Nieuwe Voorstellingen
N°. 11212
Zaterdag 19 Augustus.
A*. 1899
feze gourant wordt dagelijks, met aitzoadering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Yau af heden
Mutoscopen.
Leiden, 18 Augustus.
Feuilleton.
In het duin bedolven.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DI3IER GOUBAMT»
Voor Leiden per 8 maanden. 110.
Franco per post L40.
Afzonderiyke Nommers 0.05.
PHUS DER ADVEBTENTIËRt
Van 1—0 regels t 105. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren huilen fa sloA
wordt f 0.06 berekend.
IN DE
1. Keizer Wilhelm II en de Keizerin op
■weg naar de Voorjaarsparade op het Tempel-
hoferveld.
2. Keizer Wilhelm II terugkeerende van het
Paradeveld te Berlijn aan het hoofd van het
Garderegiment No. 4.
3. Een kinderfeestje op het eiland Marken.
4. Wat een zegen, zoo'n drietal l
5. Huwelijk van Lord Crewe en Lady Pegg
Primrose (dochter van Lord Rosebery).
6. Molen aan de Zaan.
7. Alarm in het Kamp.
8. Nipolitaansche dans ia het Forum U
Rome.
Dagelijks te bezichtigen in onze Vestibule.
Tyf cents per stak.
By iederen penning, die voor de bezichti
ging der Mutoscopen wordt gekocht, zal den
kooper gratis worden verstrekt een LOT.
Deze genummerde loten geven kans op de
trekking der navolgende pryzen:
lste prys ƒ100,
indien op het Nummer van het Lot in de
861ste Staatslotery de Hoofdprys van 100,000
▼alt.
2de prys ƒ30,
Indien op het Nummer van het Lot in de
86l6te Staatslotery de prys van 50,000 valt.
3cle prys ƒ20,
indien op het Nummer van het Lot in de
861ste Staatslotery de Premie van 30,009
▼alt.
Zooveel penningen men koopt,-zooveel loten
optvangt men.
v Hoo meer Mutoscopen^men dus bezichtigt,
des te meer kansen heeft men om een prys
te. trekken.
Offioiëele Kennisgevingen.
Kamers van Arbeid.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Brengen ter algemeene kennis, dat de her
stemming voor de verkiezing van 1 lid-patroon
voor de Kamer van Arbeid voor de Textielnijver
heid zal plaats hebben op Vrijdag 25 Augustus 1899.
Het stembureau zal zitting houden op hel Raad
huis (Kamer van Burgemeester en Wethouders)
van des voormiddags 8 tot des namiddags 3 uren.
Voorts vestigen zij de aandacht van belang
hebbenden op den inhoud van de artikelen 17 en
18 van de Wet op de Kamers van Arbeid, lui
dende als volgt:
Artikel 17.
Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of
een onderneming, waarin personen, die op een
kiezerslijst voor een Kamer van Arbeid zijn ge
plaatst, arbeid verrichten in fabrieken en werk
plaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van
dezen gedurende ten minste twee achtereenvol
gende uren van den voor de stemming, bepaalden
tyd gelegenheid vinde om mede te wérken tot de
keuze, waartoe hij bevoegd is.
Artikel 18.
Het hoofd of de bestuurder, in het voorgaande
artikel bedoeld, is verplicht te zorgen, dat in zijne
fabriek of werkplaats, op een plaats, waar arbeid
wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór
en tijdens de tot stemming bepaalde uren, op
een zichtbare wijze is opgehangen een door hem
onderteekende lijst, de uren, in het voorgaande
artikel bedoeld, vermeldende voor elk afzonderlijk,
of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk.
Onder het woord .arbeid", waarvan in deze
beide artikelen sprake is, wordt verstaan alle
werkzaamheden in of voor eenig bedrijf, behalve:
1°. werkzaamheden in of voor de bedrijven van
landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij of
veenderij2°. werkzaamheden buiten fabrieken en
werkplaatsen in of voor het bedryf van hem, bij
wien degene, die ze verricht, inwoont, voor zoover
die werkzaamheden ook buiten eenig bedryf in
een huishouding of stalling plegen voor te komen.
