N°. 12096
Dinsdag 1 Augustus.
A0. 1899
(£?eze gourant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, BI Juli.
Feuilleton,.
DE DANSERES.
EIDSCH
DAG-BLA
PRIJS DEZER GOXrRATirr»
Voor Ld don per 8 maanden'. 51,1 1 i 1.10.
Franco per post ,<,.•<-« .->.««• 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05..
PRIJS DER ADVERTEOTTEITl
Van l—0 rogels 1.05. ledero regel meer 0.17J. Grootste
letters naar plaatsruimte
wordt f 0.06 berekend.
Voor bet incasseeren bulten de 6tad
OlHciëelo Ileuuisgoylngen.
Directe Belastingen.
De Burgemeester vaa Leiden brengt tor algemeene
[kennis, dat aan den OntraDger der Directe Belastingen
is ter hard gesteld het kohier der Belasting op be-
idrfifa- en andere inkomsten No. 2 van den dienst
'1899/1900, executoir verklaard den 27sten Jnli jl., en
(herinnert voorts den belanghebbenden aan hunne
(verplichting om den aanelag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen.
Leiden. De Burgemeester voornoemd,
29 Juli 1899. F. WA8.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
H. M. de Koningin-Moeder zal op "Woensdag
2 Augustus, des middags te twaalf uren, door
de troepen, alhier in garnizoen, op het Schut
tersveld een groote parade worden geboudoD,
welke zal worden gecommandeerd door den
luitenant-kolonel H. A. Calkoen, terwyi de
troepen geïnspecteerd zullen worden door dtn
garnizoenscommandant kolonel W. B. J.
Duycker, commandant van het 4de reg.
infanterie.
By Koninklijk besluit is aan dr. Jan
Ten Brink, hoogleeraar aan de Kijks univer
siteit te Leiden, opgedragen de Regeering te
vertegenwoordigen op het XXYste Nederland-
sche Taal- en Letterkundig Congres, in 1899
te Gent te houden.
Voor de akte Hoogduitsche taal (lager
onderwijs) ie heden in Ben Haag geslaagd
mejuffrouw G. Kutsch Lojenga, van Leiden.
De firma Kooyker, aan den Nieuwen
Rijn alhier, etaleert een levensgroot portret
van wijlen den oud-hoogleeraar dr. P. L Rijke.
De vergrooting is in platinotype uitgevoerd
en vervaardigd door den heor Bouwmeester.
Naar wy vernemen, is het origineel door
hem genomen op den lOden Februari jl. in
het studeervertrek van den oud hoogleeraar,
dus ongeveer twee maanden vóór diens over
lijden.
Het komt ons voor, dat de moeilijkheden,
verbonden aan een opname buiten een atelier,
in deze photo glansrijk zijn overwonnen.
En wat de uitvoering van deze vergrooting
betreft, deze kan - in één woord artistiek
genoemd worden. Ze levert een nieuw bewys
hoe ver de heer Bouwmeester het ia zijn
kunst gebracht heeft.
Aan het by het 4de reg. inf. alhier
gehouden examen voor vrijwilligers voor het
reserve kader ter verkrijging van het getuig
schrift I' (practisch gedeelte voor den graad
van reserve-sergeant), waaraan door 14 adspi-
tanten werd deelgenomen, hebben de navol
gende reserve-korporaals voldaan:
M. H. Damme, van het lste bat. te Delft,
en Th. Blok, E. W. Van den Berg en D. Th.
Adama, van het 3de bat. te Haarlem.
De uitslag van het examen voor den cursus
van het 4de reg. inf., 2de studiejaar, is aldus:
Geslaagd: De Leeuw, Engeltjes, Dames en
Adelbert.
Voorwaardelijk: v. <L Vlugt, Leeuwen
en Bruins.
Afgewezen 2.
