FOULARD-ZIJDE 05 Cis.
Een werkman, De Schepper,
vader van zes kinderen, is gisternacht by een
vechtpartij te Koewacht In den buik gestoken.
Zjjn toestand is hopeloos. Da vermoedelijke
dader is aangehouden.
Zondag-avond werd in de Nieuwe
Sociëteit te Wormerveer aan een bruiloftspartij
op droevige wijze een ein le gemaakt, doordat,
toen het feestmaal nauwelijks een aanvang
had genomen, de vader der bruid plotseling
ineenzakte en den geest gaf.
Te Riqueval, kanton Catelet,
heeft een man van 31 jaar, Lefèvre, zyn
grootmoeder van 77 vermoord om haar te
bestelen.
In Lodz vonden door het in-
storten van een tronnenschacht twee mannen
den dood. De schacbt stortte in, toen de pomp
juist in beweging gesteld was.
Do groothertog van Baden laat
thans op zijn kosten ty een hofjuwelier in
Heidelberg een groote wijnbokaal vervaardigen.
Do bokaal zal in zilver gedreven en rijkelijk
versierd worden en is bestemd, op de Parijscbe
wereldtentoonstelling de Badenscbegoudsmeed-
kunst te vertegenwoordigen.
De opstand van de Yagui-Indialien
in Moxko neemt een ernstigen omvang aan.
lu den strijd tegen de wilden moeten ten
paar honderd soldaten gedool zijn. De goud
zoekers verkoeren in levensgevaar.
De prins en prinses van Napels
schijnen op den tocht, dien zy kort geleden
naar het Noorden van Scandinavië onderno
men hebben, tal van avonturen gebad te
höbben. De prinses een geboren prinses
van Montenegro is een groot liefhebster
van de jachfc en doolde niet minder dan
50 rendieren, waarvan zy de koppen mee
naar Italiö heeft genomen. Eens werd zy
bykans door een ysbeer aangevallen, doch
op het juiste oogenblik trof een gelnkkig
schot van een harer volgelingen den bec-r.
Op een eiland naby de kust ontmo.tten zy
osnige Noorscbe sportliefhebbers, cio allen
in hevige mate luiende waren aan scheur
buik. Door den dokter der prinses werd bun
de noodige hulp geboden.
Het Amerikaanscbe stoomschip
„Saturnus" is, naar men uit Manilla seiot, te
San-Fernando door de insurgenten genomen
en verbrand.
De Franscho bladen bevatten
kolommen over h.t spoorwegongeluk te
Juvisy, doch veel nieuwe byzonderheden wor
den er niet ia medegedeeld.
De storm woed Je reeds met volle kracht,
toen de trein 29bij P^rys verliet; by kon
dientengevolge slechts langzaam vooruit.
Onderweg werd by nog vertraagd door een
„train-omnibus", die tem vooraf ging, en
ook door den Btorm was opgehouden. Op
100 meter van het station Juvisy vond hy
de sjgnaalschyf gosloten; de „tram-omnibus"
vcrlirt alleen het station; de machinist stopte
om den gewonen afstand te herstellen.
Ongelukkig kwam, terwjjl by wachtte, trein
29, de gewono trein, hem achterop. De regen
en de wind beletten zeker het personeel van
dezen trein de signalen te zien en kort daarop
volgde do vrceseiyke botsing. De locomotief
stiet met kracht op den achtersten wagen
van trein 29bis; de waggons werden In elkaar
gedrukt en over elkaar geschoven; andere
werden van den weg af gesliDgerd.
Aan het station had men niets gehoord
den een zwaren slag, een ton icrslag meende
men, en daarom had men er verder geen
aandacht aan gowyd, totdat personen, die uit
den trein waren gesproDgeD, bericht van het
onheil trachten. Zoo spoocig mogeiyk werd
nu hulp verleend.
De ïyken eer gedooden, voor zoover zeni.t
dadeiyk konden herkend worden, zijn In een
zaal der Morgue te Parys tentoongesteld. Een
groote menigte ging naar het hartverscheu
rende schouwspel zi.n. Verscheidene lykcn
werden er herken
Uit een geheel in elkaar go'rukten waggon
haalde men een dame met een kinJ, die ge-
beol ongedeerd waren gebleven. De juiste
oorzaak van de ramp is nog niet bekend.
Men weet niet of het blok systeem heeft
geweigerd, waardoor het telescopeeren van
trein 29 door trein 29ii's zou kunnen ver
oorzaakt zijn.
