per 6 doozen. Verkrijgbaar bg J. H. i. Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, Hoofddepothouder voor Nederland en Apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Daar het doel dezer geneeswgze is de her nieuwing van het bloed en de versterking der spieren, strekt haar werking zich tot veel ziekten uit: bloedarmoede, rheumatiek, hcup- jlcht, zecuwpgn, verlamming, ruggemer^s- ziekte, St.-Yitus-'Jans, hoofdpgn zenuwachtig heid, klieren, enz. De Pink-Pillen hergeven de schoone kleuren aan de bleeks gezichten, bandelen in alle gevallen van verzwakking en hebben een workdaöige handeling op alle ziekten, veroorzaakt door liehamelgke en geesteigke overspanning en door buitensporig heden. 6711 61 Ook echt verkrggbaar voor Leiden en Om streken by Reyst Krak, Drogergen, Beestenmarkt Wgk 5 No 41, en J.H Dukhüis, Drogergen, Hoogstraat 5. Het nieuwe proces Dreyfus. Mr. Demange maakt er generaal Roget een verwijt van, dat hg Woensdag zoowat als beschuldiger van iedereen is opgetreden. Er ootstaat een langdurige discussie tusschen Demange en Roget over het petit-bleu. Demange wgst op ce onmogelijkheid om aan Picquart het vaderschap van de ver- valsching van het petit-bleu toe te schrgven. Roget constateert, dat de weggescbrapte gedeelten ten aoel konden hebben, het petit- bleu onboteekend te doen schgnen. Bg de discussie over het tgdstip, waarop de weggescbrapte gedeelten op het petit-bleu zgn gemaakt, verklaart Roget, dat hg er eigenlgk niets zeker van weet. DemaDge tracht door den president vragen te doen stellen aan Roget betreffende de samenkomst te Bazel. Roget verklaart daar niets van te weten. De regeerings-commissaris, majoor Carrière, weigert deze vragen te doen stellen. Dit zou in strijd zgn, zegt bg, met de krggstucht. De president verklaart, dat hg over deze zaken geen enkele vraag zal stelleo. Demange vroeg daarop aan Roget hoe hg weet, dat aan Esterhazy 600,000 franken zgn aangeboden, als hg verklaarde de schrgver van het borderel te zgn. Roget antwoordt, dat te hebben hooren zeggen voor den Raad van Onderzoek, door Esterhazy zelf. Demange vraagt waarom er bg Esterhazy een huiszoeking plaats had. Roget antwoordt: Wgi hg in het bezit ge weest was van het stok Ce Canaille de D, zou hg ook andera stukken kunnen gehad hebben. Demange maakt de opmerking, dat, als men aanneemt, dat Esterhazy de agent der familie Dreyfus was, bestemd om hem te redden, hoe men dan verklaren kan, dat Esterhazy herhaaldeigk dingen schreef, die bestemd waren om Dreyfus te compromitteeren. Roget antwoordt, dat men met Esterhazy nooit zeker kon zgn. Door de vele vragen van Demange zenuw achtig geworden, zegt Roget: „Als ik van verraad beschuldigd werd, zou ik wel argu menten weten te vinden om mg te verdedi gen". (Beweging). Dreyfus, htt woord verkregen hebbende, verklaart, met óuideigke en luide stem. dat hg nooit op een kaartje eenig plan van concentratie of mobilisatie heeft aangegeven. Maar het is noo zakeigk tj c'o n uitkomen, dat er verschil bestaat tusschen het kennen vaQ de concentratie in groote trekken en het kennen van htt plan van concentratie in alle departementen. Ik verklaar, dat ik nooit het plan van concentratie in détails heb gekend. „Alles wat hier gisteren gezegd is, was slechts redeneering, geen feiten." Na generaal Roget wordt de rechter van instructie, Bertulus, gehoord. Deze deelt mede, dat by, toen hg bevel ontving om tegen Esterhazy een onderzoek in te stellen, huiszoeking liet coen ty juffrouw Pays en daar in een bloempot papieren vond, die in beslag genomen en verzegeld werden. Bertulus verhaalt dan, dat Ht-nry op den 18den Juli by hem kwam, voorzien van een schrgven van den minister van oorlog, waarin hg gemachtigd werd de stukken met hem na te zien en alle documenten me Je te nemen, cie van belang konden zgn voor de lands verdediging. BertuluB verklaarde aan Henry, dat de wet hem niet toestond dit verzoek onmi ;dell jk in te willigen. Zg besloten toen het den 21sten Juli te doen, nadat Bertulus de noodige machtiging had gekregen. Te zamen gingen zg de in beslag-genomen stukken na. „Ik toonde hem het eerst de stukken uit portefeuille No. 1: een memorie van Jeanmaire, een Engelsch stuk, en een nota, waarop het woord Bazel en do naam C (Cuers) voor kwamen. Hoory was z;er geroerd, toen hg deze