Onder de woorden „fabrieken en werkplaatsen"
wordt verstaan alle zoowel open als besloten
ruimten, waar in of voor eenig bedryf pleegt ge
werkt te worden aan het vervaardigen, veranderen,
herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze
tot verkoop of gebruik geschikt maken van voor
worpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf
voorwerpen of stoffen een daartoe strekkende
bewerking plegen te ondergaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burg.
17 Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter kenuie yan belai ghebbenden, dat do gelegenheid
voor het doen inschrijven van leerlingen voor de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes zal worden open
gesteld op Dinsdag 32 Augustus e. b., des
nam.ddags van t w e o tot drie nren, en dat het
tweede toelatingsexamen, boooveDS de
herexamens, zullen a&nvaDgon op Zaterdag
3.September, des morgens te negen uren,
allo ia het schoolgebouw aan de Garonmarkt.
Burgomeeator en Wethouders voornoemd,
LeideD, H. O. JUTA, Wotb„ lo.-Burg.
1! Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeeno kennis, dat door PETRUS PIU8 DE
JONG, alhier woonachtig, een verzoekschrift ie inge
diend om vergunning voor des kle.nhandel in
•terkon drank, in het perceel Hoogewoerd No. 16*.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Leiden, B. 0. JUTA, Wetb., lo.-Burg.
17 Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris.
Nadat ons vorig nommer reeds ter perse
was gegaan, is by den waarn. burgemeester
alhier, met in acht neming der voorschriften
van de Kieswet, nog als vyfde candidaat voor
het lidmaatschap van den gemeenteraad op
gegeven de heer N. Stadhouder.
De sergeant-stuurman J. Van Westen-
brugge, thans dienende aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam, wordt den lsten
September a. s. gedetacheerd by de Kweek
school voor Zeevaart alhier.
Diploma A voor de zuivere toepassing
van het correspondentieschrift en vertrouwd
heid met het systeem „Stolze-Wéry" is ver
strekt aan mej. A. J. Coert, te Leiden.
In de Synode der Ned.-Herv. Kerk kwam
gisteren aan de orde van behandeling een
schry ven van den beer Los, ouderling te Leiden,
omtrent de uitkeering uit de Weduwen- en
Weezenbeurs. Besloten werd te antwoorden,
dat door de Synode een reglement is vastge
steld, volgens hetwelk nagelaten betrekkingen
van predikanten kunnen gesteund worden.
De heer M. De Vries, onderwyzer aan
de Cbristelyke School te Woerden, is in die
betrekking te Zwammerdam benoemd.
Onze landgenoot de heer P. J. Van oer
Keilen, die in 1883 met wyien den heer D.
D. Veth naar Zuid-West-Afrika vertrok, en
daar nog steeds verbiyf houdt, heeft een
opdracht ontvangen van de „Companhia de
Mossamedes", om een expeditie te leiden.
De „Companhia de Mossamedes", waarvan
de zetel te Parys gevestigd is, heeft een
groote concessie van grondgebied van de
Portugeesche Regeering in het Zuiden van
Angola.
De expeditie, die uitgerust is met ossen
wagens en paarden* begint van Mossamedes
af tot aan de Zambesi rivier, zal een jaar
duren en zich ook wyden aan het onderzoek
van mineralen, producten voor den handel, enz.
Een Duitsch botanicus, dr. Baum, van Beriyn,
neemt aan de expeoitie deel, voornamelyk
met het oog op het onderzoek van nuttige
planten voor industrie en handel.
De enorme rykdom aan caoutchouc dier
streken is bekend.
De heer E. C. Van der Keilen, die ook
reeds eenige jaren aan de „Companhia de
Mossamedes" verbonden is, zal gedurende de
expeditie het medeto^zicht op de overige
factoryen der Companhia blyven houden.
Burg. en Weths. van Zaandam hebben
aan den gemeenteraad voorgesteld een belas
ting te beffen op het in gebruik hebben van
tonnen voor faecaliën.
De belasting wordt voorgesteld op 1 per
ton en pir jaar. B. en We. rekenen, dat do
opbrengst jaarlyks 4500 zal bedragen.
