Nieuwe Voorstellingen N°. 11212 Zaterdag 19 Augustus. A*. 1899 feze gourant wordt dagelijks, met aitzoadering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Yau af heden Mutoscopen. Leiden, 18 Augustus. Feuilleton. In het duin bedolven. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DI3IER GOUBAMT» Voor Leiden per 8 maanden. 110. Franco per post L40. Afzonderiyke Nommers 0.05. PHUS DER ADVEBTENTIËRt Van 1—0 regels t 105. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren huilen fa sloA wordt f 0.06 berekend. IN DE 1. Keizer Wilhelm II en de Keizerin op ■weg naar de Voorjaarsparade op het Tempel- hoferveld. 2. Keizer Wilhelm II terugkeerende van het Paradeveld te Berlijn aan het hoofd van het Garderegiment No. 4. 3. Een kinderfeestje op het eiland Marken. 4. Wat een zegen, zoo'n drietal l 5. Huwelijk van Lord Crewe en Lady Pegg Primrose (dochter van Lord Rosebery). 6. Molen aan de Zaan. 7. Alarm in het Kamp. 8. Nipolitaansche dans ia het Forum U Rome. Dagelijks te bezichtigen in onze Vestibule. Tyf cents per stak. By iederen penning, die voor de bezichti ging der Mutoscopen wordt gekocht, zal den kooper gratis worden verstrekt een LOT. Deze genummerde loten geven kans op de trekking der navolgende pryzen: lste prys ƒ100, indien op het Nummer van het Lot in de 861ste Staatslotery de Hoofdprys van 100,000 ▼alt. 2de prys ƒ30, Indien op het Nummer van het Lot in de 86l6te Staatslotery de prys van 50,000 valt. 3cle prys ƒ20, indien op het Nummer van het Lot in de 861ste Staatslotery de Premie van 30,009 ▼alt. Zooveel penningen men koopt,-zooveel loten optvangt men. v Hoo meer Mutoscopen^men dus bezichtigt, des te meer kansen heeft men om een prys te. trekken. Offioiëele Kennisgevingen. Kamers van Arbeid. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Brengen ter algemeene kennis, dat de her stemming voor de verkiezing van 1 lid-patroon voor de Kamer van Arbeid voor de Textielnijver heid zal plaats hebben op Vrijdag 25 Augustus 1899. Het stembureau zal zitting houden op hel Raad huis (Kamer van Burgemeester en Wethouders) van des voormiddags 8 tot des namiddags 3 uren. Voorts vestigen zij de aandacht van belang hebbenden op den inhoud van de artikelen 17 en 18 van de Wet op de Kamers van Arbeid, lui dende als volgt: Artikel 17. Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of een onderneming, waarin personen, die op een kiezerslijst voor een Kamer van Arbeid zijn ge plaatst, arbeid verrichten in fabrieken en werk plaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van dezen gedurende ten minste twee achtereenvol gende uren van den voor de stemming, bepaalden tyd gelegenheid vinde om mede te wérken tot de keuze, waartoe hij bevoegd is. Artikel 18. Het hoofd of de bestuurder, in het voorgaande artikel bedoeld, is verplicht te zorgen, dat in zijne fabriek of werkplaats, op een plaats, waar arbeid wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór en tijdens de tot stemming bepaalde uren, op een zichtbare wijze is opgehangen een door hem onderteekende lijst, de uren, in het voorgaande artikel bedoeld, vermeldende voor elk afzonderlijk, of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk. Onder het woord .arbeid", waarvan in deze beide artikelen sprake is, wordt verstaan alle werkzaamheden in of voor eenig bedrijf, behalve: 1°. werkzaamheden in of voor de bedrijven van landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij of veenderij2°. werkzaamheden buiten fabrieken en werkplaatsen in of voor het bedryf van hem, bij wien degene, die ze verricht, inwoont, voor zoover die werkzaamheden ook buiten eenig bedryf in een huishouding of stalling plegen voor te komen. Onder de woorden „fabrieken en