Het gewei Jige on weder, gepaard mei zware
bliksemflitsen, kan niet zonder uitwerking op
het electrische toestel gell-.ken zy'n. De
machinist van den acht rsten trein zegt, dat
hy schier verblind was door de bliksemstralen
en zoo do signalen slechts met uitersto krachts
inspanning kon opnemen. Er zyn zeventien
dooien, zes en veertig zwaar gewonden, vyf
en dertig reizigers kon en, boswel ecnigszins
gekwetst, de reis dadelijk voortzetten.
Er zyn in do Kamer twe3 interpellaties
naar aanleiding ven de ramp aangekondigd.
KOLONIËN.
BATAVIA, 28 Juni—4 Juli.
Do firuna G. KolCT Co., te Batavia, vierJo
6 Juli ha r vijftigjarig bestaan.
Deze firma heeft een geacht verleden
achter zich. Sedert de 26 j r.D, dat w(j baar
kennen, hoo't zfj zich steeds uitgebrci.1 en is
zy, niettegenstaande de dikwijls zware con-
ccrrentia, tie zy te overwinnen had, de eerste
op het veli gelieven. Haar boekhandel ie
altyj do voornaamste geweest en gebleven,
do drokkery is zeker een der grootste on best
bediende van In ié, wat van haar p.rsen
komt munt uit coor degelyka en smaakvolle
uitvoering tevens. Vijftien jaar geladen begon
de firma toen onder de energieke leiiingvan
den heer Hooyer de uitgifte van het „Bat.
Kieuwsbl.", dat wyien de heer Dauna in korten
tyd tot bloei wist te brengen en onder
zyn tegenwoordlgen redacteur nar. De Laat
de Kanter de eenmaal verworven positie met
eere behoudt.
Wat yver, geestkracht «n kunde vermogen
ook in gedrukte tyden heeft de firma G.
Kolff Co., te Batavia, schitterend in hst
licht gesteld. (3. if.)
In den nacht van 4 op 5 Juli is de
plano- en orgelfat riek van den hser Biele te
Semarang tot c'en grond toe afgetrand.
AT JEU.
Naar aanleiding van de expeditie naar de
V Kota's schryft het „Handols'.lai":
„Er zal dan eindelijk een einde komen aan
onze aedert veel jaren aangenomen „slappe"
houding ten aanzien van de V Kota's, het
aan ons gebied ter Sumatra's Westkust gren
zende, tot dusver onafhankelijke landschap
tusschen de Kamper Kiri en de Kamper Kanau.
De maat is sinds lang vol: wy hebben tos
gelaten, in 1874 en '84, dat de hoofden onze
ambtenaren boonden; wy ho ben berust in
de vexatiën, waaraan van de zyde der V
Kota's onze onderdanen jaar in, jaar uit
blootstonden, met den onlangs gepleegden
moord op den heer Clifford Is de maat over-
geloopsn.
De expe.itis naar de V Kota's is den 5den
Augustus opgerukt en zal, naar wy vertrou
wen, zonder groot bezwaar, aan den ellen igen
toestand van voorheen voorgoed een einde
maken: niet door bestraffing, die veelal on-
schuldigen treft, en de verhouding in de too-
komst niet verbetert, maar door annexati?,
coor definitieve vestiging van onzen invloed.
Volgens het Koloniaal Verslag van 1876
en '78 is het landschap vry welvarend en
nogal goed bevolkt; men schatts het aantal
zielen op 6- a 10,000. Een gedeelte van den
bodem moet zeer rjjk zyn aan tin, maar van
een ontginning wordt weinig of geen werk
gemaakt.
Er is dus eenigs hoop, dat in de V Kota's
het „tweede Baogka" gevonden worct, hetwelk
de minister van koloniën onlangs, by de
behandeling der raynwet In de Tweede Kamer,
in het belang der Indische financiën wenschte.
Berichten over JEtijnland's boezem,
gedurende de weck van 30 Juli5 Augustus 1809.
Staal van den boazom te Leider.
Iiem te Oade-Weterisg
Werking der stoomgemalen
Waterloozing lange uataorljjken weg.
Waterinlatiug
Jlegrnval in inM.
30 Juli. 31 Juli. 1 Ang. 2 Ang. 3 Aug. 4 A or. 5 Aog.
C6 56 50 6J 69 60 61 cm.—A.P.