Het „Gemeenteblad" van Amsterdam
bevat thans een voordracht van den burge
meester, als boofd der politie, tot oprichting
van een brigade bereden politie. Deze voor
dracht wordt nader aldus toegelicht:
„De aanzieniyke uitbreiding der gemeente
in grondgebied en bebouwing vordert meer
politie toezicht dan waarop aanvankeiyk kon
gerekend worden. Daarom ie overwogen, op
welke wyze met do geringste kosten in het
ontbrèkende toezicht zou kunnen worden voor
zien, en hierby bleek, dat, zal do bewaking
ook der buitenwyken alleen door agenten te
voet voldoen aan biliyke eischen, het politie
corps met 28 agenten behoort te worden ver
sterkt. Dit zou der gemeente op een uitgaaf
van minstens 27,632.63 per jaar komen
te staan.
Op de begrooting voor 1900 der gemeente
Amsterdam komt onder het hoofd „politie"
een post voor bereden politie voor. De kosten
zyn 11,380, waaronder huur van 12 paarden
9360, aanschaffen van harnachementen
ƒ1080, id. stalbenoo:igdheden 200, kleeding
240, onvoorzien 500.
Na afloop van de Transvaal-vergadering,
verleden week te Rotterdam gehouden, is aan
dr. W. J. Leyds, gezant der Z.-A. Republiek
te Brussel, van die vergadering en de moties,
daar aangenomen, kennis gegeven. Het lid
van de regelingscommissie, dat zich daarmede
belast had, ODtving daarop van den gezant
het volgendo antwoord:
„Namens de Regeering van de Zuid-Afri-
kaanscbo Republiek heb ik de eer u dank te
betuigen voor de toezending van de aange-
Lomen moties, met verzoek Haren dank ook
•ver te brengen aan de Regelings-Commissie
voor de vergadering en voor haar vriendschap
peiyk optreden ten behoeve van de belangen
der Z.-A. Republiek."
In Rennes heeft de correspondent der
#N. R. Ct." oen historisch stuk gevonden uit
ons land, dat vroeger deel uitmaakte van het
beroemde kabinet van den Stadhouder Willem
V. Het stolt volgens de oude beschavingen
voor: „De Trouw van den Cheurvorst van
Brandenburgh met de Princess, dogter van
Frederik Hendrik, Prince van Orange op de
Groote Zaal van het Oude Hof in 's-Graven-
hage, met een menigte van aaüzieniyke
Personagien, alle na het loven, of na derzel-
▼er pourtraiten geschildert extra fraay en
zeer natuurlyk en uitvoerig door A. My tone;
op paneel hoog 1 voet 101/» duym, breed 2
voet 4 duyms".
Deze huwelyksplechtigheid vond plaats don
7den December 1646 in het tegenwoordige
Koninklyke Paleis in het NoordeinJe te
'e-Gravenhage.
Toon in 1795 de Franachen een einde
maakten aan het bestaan der Republiek der
Yereenigde Provinciën, confiskeerden zy ook
het schilderyenkabinet van den haar Enge
land uitgeweken Stadhouder en brachten het
met de overige in alle deelen van Europa
buitgemaakte kunstschatten in het Louvre te
Parys. Wel is waar werden in 1815, na den
slag van Waterloo, alle daartoe behoord heb
bende schilderyen, die men kon machtig wor
den, terug verkregen, doch een zeker aantal
der buitgemaakte kunstwerken was over pro
vinciale musea verdeeld en bleef aldus buiten
het bereik der troepen van de verbonden
mogendheden. Zoo kwam de bruilo't van den
grooten Keurvorst in het Museum te Rennes,
waar het stuk zich nog bevindt.
Het stoomschip „Admiral", van Oost-
Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok
15 Aug. van Port-Said;-de „Oriel" (Holland-
Amerika-iyn), van Rotterdam naar Newport-
News, is 16 Aug. Prawlepoint gepasseerdde
„Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost-Afrika, arriveerde 16 Aug. te Napels;
de „Koningin Wilhelmina", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 17 Aug. Kaap del Armi;
de „PriGS Hendrik," van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 17 Aug. van Genua; de
„Cluden," (Holl.-Amerika-iyn) vertrok 17 Aug.
van Amsterdam naar Nieuw-Yorkde „Soonda,"
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17
Aug. te Suez; de „Werkendam," vertrok 17
Aug. van Amsterdam naar Nieuw York.
Zegwaard. Op de alhier gehouden paarden
markt werden aangevoerd 345 paarden of
hitten en 29 veulens; de pryzen varieerden
voor luxe-paarden van 300 tot 450, voor
werkpaarden van ƒ100 tot 180, veulens van
50 tot 150. De handel was tamelyk.