werkplaatsen" wordt verstaan alle zoowel open als besloten ruimten, waar in of voor eenig bedryf pleegt ge werkt te worden aan het vervaardigen, veranderen, herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze tot verkoop of gebruik geschikt maken van voor worpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf voorwerpen of stoffen een daartoe strekkende bewerking plegen te ondergaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burg. 17 Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kenuie yan belai ghebbenden, dat do gelegenheid voor het doen inschrijven van leerlingen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes zal worden open gesteld op Dinsdag 32 Augustus e. b., des nam.ddags van t w e o tot drie nren, en dat het tweede toelatingsexamen, boooveDS de herexamens, zullen a&nvaDgon op Zaterdag 3.September, des morgens te negen uren, allo ia het schoolgebouw aan de Garonmarkt. Burgomeeator en Wethouders voornoemd, LeideD, H. O. JUTA, Wotb„ lo.-Burg. 1! Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeeno kennis, dat door PETRUS PIU8 DE JONG, alhier woonachtig, een verzoekschrift ie inge diend om vergunning voor des kle.nhandel in •terkon drank, in het perceel Hoogewoerd No. 16*. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Leiden, B. 0. JUTA, Wetb., lo.-Burg. 17 Aug. 1899. VAN HEYST, Secretaris. Nadat ons vorig nommer reeds ter perse was gegaan, is by den waarn. burgemeester alhier, met in acht neming der voorschriften van de Kieswet, nog als vyfde candidaat voor het lidmaatschap van den gemeenteraad op gegeven de heer N. Stadhouder. De sergeant-stuurman J. Van Westen- brugge, thans dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, wordt den lsten September a. s. gedetacheerd by de Kweek school voor Zeevaart alhier. Diploma A voor de zuivere toepassing van het correspondentieschrift en vertrouwd heid met het systeem „Stolze-Wéry" is ver strekt aan mej. A. J. Coert, te Leiden. In de Synode der Ned.-Herv. Kerk kwam gisteren aan de orde van behandeling een schry ven van den beer Los, ouderling te Leiden, omtrent de uitkeering uit de Weduwen- en Weezenbeurs. Besloten werd te antwoorden, dat door de Synode een reglement is vastge steld, volgens hetwelk nagelaten betrekkingen van predikanten kunnen gesteund worden. De heer M. De Vries, onderwyzer aan de Cbristelyke School te Woerden, is in die betrekking te Zwammerdam benoemd. Onze landgenoot de heer P. J. Van oer Keilen, die in 1883 met wyien den heer D. D. Veth naar Zuid-West-Afrika vertrok, en daar nog steeds verbiyf houdt, heeft een opdracht ontvangen van de „Companhia de Mossamedes", om een expeditie te leiden. De „Companhia de Mossamedes", waarvan de zetel te Parys gevestigd is, heeft een groote concessie van grondgebied van de Portugeesche Regeering in het Zuiden van Angola. De expeditie, die uitgerust is met ossen wagens en paarden* begint van Mossamedes af tot aan de Zambesi rivier, zal een jaar duren en zich ook wyden aan het onderzoek van mineralen, producten voor den handel, enz. Een Duitsch botanicus, dr. Baum, van Beriyn, neemt aan de expeoitie deel, voornamelyk met het oog op het onderzoek van nuttige planten voor industrie en handel. De enorme rykdom aan caoutchouc dier streken is bekend. De heer E. C. Van der Keilen, die ook reeds eenige jaren aan de „Companhia de Mossamedes" verbonden is, zal gedurende de expeditie het medeto^zicht op de overige factoryen der Companhia blyven houden. Burg. en Weths. van Zaandam hebben aan den gemeenteraad voorgesteld een belas ting te beffen op het in gebruik hebben van tonnen voor faecaliën. De belasting wordt voorgesteld op 1 per ton en pir jaar. B. en We. rekenen, dat do opbrengst jaarlyks 