In de Zaterdag gehouden zitting van de
Synode der Ned.-Herv. Kerk werden voor
lx
kennisneming aangenomen: het schrijven van
den minister van marine, inlichting vragende
over het optredon tegen den heer A. De Koe,
predikant te Den Helder, en daarbij beboorende
stukken, ofschoon de vergadering met 9 tegen
7 stemmen, by welke stemming de aanwezige
leden der synodale commissie zich van stem
ming onthielden, uitsprak, dat zy het wensche-
Ujker zou geacht hebben, dat de commissie
in baar correspondentie met den Minister niet
getreden was in een appreciatie der zaak
zelve. Het verzoek om inlichting, door tusschen-
komst van den minister van buitenlandsche
zaken ontvangen van don heer Z. E. Schneider,
thiol, student te Leipzig, mede namens velen
zjjmr studiegenooten ingediend, over de voor
waarden van toelating tot de Evangeliebediening
in de Nederl.-Herv. Kerk, werd boantwoord
op dezelfde w(jze als op een dergelijke vraag
geschied was in 1894 door opgave der des
betreffende artikelen van het reglement op
het examen ter toelating tot de Evangelie
bediening.
Besloten werd op een bezwaarschrift, wegens
het doopen van kinderen door een van elders
gekomen predikant in do Nutszaal te Leiden,
tot opzending der stukken tetreffende deze
zaak aan het classicaal bestuur, in welks
ressort de bedoelde predikant woont, om het
bezwaarschrift t9 behandelen overeenkomstig
de voorschriften van het regl. voor kerkelyk
opzicht en tucht, enz. Verder werd bericht
gegeven van de verloening van een 30-tal
aanvragen van ringen, ora gedeeltJyke
dispensatie van den verplichten predikdienst
in vacante gemeenten naar art. 23 regl. op
de vacatures, meestal om de kerkeraden van
deze gemeenten in de gelegenheid te stellen
godurende do bestaande predikantsvacaturo
den dienst der daar werkzame godsdienst
onderwijzers voor een jaar te bestendigen,
on de afwijzing van vier dergelijke aanvrageD.
Aan de orde kwam e<n bijlage, behelzende
een overzicht van den staat der Ne erl.-Herv.
Kerk. Hieruit bleek, dat ten opzichte van het
zielental eerst bericht gegeven zal kunnen
worden, nadat de uitkomsten der aanstaande
tienjarige volkstelling bekend zullen zijn, dat
in het aantal gemeenten geen verandering is
gekomen, maar dat der predikantsplaatsen
met één is vermeerderd, nl. by do Neder-
duitsch Herv. Gemeente te Amsterdam; dat
volgens mededeeling in 1898 voor restauratie
van het monumentale kerkgebouw der Herv.
Gdraeente te Aalten gedurende vyf jaren voor
elk jaar een Rfikstoelage is verleen i van
ƒ3000, en in 1899 ten behoeve van de ge
schilderde glazen der kerk te De Rfip gedu
rende 3 jaren, voor elk jaar ƒ500; dat 83
candidaten toegelaten zijn van September 1898
tot Juni 1899 tot de Evangeliebediening en
na colloquium doctum een predikant by de
Belgische Christelyke Zendingskerk, en afge
wezen zyn vier candidaten, terwyi over het
zelfde tydvak van 1897 1898 71 candidaten
zyn toegelaten, en ingeschreven zyn in het
Album der kerkeiyke boogleeraren, gedurende
den cursus 1898—1899: te Leiden 78, te
Utrecbt 207, te Groningen 58 studenten,Jotaal
343, tegen 36CT in '97 98. Hierby dient te
worden opgemerkt, dat een twintigtal studen
ten hun propaedeutische studiën te Amsterdam
volbrengen en nog niet ingeschreven zUn.
Do minister van financiën heeft ter ver
betering van contróle op het beheer van
gemeento-ontvangers ook den ontvangers der
registratie aangeschreven betalingen aan ge
meente-ontvangers van bedragen, hooger dan
één honderd gulden, ter kennis te brengen
van het gemeentebestuur.
Dergelyke aanschryving werd indertyd go-
richt aan de betaalmeesters en de ontvangers
der directe belastingen. De gemeentebesturen
zUn met dezen maatregel in kenDis gesteld.
Staats-examm. Geslaagd voor do facul
teiten der godgeleerdheid, enz., J. Van Veen.
Toegelaten voor de faculteiten der genees
kunde, enz., mej. D. B. Beucker Andreao,
G. J. v. d. Hilst Karrewy, mej. C. M. Van
der Pyi, H. Corver.