Vit de „Staatscourant."
Kon. besluite d. Benoemd tot griffier bij het
kantongerecht te Emmen rar. C. Q. W. L. C. graaf
Van der Duyn, thans griffier bij het kantongerecht
te Briolle;
tot rechter in de arrondissements rechtbank te
Haai lem mr. C. G. Von Reeken, thans comnutj clief
ter provinciale griffie van Noord Holland, rechter-
plaat8vervanger in gemelde rechtbank, advocaat en
procureur te Haarlem;
tot lcantonrech'er te Gorkum, mr. Th. Tbooft,
thaos kantonrechter to Harderwijk.
Eervol ontslag verleend: :ian mr. J. Konirg, op
verzoek, met ingang van 1 September, nit s ine
betrekking van president dera rondisseraents-recht-
bank te Heerenveen
Op non-activiteit gesteld: do officier van admini
stratie der 2de klasse J. R. J. De Raadt, uit Oost-
Indië in Nederland teruggekeerd.
Gemeenteraad van Noordwyk.
Voorzitter: Jhr. mr. J. H. J. Qnarles van Ufford,
burgemeester.
Tegenwoordig: alle leden.
Geen notulen en geen ingekomen stokken. Tot
onderwijzer aan de openbare school teNoordwijk-
aan-Zeo wordt met algemeene stemmen benoemd
de beer T J. Herweyer, van Goudswaard, No. 1
der voordracht; datum van in-fnnctie trediDg 1
September.
Bij punt IIIBestek, enz. der voorgenomen
rioleeringsworken, geeft de beer C. AJkemade in
overweging, bet geheel 2860 M. met 11 cemen
ten ringen en 8 kruinen in twee perceelen
aan te besteden en de levering met een week te
verlengen, dus 7 weken in plaats van 6 na de
gunning. Do Voorzitter meent, dat de perceelen
dan resp. kunnen zijn 1500 en 1360 M. Aldus ge
wijzigd wordt het concept zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Hiermede was het officiëele gedeelte der agenda
afgehandeld, maar alvorens tot de herdenking van
een merkwaardigen feestdag voor een geacht
gemeente-ambtenaar over te gaan, richtte de
Voorzitter een afscheidswoord tot den boer J.
Hoogeveen, die, na 12 jaren als Raadslid tot den
bloei der gemeente te hebben meegewerkt, zijn
mandaat heeft nedergelegd. De beste wenschen
van den Raad vergezellen don heer H. in zijn
vorder particulier leven.
Alsnu werd de gemeentebode C. Soeteman, die
voor eenigo oogonblikken zijn gewono taak bij
de Raadszittingen aan andere handon had over
gedragen, de vergadering binnengenoodigd. Don
feestvierenden jubilaris toesprekende, horinnerdo
de Voorzitter even aan diens Woensdag gevierden
75sten verjaardag, maar herdacht, onder gelnk-
wenschen van zicbzelven en namens den Raad,
meer in bet bijzonder den dag, 17 Augustus-1859,
waarop S. als veldwachter in dienst der gemeente
trad. En waarlijk, een actieve dienst is het, want
naast de functiön van gemeentebode neemt de
jubilaris ook dié van niarkt-on havenmeester waar,
de laatsto inderdaad geen sinecure. Als oen blyk
van hulde voor den ijver, de nauwgezetheid en do
trouwe plichtsbetrachting, den jongeren tot voor
beeld, bood de Voorzitter hem namens den Raad
een gouden remontoir-horloge met inscriptie aan.
De heer Soeteman dankte met bewogen stem voor
dit blijk van waardeoring voor do diensten, die
immers steeds beloond waren geworden, en bracht
nog eens in dankbare herinnering, hoe de Raad
hem reeds bij vorige feestelijke gedenkdagen blijken
van toegenegenheid gegeven had. Het applaus van
de Raadsleden en het publiek, talrijker dan anders,
onderstreepte de woorden vanVoorzitter en jubilaris.
En hiormede was de openbare vergadering ge
ëindigd.
PALEIS VOOR
Augustas van 00
gaande io 3-pCte.
483 487 534 660
1140 1141 1199
1899 1979 2012
2648 2668 2746
3192 3270 1:346
4141 4293 4349
4012 4964 4979.