4500 zal bedragen. Het „Gemeenteblad" van Amsterdam bevat thans een voordracht van den burge meester, als boofd der politie, tot oprichting van een brigade bereden politie. Deze voor dracht wordt nader aldus toegelicht: „De aanzieniyke uitbreiding der gemeente in grondgebied en bebouwing vordert meer politie toezicht dan waarop aanvankeiyk kon gerekend worden. Daarom ie overwogen, op welke wyze met do geringste kosten in het ontbrèkende toezicht zou kunnen worden voor zien, en hierby bleek, dat, zal do bewaking ook der buitenwyken alleen door agenten te voet voldoen aan biliyke eischen, het politie corps met 28 agenten behoort te worden ver sterkt. Dit zou der gemeente op een uitgaaf van minstens 27,632.63 per jaar komen te staan. Op de begrooting voor 1900 der gemeente Amsterdam komt onder het hoofd „politie" een post voor bereden politie voor. De kosten zyn 11,380, waaronder huur van 12 paarden 9360, aanschaffen van harnachementen ƒ1080, id. stalbenoo:igdheden 200, kleeding 240, onvoorzien 500. Na afloop van de Transvaal-vergadering, verleden week te Rotterdam gehouden, is aan dr. W. J. Leyds, gezant der Z.-A. Republiek te Brussel, van die vergadering en de moties, daar aangenomen, kennis gegeven. Het lid van de regelingscommissie, dat zich daarmede belast had, ODtving daarop van den gezant het volgendo antwoord: „Namens de Regeering van de Zuid-Afri- kaanscbo Republiek heb ik de eer u dank te betuigen voor de toezending van de aange- Lomen moties, met verzoek Haren dank ook •ver te brengen aan de Regelings-Commissie voor de vergadering en voor haar vriendschap peiyk optreden ten behoeve van de belangen der Z.-A. Republiek." In Rennes heeft de correspondent der #N. R. Ct." oen historisch stuk gevonden uit ons land, dat vroeger deel uitmaakte van het beroemde kabinet van den Stadhouder Willem V. Het stolt volgens de oude beschavingen voor: „De Trouw van den Cheurvorst van Brandenburgh met de Princess, dogter van Frederik Hendrik, Prince van Orange op de Groote Zaal van het Oude Hof in 's-Graven- hage, met een menigte van aaüzieniyke Personagien, alle na het loven, of na derzel- ▼er pourtraiten geschildert extra fraay en zeer natuurlyk en uitvoerig door A. My tone; op paneel hoog 1 voet 101/» duym, breed 2 voet 4 duyms". Deze huwelyksplechtigheid vond plaats don 7den December 1646 in het tegenwoordige Koninklyke Paleis in het NoordeinJe te 'e-Gravenhage. Toon in 1795 de Franachen een einde maakten aan het bestaan der Republiek der Yereenigde Provinciën, confiskeerden zy ook het schilderyenkabinet van den haar Enge land uitgeweken Stadhouder en brachten het met de overige in alle deelen van Europa buitgemaakte kunstschatten in het Louvre te Parys. Wel is waar werden in 1815, na den slag van Waterloo, alle daartoe behoord heb bende schilderyen, die men kon machtig wor den, terug verkregen, doch een zeker aantal der buitgemaakte kunstwerken was over pro vinciale musea verdeeld en bleef aldus buiten het bereik der troepen van de verbonden mogendheden. Zoo kwam de bruilo't van den grooten Keurvorst in het Museum te Rennes, waar het stuk zich nog bevindt. Het stoomschip „Admiral", van Oost- Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 15 Aug. van Port-Said;-de „Oriel" (Holland- Amerika-iyn), van Rotterdam naar Newport- News, is 16 Aug. Prawlepoint gepasseerdde „Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 16 Aug. te Napels; de „Koningin Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 Aug. Kaap del Armi; de „PriGS Hendrik," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 17 Aug. van Genua; de „Cluden," (Holl.