66 66 68 69 6) 61 63 om.A.P.
Spaarndam n., Halfweg v., Goods n.. Katwijk n.
öpearudam O., Halfweg n., Gouda 3èy3 u., Katwijk 17 n.
Door de elnis to Gonda 131 t/s °-
ÏNGEZONDEIV.
Geachte Redacteur I
ESn kleins plaatsruimte gevraagd in de
rubriek Ingezonden Stukken, o:n ae bevoegde
autoriteiten opmerkzaam te maken op de
verschrikkelijke geuren, die uit onze Leidschs
grachten opstygen.
Ia werkplaatsen, waar veel water benoodigd
is, is de lucht eenvoudig oniraaglyk en ernstige
ziektegevallen zullen niet uitblyvon, in.ien niet
spoe;ig c oor doelmatige waterverversubing in
dezen onhouHaren toestand ver.etcring wordt
gebracht.
Reeds meermalen was het water teLsiJen
dit jaar verre van frisch. "Wat kan biervan de
oorzaak zyn? Nu ia btt echter zoo onwelriekend
en vuil, dat voorziening een dringende eisch
worft.
Met dank voor de opname,
Hoogachtend,
Abcnné L. D.
Ergens aan d-.n waterkant staat een tele-
phoonpaal.
Een paar mannen komen by dien paal, maken
in een kring de straatstcenen los en ontgraven
den voet van do paal.
Dij paal ir.oet van onderen gckoolteerJ of
goereosoteerd worden.
Dit geschied zynde, wor.t de kuil aan den
voet van den paal weer volgegooid met de uit
gegraven aarde.
De losgemaakte steenen Llyven op een
hoop liggen.
De t.lepboonpialvoctcrocotecrJers verwy-
deren zich.
Successievelijk komen jongens voorby, die
de opgestapelde straatsteenen, onbeheerd ge
meente-eigendom, per stuk of paarsgewyze,
in het water gooien.
"Wanneer er andero mannen komen zullen,
stads werklieden, om de bestrating te horstel
len, zullen vermoedelyk de stecnen verzonk:n
zyn in den schoot der kabbelende baartje?.
Nu, er zyn gelukkig nog st.enbakkerysn
in de wereldl
Wie van tie verwaarloozing de kosten moet
betalen, weet ik niet; maar, waarom haar
niet vermeden? Lukas.
Mijnheer de Redacteur
Tn het verslag van de feest vb ring der L.
Wielrydersvereeniging „All Right" wordt ge-
zeg 1, dat de Burgemeester van Zoeterwoude
ge.n toestemming had verleen! om den
wedstryd door zyne gemeente te houden op
den weg van Leiden naar Wo.rdc-n.en wordt
deze weighing in verbani go racht met het
loslaten van het renwezen niet af
schaffen, mynheer de verslaggever, daartoe
bezit de Bond do macht niet door den
Algemesne Nederlandschen "Wielrijders! ond.
Deze voorstelling is niet gohecl juist en acht
ik het wenschelyk eens rectificatie te geven.
Het ni.t toestaan der wedstryden op den
wog LïiJen Wo raen, is gegrond op art. 80a
der Algem. Politieverordening van Zoeter
woude, by de jongste aanvulling dier ver-
ordeniog op 20 Juni 1899 ingevoegd en
waar^y het in het algemeen verboden is
wedstrylen in het hardryden op do openbare
weg'.n to houlen. Ik wensch hierby echtor
uitdrukkeiyk te verklaren dat het bedoelde
vertol op myn initiatief door den Raad is
uitgevaardigd en dat ik tot bet doen van dit
voorstel ben gekomen door de ervariog opge
daan ty de wegwedstryden in 1897, en de
overtuiging dat do openbare wegen zyn daar-
gesteld voor het veilige verkeer van het
pu lick en nht dienstbaar mogen gemaakt
worden aan do particuliere genoegens van
har-ryiers op eenig sportgebied. In dit opzicht
denk ik homogoen met het Bsstuur van den
A. N. W.-B. Hoogachtend:
J. H. SLICHER,
Burgemeester van Zoeterwoude.