VOLK8VLIJT. Uiiloling op 16
Obligation Uitgesteldo Scbuld over-
Werkelijko 8ehuld:
57G 577 793 803 822 908 912 949
1284 1355 1736 1794 1828 1877
2136 2172 2210 2307 2500 2C35
2852 2913 2973 29S0 2998 3116
3453 3524 3597 3788 39UG 4030
4371 4381 4596 4056 4704 4863
2)
Zyn Gascogniache fierheid had geen enkele
klacht geuit, ofschoon zijn bezorgd voorkomen
eomtyds aanleiding gaf om te gelooven,
dat h|] neerslachtiger was dan hy wilde
schijnen. Zoolang de staat van zijn vermogen
hem veroorloofd had er een dozijn honden
van allerlei ras op na te houdeD, had hij den
tijd doorgebracht met het jagen op eekhoorn
tjes en hazen ia de dennenbosschen; nu deze
arme dieren van vermoeienis en honger waren
omgbkomen, besteedde hy zijn dagen met
schieten op patrijzen en strandvogels. Wanneer
hy somber en zwijgend in don toren terug
keerde, durfde niemand hem ondervragen of
hem opmerkingen toevoegen. Alleen Marcus
Fitou, de koeherder, de opzichter, het facto
tum dor familie, had eens den moed gehad
hem het gevaar voor te houden, het zoo be-
dreigde kasteel te blijven bewonen; maar
Hector had hem met verheven majesteit ge
antwoord „Ik zal er over denken, Marcus."
En de dingen waren in denzelfden toestand
gebleven.
Jean De Castilhac, de jongste, die zich
Wegens zijn afhankelijke betrekking tot den
dienstwillige van zijn broeder had gemaakt,
paste wel op, eenige vrees aan den dag te
leggen, wanneer mynheer De Castilhac gezegd
had, dat hy er over donken zou. De gerust
heid van Hector nog overdrijvende, vertoonde
hy een uiterste zorgeloosheid, somtijds zelfs
een onbehoorlijke vroolijkheid. Gewoonlyk
hield bij zich onledig met in de zoute vijvers
-van den omtrek te visschen, en de opbrengst
van zijn vischvangst, gevoegd by het wild
van den oudsteD broeder, maakten de voor
naamste hulpbronnen voor de keuken van het
kasteel uit, waar de disch, zonder dat, vaak
zeer mager voorzien zou geweest zijn.
Wat Valérie De Castilhac betreft, zij was
een goed en eenvoudig meisje, dat zich, wat
de zorg voor baar veiligheid aanging, geheel
en al op Hector en Jean, haar natuurlijke
beschermers, verliet. Met een opmerkelijke
schoonheid begaafd, bracht zy in dien ouden
toren haar jeugd ten offer, zonder dit schijn
baar te vermoeden. Nu de dienstboden
ben verlaten hadden, bediende zijzelve haar
broeders en voorzag in hun behoeften. Altijd
alleen, gedurende zoo lange, lange uren,
kende zij geen andere afleiding dan een dozyn
boeken te lezen, die de geheels bibliotheek
van bet kasteel uitmaakten, want Valério
De Castilhac had eenige jaren in een klooster
te Bordeaux doorgebracht; zij kon lezen en
zelfs schrijven, hetgeen haar tot een wonder
van geleerdheid maakte in de oogen van baar
broeders, die in allo dingen, behalve in hun
adellijke geslachtslijst, van de hoogste
onwetendheid waren.
Zooals w(j gezegd hebben, werd do nood
zakelijkheid om een besluit te nemen, of,
volgens de uitdrukking van Hector, ,er over
te denken," uiterst dringend. Op zekeren
dag dus werd er na afloop van het avondeten
een soort van familieraad gehouden. De
beraadslagendo partijen waren vereeuigd in
een overwelfde zaal, van een naargeestig
voorkomen en waarvan de muren ternauwer
nood nog eenige sporen van behangsel ver
toonden, dat door de wormen een het vocht
verteerd was. De twee broeders en hun zuster
waren op eenvoudige houten bankjes gezeten,
rondom een stevige tafel, waarop men, bi)
het schijnsel van een harsvlam, nog de over
blijfselen van een karigen maaltijd zag.