-Amerika-iyn) vertrok 17 Aug. van Amsterdam naar Nieuw-Yorkde „Soonda," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 Aug. te Suez; de „Werkendam," vertrok 17 Aug. van Amsterdam naar Nieuw York. Zegwaard. Op de alhier gehouden paarden markt werden aangevoerd 345 paarden of hitten en 29 veulens; de pryzen varieerden voor luxe-paarden van 300 tot 450, voor werkpaarden van ƒ100 tot 180, veulens van 50 tot 150. De handel was tamelyk. Vit de „Staatscourant." Kon. besluite d. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Emmen rar. C. Q. W. L. C. graaf Van der Duyn, thans griffier bij het kantongerecht te Briolle; tot rechter in de arrondissements rechtbank te Haai lem mr. C. G. Von Reeken, thans comnutj clief ter provinciale griffie van Noord Holland, rechter- plaat8vervanger in gemelde rechtbank, advocaat en procureur te Haarlem; tot lcantonrech'er te Gorkum, mr. Th. Tbooft, thaos kantonrechter to Harderwijk. Eervol ontslag verleend: :ian mr. J. Konirg, op verzoek, met ingang van 1 September, nit s ine betrekking van president dera rondisseraents-recht- bank te Heerenveen Op non-activiteit gesteld: do officier van admini stratie der 2de klasse J. R. J. De Raadt, uit Oost- Indië in Nederland teruggekeerd. Gemeenteraad van Noordwyk. Voorzitter: Jhr. mr. J. H. J. Qnarles van Ufford, burgemeester. Tegenwoordig: alle leden. Geen notulen en geen ingekomen stokken. Tot onderwijzer aan de openbare school teNoordwijk- aan-Zeo wordt met algemeene stemmen benoemd de beer T J. Herweyer, van Goudswaard, No. 1 der voordracht; datum van in-fnnctie trediDg 1 September. Bij punt IIIBestek, enz. der voorgenomen rioleeringsworken, geeft de beer C. AJkemade in overweging, bet geheel 2860 M. met 11 cemen ten ringen en 8 kruinen in twee perceelen aan te besteden en de levering met een week te verlengen, dus 7 weken in plaats van 6 na de gunning. Do Voorzitter meent, dat de perceelen dan resp. kunnen zijn 1500 en 1360 M. Aldus ge wijzigd wordt het concept zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. Hiermede was het officiëele gedeelte der agenda afgehandeld, maar alvorens tot de herdenking van een merkwaardigen feestdag voor een geacht gemeente-ambtenaar over te gaan, richtte de Voorzitter een afscheidswoord tot den boer J. Hoogeveen, die, na 12 jaren als Raadslid tot den bloei der gemeente te hebben meegewerkt, zijn mandaat heeft nedergelegd. De beste wenschen van den Raad vergezellen don heer H. in zijn vorder particulier leven. Alsnu werd de gemeentebode C. Soeteman, die voor eenigo oogonblikken zijn gewono taak bij de Raadszittingen aan andere handon had over gedragen, de vergadering binnengenoodigd. Don feestvierenden jubilaris toesprekende, horinnerdo de Voorzitter even aan diens Woensdag gevierden 75sten verjaardag, maar herdacht, onder gelnk- wenschen van zicbzelven en namens den Raad, meer in bet bijzonder den dag, 17 Augustus-1859, waarop S. als veldwachter in dienst der gemeente trad. En waarlijk, een actieve dienst is het, want naast de functiön van gemeentebode neemt de jubilaris ook dié van niarkt-on havenmeester waar, de laatsto inderdaad geen sinecure. Als oen blyk van hulde voor den ijver, de nauwgezetheid en do trouwe plichtsbetrachting, den jongeren tot voor beeld, bood de Voorzitter hem namens den Raad een gouden remontoir-horloge met inscriptie aan. De heer Soeteman dankte met bewogen stem voor dit blijk van waardeoring voor do diensten, die immers steeds beloond waren geworden, en bracht nog eens in dankbare herinnering, hoe de Raad hem reeds bij vorige feestelijke gedenkdagen blijken van toegenegenheid gegeven had. Het applaus van de Raadsleden en het publiek, talrijker dan anders, onderstreepte de woorden vanVoorzitter en jubilaris. En hiormede was de openbare vergadering ge ëindigd. PALEIS VOOR Augustas van 