CORRESPONDENTIE. - Naar aanleiding
van het een paar dagen geleien in ons blad
geplaatste ingezonden stukje, geteekend M
behelzende het verzoek aan het bestuur der
Kinderbewaarplaats om, zooals vroeger, kin
deren tusschen 8 en 12 jaren in de bewaar
plaats toe te laten, verzocht men ons den
inzender mede te deel?n dat de reden, cie
het bestuur noopte om te besluiten kinderen
loven de 8 jaar te weigeren, bekend is ge
maakt in het vershg van 1896, waarvan het
desbetreffend gedeelte al Jus luidt:
Het gelal der in de Bewaarplaats verpleegde
kinderen was weder niet onbelangrijk minder dan
in het vorige jaar. Er werden toch in 1896 op
genomen 4142 kinderen voor den gebeelen dag,
en 1518 kinderen voor den hnlven dag, te zaïnen
5660 tegen 6889 in 1895, 76.Y4in 1894,9250 in 1893.
Voor een belangrijk deel is deze vermindering
zeker het gevolg van een maatregel, dien wij
in het belang onzer inrichting hebben moeten
nemen. In afwijking van hetgeen vroeger geschiedde,
hebben wij moeten bepalen, dat geon kinderen
hoven den leeftijd van 8 jaar meer in de Kinder-
be waar plaats zouden worden toegelaten. Bij de
oprichting onzer Vbreeniging was men van het
denkbeeld uitgegaan, slechts kleine kinderen op
te nemen; de naam crèche, aan onze bewaarplaats
gegeven, was geheel in overeenstemming niet dit
denkbeeld. Doch heb kwam niet zelden voor, dat
moeders, die haar kleine kinderen aan ods toe-
voitrouwden, niet wisten waar zij haar oudere
kinderen, die reeds schoolgingen, tusschen en
na den «chooltijd zouden bezorgen, en uit medo-
li.dcn met dezen, sloop allengskcns de gewoonte
in, dat gvootere kindoren, zelfb tot den ouderdom
van 12 jaar toe, werdon opgenomen. Dat daardoor
eeu nuttig werk werd verricht en menig kind
van de straat gehouden, is niet te ontkennen;
gaarne zouden wij ook op dezelfdo wijze zijn
voortgegaan, maaronze middelen lieten het
niet toe. Do aanwezigheid der ouderen te midden
der kleintjes werkte vaak zeer storend, en toe
zicht op die ouderen kon niet voldoende worden
uitgeoefend. Wanneer wij een afzonderlijk lokaal
voor die ouderen beschikbaar hadden kunnen
stelleu en personeel om hen bezig te houden en
toezicht te houden, dan zouden wij gaarne ook
hen hebben opgenomen. Maar nu moest voor ons
hot zwaarste wegen, wat het zwaarsto was, en
moet, hoezeer wjj het betreuren, zoolang nan die
eischen niet kan worden voldaan, onze taak zich
uitsluitend tot de kleine kinderen bepalen. Dat
leeds door het niet meer opnemen der ouderen
het getal der verpleegde kinderen moest afnemen,
spreekt wel vanzelf, maar bovendien is hot voor
gekomen dat moeders ook haar kleino kinderen
terughielden, nu ze toch met do zorg voor de
anderen belast bleven. Ook in dit opzicht blijven
wij nog zeer naar verbetering onzer middelen
verlangen.
RECL111ËS,
a 25 Cents per regel.
tot f 3.35 per Mtter. Japansche, Chinecsche,
enz in de nieuwste Dessins c-n Kleuren, zco
als zwart, wit en gekleurd. „Henacbcrg-
EUrfe" van 45 Cis. tot f 11.05 p. Meter-
glad, gestreept, gekarteld, gestippeld, Damast,
enz. 240 verscb. qualit. en 2000 verscb.
kleuren, dessins, enz.). Franco en vrij va»
invoerrechten in huis. Monsters omgaand.
Dubbel briefporto naar Zwitserland. 6402 13
U. U£%b\ES£ll(i 'g Zijden-Fabrieken
(K. cn li. Hod.) Zttrlcb.
liet nieuwo proces Dreyfus.
By bet begin van bet verhoor van Dreyfus
vraagt de president hem: „Helt gy niet na
het verlaten van do Hoogere Krygsschool
verlof gevraagd, om naar Itabö te gaan?'
Dreyfus antwoordde hierop bevestigend, maar
zeide, dat by er niet been gegaan is, omdat
zyn vrouw ziek werJ. Ijy is in tien tyd ook
niet naar den KJzas gegaan; later we), drie
malen.