Het voorzitterschap behoorde rechtens aan
Hector De Castilhac, een laug jongmensch
van achten-twintigjarigen leeftijd, mager en
schraal, met een fier opgedraaiden snorre-
baard, een soort van Gascognischen Don
Quichotte, wiens hoekig gezicht op dit oogen-
blik een hooghartige droefgeestigheid uit
drukte. H|j was in een versleten jachtgewaad
gokleed, waarop de ouderwetache zilveren
biezen sedert veel jaren een rossige tint
hadden aangenomen; by steunde op een
zwaren, ellenlangen degen. Aan zijn rochter-
zijde was Jean gezeten, die de houding en
de gelaatsuitdrukking van zijn broeder trachtte
□a te booteen; maar dewijl hij van nature
niet de hooghartigheid en het indrukwekkend
voorkomen van zijn ouderen broeder bezat,
slaagde h|j er slechts in een bespottelijk
figuur te maken. Hy was grof, forsch gebouwd,
met steile haren en een langen onverzorgden
baard; zijn kleedy bestond in een grye gewaad
van ruwe stof, dat evenwel door eon soort van
wit vest, een bewys van de voortdurende
oplettendheid zyner zuster, eenigszine ver
fraaid werd. Het geheel vertoonde het voor
komen van een buitenman, maar de aan
matigende manieren van heer Jean, en het
rapier, dat hem, volgens het zeggen van
spotvogels, dag noch nacht verliet, getuigden
hoezeer hy zyn waardigheid als edelman
gevoelde.
Aan het uiteinde der tafel, een weinig in
de schaduw, had mejonkvrouw Valério De
Castilhac - steeds gereed tot opstaan, ten einde
de wenschen barer broeders te voorkomen
bescheiden haar plaats gekozen. Zy was op
dit tydstip negentien jaar oud, groot, blond
en slank; haar zwarte oogen schitterden met
een buitengewonen glans, welke door de
bleekheid, veroorzaakt door haar langdurig
verbiyf in dezen kouden en vochtigen toren,
nog verhoogd werd. Zy droeg een zyden
kleed, uit oude, ia de familie bewaarde stoffen
vervaardigd, en een klein kanten mutsje,
eigen handwerk. Toch had haar geheele per
soon een aristocratisch karakter, en ondanks
den trek van goedhartigheid, die op haar
gelaat lag ingedrukt, zag men, dat dit schoons
meisje zich haar twintig geslachten van
voorouders bewust was.
De laatste der aanwezigen, doch luiten den
familiekring, in een hoek der zaal zittende,
was Marcus Pitou, die op een ouden koffer
met veel drukte een stuk roggebrood opat,
dat hy met eenige sardines kruidde. De
huisknecht van de familie De Castilhac, wiens
getrouwheid de proef doorstaan had, had het
zestigste levensjaar reeds overschreden; zyn
baard, dun en onregelmatig als die der me iste
boeren in de Landes, was sneeuwwit. Hy droeg
de kleedy, welke nog thans onder de herders
van die landstreek in gebruik is: een soort
jas van schaapsvel en lange slobkousen van
dezelfde stof, die aan do boenen, ter plaatse,
waar de stelten worden vastgemaakt, ver
sleten waren. Maar. hetgeen hem vooral onder-
scheidde, was een spotziek, doch zwijgend
karakter, dat zich uitte door gebaren en som-
tyds door krachtige uitvallen; dezr laatste
waren eebtor zeldzaam. De brave man zorgde
er evenwel voor, dat zyn tegenworpingeu
nooit een zekere grens overschreden, ten
einde eommiger prikkelbare eigenliefde niet to
kwetsen, en zyn volkomen toewyding was
een gemakkelyke verontschuldiging voor de
afwijkingen van zyn humeur.
De kleine vergadering wacbtto in stilto,
tot Hoctor Do Caetilbac do boraadslaging
inleidde. Do openingerede was eenvoudig on
droevig, gelijk de omstandigheden zulks ver-
eischten.
„Mynheer myn broeder, en gy, mejuffrouw
myn zuster," begon Hector plechtig, „ik heb
u wenschen to raadplegen over een voor
allen zeer gewichtige aangelegenheid. Het
slot Castilhac wordt mot een nabyztjnden
ondergang bedreigd; het zand zal het ver
zwelgen, evenals het reeds n>yu land-ryen,
myn bosschen en de woningon van myn
onderhoorigen verzwolgen heeft.
(Wordt vervolgd4