Van de vorige groep alsnog geslaagdC. E.
Th. Baetings (dipl. A), J. De Jonge (dipl. B),
G. *H. J. Van Spanje (dipl. B).
Door do arrondissementsrechtbank te
's-H^rtogenbosch is ter vervulling der vacature
van kantonrechter te Heusden opgemaakt de
navolgende alphabetischo lyst van aanbeveling:
Mr. W. C. G. Dittlinger, substituut-griffier by
gemelde rechtbank; mr. J. F. C. Meyer,
griffier by het kantongerecht te Eindhoven;
en mr. C. O. Segers, advocaat te 's-Gravenhage.
In September 1899 zal een vergelijkend
onderzoek worden gehouden voor de betrek
king van telephonist, uitsluitend voor vrouwe-
ïyke candidaten. Het aantal plaatsen zal nader
worden bekend gemaakt.
Zy, die voor plaatsing in aanmerking komen,
worden aanvankelyk als leerling telephoniste
in dienst genomen tegen een vergoeding van
15 of 30 per maand, al naar gelang zy
in of buiten hun woonplaats worden werk
zaam gesteld.
Na voldoende geoefendheid in den telephoon-
dienst verkregen te hebben, worden zy, naar
mate van de behoefte, als telephoniste aan-
gest ld op een jaarwedde van 400, welk
bedrag, ty voortdurende geschiktheid, na drie
maanden tot 500 wordt verhoogd.
Dit jaarlyksche traktement kan met vyf-
jaariyksche verhoogingen van 100 klimmen
tot 800, met dien verstande, dat verhooging
boven ƒ500 eerst dan kan volgen, ala de
telephonisto inmiddels "bl'flk zal hebben ge
geven van ook in de Engelsche taal de be
drevenheid to bezitten, welke sub c van het
programma voor de Fransche en Duitsche
talen is omschreven.
Zy, oie aan het examen wenschen deel te
nemen, moeten zich vóór 26 Augustus 1899
aanmelden by den directeur-generaal derpos-
t-ryen en telegraphie, door een op zegel ge
schreven verzoek, met nauwkeurige opgaaf
van naam, voornaam en woonplaats.
Nadoro tyzonderheden bevat de „Sts.-Ct."
No. 177.
By beschikking van den Minister van
W., H. en N. is de civiel-ingenieur J. E.
Inckel, to 's-Gravenhage, benoemd tot tydeiyk
adjunct-ingenieur by den algemeenen dienst
van den Rykswaterstaat en H. G. "Wage
naar, te Blitterswfik, by de verbetering van
de Maas onder Grubbenvorst, Arcen en Velden.
Nu en dan werden door personen, die
uit Nederland te Parys aankwamen, moeiiyk-
heden ondervonden, doordat de ambtenaren
der plaatselyke accynzen bezwaar maakten
tegen de vrye toelating van geringe hoeveel
heid tabak, sigaren of sigaretten, welke de
douane-ambtenaren aan de Fransche grens
als restant van reisprovisie vry hadden laten
doorgaan.
Ter voorkoming van zoodanige moeUyk-
heden is bepaald, dat de douane-ambtenaar
aan de grens, die deze reisbenoodigdheden
vry toelaat, daarvan zal doen blyken door
op de kistjes of pakjes, waarin zy bevat zün,
een door hem onderteekend étiquet te plaat
sen, vermeldende den naam van den reiziger
en van het grenskantoor, alsmede de soort
en do vermoedelyke hoeveelheid der goederen.
Zyn de kistjes of pakjes van zoodanig
étiquet voorzieu, dan zal de reiziger by aan
komst te Parys door de plaatselyke ambte
naren niet worden bemoeilykt.
Het belang van den reiziger brengt dus
mede, de opplakking van zoodanig étiquet,
zoo noodig aan de douane, te vragen.
Men verzuime niet al het voorhandens aan
de douane op te geven. Of de hoeveelheid
niet te groot is, om vry te worden toege
laten, wordt door haar naar de omstandig
heden beoordeeld. Sts.-Ct
Naar gemeld wordt, wacht de nieuwe
regeling der traktementen voor de zeeofficieren
op de indiening der nieuwe marinebegrooting.