Op een vraag van den president vertil Je
Dreyfus van het bezoek, na zyn veroordeeling
aan hem gebracht door Du Paty de Clam,
die hem vroeg of by misschien niet inlich
tingen zonder telang had gegeven om daar
voor andere in de plaats te krfy'gen. Dreyfus
antwoordde destyds ontkennend en voegde er
Ij), dat het niet geoorloofd was een onschuldige
ta veroordeelen. Hy verzocht Du Paty den
minister van oorlog te verzoeken licht te
brengen in zyn zaak.
De ondervraagde vervolgde: fIk heb niet
tot Du Paty gozegd, sprekende van een
militair attaché van een buitenlandsche mogend
heid: „Ik zal hem een dolk in de keel
stooten". Ik heb verzocht, dat men de buiten
landsche militaire attachó's zou ontvangen en
dat men hun het mes op de koel zou zetten
om ze aan het spreken te krygen."
De president vroeg of op den dag der
degradatie kapitein Lebrun-RenauR aanwezig
was, waarop Dreyfus antwoordde:
„Ik geloof, dat ik niet tegen hem heb ge
sproken, ik hiel 1 om zoo te zeggen een hakke
lende alleenspraak. Ik wilde tegenover allen
myn onschuld uitschresuwen. Ik zeide tot
kapitein Lebrun-Renault, dat ik tegen het
volk myn onschuld wilde uitroepen."
Vraag van den voorzitter: Hebt ge niet
gezegd: „Da Mioister weet wel, dat als ik
stukken heb g leverd
Antwoord: „Neen. Toen ik over den
minister sprak, cie wist, dat ik onschuldig was,
zinspeelde ik op myn gesprek met majoor
Du Paty de Clam."
Vraag: "Waarom hebt ga een tydperk van
drie jaar gestel! voor het aan het licht komen
van uw onschuld? Het moet toch uw wensch
geweest zijn, dat zij spoediger zou biyken.
Antwoord: „Ik heb drie jaren gesteld, om
dat men weigerJe dadelijk licht te ontsteken
over de zaak, omdat de buitenlandsche staat-
kun.'e zich daartegen verzette en ik niet kon
hopen, dat de waarheid vóór twee of drie jaar
bekend zou zyn."
Toen de sergeant, met den deurwaarders-
dienst belast, bet borderel onder de oogen
van den beschulJigde bracht, vroeg de presi
dent hem of hy dit stuk erkende als van
hom afkomstig te zya. Met kracht ontkende
Dreyfus dat by het zou hebben geschrevc-n.
Dreyfus antwoordde woordelijk het volgende:
„Dit stuk is my in 1894 voorgelegd. Maar
wat de erkenning betreft, ik verzeker, dat ik
hit niet geschreven heb. Ik verklaar nogmaals,
dat ik onschuldig beD, geiyk ik reeds ver
klaard heb en uitgeroepen in 1894. Ik heb,"
zH.'e by, sidderend van ontroering, „vyf
jaar lang alles verdragen, kolonel, om mya
naam en cien van myn kiaderen te zuiveren
van blaam. Nog eens, kolonel," riep Dreyfus
uit, met tranen in de oog=n, rlk ben on-
Bchulxig."
De president: „Gy ontkent dus?"
En toen Dreyfus hierop antwoordde: „Ja,
kolonel!" veroorzaakte oit eeüige ontroering
onder hen, cie het hoorden.
Deze ondervraging of by het borderel htr-
kendo, was h t roerendste oogenlltk.
Zyn eenigszrns zwakke 6tem werl zelfs
krachtiger, toen by de ontkennende ant
woorden gaf.
Staan e, met het nooilottige stuk in bandon,
verklaarde hy, op bartverscheuren Jen toon,
hcrbaal-lelyk dat b(j volkomen onscbubig is.
Daarop ondervroeg de president hem over
de verschillende not.i's, die in het borderel
worden opgesomd, en allereerst over do hy
draulische rem. Dreyfus erk nle het beginsel
van deze rem te bojben gewiten, doch van de
byzonderheden was by niet op de hoogte. Hy
heeft het k«non „120 court" nooit zien af-
schivteo, noch in stelling brengen, laden of
rkhten.
Omtrent de dekkiagstroepen verklaarde
Dreyfus, dat hy wel inlichtingen daaromtrent
bad kunnen krygen, maar ze nooit heeft
gevraagd.
Wat betreft de nieuwe artillerieformatia
ontkende de beschuldigde, dat by iets meer
zou hebben geweten dan dut het regiment
pontonniers zou worden afgeschaft.