stukken had gezien. Hg zeide, dat ik de eer van het leger kon redden, en dat ik dit doen moest. „Ik wees hem er op, dat ik nooit doof zou zgn voor zulk oen verzoek. Ik ontwikkelde hem de verpletterende bewgsgronden, die de stukken tegen Esterhazy en Du Paty bevatten. Ik vestigde zijn aandacht op de woorden „Bazel" en dea naam C. (Robert Cuers), die voor mg een licht deden opgaan. H«t was het bowgs, dat Esterhazy in het bureau van den mJormatieoi.nst misdadige hulp had gevonden. „Henry, begrypend, dat ik alles doorzag, staakte alle redeneering en eindigde met to bekennen, dat de schrgvers der telegrammen „Blanche" en „Speranza" Esterhazy en Du Paty waren. „Henry verzocht mg geen stappen te doen, totdat hg verslag had uitgebracht van ons onderhoud aan generaal Roget. Hg zeide, dat de generaal niet zou dialen om mg te bezoeken." Bertulus verhaalt daarop, dat bg aan Henry gezegd had: „Laat Du Paty zich voor den kop schieten en de zaak tegen Esterhazy kan worden voortgezet." „Ik sprak Henry over een brief, geteekend Esterhazy, en geadresseerd aan Jules Roche, waarin van Henry zulk een afschuwelgk beeld wordt opgehangen, dat het door zgn vganden tegen hem zou kunnen worden ge ruikt. „Henry viel toen achterover in zgn stoel, snikkend, en groote tranen rolden over zgn wangen. Hg omhelsde mg en riep: „Die Esterhazy is een bandiet 1" „Ik vroeg: Is Esterhazy de schrgver van het borderel? waarop hg noch ja, noch neen antwoordde. Hg riep nogmaals: „Dring niet verder aan, de oer van htt leger boven alles Het was merkwaardig het gelaat van movrouw Henry te zien tgdens dit verhaal. Haar gelaat gaf tlyken van diepe ontroering. H?rhaalaeigk wischte zg zich met haar zak doek de oogen af. B.rtulus verhaalt dan, dat hg d& Henry's woorden: „De eer van het leger boven al", niet gemeend heeft verder van den toestand gt: ruik te mogen maken. „Henry was in zulk een toestand van ontroering en opwinding, dat ik me^elgden m t hem had. Hg was in waarheid een smeektling. „Daar mgn opdracht mg slechts machtigde tot het onderzoek naar de valschheaen „Spe ranza" en „Blanche", had ik niet noodig verder te gaan. Henry verzocht mg hom tot aan de deur te willen geleiden, voor het oog der menschen, en ik voldeed aan dat verzoek. „Ik bleef tot 's avonds 7 uren in mgn kabinet, maar niemand kwam van bet ministerie." Toen Bertulus van den procureur generaal do machtiging ontvangen had, om aan het verlangen van den minister van oorlog te voldoen, kwam Henry den 21sten Juli terug, zgnae de dag, waarop zg waren overeenge komen de stukken na te zien. Hg toonde toen Diet meer de minste ont roering, doch zeide, dat mgn dossier niet compleet was, en drong er niet verder op aan, dat de zegels werden gelicht. Later bad nog een nieuw onderzoek der stukkon plaats door Henry en Junck, maar zg eischten geen der Stukken op. Bertulus verbaalt nog, dat bg het onderzoek tegen Esterhazy hg diens képi in de hand had, waarin het stuk geborgen was, dat hg de „garde impériale" noemde, en dat door Ester hazy beschouwd wordt als zgn uiterste redmid del. Dientengevolge ontdekte Bertulus het niet. Marguerite Pays ontstelde daarop zichtbaar. Toen Bertulus de instructie in de zaak „Blanche" en „Speranza" wilde sluiten, kon hg slechts met moeite Henry bewegen in zgn kabinet te komen. Hg was genoodzaakt te verklaren, dat hg het dossier niet zou afgeven, dan wanneer Henry kwam. Hg liet dezen den eed afleggen, waarop Henry zgn bezoeken tg Marguerite Pays en wat hg den 19den gezegd had over de telegrammen „Blanche" en „Speranza" ontkende. Ik moest een hoogea toon tegen hem aanslaan on kreeg toen de geteekende verklaring, die in het dossier is. Bertulus bespreekt dan het verzoek, dat commandant Ravary hem deed, om met hem het dossier E-terbazy na te gaan. Na oit on derzoek verklaarde hg aan Ravary, dat eri* ölt dossier een gat was, waarcoor alles weg: liep. Zoolang het bewgs niet geleverd was, dat Picquart de maker was van het petit bleu} kon er niets bewezen worden. Eenige dagen later zag hg, dat Ravary met zgn raadgeving geen rekening had gehouden. Bertulus herhaalt dan zgn verklaring voor het Hof van Cassatie betreffende het onder zoek naar de valBchheden, waarmede bg be last, was. Hg deelt mede, dat Picquart zgn vertrouwen won door zgn juiito en scherp omignde verklaringen. Toen Picquart