In maritieme kringen loopt het gerucht,
dat de gezondheidstoestand van den minister
van marine, jbr. Röell, van dien aard is,
dat deze hem niet toelaat aan een volgende
begrooting te gaan werken, en dat Z. E.
daarom voornemens zou wezen zyn ambt neder
to leggen. Reeds wordt tevens als zyn ver
moedelyke opvolger genoemd de kapitein ter
zee Ellis.
Van andere zyde wordt aan het „Hbl." uit
gerucht ook medegedeeld en daaraan tevens
toegevoegd, dat ook als vermoedeiyk opvol
ger genoemd wordt de kapitein ter zee Kou-
wenberg.
Te Dieren by Zutfen is onverwacht over
leden de heer dr. P. C. Margadant, leeraar
aan het gymnasium te 's-Gravenhage in
Grieksche en Latynsche taal- en letterkunde
en oude geschiedenis.
Gedurende geruimen tyd was de ontslapene
in de residentie werkzaam aan het Gymnasium,
waar hy als knap docent het vertrouwen
zyner leerlingen wist te wionen en de achting
zyner mede-leeraren genoot.
Ruim twintig jaar geleden, in 1878, promo
veerde dr. Margadant, die toen reeds eenigen
tyd leeraar was aan bovengenoemde instelling,
in de klassieke talen.
Van zyn hand verschenen eenige weten-
schappelyke werken, waaronder het meest
bekend is „Do Oude Geschiedenis der Grieken
en Romeinen," van welke uitgave spoedig
een tweede druk het licht zag.
In tal van instellingen had dr. Margadant
zitting ais bestuurslid. Geruimen tyd was hy
secretaris van het Letterkundig Genootschap
„De Sphynx", terwyi hy een rolyverig presi
dent wa3 van de „Alliance Fran?aise", go-
nootschap ter beoefening van de Fransche
taal. Ook maakte de ontslapene deel uit van
het bestuur van „Dierenbescherming".
Dr. Margadant weri geboren te 's-Graven
hage den llden Augustus van het jaar 1854
en bereikte alzoo den ouderdom van ruim
44 jaar. Dgbl
Aangezien de minister van oorlog met ver
lof is, kan hy ce onthulling van het Chassé-
monument te Breda niet by wonen en heeft
by den generaal-majoor W. L. De Petit, be
velhebber in de 3de militaire afdeeling, ver
zocht hem by die plechtigheid te vertegen
woordigen.
Donderdag heeft ten fcureele van genoemden
opperoffkier een conferentie plaats gehad,
waarby tegenwoordig waren de hoerenB. C.
G. Glasius, luit.-kol. 6de reg. inf.; J. Uilkens,
majoor plaats.-commandant, en C. A. Koore-
vaar, secretaris der Chassé-commissie.
Wy kunnen, zegt de „Bred. Ct.", mede-
deelen, dat het in de bedoeling ligt van den
generaal De Petit, zooveel mogelyk wyding
te geven aan het feit, dat door de Bredascho
burgory het leger een huldebiyk wordt aan-
goboden.
Zaterdagmiddag te 5 uren is de buste van
den generaal Chassó gegoten.
De ministers van justitie, van oorlog en
van waterstaat, handel en nyverheid ver-
ieenen deze week geen audiëntie.
Het stoomschip „Bundesrath", van Ham
burg en Antwerpen naar Oost-Afrika, passeerde
29 Juli Gibraltar; de Kaiser" vertrok 21 Juli
van Durban naar Mozambique; de „Koningin-
Regentes" arriveerde 30 Juli van Batavia te
Amsterdam; de „Madura", van Amsterdam
naar Batavia, vertrok 30 Juli van Suez; de
„Polyphemus" arriveerde 30 Juli van Batavia
te Amsterdamde „Prinses Sopbie", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 29 Juli
Gibraltar; do „Statendam" vertrok 29 Juli
van Nieuw-York naar Rotterdam.