Hy ontken :e evenzeer te hebben geweten
van de nota van de majoors Mercier en Mil-
lon over Madagascar.
Wetende, dat hy niet uaar de schietschool
zou gaan, heeft hy nooit een exemplaar van
het schictreglement gevraagd. „Majoor Jean-
n9l vergist zich als by verklaart, dat hy my
het zyne tweemaal 24 uren hoeft afgestaan",
zei ie hy.
Thans komende tot den slotzin van bet bor
derel: „Je vais partir en manoeuvres", ver
klaarde Dreyfus, dat hy reeds in het begin
vt.n 1894 wist, (bet borderel zou van 6inie
Augustus of be:in September zyn) dat hy
niot naar de manoeuvres zou guan.
Ds advocaat Demange vroeg, met bet oDg
op ae woorden: „Ik ga op manoeuvres," of
het besluit van den minist.r van oorlog te-
trdlendo bet by wonen di.r manoeuvres in
het dossier aanwezig is.
De regeerings commissaris antwoordde ont-
k nnend.
Dit wat betroft het borderel, den grondslag
der beschuldiging.
Het verhoor werl voortgezet over de onder
geschikte punten van beschuldiging. Dreyfus
ontkende, dat hy de anti-Fransche woorden
zou bobben gesproken, die generaal De Dionne
hem in den mond zou bobten gelegJ. Hy
erkende, dat hy zich beklaagd had over een
te laag nummer, hom gegeven by het ver
laten van de krygsschool.
De beschuldigde is driemaal in hit geheim
te Mühlhausen geweest, maar heeft nooit een
samenspraak gehad mtt etn Duitsch officier.
Hy verklaarde, dat hy godurende zyn vtr Jyf
zyn woning niet had verlaten. Hy ontkende
de Duitscho legeroefeningeu te hebben byge-
woon! in de omstrekon van Muhlhausen of
het geweer moJel 1S86 te hebben getoond
aan een Duitsch huzarenofficier. Ook Leeft
hy nooit aan zyn kameraden onbescheiden
vragen gosteld. Evenmin begaf by zich in
1884 naar Brussel, waar hy sin Is 1SSG niet
is geweest.
Evenzjor ontken !o Ly, dat hy aanteke
ning n zou hebben gemaakt by de voordracht
van generaal Ranson en dat hy Inlichtingen
zou hebben gevraag! aan kapitein De Rómusat
Hy kwam krachtig op tegen de beschuh
diging, dat hy gespeeld zou hobben.
In antwoord op een vraag van den president
zeido Dreyfus, niet in intieme betrekkingen
te hebben gestaan tot een dame in de rue
Bizet. De president zeide, dat zfin vraag niet
bedoel le betrekkingen van moreelen aard.
Bedoelde dame was spion in dienst van vreemde
mogendheden. Dreyfus zeide aan haar te zijn
voorgesteld door commandact Gendron van
den informatiedienst.
Dreyfus zegt, dat hy eerst in 1894 vernam,
dat by van spionnage beschuldigd was. Het
feit, dat by aan bedoslde vrouw was voor
gesteld door commandant Gendron, die aan
den Inlichtingendienst verbonden was, is eeD
bewys, dat dezs die dame kende.
Dreyfus verklaarde niet te weten welke
reden er kan bestaan voor Du Paty de Clam
om hem te haten. Hy kende kolonsl Picquarf
zeer weinig; overste Henry en majoor Ester-
hazy in het geheel ni;t. Hy sprak tegen,
dat hy gebeefd zou hebben on Ier het dictee
van Du Paty.
Op bevel van den president worden do
proeven van het dictaat, dat Du Paty hem
had laten opschryveD, den beschuldigde voor
gelegd.
Dreyfus kykt het oplettend na en zegt dan:
„Als het'schrift in da beginnen wat grooter
is dan aan het einde, dan komt zulks, omdat
myn hand toeD gewoon was te schrijven.
Met groote beslistheid verklaar ;e hy nooit
eonige bekentenis t9 hebben afgelegd i
tegenover kapitein Lsbrun-Rmault had hy
enkel de woorden herhaal J, wJke by tot
Du Paty bad gesproken.
In bet kort is dus de uitslag van het ver
hoor vaa kapitein Dreyfus aldus samen te
vatten: Dreyfas ontkent alles, wat tegen
hem is aangevoerd.