00 gaande io 3-pCte. 483 487 534 660 1140 1141 1199 1899 1979 2012 2648 2668 2746 3192 3270 1:346 4141 4293 4349 4012 4964 4979. VOLK8VLIJT. Uiiloling op 16 Obligation Uitgesteldo Scbuld over- Werkelijko 8ehuld: 57G 577 793 803 822 908 912 949 1284 1355 1736 1794 1828 1877 2136 2172 2210 2307 2500 2C35 2852 2913 2973 29S0 2998 3116 3453 3524 3597 3788 39UG 4030 4371 4381 4596 4056 4704 4863 2) Zyn Gascogniache fierheid had geen enkele klacht geuit, ofschoon zijn bezorgd voorkomen eomtyds aanleiding gaf om te gelooven, dat h|] neerslachtiger was dan hy wilde schijnen. Zoolang de staat van zijn vermogen hem veroorloofd had er een dozijn honden van allerlei ras op na te houdeD, had hij den tijd doorgebracht met het jagen op eekhoorn tjes en hazen ia de dennenbosschen; nu deze arme dieren van vermoeienis en honger waren omgbkomen, besteedde hy zijn dagen met schieten op patrijzen en strandvogels. Wanneer hy somber en zwijgend in don toren terug keerde, durfde niemand hem ondervragen of hem opmerkingen toevoegen. Alleen Marcus Fitou, de koeherder, de opzichter, het facto tum dor familie, had eens den moed gehad hem het gevaar voor te houden, het zoo be- dreigde kasteel te blijven bewonen; maar Hector had hem met verheven majesteit ge antwoord „Ik zal er over denken, Marcus." En de dingen waren in denzelfden toestand gebleven. Jean De Castilhac, de jongste, die zich Wegens zijn afhankelijke betrekking tot den dienstwillige van zijn broeder had gemaakt, paste wel op, eenige vrees aan den dag te leggen, wanneer mynheer De Castilhac gezegd had, dat hy er over donken zou. De gerust heid van Hector nog overdrijvende, vertoonde hy een uiterste zorgeloosheid, somtijds zelfs een onbehoorlijke vroolijkheid. Gewoonlyk hield bij zich onledig met in de zoute vijvers -van den omtrek te visschen, en de opbrengst van zijn vischvangst, gevoegd by het wild van den oudsteD broeder, maakten de voor naamste hulpbronnen voor de keuken van het kasteel uit, waar de disch, zonder dat, vaak zeer mager voorzien zou geweest zijn. Wat Valérie De Castilhac betreft, zij was een goed en eenvoudig meisje, dat zich, wat de zorg voor baar veiligheid aanging, geheel en al op Hector en Jean, haar natuurlijke beschermers, verliet. Met een opmerkelijke schoonheid begaafd, bracht zy in dien ouden toren haar jeugd ten offer, zonder dit schijn baar te vermoeden. Nu de dienstboden ben verlaten hadden, bediende zijzelve haar broeders en voorzag in hun behoeften. Altijd alleen, gedurende zoo lange, lange uren, kende zij geen andere afleiding dan een dozyn boeken te lezen, die de geheels bibliotheek van bet kasteel uitmaakten, want Valério De Castilhac had eenige jaren in een klooster te Bordeaux doorgebracht; zij kon lezen en zelfs schrijven, hetgeen haar tot een wonder van geleerdheid maakte in de oogen van baar broeders, die in allo dingen, behalve in hun adellijke geslachtslijst, van de hoogste onwetendheid waren. Zooals w(j gezegd hebben, werd do nood zakelijkheid om een besluit te nemen, of, volgens de uitdrukking van Hector, ,er over te denken," uiterst dringend. Op zekeren dag dus werd er na afloop van het avondeten een soort van familieraad gehouden. De beraadslagendo partijen waren vereeuigd in een overwelfde zaal, van een naargeestig voorkomen en waarvan de muren ternauwer nood nog eenige sporen van behangsel ver toonden, dat door de wormen een het vocht verteerd was. De twee broeders en hun zuster waren op eenvoudige houten bankjes gezeten, rondom een stevige tafel, waarop men, bi) het schijnsel van een harsvlam, nog de over blijfselen van een karigen maaltijd zag. Het voorzitterschap behoorde rechtens aan Hector De Castilhac, een laug jongmensch van achten-twintigjarigen