Bonthuizen. De gemeenterekening, over don
dien6t van 1898 den Raad aangebode be
draagt in ontvangst 5460.13 en in uitgaaf
5177.41'/2. Zy sluit alzoo met een goed
saldo van ƒ282.711/,.
llillegom. De rechtbank te Haarlem heeft
de gebroeders W. en P. J. Van der Aarbei
ders alhier, wegens diefstal van te veld staande
bloembollen, veroordeeld tot zes maanden ge
vangenisstraf.
Op hit oogenblik dat de stoomtram
Zaterdag-middag by de Zwarte laan oneer
Lisse, byna stilstond tot uitlating van een
jong paar, nam de jonge man in verkeerde
richting een sprong van het balkon, waardoor
hy het evenwicht verloor en vry onzacht met
de 6traatsteenon in aanraking kwam. De
onvoorzichtige scheen zich nogal tameiyk te
hebben bezeerd en had bovendien een grooto
scheur in zyn broek bekomen.
Het ongeval liep echter ditmaal tameiyk
goed af en kan voor velen weder een waar
schuwing zyn.
2)
„Jetje's moeder zat te kyken. De boeren
vrouwen kwamen ook kyken. De linten van
haar hoeden waren met een styven stiik
onder do kin vastgebonden. Ze zaten langs
,de wanden met haar handen in haar schoot
en zonder eeü woord met elkaar te wisselen.
„Juffrouw Holm sprak ze met „mevrouw"
aan en glimlachte tegen haar onder het
banden klappen.
De lanciers kwamen aan de beurt. De drie
kinderen van Jens Sarsens sprongen in de
hoogte.
„De dame rechts goed Jetje, drie
passen naar den linkerkant goed, Jetje.
Do lancier had veel van oen stoeiparty.
Juffrouw Holm was doodop van het com-
mandeeren en dansen. Ze leunde tegen den
muur, het was alsof het in haar slapen hamerde.
„Goed, goed, Jetje."
Baar oogen brandden van het stof. De
zeven kinderen huppelden maar steeds in het
halfduister midden in het vertrek rond.
Als juffrouw Holm na afloop van de dans
lessen thuiskwam, bond ze een zakdoek om
haar krulkopje. Ze had een eeuwigdurende
verkoudheid. In haar vryen tyd zat ze met
haar neus boven een kom met kokend water
om van de kwaal af te komen.
Ze kregen muziek by de dansles, de heer
Brodersen speelde op de viool. Juffrouw Holm
kreeg twee nieuwe leerlingen, een paar aan
komende meisjes. Zy dansten allen op de
muziek van den kleermaker Brodersen, zoodat
het stof in dikke wolken opvloog en de kachel
op haar voetstuk waggelde.
Toen kwamen er ook verscheiden toeschou
wers. Eens zelfs kwam de juffrouw van den
dominoo en de kapelaan.
Juffrouw Holm danste onder do beide olie
lampen voor met de borat vooruit en met
gestrekten voet.
„Gooit je beentjes uit, gooit je beentjes uit,
zoo
Juffrouw Holm gooide haar beentjes uit en
nam haar japon op.
Er was publiek.
Iedere week stuurde juffrouw Holm haar
haakwerk naar Kopenhagen. De dingen voor
de p03t moesten by den onderwijzer gebracht
worden. Ze had telkens verkeerd ingepakt of
verkeerd geschreven en de onderwyzer moest
het altyd nog eens overdoeD.
Zy stond er by te kyken en knikte, alsof
ze zestien jaar was.
De couranten, die met de post gekomen
wareD, lagen op een van de schooltafels om
verdeeld te worden.
Op een dag vroeg ze, of zo misschien het
Barlingsken (een conservatieve Kopenhaagsche
courant) eens mocht inzien.
Toen kwam zy lederen dag tegen het
middaguur de onderwyzer kende reeds haar
zacht klopje met één vinger.
„Kom maar binnen, juffrouw de deur is
open," zeide hy.
Z\j ging naar het schoolvertrek en haalde
het Berlingsken uit de massa te voorschyn.
Zy las de advertenties van den schouwburg en
het repertoire en de critiekeD, waarvan ze geen
zier begreep. Maar ze spraken over de menschen
van haar geboortestad; dat was haar genoeg.