op reform gesteld was, bracht hg de daden van Ester* hazy en Du Paty aan het licht. Bertulus verklaarde nog, dat Esterhazy dén schrgver der artikelen, geteekend „Dixiin de „Libre Parole", had geïnspireerd en hem denoodigo gegevens had verschaft. Verder verklaart Bertulus krachtig over tuigd te zgn van de onschuld van Dreyfus. (Levendige ontroering). Hg verklaart, dat het borderel in drie stukken gescheurd was en niet in kleine stukjes. Hg zegt ook, dat het niet kan aan gekomen zgn langs den gewonen weg. Do onschuld van Dreyfus bigkfc ook uit de stuk ken van het dossier, die hg gezien heeft, en uit de afwezigheid van elke beweegreden vooi de misdaad. Zonder beweegreden, zegt hg, ia er geen misdaad. Daarom zoeken instrueerend9 magistraten bovenal naar de beweegreden voor eon misiryf. Ten Blotte wgst hg er op, dat het Hof van Cassatie, het orgaan, dat de hoogste uit drukking geeft aan het recht in Frankrgk, ver klaard heeft, dat het borderel van Esterhazy ia. De verklaring van Bertulus schetn op de toehoorders en op de leden van den krggsraad een diepen indruk te hebben gemaakt. Na een korte schorsing werd de heer Bertulus teruggeroepen Mr. Demange vraagt hem, welke de elemen ten zgn in de zaak Esterhazy, die voor de zaak Dreyfus van belang zyn. Bertulus wgst twee brieven aan, die in het dossier-Esterhazy zgn opgenomen. Dreyfus verklaart niets te hebben too to voegen aan de verklaring van Bertulus. Daarop plaatst mevrouw Henry zich naast Bertulus, zeggende: „Mgn man heeft mg verteld, dat hg door den heer Bertulus goed is ontvangen. Ik hob hem gewaarschuwd, hem vragende of hg wel zeker was van den man, daar ik bang was, dat hg hem den Judas kus had gegeven, (Levendige ootroering). Ik heb mg jiht bedro gen (algemeene ontroering) het was wd de Judas, dien ik vermoed had. („O, o," roept het publiek). Het is niet waar, Wat Bertulus zegt, dat de stukken, die mgn man ontving, alle verscheurd waren." (Beweging). Bertulus zegt, dat hg niet voornemens is een vrouw te antwoorden. Mevrouw Henry roept uit: „Ik ben geen vrouw, ik verdedig de nagedachtenis van een dooie en de eer van een kind." Zy ziet Ber tulus met minachteade blikken aan en zet zich naast Zurlinden neder. Het optreden van kolonel Picquart als getuige wekt algemeene belangstelling. Do getuige is in het zwdrt gekleed. Hg spreekt met krachtige stem en geeft uitleg omtrent de verklaring van den heer Delaroche-Vernet; bg protesteert tegen de beschuldiging, dat hg eenig stuk uit het Dreyfus-dossier zou hebben doen verdwgnen. Als er stukken ontbreken, is dat niet cioor zgn schuld. Hg doet opmerken, dat kapitein d'Orval hem was aangewezen als een ge- vaarlgk mensch. Hg gaf daarom aan den veiligheidsdienst de opdracht den kolonel na te gaan. „En weet gy, door wien d'Orval aange klaagd was?" vraagt hg. „Door zgn eigen neef, kolonel Du Paty de Clam." (Beweging). Komende tot de aanvallen, waaraan hg heeft blootgestaan, zegt Picquart zich daarvan geheel te willen schoonwasschen, alsmede van de insinuaties van den president. JBy zet uiteen, hoe hg Dreyfus heeft leeren kennen en protesteert tegen de anti semiotische voor- oordeelen, die men hem heeft toegedicht, Verder legt hg uit, hoe hg kennis kroeg van het borderel en de bezorgbeid, waaraan hg ten prooi was, toen het verraad werd ontdekt. Sprekende over de maatregelen van generaal Mercier voor de gevangenneming van Dreyfus, wgst hg er op, dat als politie-maatregel ten eenenmale ongewettigd was het voorwendsel van een algemeene inspectie, dat men heeft aangewend, om Dreyfus aan het ministerie van oorlog te lokken. Met betrekking tot de proefneming van he) dictóa door Du Paty verklaart hg, bg zgn eer en geweten, dat hg in het schrift niet het minste spoor van beving heeft gevonden, Buiten het borderel was er niets tegen Drey* fus. Tgdens de enquête voorzag Picquaijfc reeds, dat vrgspraak zou volgeD, want e£ waren geen voldoende bewgzen van verraad; In diepe stilte hoort het publiek de verklaTtag van Picquart aan. De heldere, diepe sten; van den getuige is tot achter in de zaal vect staan baar. Sprekende over het proces in 1894 brengt hg in herinnering de sensatie-wekkende ver klaring van Henry, di?, met den vinger Dreyfu* als den verrader aanwgzend, zeide: „Daar is bg.';

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2