leeftijd, mager en schraal, met een fier opgedraaiden snorre- baard, een soort van Gascognischen Don Quichotte, wiens hoekig gezicht op dit oogen- blik een hooghartige droefgeestigheid uit drukte. H|j was in een versleten jachtgewaad gokleed, waarop de ouderwetache zilveren biezen sedert veel jaren een rossige tint hadden aangenomen; by steunde op een zwaren, ellenlangen degen. Aan zijn rochter- zijde was Jean gezeten, die de houding en de gelaatsuitdrukking van zijn broeder trachtte □a te booteen; maar dewijl hij van nature niet de hooghartigheid en het indrukwekkend voorkomen van zijn ouderen broeder bezat, slaagde h|j er slechts in een bespottelijk figuur te maken. Hy was grof, forsch gebouwd, met steile haren en een langen onverzorgden baard; zijn kleedy bestond in een grye gewaad van ruwe stof, dat evenwel door eon soort van wit vest, een bewys van de voortdurende oplettendheid zyner zuster, eenigszine ver fraaid werd. Het geheel vertoonde het voor komen van een buitenman, maar de aan matigende manieren van heer Jean, en het rapier, dat hem, volgens het zeggen van spotvogels, dag noch nacht verliet, getuigden hoezeer hy zyn waardigheid als edelman gevoelde. Aan het uiteinde der tafel, een weinig in de schaduw, had mejonkvrouw Valério De Castilhac - steeds gereed tot opstaan, ten einde de wenschen barer broeders te voorkomen bescheiden haar plaats gekozen. Zy was op dit tydstip negentien jaar oud, groot, blond en slank; haar zwarte oogen schitterden met een buitengewonen glans, welke door de bleekheid, veroorzaakt door haar langdurig verbiyf in dezen kouden en vochtigen toren, nog verhoogd werd. Zy droeg een zyden kleed, uit oude, ia de familie bewaarde stoffen vervaardigd, en een klein kanten mutsje, eigen handwerk. Toch had haar geheele per soon een aristocratisch karakter, en ondanks den trek van goedhartigheid, die op haar gelaat lag ingedrukt, zag men, dat dit schoons meisje zich haar twintig geslachten van voorouders bewust was. De laatste der aanwezigen, doch luiten den familiekring, in een hoek der zaal zittende, was Marcus Pitou, die op een ouden koffer met veel drukte een stuk roggebrood opat, dat hy met eenige sardines kruidde. De huisknecht van de familie De Castilhac, wiens getrouwheid de proef doorstaan had, had het zestigste levensjaar reeds overschreden; zyn baard, dun en onregelmatig als die der me iste boeren in de Landes, was sneeuwwit. Hy droeg de kleedy, welke nog thans onder de herders van die landstreek in gebruik is: een soort jas van schaapsvel en lange slobkousen van dezelfde stof, die aan do boenen, ter plaatse, waar de stelten worden vastgemaakt, ver sleten waren. Maar. hetgeen hem vooral onder- scheidde, was een spotziek, doch zwijgend karakter, dat zich uitte door gebaren en som- tyds door krachtige uitvallen; dezr laatste waren eebtor zeldzaam. De brave man zorgde er evenwel voor, dat zyn tegenworpingeu nooit een zekere grens overschreden, ten einde eommiger prikkelbare eigenliefde niet to kwetsen, en zyn volkomen toewyding was een gemakkelyke verontschuldiging voor de afwijkingen van zyn humeur. De kleine vergadering wacbtto in stilto, tot Hoctor Do Caetilbac do boraadslaging inleidde. Do openingerede was eenvoudig on droevig, gelijk de omstandigheden zulks ver- eischten. „Mynheer myn broeder, en gy, mejuffrouw myn zuster," begon Hector plechtig, „ik heb u wenschen to raadplegen over een voor allen zeer gewichtige aangelegenheid. Het slot Castilhac wordt mot een nabyztjnden ondergang bedreigd; het zand zal het ver zwelgen, evenals het reeds n>yu land-ryen, myn bosschen en de woningon van myn onderhoorigen verzwolgen heeft. (Wordt vervolgd4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1