Hot duurde lang, voordat zo een kolom
uitgelezen had. De wysvinger volgde bevallig
de regels. Als ze met de courant klaar was,
liep ze naar den overkant van de gang en
klopte weer.
„Wel," zeide de schoolmeester, „was er
nieuws in de stad?"
„Ocb, er staat altyd iets in van bekenden
uit de stad, uit myn vroegere omgeving."
„Dat arme juffertje 1" zeide de onderwyzer
en zag haar door het raam na. Juffrouw Holm
ging naar huis en begon weer aan haar
haakwerk.
„Dat arme juffertje windt zich op over
haar dansmeester," zeide hy in zichzelven.
Er was sprake van een ballet, dat op hot
tooneel opgevoerd zou worden door een
nieuwen balletmeester. Juffrouw Holm kende
de lyst der executanten geheel uit het hoofd
en de namen van alle solodansen.
„Wy zyn samen op school geweest," zeide
ze, „allen met elkaar."
Op den avond, toen het ballet voor de
eerste maal opgevoerd moest worden, had z(j
de koorts, alsof ze zelve mee moest dansen.
Zy stak de beide kaarsen aan, die, grys van
ouderdom, op de commode stonden, elk aan
een kant van een gipsen Christusbeeld en
ging op de champagnemand zitten en keek
in het licht. Maar ze kon niet alleen zyn. Ze
werd zoo geagiteerd, alsof ze mee moest
dansen. Zy ging naar de familie van den
smid, die aan het souper zat, en ging op den
stoel naast de klok zitten. Zy telde meer dan
ooit de uren. Zy vertelde van het tooneel,
van de premières, van de groote solo-danse
ressen en van den meesterpas.
Zy neuriede en liet haar bovoniyf heen en
weer gaan, terwyi zy daar zat.
De smid werd zoo vrooiyk door al dat
vertelleD, dat hy een ouden cavaleriemarsch
b9gon te brommen en zeide:
„Moeder, we moeten er een glaasje pons,
eigengemaakte pons van arak by driDken."
De punch werd gemaakt en de beide kaarsen
van de commode kwamen op tafel te staan
en zy zaten te praten en te drinken. Maar
te midden van de vroolykheid werd juffrouw
Holm plotseling stil en men zag groote tranen
in haar oogen. Toen stond ze op en ging naar
haar kamer.
Op haar mand gezeten, barstte ze in tranen
uit en zat daar lang, voordat ze zich uit
kleedde en naar bed ging. Zy maakte heden
geen passen voor haar bed.
Zy moest altyd aan dat eene denken:
„Hy was met haar op school geweest."
Zy lag stilletjes in haar bed.
Af en toe zuchtte zy in hot donker. Zy
schudde zachtjes met haar hoofd, dat op het
hoofdkussen lag. Zy hoorde voortdurend in
haar oor de stem van den balletmeester uit
do school opgewonden en lachend zeggen:
„Die juffrouw Holm heeft geen élaD, die
juffrouw Holm heeft geen élan."
Hy riep het zoo hard, dat het door de
heele zaal weerklonk.
Toen zy dat hoorde en toen ze in de
zaal rondkeek.
Do figuranten maakten in een lange ry hun
oefeningen zy deden den eenen pas na
den anderen.
Moede leunde zy een oogenblik tegen den
muur het was, of haar vermoeide ledematen
van haar lichaam geslagen waren en zy
hoorde den balletmeester weer schreeuwen:
„Hoeft juffrouw Holm dan in het geheel
goen ambitie?.
Zy zag haar kamertje thuis, haar moeder,
die in den grooten stoel zat te kermen, en
haar zuster, die dicht by de lamp aan do
ratelende naaimachine zat te draaien, en zy
hoorde baar moeder mot haar asthmatischo
stem zeggen:
„Danste Anna Stein een solo?"
„Jp, moeder."
„Zeker „la grande Napolitaine?"
„Ja, moeder."
„Jelui zyt te geiyk op school gekomen,"
zeide baar moeder en keek haar achterom do
lamp aan.
„Ja, moeder."
En zy zag Anöa Stein in haar veelkleu*
rigen rok met fladderende linten aan haar
tamboeryn in levenden lyve voor het voefc
licht den grooten solo dansen.
(Wordt vervolgd.)