Op vordering van een regeringscommissaris,
besliste de krygsraad met 5 tegen 2 stemmen,
dat tr vier dagen lang, gedurende het onder
zoek van de geheime cossiers, zitting zal wor.en
gehouden met volstrekt gesloten deuren.
Daarna werd de zitting opgeheven tot heden
ochtend te halfzeven.
Er hoeft ge;n enkel incident plaats gevonden,
dat verin«lding verdient. Geduren Je da gehocle
esrct3 zitting beers.hte de grootste kalmte,
dank zy den vaderlijken en verzoenenden maat-
Tcgelsn van or Je, cie genomen war.n.
Kaarsrecht, met afgemeten pas en in streng
militaire hou.ing was Dreyfus tinaengekomen.
Veerkrachtig ging hy do paar tredeu op. Het
eerste was in de toonetlnis de krygsraad ge
zeten. Voor de tafel zaten do verdedigers,
achter Dreyfu3 eea kapitein van ce ganiar-
merie. Dreyfus' LoofJ is l-yna geschoren, by
maakt niet dm in.ruk ouder te zjn geworden.
Zyn snor is zw..rt, er is een gryzo glans o-n
zyn boof J, dat sterk en groot is. Het portret
lykt nog goeü.
De p9rs zit aan we^rszyien d r z.al, de
getuig.n en p rsoo?n met ka.at n in bet
midden achterin, ty de infanteristen mtt de
bajonet op het geweer, daar achter lui pu liek.1
Onder de kaartenboulers de getroaJers Dreyfus
on HadamarJ, Octave Mirmau. Een negental
dames, onder hasr journalisten en de echtge
noot van Labori en Mirboau. OnJer de getuigen/
mevrouw Heory, linnen gekomen mot Lautb.
Dj ondervraging van Dreyfus duurde ruina
een uur. Hy bleef stoeds staan, in do laatst»
oogenbiikken telkens trillend* op zyn beenen,"
mogelijk ook om den aard der vragen van
den president. Dit is nogal een goeJmoedige
snorrebaarJ, maar hy geeft den incruk, ty-
voorbcell in de hardnekkigheid waarme e
by in'ormeert waarom Dreyfus gezogj h eft:'
„Na drie jaar zal mtjn onschuld erken i ztjn"
dat by den nationalisten ter wille is, cie op
deze verklaring de voorstelling van een komplot
bouwen. "Waarom had Dreyfus dat crij jaar
telkens herbaal J? Dreyfus is geëindigd mtfc
te antwoorden dat by er geen enkele bepaal :q
reden toe gebad hoeft.
De beschuI.igJo beantwoordde ract groote;
helderhdd punt voor punt, nu en dan de
rechterhand ter aandui.ing bezigend. Van
zcnuwacbtigbfcid slikte hy een pa3r maal diep
maar bevestig Je overigens den indruk, door
zyn tinDenkomen gewekt, dat by iem ni
is cie geheel meestor van zichzelf is.
Opgemerkt werd de aanwezigheii van een.
groot aantal tsekenaars en pbotographen.
In do zaal werd co „witte damo" opgem- rkt,'
cio t9 Parys allo zittingen van b;t pro:es-
Zola en van h.t Eof van Cassatie he.ft
tygowoonJ.
Onder de voorlezing van het rapport van
majoor d'Ormescheville luisterde Dreyfus zeer
kalm, met gevouwen handen. Aller Hikken
waren op hom gevestigd.
Er zullen nitt minder dan honderJ getuigeq
wor.en gehoord.
Tudens het verhoor van Dreyfus kwam de'
weduwo van Henry in de zaai; de daar aan-'
wezige personen tegrGotten haar eerbiedig.'!
Do generaals Gonse, Mercier, BoisdefTre en*
Roget kwamen, evenals veel andere officieren/
haar de hand drukken.
Tudens de zitting bai nog eon v.-rmeldens*(
waard incident plasts. Toen kolonel Picquart/
vergczelJ van majoor Forzinetti en kapiteia]
Freystütter, de g.tuigenkamer betrag wendden.'
de generaals zich nut veil opbaf af*
D.eyfus is weggegaan, zooals hy gekomeni
is, zonder de minste stoornis. Te II ureil'
werd do beschuldigde weder weggevoerd, watj
in minder dan vyf minuten geschiedde. Daj
tro pen hadden den dienst weder hervatj
Iedereen snelde naar buiten, naar de Avcnu^
de la Garj, in do hoep Droyfus te zien. Dd